INLEIDING
Sport heeft voor de meeste mensen wel een betekenis. Voor de één wat meer dan voor de ander. Zo heb je mensen die elke dag hun hond uitlaten en vinden dat ze sportief zijn bezig geweest.
Aan de andere kant heb je topsporters die dag en nacht met hun sport bezig zijn, of ze daar nu geld mee verdienen of niet.
Daartussen zitten de mensen die een aantal dagen per week op de sportclub vertoeven.
In dit werkstuk wil ik u informatie geven over de sport roeien.
Roeien?
Sport is verslavend en roeien al helemaal omdat het een sport is die uit een beweging bestaat en ritme samen met kracht en techniek verbindt. En juist omdat het een beweging is, is het een moeilijke sport, want die ene beweging moet wel elke haal hetzelfde zijn. En als je dat aardig onder de knie hebt dan voelt dat heel prettig aan.
Maar nu het roeien, wat maakt het nu zo leuk?
Zoals met de meeste sporten ben je lekker met jezelf bezig of samen met anderen en roeien is daar de ideale sport voor, of je stapt alleen in een bootje of je gaat er met een groepje vandoor en als je roeien met twee riemen niets vindt dan stap je gewoon in een boordboot(roeien met één riem).
Met roeien moet je niet alleen kijken en luisteren naar je lichaam je coach of jezelf, maar naar de boot en het water, wat doen die? En wat gebeurt daar, is dat goed of fout?
Of de V-vorm achter je boot te zien vervagen door wind en golven, en toch telkens weer een nieuwe maken. Bij windstil weer elke slag zuiver in en uit het water te horen komen en aan weerszijden van de boot een kolk achterlatend... En als je het echt heel goed kan zonder te kijken in de training, in de skiff met iemand anders naast je de riemen onder boven van elkaar te laten passeren, om zo de training te draaien word je heel gedreven in het sturen en om je haal vast te houden, ook al word je gehinderd. Dit soort trainingen komen altijd wel van pas op lange- afstand wedstrijden waar het er soms niet altijd even gebroederlijk aan toe gaat.
Vooral de motorboten zijn de grootste vijand van de roeiers, de bestuurders van die kippenhokken trekken zich meestal niets van ons aan en zo wil het nog wel eens gebeuren dat een roeiboot overvaren wordt en dan krijgt diegene ook nog eens het hele \"John -vocabulaire\" over zich heen.
Nog een uniek opzicht van het roeien is dat je terwijl je bezig bent, in de mooiste plekjes van de natuur komt, waar je anders nooit zou komen. Bijv. Frankrijk, Duitsland, Ierland, en Engeland hebben deze plekjes in overvloed en zijn als toertocht locatie erg aan te raden.
En het is een hele ervaring om met acht verschillende roeiers in een acht te stappen en te ervaren dat de hele boot na verstrijk van een aantal weken begint te werken als een machine, waar het heerlijke geluid van bonkenden riemen in de dollen vanaf komt.
Technische ideeën
U vraagt zich misschien af hoe je dan in werkelijkheid moet roeien? Ik zal het simpel houden. Roeien is het verplaatsen van een boot met behulp van riemen, benen, rug en armen. Hoe dit gebeurd is bij elke roeier anders, al komt het grootste gedeelte met elkaar overeen. Dit heeft ermee te maken dat roeien erg technisch is, anders zou iedereen wel hetzelfde doen. Zo heeft ieder land zijn opvattingen over een bepaald gedeelte van de haal. Bijvoorbeeld; De Roemenen hebben weer een grotere rugzwaai dan de Amerikanen die van een korte krachtige haal houden.
Maar om terug te komen op de haal die het algemene beeld schept. Men pakt de riemen en houdt deze met een rechte rug en gestrekte benen bij de borst, dan beweegt men eerst de armen naar voren gevolgd door de rug die bij deze actie recht blijft.
Als de rug een hoek van plusminus 50 graden op de benen heeft bereikt, komen de knieën naar boven tot dat de schenen vertikaal op de boot staan, net voor dat gebeurt draait men de bladen van de roeispanen ook vertikaal en worden ze in het water geplaatst.
Het is van belang dat de bladen eerder in het water zitten dan dat de roeier gaat trappen, anders treedt er drukverlies op, waardoor de boot een minder grote versnelling krijgt in het begin van de haal. Dit plaatsen gebeurt met een kleine
backsplets. Hier wordt mee bedoeld dat het water wat achter het blad opspringt.
