Delphi

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 929 woorden
  • 26 februari 2000
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
66 keer beoordeeld

Delphi

In de oudheid een van de beroemdste heiligdommen van Apollo en het meest geëerde orakel van de oudheid. Apollo is de zoon van Zeus en Leto en werd geboren op het eiland Delos. Direct naar zijn geboorte ging hij naar de Olympus, waar hij met grote eer werd ontvangen en hem nectar en ambrozijn werd aangeboden om onsterfelijk te worden. Zijn eerste doel was een orakel te stichten om de mensen de beslissingen en wensen van zijn vader kenbaar te maken. Daarom verliet hij de Olympus en nadat hij veel plaatsen in Griekenland bezocht had, kwam hij uiteindelijk terecht bij de beboste en wilde berg de Parnassos, dichtbij de stad Krisa. Daar legde hij de grenzen vast van zijn heiligdom dat in de toekomst een van de meest belangrijkste plaatsen van de Grieken zou worden.

De eerste sporen van dit tegen de Parnassos in Midden-Griekenland gelegen heiligdom zijn Myceens, Myceens was een cultuur die bestond van ongeveer 1600 tot 1100 v.C. Oorspronkelijk werden er chtonische goden vereerden. Dat zijn goden van aarde en onderwereld, waarvan Demeter (god van landbouw, koren en vruchtbaarheid), Hades (god van het dodenrijk) en Persephone (godin van het dodenrijk en dochter van Zeus en Demeter)de bekendste zijn. Dat de plaats toen Pytho heette, wordt nog geschreven door de Griekse dichter Homerus. Volgens de mythe werd de draak, met de naam Pytho, die in deze bergstreek huisde, door Apollo Delphinios verslagen. Waarna Apollo zijn rituele feesten overbracht van Kreta naar deze plaats, die sindsdien Delphi heette. Apollo werd hier vereerd als Apollo Pythios. De naam Pytho vind je ook terug in de naam van de priesteres, de Pythia. Deze vrouw van eenvoudige afkomst, kwam op de drievoet van Apollo te zitten. De voorspellingen werden gegeven door de priesteres van Apollo, de Phytia, die samen met mannelijke priesters een ritueel proces volgde. Ze reinigde zich met het water van de vlakbij het heiligdom gelegen Kastallia-bron, en daalde af naar het adyton (heiligste der heiligen) van de tempel, waar de heilige voorwerpen het beeld van de god, de steen van de navel der aarde en een bronzen drievoet boven een spleet in de aardbodem werden bewaard. De Phytia zat op de drievoet en ademde de dampen die uit de aarde kwamen in, waarbij ze op laurierbladeren kauwde en in een soort trance raakte. Dan sprak de god Apollo in een onbegrijpelijke taal, die door de priesters werd aangehoord en uitgelegd werd. De antwoorden waren vaak tweeslachtig en onduidelijk, maar het geloof van de Grieken in het juiste oordeel van de god was onwankelbaar en de voorspellingen hadden een grote invloed op de beslissingen die door de Grieken genomen werden. In het orakel van Delphi werden de voorspellingen in het begin een keer per jaar, en later een keer per maand gegeven. Om een voorspelling te krijgen moesten de gelovigen een speciale belasting betalen, reinigingsrituelen uitvoeren, vruchten aanbieden en een geit offeren. Als het offer werd aanvaard konden zij vervolgens hun vragen voorleggen.

Een glorietijd beleefde het orakel in de 7de-6de eeuw v.C., toen het optrad als adviescentrum bij de stichting van Griekse koloniën in het Middellandse-Zeegebied. In de strijd tegen Perzië toonde het orakel zich moedeloos. In de 5de eeuw v.C. won het echter gemakkelijk zijn aanzien terug. Het werd bestuurd door een raad van amfictyonen, waarin misbruiken werden gestraft met een Heilige Oorlog. Door de derde oorlog die hierdoor is ontstaan kreeg Philippus II van Macedonië invloed op Delphi en daarmee ook in Griekenland (355-346 v.C.). In de twee volgende eeuwen ging de bloei achteruit, onder meer door invallen van barbaren, maar deze bloei ontstond weer in de Romeinse keizertijd, vooral ook door de belangstelling van de keizers. In 390 n.C. werd het orakel door de christelijke keizer Theodosius de Grote gesloten. De hoofdingang van het in de 6de eeuw totaal met muren omringde heiligdom ligt in de zuidoosthoek. De steile Heilige Weg, gelegd met kalksteen en marmer, leid je zigzaggend naar de hoger gelegen Apollotempel. Aan de weg lagen achtereenvolgens het schathuis van de Sicyoniërs (ca. 500 v.C.), het Ionische schathuis van de Siphniërs (ca. 525 v.C.) en het schathuis van de Atheners (begin 5de eeuw v.C. dit is in 1903-1906 herbouwd). Tegen het terras van de Apollotempel ligt de Stoa (langgerekte zuilenhal voor religieuze bijeenkomsten) van de Atheners, met ver van elkaar afstaande Ionische zuilen, daar stond de op de Perzen behaalde buit opgesteld en die aan de god geschonken werd. Een deel van de marmeren beeldhouwwerk van de eind 6de eeuw v.C. gebouwde Apollotempel, is bewaard gebleven. In het adyton lag volgens de Grieken het middelpunt van de aarde, aangegeven door een ronde, van boven bolle steen; de omphalos (letterlijk betekent dit navel vandaar ook middelpunt). Deze steen is bewaard gebleven. In de noordwesthoek van het heiligdom ligt het grote theater (dat is in de 2de eeuw v.C. gebouwd) en verder naar het oosten, een feest- en vergaderzaal. Buiten het heiligdom lag het stadion. Het werd gebruikt voor de atletische Pythische wedstrijden. Tussen deze gebouwen stonden nog tal van monumenten. Beneden het heiligdom ligt de heilige bron Kastalia, daar moesten de mensen zichzelf reinigen. Daaronder ligt op een smal plateau een vrij goed bewaard gebleven gymnasium (4de eeuw v.C. en later).

Opgravingen zijn begonnen in 1838. In 1860 is de École française d\'Athènes hier begonnen te graven. Daarvoor zijn wel eerst de bewoners van het op het oude Delphi gebouwde dorp Kastri naar een nieuwe woonplaats, het moderne Delphi (ongeveer 1200 inwoners) overgebracht. Alle vondsten zijn te bezichtigen in het plaatselijk museum.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.