Ballet

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 2900 woorden
  • 2 april 2002
  • 329 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
329 keer beoordeeld


Ballet

Met ballet moet je jong beginnen, en ook weer jong stoppen.
Want dat hoort erbij. Want als je ouder dan 40 bent,kan je al niet meer zo goed dansen.
Dat komt omdat je spieren lang niet meer zo soepel zijn.
Er zijn veel verschillende soorten ballet.
Bijvoorbeeld klassiek ballet of jazz ballet.
Bij ballet gebruik je al je spieren.
Sommige mensen noemen ballet een soort therapie, Omdat je als je op ballet gaat,
geen last hebt van scheve voeten of een kromme rug.
Als je heel goed bent, kun je naar een speciale balletschool.
Dan is er ook gewoon school daar, maar je moet elke dag dansen.
Dus naar de rekenles, ga je weer balletten.
Als je naar die school wil, moet je eerst auditie doen.
Dat is omdat heel veel kinderen wel naar de balletschool willen.
Maar er is niet genoeg plaats voor alle mensen die goed kunnen balletten. Daarom wordt er auditie gedaan, en alleen de beste mogen naar de balletschool. Deze kinderen kunnen alleen in het weekend naar hun eigen huis en hun ouders, want ze slapen ook op de balletschool, omdat ze elke dag heel veel moeten oefenen om laten heel goed te kunnen worden.
Modern ballet

De Amerikaanse Isadora Duncan was de eerste balletdanseres op blote voeten. Daarna kwam Martha Graham. Die is nu bekend over de hele wereld door haar ballet op blote voeten.
Dit soort ballet wordt modern ballet genoemd.
Bij klassiek ballet lijkt het soms, dat de dansers en danseressen vliegen. Ze raken de grond zo min mogelijk aan.
Bij modern ballet is dat net andersom.
Ze gebruiken de grond juist heel veel.
Ze rollen, kruipen en liggen op de grond.
Bij modern ballet wordt ook moderne muziek gespeeld.
Ook jazz ballet en beatballet horen bij het moderne ballet.

Klassiek ballet

Een ballerina is een danseres die klassiek ballet doet.
Iets wat klassiek is, bestaat al heel lang.
Toch vinden mensen het nog steeds mooi.
Klassiek ballet bestaat al meer dan 200 jaar.
En bij klassiek ballet hoort klassieke muziek.
Het is muziek van bijvoorbeeld; Bach, Beethoven of Mozart.
Bij klassiek ballet maak je zwierige bewegingen,
want dat past bij de muziek.
Ze gebruiken vaak klassieke muziek.
Bijvoorbeeld als er iets spannends gebeurt in een ballet stuk.
Of als iemand heel verdrietig is.
Maar wat voor soort ballet je ook doet, de danszaal ziet er altijd hetzelfde uit.
En bij de lessen is ook de kleding hetzelfde.
Je draagt dan ook een bandje om je middel.
Zo kan je zien of je middel recht is.

Jazz ballet

Sommige meisjes zitten op jazz ballet.
Dat is een bijna hetzelfde als gewoon dansen.
Alleen je doet meer oefeningen met je lichaam.
De meeste meisjes gaan op ballet, omdat het goed is voor je lichaam en omdat het niet te duur is.
Maar natuurlijk ook, omdat ze het een leuke sport vinden.
Er gaan niet zoveel jongens op deze sport,
omdat de meeste mensen vinden,
dat het een sport voor meisjes is.
Daarom gaan er haast geen jongens op deze sport.
Maar eigenlijk is het helemaal geen meisjes sport,
omdat jongens net zo goed en mooi kunnen dansen als meisjes.
Want de mensen die bij een balletschool werken, zeggen juist dat ze te weinig jongens hebben.
Maar de meeste jongens willen niet op ballet.
Meestal is dat omdat ze zich dan schamen.
Maar sommige jongens willen eigenlijk wel op ballet.