Als dit gebeurd is, begint men pas met het trappen tegen het voetenboord waardoor het lichaam samen met de boot naar voren beweegt. Hierbij legt het lichaam deze route iets sneller af, waardoor er eerder aan een nieuwe haal kan worden begonnen, voordat de boot weer stil ligt. De haal die nu is gemaakt, is het tegenovergestelde van het oprijden, de beweging die eerder besproken is. Dus als men begint te trappen tegen het voetenboord dan gaan eerst de knieën plat terwijl de rug en de armen worden uitgesteld. Deze komen pas in actie als de benen bijna plat zijn. Als dat gebeurd is hoeven de armen het alleen nog maar af te maken. Deze haal is de perfectie zelve, omdat je lichaam ook zo is opgebouwd. Je benen zijn het sterkste gedeelte van je lichaam, daarna volgt de romp en als laatste de armen. Als je het anders om zou doen dan zou je geen zwaai aan de boot kunnen geven waardoor hij juist zijn snelheid krijgt. Je moet de boot als een grote bal op het water zien, als je daar een klap op geeft gebeurt er weinig, maar als je eerst je handen er tegen aanzet en dan gaat duwen komt hij in beweging en hou je hem ook op snelheid door steeds dezelfde handeling uit te voeren.
Het is eigenlijk heel simpel, eerst druk vinden en pas daarna kracht geven.
Het is ook erg belangrijk na een gedeelte van de haal te hebben uitgevoerd hier niets meer aan te veranderen. Dit geeft onbalans, waarna de volgende handeling moeilijker wordt om uit te voeren. Deze onbalans heeft ook te maken met het verkeerd plaatsen van de riemen. Neeem dus de tijd om goed ervoor klaar te zitten, zodat je niets meer hoeft uit te voeren.
Elke beweging heeft invloed op de volgende beweging die je uitvoert. Vandaar dat roeien door de mensen die er voor het eerst mee te maken krijgen als moeilijk wordt ervaren.
Deze uitleg hoeft niet in de perfectie uitgevoerd worden als men deze tak van sport als hobby beschouwd. Daarom is het ook zo leuk om te zien dat de meeste mensen op verschillende verenigingen er hun eigen roeistijl op na houden en roeien zo als zij dat het beste vinden.
Boord- en Scullriem
Ik vergeet bijna wat, het is namelijk zo dat er ook met één riem geroeid kan worden. Dit heet boordroeien er is dan één maar: je kan dan niet alleen roeien.
Dit onderdeel van roeien is een ondergeschoven kindje bij de burger verenigingen, alleen bij de studenten verenigingen staat het op nummer één. Dit heeft er mede mee te maken dat het net wat makkelijker is dan roeien met twee riemen. En omdat het er bij studenten meestal om het groepsgevoel gaat, kan je dit het beste uiten in een zo groot mogelijke boot en dat is nu eenmaal de acht en die is niet uitgevoerd met twee riemen. Om dit te verklaren moeten we een stuk terug in de tijd waar de heren-acht en de heren-kiff uitgeroepen werden tot de koningsnummers van het roeien. En welke student dan ook probeert om in de eerstejaars of tweedejaars acht te komen.
Zo\'n acht wordt meestal gevormd door eerste-of tweedejaars studenten die lid worden van een vereniging zodra ze gaan studeren.
Maar hoe moet je nou roeien in een boordnummer? Ten eerste maakt men de keuze aan elk boord men gaat zitten. Deze keuze wordt vereenvoudigd door te kiezen uit een bakboord of een stuurboord. Daarna volgt de roeihaal zelf, deze lijkt sprekend op de haal eerder besproken in \"technische ideeën\". Alleen het volgende is anders, als men voor komt dan gaat het buitenbeen iets opzij zodat de buitenarm daar tussen kan.
Als er geplaatst wordt dan blijft de binnenarm iets gekromd zodat er meer lengte bereikt kan worden Zou dit niet gebeuren dan zou de haal een stuk korter zijn en zou je een gedeelte van de haal missen waardoor de boot weer minder \"Schwung\" mee krijgt. Nadat dit voltooid is, begint men de benen te gebruiken, de rug en de armen worden weer netjes uitgesteld tot dat de polsen de knieën bereikt hebben. Eindelijk achter gekomen te zijn wordt de riem met de binnenhand uit het water gehaald en gedraaid. Hierbij assisteert de buitenhand maar laat de binnenhand het werk doen.
Boot Types
1. De skiff is misschien wel de oudste en bekendste roeiboot die er is.
Vanzelfsprekend wordt hij bevaren met twee riemen en ben je van niemand afhankelijk, want in deze boot ben je pas echt één met de boot en de natuur. Hij is voor iedereen toegankelijk maar wordt wel als moeilijk ervaren.
Internationaal wordt hij zowel door lichte en door zware dames en heren bevaren. Je bent pas een lichte heren roeier als je ingewogen wordt op of onder de 72.5 kg. Bij de vrouwen is dat 59 kg. Deze regel is geldig voor al de beschreven boten. Behalve op de Olympische spelen, daar zijn een paar uitzonderingen.
2. De dubbel-twee is de grotere broer van de skiff, ook weer twee riemen per roeier. In een dubbel-twee is het de bedoeling dat je met z\'n tweeën het gevoel krijgt dat je in je skiff zit en dat je als het ware met je ogen dicht kunt roeien. Maar wel één geheel wordt en blijft.
3. De dubbel-vier is weer een heel ander verhaal. Hier wordt ook weer met twee riemen geroeid en je zit er met zijn vieren er in. De vier kan je in drie stukken
verdelen:
- De slag die het ritme en het tempo aangeeft en dus veel verantwoordelijkheid geeft.
- Het middenschip dat als het ware niet veel meer hoeft te doen dan maar kracht hoeft te leveren en zich nergens zorgen over hoeft te maken. Op deze plek zitten meestal de mensen die ritmisch niet zo sterk zijn, maar wel veel vermogen hebben.
- Als laatste de boeg die als taak heeft om de boot als een geheel te laten varen, dus ook deze plek in de boot kent zijn verantwoordelijkheden.
4. De vier-zonder zit hetzelfde in elkaar als de dubbelvier maar in dit nummer wordt er per roeier met een riem geroeid. In dit nummer zijn er meerdere opstellingen te gebruiken: Zo kan hij bak- of stuurboord opgeriggert zijn, (riggers, de dragers van de riemen). Of er kan een blok ingezet worden: dat betekent dat het middenschip niet om en om van elkaar zit, maar dat ze aan dezelfde kant roeien. Ook dit kan weer aan weerszijde van de boot.
5. De twee-zonder wordt bevaren door twee roeiers met ieder een riem. Dit nummer vereist zeer veel discipline van de roeiers, omdat evenwicht en gelijkheid niet vanzelfsprekend zijn bij dit nummer. Net als koorddansen met z\'n tweeën.
6. De twee-met is hetzelfde als de twee-zonder maar dan met een stuurman/vrouw.
Dit nummer is het langzaamst van allemaal maar wel veel stabieler dan de
twee-zonder. Dit is vanwege het laag bij de kielbalk liggende stuurtje.
7. De vier-met is te vergelijken met de vier-zonder alleen zit er een stuurman extra aan boord, liggend voor in de boot of zittend achterin. De vier-zonder en de dubbel-vier worden bestuurd door een ingebouwd stuurtje wat in het voetenboord zit verwerkt, elke roeier van de boot zou dus kunnen sturen.
8. De acht maakt na al het vieren-geweld wel een hele grote sprong en slaat eigenlijk de zes over. Maar daar is een duidelijke reden voor, omdat alle boten in even grote delen gedeeld kunnen worden. Zo heb je twee tweetjes voor een vier en twee viertjes voor een acht. Bij een zes is de kans groot dat de vier en de twee niet goed bij elkaar te krijgen zijn. Maar om even terug te komen bij de acht: Ook deze boot is weer zeer flexibel om op te riggeren. Er is bij dit nummer altijd een stuur aanwezig vanwege de lengte van het schip. Omdat er de laatste jaren veel meer boottransporten zijn en omdat niet elke vereniging een boot-wagen van 20 meter heeft, kan de acht tegenwoordig opgedeeld worden in twee delen: Een lang stuk en een wat kleiner stuk. Op deze manier treedt er bijna geen snelheidsverlies op het verbindingsstuk op.