De dansstudio

De dansstudio is een kale ruimte. Er hangen heel veel spiegels naast elkaar, want dan kan je zien wat je doet.
Bij de meeste dansstudio’s veert de vloer een beetje mee.
Dat komt omdat het een zwevende vloer is.
Onder de vloer zit ruimte. Daar staat dus niks.
Daardoor veert de vloer mee als je staat te springen.
Want dat springt veel fijner.
Er is ook altijd een lange stok langs de wanden van de studio.
Dat heet de barre (je zegt bar.) Soms is de barre van hout, en soms van metaal. Je kunt de barre vasthouden bij je oefeningen voor steun. Het midden van de zaal heet het milieu (je zegt miljeu.) In het milieu worden dezelfde oefeningen gedaan als aan de barre, maar dan zonder steun.
In de meeste studio’s staat een vleugel.
een vleugel is een soort piano.
Die staat er voor de danslessen en uitvoeringen.
Oefeningen met muziek gaat veel beter.
Bijvoorbeeld als je oefeningen met posities moet doen.
Er zijn vijf posities bij ballet.
En alle ballet dansers moeten die uit hun hoofd kennen.

De voorbereidingen

In het begin heeft de choreograaf (een man die een balletstuk bedenkt) een idee wat voor balletstuk hij wil maken.
Niemand weet hoe dat eruit zal gaan zien.
Zelfs de choreograaf niet. Dan gaan ze bedenken wat de mensen van onze tijd leuk vinden. Ze bedenken ook, of het bijvoorbeeld een stuk voor jongeren wordt, voor volwassenen, speciaal voor kinderen of voor alle leeftijden. Ze maken de meeste balletuitvoeringen voor alle leeftijden, omdat ze dan meer geld verdienen. De choreograaf gaat dan bedenken, wat voor soort stuk het wordt. Als hij een stuk heeft bedacht, gaat hij kijken wie welke rol gaat spelen. Dan zoeken ze samen stukje voor stukje uit welke soorten dansen ze allemaal gaan doen. Dan worden die stukjes en dansjes allemaal aan elkaar geplakt en ontstaat er een ballet uitvoering.

Dansvakken

Als je op de dansvakopleiding zit, blijft het niet bij klassiek en modern ballet. Er zijn nog veel meer andere dansvakken. Bijvoorbeeld Caractere. Dat is een soort volksdans in balletvorm. Nog een andere dansvorm is pas de deux. Daarbij dansen de dansers en danseressen met z’n tweeën. Een jongen met een meisje. De meisjes dansen meestal in een tutu. Dat is een kort, wijduitstaand rokje. Verschillende bestaande balletstukken worden dan weer opnieuw ingestudeerd. Dat noemen ze een Répertoire. Het is een Frans woord en het betekent: “Lijst met stukken, die je op kunt voeren.” De meesten vinden Répertoire een heel leuk vak. Toneelspelen en muziek zijn ook heel belangrijke vakken. En voor 1 vak hoef je geen spier te bewegen. Dat is het vak geschiedenis voor dans. Als je alle vakken gedaan hebt, kan je op zoek naar werk.

Houdingen en posities

Arm-en-voetposities moeten net zo lang geoefend worden, tot ze vanzalf gaan. De benen moeten gestrekt zijn en de voeten naar buiten gedraaid. De armen begeleiden de bewegingen van het lichaam. We zijn veel verschillende soorten danspassen en houdingen. Hier komen er een paar:

- Plié (je zegt pliejee.) Het is een soort kniebuiging. Het woord “plié” komt van het Franse werkwoord “plier.” Dat betekend buigen. Je kunt deze huiding op verschillende manieren uitvoeren. Kleine en grote kniebuigingen. Pliés worden in alle posities uitgevoerd. De knieën blijven recht boven de tenen. Dat is best vermoeiend, want je voeten moeten het hele lichaam dragen.

- Battement (je zegt battemah.) Bij deze pas moet je je been uitstrekken. Bij: “battement tendu” wordt het been naar voren, achteren en naar de zijkant gestrekt, tot de punt van de teen de vloer raakt. Bij een: “grand battement” gaat het been zo ver mogelijk omhoog.

- Rond de jambe (je zegt roh de zjambe.) Hierbij maak je een cirkelvormige beweging met je benen.

- Développé (je zegt deevulloppee.) Hierbij moet je één been optrekken. De knie zo hoog mogelijk. Daarna het been heel langzaam naar voren, achteren en opzij strekken.

- Arabesque (je zegt arrabesk.) Bij deze houding moet je op één been staan en het andere naar achter bewegen. Er zijn veel soorten arabesques. Het is één van de belangrijkste houdingen.