Alleen deze beschreven boten mogen op de Olympische spelen bevaren worden. Maar
er zijn nog veel meer soorten opstellingen, zoals de drie-met (drie roeiers met
ieder twee riemen en een stuur) of de skiff-met (een skiff met een stuur) of de
vier-met en de twee-met en natuurlijk niet te vergeten de zeer zeldzame
dubbel-acht. Deze acht werd lang geleden nog wel veel gebruikt, maar om verschillende reden ging hij langzaam uit de vaart. Het is het snelste nummer dat er bestaat en misschien daardoor wel te gevaarlijk. Het aantal slagen per minuut ligt, erg hoog zo\'n 40 per minuut. Als er dan wat fout gaat zoals een snoek (riem onder water) dan kunnen er gewonden vallen. Zelfs bij de normale acht is dit al riskant. Er zijn dan ook een aantal gevallen bekend waar riem en roeier uit de boot geslagen werden. Van deze boten is er nog één in Nederland.
En op de 13500 boten die Nederland rijk is, is dat erg schaars.
Hier volgt een klein tijds- en snelheidsoverzicht.
skiff: 6.40 minuten op de 2km. 18km per uur.
Dubbeltwee: 6.10 minuten op de 2km. 19.5km per uur.
Dubbelvier: 5.40 minuten op de 2km. 21km per uur.
Acht: 5.25 minuten op de 2km. 22km per uur.
Geschiedenis van het Roeien
De roei- en zeilverenigingen in Nederland zijn rond 1860 ontstaan en kennen een kleurrijke geschiedenis. Zo ook Nautilus, die 125 jaar geleden werd opgericht door een aantal studenten uit die tijd met de opzet om wat afleiding naast het studeren te hebben. Het was in die tijd een zeer elitaire sport en niet iedereen kwam zo maar binnen. Maar toen de welvaart op gang kwam, hadden ook de gewone burgerbehoefte naar wat vertier. En werd Nautilus een burgervereniging met nog wel een aantal studenten als lid. Het waren vooral de studenten die als eerste wedstrijden gingen roeien tegen andere verenigingen uit het land en ook hier kwamen de burgers wat later mee. Toen dit plaats vond kwamen er twee splitsingen tussen de studenten en de burgers en werden er studentenverenigingen opgericht, zoals in Rotterdam de Algemene Rotterdamse Studenten Roeivereniging SKADI.
Deze kleine geschiedenis geldt voor de meeste verenigingen in Nederland. Maar het echte roeien komt ergens anders vandaan.
Het patent van de eerste roeiboot met riemen hoort thuis bij de Egyptenaren. In een stenen muur zijn de restanten gevonden van een roeiboot die rond 3300 voor Christus moet gebouwd zijn geweest. De kracht van de riem als voortbewegingsmiddel heeft zich hierna zeer snel ontplooid. Zo kennen we de Romeinse oorlogsschepen en de roeiboten van de Vikingen.
Bij elk transportmiddel is er de behoefte om de snelste te zijn en worden er wedstrijden georganiseerd. Zo ook bij het roeien.
In Engeland (het hart van het roeien) is het wedstrijdroeien begonnen in de tijd dat er maar twee bruggen over de Thames liepen, THE LONDEN BRIDGE en THE CHELSEA BRIDGE. En aangezien deze nogal ver uit elkaar lagen werd, er gretig van de veerdiensten gebruik gemaakt. Als de veerman veel wilde verdienen dan moest hij de snelste zijn, anders ging zijn beurt voorbij. Op een gegeven moment had Thomas Doggett, een geleerde aan het hof van King George I, het idee om het roeien te professionaliseren, door mede een wedstrijd uit te schrijven en zo het roeien te stimuleren voor verbetering van het materiaal.
Doggett vroeg aan King George of de wedstrijd op 1 augustus 1716 mocht beginnen en dat hij altijd gevaren zou worden. Afgelopen augustus stonden de heren weer aan de start en werd een oude Engelse traditie in eren gehouden. Het universiteits-roeien begon in Engeland rond 1825. Niet veel later, in 1829, werd de eerste \"Oxford and Cambridge Boat Race\" gevaren. Deze werd met 5 bootlengten gewonnen door Oxford. In 1938 werd de Boat Race voor het eerst uitgezonden op televisie. Op dit punt werd er een kleine geschiedenis geschreven. Dit gebeurde nog een keer toen Susan Brown, de eerste vrouwelijke en winnende stuur, in de Boat Race werd.