- Pirouette (je zegt piroewet.) Bij deze houding moet je draaien op één been, waarbij de voet op dezelfde plaats blijft. Een ervaren danser kan wel tien keer ronddraaien zonden zit opnieuw af te zetten.

En dan zijn er ook nog heel veel soorten sprongen, zoals: sauté, jeté, petit allegro en grana allegro.

Keuringen

Als je naar de dansvakopleiding wilt, moet iedereen gekeurd worden, door de orthopeed. Je mag ook botten-en-spieren dokter zeggen. Die keuring is heel belangrijk, want voor ballet heb je erg sterke voeten en benen nodig.
Als er iets niet goed met je voeten of benen is, mag je niet maar de dansvak opleiding. Dat is net zo als bij het leger. Als je slechte ogen hebt, mag je er ook niet bij.
Maar als je toch heel goed kunt dansen, laten ze soms een fysiotherapeut komen. Die doet dan oefeningen met je, zodat je misschien toch nog naar de dansvakopleiding kan.
Maar er is ook een soort auditie, zodat alleen de beste worden toegelaten. Want iedereen wil wel beroemd worden en er is ook niet zoveel plaats.

De knot

Bij balletlessen mag lang haar nooit en te nimmer los gedragen worden. Want het haar kan bij iemand in het oog komen.
En dan kan diegene misschien de hele les niet meer meedoen.
En dat zou zonde zijn. Daarom hebben ze de knot bedacht.Ze hebben ook een knot gekozen omdat het dan een mooie rechte lijn is. Dit heb je nodig om een knot te maken:
- Gel
- Haarspelden (groot)
- Elastiekje
- Kam en borstel
- Haarnetje (elastieken rand, dezelfde kleur als het haar.)

Zo maak je een knot: bespuit het haar en je handen met haarlak, zodat je beter grip op het haar hebt. Als je nog meer grip wilt hebben, gebruik dan nog wat gel. Borstel het haar en maak een hele strakke paardenstaart. Die moet precies in het midden. Maak de paardenstaart met een elastiekje vast. Het is heel belangrijk dat het stak en zonder bobbels is. Doe er nog wat water of gel
bij om het haar vochtig te houden. Daarna moet je de staart heel strak draaien. Als je de staart gedraaid hebt tot een mooi rondje, moet je de haarspelden gebruiken om de knot aan de rest van het haar vast te maken. Steek elke haarspeld vanaf de buitenkant naar de binnenkant van de knot. Doe dan het haarnetje om de knot. Blijf draaien totdat het netje strak om de knot zit. Zorg er wel voor dat het netje dezelfde kleur als het haar heeft. Anders zie je dat er een haarnetje zit. Maar nu is het nog een grote knot. En een grote knot kan verschuiven en een platte knot niet. Om de knot wat platter te krijgen moet je eerst de haarspelden weghalen. Het haarnetje zal het haar bij elkaar houden. Maak de knot platter en maak hem weer aan de rest van het haar vast met de spelden. Spuit nu de haarlak over de knot voor extra stevigheid. Maak daarna het haarstukje wat je op moet als je een uitvoering hebt vast op je haar. Als het voor een gewone les is hoeft dat niet.

Kleding

Bij uitvoeringen voor publiek dragen de ballerina’s ook vaak een academique (strak pakje) en een maillot.
Als je een maillot aan hebt, kan het publiek je benen goed zien.
En dat is belangrijk bij het dansen.
Bij een opvoering van een stuk, dragen de ballerina’s soms ook pakjes met veren, hesjes of rokjes.
Ballerina’s dragen slappe balletschoentjes of spitzen.
Spitzen hebben binnenin de neus een harde punt.
Zodat je helemaal op het puntje van je tenen kunt dansen.
Dat is een mooi gezicht.
Je mag pas spitzen als je twaalf jaar ben, anders groeien je voeten verkeerd.

Het ontstaan

Ballet is ontstaan in Frankrijk. In de 15e of 16e eeuw.
In die tijd waren er geen echte beroepsdansers.
De mensen voerden vaak balletstukjes op als er een feest was.
Dat bedachten ze zelf en ze voerden het zelf uit.
In de 17e eeuw deed er een heel belangrijk persoon mee aan ballet Lodewijk XIV. Dat was de Franse kroonprins in de 17e eeuw. Lodewijk was als jongen al dol op dansen. Hij had zelfs een eigen balletleraar. Toen Lodewijk later koning van Frankrijk werd, besloot hij, dat er een school voor dansers moest komen. Op deze school moesten alle houdingen en bewegingen worden besloten, die een danser(es) moet kunnen. Ze bedachten, dat de danspassen grotendeels op je tenen moesten worden gedanst. Het bekende ‘uitdraaien’ werd daar ook bedacht. (Bij deze houding moeten de tenen naar buiten zijn gedraaid.) Na deze eeuwen zijn de danspassen precies hetzelfde gebleven. Daardoor komt het ook, dat de namen van de balletpassen (posities) overal ter wereld in het Frans zijn. Lodewijk XIV werd ‘Zonnekoning’ genoemd, omdat hij toen hij nog jong was de rol van de god Apollo danste in een stuk van ballet. De stralenkrans op zijn hoofd lijkt op de stralen van de zon.

Nadelen

Spitzen doen zeer aan je voeten.
Als je de spitzen na een lange tijd uit doet, zie je dat je velletjes helemaal los hangen en dat je nagels kapot gaan.
De fysiotherapeuten hebben zelfs voorgesteld om de spitzen te verbieden. Maar zonder spitzen lijkt het ballet veel minder mooi.
Dus dat hadden ze uit hun hoofd gezet.
De fysiotherapeuten hopen dat er iemand iets uitvindt voor het balletdansen, zonder dat je velletjes los gaan hangen en dat je nagels kapot gaan. En sommige balletdanseressen kunnen niet zo goed op hun tenen staan, omdat ze te dik zijn. De meeste mensen willen dan dunner worden. Dan krijgen ze anorexia. Dat is een ziekte dat je jezelf te dik vindt, en dat je van alles gaat doen om magerder te worden, zoals je vinger in je keel steken, nadat je hebt gegeten (dan kots je het dus weer uit.)
Vroeger werden er alleen slanke vrouwen aangenomen op de balletschool. Nu wel, alleen ze hebben liever slanke vrouwen.
Omdat dikke mensen het moeilijker vinden om op hun tenen te staan.

Vroeger

Een paar eeuwen geleden waren er nog geen spitzen.
Spitzen zijn balletschoentjes waar bij de punt een hard stuk is.
Zo kan je goed op je tenen staan.
Vroeger leken balletschoenen heel veel op gewone schoenen.
Ze waren alleen een beetje buigzaam.
Het was een schoen met een best hoge zool.
Ze dachten vroeger dat een hogere zool beter was.
Er zat een soort bandje om je voet, net als bij een sandaal.
En ze zagen er net zo uit, als gewone instappers.
Later kwamen er andere soort schoentjes.
Die waren handiger voor ballet.
Die waren bijvoorbeeld achteraan dicht.
Maar in deze tijd hebben ze spitzen.
Dat ziet er veel mooier uit, omdat je dan op de punt van je tenen staat. Alleen krijgt je last van je voeten.

Waterballet

Waterballet is ballet in het water.
Je doet andere oefeningen dan gewoon op het droge.
Je kan bijvoorbeeld niet zolang je adem in houden, dus je moet steeds weer even naar boven.
Bij waterballet doe je heel veel met je voeten. Je gaan dan met je hoofd onder water, en dan doe je met je voeten allemaal bewegingen boven water, zodat de mensen het kunnen zien. Meestal doe je waterballet met z’n tweeën.Dat vinden de mensen mooier staan.
Het is dan de bedoeling dat alles gelijk gaat. Bij waterballet gebruik je geen schoentjes.Die gaan dan veel te snel kapot.