Nog een wedstrijd met een rijk verleden is de Henley Royal Regatta. Henley was van koninklijke komaf en kon zo deze race naar hem benoemen. Maar niet veel later, in 1851, twaalf jaar na de benoeming werd Henley onterfd en werd de Royal er tussenuit gehaald. Maar dit is niet het enige waarmee de race te kampen kreeg: de roeibaan werd vier keer verlegd, net zo lang totdat hij recht was. Dit was mede de oorzaak dat veel roeiers klaagden over baanvoordeel. De baan is \'about one mile 550 yards\' lang en wordt nog steeds beschouwd als koninklijk.
Hij vindt ook plaats op koninklijk water met koninklijke zwanen, die voor iedere race zorgvuldig verwijderd worden. De toeschouwers moeten zich aan een strikte kledingcode houden, een rokje te kort of te lang is uit den boze. Na het succes in Engeland volgden ook Amerika, Canada en Australië met een Henley Ragatta.
Maar die in Engeland wordt nog steeds als de bestgeorganiseerde picknick van Europa beschouwd.
Roeien werd al in 1900 bijgeschreven in het Olympisch boek. Maar tegenwoordig heeft het niet meer die vaste grond onder de voeten want er zijn plannen om het roeien te schrappen op de Olympische lijst.
Het roeien heeft de Eerste- en de Tweede wereldoorlog overleefd en zal ook deze tegenslag, hopelijk, in het voordeel beëindigen.
Al eerder gezegd, de Engelse waren superieur in het roeien en hebben dan ook de meeste Olympische medailles op de voet gevolgd door de Duitsers die de laatste 50 jaar zeer sterk als roeiland op komt.
De techniek van vandaag heeft er voor gezorgd dat we vele seconden sneller zijn dan 100 jaar geleden. Het begon met een houten boot van 1 cm dik. Toen kwam men erachter dat niet de dikte van de huid stevigheid gaf, maar dat de spanten in de boot daarvoor zorgden. Dit heeft ervoor gezorgd dat botenbouwers in Zwitserland en Duitsland steeds dunnere en lichtere boten ontwierpen. En als gevolg daarvan heeft de FISA een minimum gewicht ingevoerd.
Toen de ontdekking van kunststof in de botenwereld kwam, heeft eigenlijk maar één bedrijf zich daar voor 100% in gestort. Dit bedrijf heet Empacher, te herkennen aan de gele kleur van zijn boten. Het is gevestigd in Duitsland. Zij zijn nu ook de grootste leverancier van boten in de wereld. Er zijn heus wel meer bedrijven die kunststofboten maken, maar die voldoen niet aan de eisen van de roeiers op wereld- niveau. En als Piet er een heeft, dan kan Wim niet achter blijven.
Ze zijn zo bij de tijd, dat er om het jaar een nieuw model klaar ligt wat net weer wat beter is en net wat sneller is. Maar daar betaal je wel voor. Als je mee wilt varen aan de top ben je al gauw om de 2,3 jaar EUR 6800,- kwijt aan een nieuwe skiff. Veel langer dan drie jaar kan zo\'n boot niet aan, wel voor de semi-profs, dan kan zo\'n boot gerust nog vijf jaar mee.
Nawoord
Na alles nog even te hebben doorgenomen kom ik tot de conclusie, dat alles wel is beschreven. Misschien niet even uitgebreid maar wel genoeg om u mee te laten genieten van het roeien en alles wat daarmee samenhangt.
Wat ik geleerd heb van dit werkstuk is, dat roeien niet zomaar een sport is, en dat je echt een bepaalde techniek er voor nodig moet hebben. Ook ben ik te weten gekomen dat er veel verschil tussen de roeiboten bestaat. En ik weet een ding: Als ik student word, ga ik zeker bij een studentenvereniging om mijn kennis van nu dan te gebruiken!
Roeien
6.6- Werkstuk door een scholier
- 4e klas vwo | 3367 woorden
- 3 maart 2002
- 59 keer beoordeeld
6.6
59
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.383 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Student Hanne en scholier Naomi over studiekeuzes: 'Het is jouw toekomst'
Amarins (26) studeert Scheikunde in Amsterdam: 'Ik wil graag weten hoe de wereld werkt'
Riquelme (13) turnt op topniveau: 'Het is echt hard werken'
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
Hey
leuk werkstuk!!!
groeten, Daan
21 jaar geleden
Antwoorden