Beroep

Je kunt van ballet je beroep maken. Als je een meisje bent, moet je op je 10e of 11e al beginnen. Een jongen eventueel een paar jaar later. Je moet daarvoor naar de vooropleiding van een dansacademie. Zoals de vooropleiding van Het Nationaal Ballet in Amsterdam. Je hebt een druk programma: de “gewone” middelbare schoolvakken, plus minstens 12 danslessen per week. Daarna ga je, als je ongeveer 16 bent, naar de dansacademie. Daar zijn er 5 van, in Nederland. In Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Rotterdam en Tilburg. De opleiding duurt ongeveer 4 jaar. En dan, na 10 jaar studie, ben je klaar voor een carrière als danser. Sommige van die dansers & danseressen gaan dansen bij een groot dansgezelschap, zoals Het Nederlands Danstheater, Scapino Ballet Rotterdam of Het Nationaal Ballet. Als je daar bent, begin je als leerling. Daarna kun je in het “corps de ballet” terechtkomen. Het corps ballet is “het lichaam van ballet.” Dat zijn dansers die alleen in een groep optreden. Een coryphée is een junior-solist. Ben je echt goed, dan word je eerste of tweede solist, ballerina, principaal of sterdanseres. Dit zijn allemaal namen voor de belangrijkste dansers van een gezelschap. De belangrijkste mannelijke danser heet premier danseur. Maar je kunt op de balletacademie ook dansleraar worden. Of choreograaf. Dat is iemand die dansvoorstellingen bedenkt, met alle danspassen erbij. Beroepsdanser kun je blijven tot je 35e. Daarna ben je te oud voor ballet. In de balletwereld hoor je wel eens praten over “prima ballerina” en “prima ballerina assoluta.” Dat zijn ere namen. Alleen danseressen die veel beter zijn dan alle anderen, verdienen deze titel voor hun naam. Zoals de Rusin Anna Pavlova (1881-1932) en Margot Fanteyn (1919-1991) uit Engeland. Tegenwoordig wordt de belangrijkste vrouwelijke danseres van een belangrijk balletgezelschap vaak “prima ballerina” genoemd.

Achter de schermen

Als er een dansstuk wordt opgevoerd,
is er altijd iemand die bepaalt wat voor soorten balletdansen er worden opgevoerd.
Dat is de artistiek leider.
Die bepaalt ook wie welke rol danst.
De meeste balletscholen hebben ten minste één artistiek leider.
En er is ook een kostuumafdeling.
De costumier of costumiere zorgt voor de kleding van de dansers en danseressen.
Er is ook een speciale kapper die pruiken maakt.
En bij grote balletstukken hebben ze hun eigen orkest.
Het orkest repeteert eerst zonder dansers.
Maar als de dansers en danseressen hun danspassen goed kennen, repeteren ze samen met het orkest.
Er zijn ook verschillende lichten.
Zo kunnen ze bijvoorbeeld en zonsopkomst namaken.

REACTIES

S.

S.

hoihoi
sanne, goed gedaan!!!
-xx-jes sanne

22 jaar geleden

M.

M.

bedankt voor je info over ballet en ik heb een 9.8 gekregen

21 jaar geleden

M.

M.

dank je

21 jaar geleden

I.

I.

heej!
hoessiej urmeej?
k vin ut een heeeeel goed werkstuk ik maak er zelf ook een over ballet. k vin um hel mooi. hier heb ik een heel goet voorbeeld van dankjewel! zelf kan ik weinig informatie vinduh

nou jah, in ieder geval een heel goet werkstuk.

doeg xxx-jes my

21 jaar geleden

L.

L.

hoi mooi werkstuk

20 jaar geleden

D.

D.

goed ding van ballet

19 jaar geleden

R.

R.

hey lovergirl!!

ik vind het egt un TOPPIE spteekbeurt!!
k heb pas een spreekbeurt ook over ballet gedaan en hep een 9,5 gekregen!!!
door jou want ik hep alle informatie van jou!!...

groetjes racha

16 jaar geleden

N.

N.

Eigenlijk is het niet 15e of 16e maar echt 15e

14 jaar geleden

D.

D.

hey leuke werkstuk ik heb er veel van geleerd ik doe mijn werkstuk ook over ballet gr Daisy :) :) :)

8 jaar geleden

B.

B.

Ik wil al super lang op ballet? Maar vond nooit echt een goede site waar alles precies werd uitgelegd enzo, maar die heb ik nu gevonden?? Goed gedaan je legt precies de dingen op de goede manier uit, en precies die dingen waar ik naar opzoek was Thnxx!? Xx

7 jaar geleden

H.

H.

Ballet is ontstaan in Frankrijk. In de 15e of 16e eeuw.
Ballet is ontstaan in ITALIË!!!!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.