Inleiding
Munch werd op 12 december 1863 in Løten in de provincie Hedmark geboren. Zijn moeder en zijn oudste zus gingen al vroeg dood. door het religieuze fanatisme van zijn vader maakten een onuitwisbare indruk op hem en daardoor gaf Munch zijn kunst het karakter van een rusteloos zelfonderzoek.Het zieke kindAmper 20 jaar oud schilderde hij zijn eerste werk,’’ Ochtend’’,’’ van een jong’’, ‘’halfontkleed meisje op de rand van een bed’’. Een nieuwe schilderstijl, weg van de ingetogenheid van het naturalisme, brak door met Het zieke kind (1885-1886, en later vele malen herhaald), waarin een pijnlijke herbeleefde jeugdherinnering een uitdrukkingsvorm van zeldzame eenvoud en strengheid heeft gekregen.
De Schreeuw – een expressionistische doorbraak
In 1893 verscheen Munchs expressionistische doorbraak met het werk De Schreeuw. Dit schilderij wordt gezien als een krachtige, fundamentele uitdrukking van existentiële angst. Dit is een van de meest toegepaste motieven ter wereld, dat op talloze bekers, muismatten, boekomslagen en T-shirts staat afgebeeld.Daarna verschenen achtereenvolgens Vampier, Madonna, De Stem, As, De dans van het leven en de grote compositie De vrouw in drie stadia (1894). Dit laatstgenoemde werk wordt vaak beschreven als een samenvatting van Munchs kenmerkende ambivalente visie op vrouwen.
Grafisch werk
In 1894 begon Munch met zijn grafische werk, eerst etsen en lithografie, en een paar jaar later houtsnijwerk, waarmee hij een radicale verandering tot stand bracht. Afdrukken als Het zieke kind, De kus en Madonna horen tegenwoordig tot de hoogst gewaardeerde moderne grafische werken. De grafische productie van Munch omvat meer dan 700 stukken, waarvan ongeveer 200 etsen en 140 houtsnijwerken. De rest bestaat uit lithografieën. Wat de onderwerpen betreft, sluiten deze nauw aan bij zijn schilderijen.
Muurschilderingen in de universiteit van Oslo
Munchs werk uit het eerste decennium van de twintigste eeuw getuigt van zijn zenuwinzinking, die uitliep op een verblijf van een halfjaar in een kliniek in Kopenhagen (1908-1909). Na zijn vertrek uit de kliniek keerde hij naar Noorwegen terug en vestigde hij zich in Kragerø. Met hernieuwde kracht begon hij aan een gigantische opdracht – het decoreren van de aula van de universiteit van Oslo, die hij ondanks felle tegenstand van de concurrentie had binnengehaald. De aula werd in 1916 ingewijd en de muurschilderingen werden al snel als een van de hoofdwerken van Noors monumentaal schilderwerk beschouwd. Edvard Munch overleed op 23 januari 1944.
Collecties
De grootste collectie van Munchs werken is tegenwoordig eigendom van het Munchmuseum in Oslo. Nasjonalgalleriet, het Nationale Kunstmuseum, in Oslo bezit een aantal belangrijke werken en een ruime selectie van zijn grafisch werk. Het Bergen Kunstmuseum bezit diverse schilderijen en ongeveer 100 grafische werken. Munchs werken zijn ook te vinden in andere grote Scandinavische musea en in vele Duitse en Zwitserse collecties.
Gestolen schilderijen
De versie van De Schreeuw die eigendom is van de Nationale Galerie werd in februari 1994 gestolen en kwam ongeveer drie maanden later weer boven water. In augustus 2004 werden De Schreeuw van het Munchmuseum en het schilderij Madonna gestolen bij een gewapende overval. Ze werden twee jaar later teruggevonden.
Levensloop
De situatie in het gezin waarin hij opgroeide en de algemene toestand in de Noorse hoofdstad waren de oorsprong van Munchs leed. Confrontaties met ziekte en dood lieten in hem de hartstocht voor de kunst ontwaken. Zijn moeder bijvoorbeeld stierf aan tuberculose toen hij vijf jaar was. Later stierf ook zijn vijftienjarige zus Sophie aan tbc wat hij verwerkte in het schilderij Het zieke kind uit 1885-1886. In 1889 stierf zijn vader toen hij in Parijs woonde. De angst voor het verlies van zijn naasten bleef de jonge kunstenaar tot de jaren 1890 achtervolgen. Deze geestelijke onrust had hij gemeen met Van Gogh, hoewel hij minder van de natuur uitgaat dan van het psychische. Niet de oppervlakkige schijn telt maar wel wat werkelijk gebeurt. Hij zei: \\\\\\\"Ik schilder niet wat ik zie, maar wat ik zag!\\\\\\\". Het gaat dus om de innerlijke belevenis, een geestelijke onrust.
Munch begon te schilderen toen hij zeventien was. Een jaar later begon hij zijn studies op de Kunst- en Handwerkschool te Christiania, het huidige Oslo.
Latere leven
Munch was niet alleen in de schilderkunst actief; nadat hij in 1894 begon te etsen, maakte hij ook nog lithografieën en houtsneden. Ook als graficus had Munch grote betekenis. Zijn schilderijen zijn vaak summier van uitvoering, maar in zijn etsen, lithografieën en houtsneden zijn de fijnste nuances te onderscheiden, bijvoorbeeld in de portretten. In de winter van 1908/1909 kreeg hij een zenuwinzinking en werd hij opgenomen in een rusthuis te Kopenhagen. Het jaar daarop hervatte hij zijn werk en vestigde hij zich in Noorwegen. Het omvangrijke oeuvre dat in deze tweede fase van zijn kunstenaarsbestaan ontstond, mist over het algemeen de intensiteit van zijn vroegere werk. De uitbeelding van persoonlijke wanhoop maakte plaats voor optimistischere en algemenere onderwerpen: landschappen, arbeiders en kinderen. Typerend voor zijn veranderde instelling zijn de grote muurschilderingen voor de aula van de universiteit van Oslo (1916). In 1916 kocht hij een huis te Ekely, nabij Oslo, waar hij de rest van zijn leven is blijven wonen.In 1937 werden de schilderijen van Munch door de nationaalsocialisten als \\\\\\\'entartete Kunst\\\\\\\' bestempeld; 82 van zijn werken werden daarom in Duitsland in beslag genomen.Edvard Munch overleed begin 1944 op tachtigjarige leeftijd.
Schilderstijl
Hij was dé grote voorman van het expressionisme. Aanvankelijk werd hij beïnvloed door het impressionisme en het symbolisme. Zijn werken waren vooral post-impressionistisch maar droegen ook veel bij tot het expressionisme.Munch legde zich vooral toe op het uitbeelden van menselijke emoties, angsten en onzekerheden. De schrille kleuren en de expressieve lijnvoering die hij hierbij gebruikte, alsmede de keuze van zijn onderwerpen hadden grote invloed op de ontwikkeling van het expressionisme. Munch verzoende in zijn werken tegenstrijdigheden zoals leven en dood, de verticale en de horizontale lijn en beweging en stilstand.In de loop van zijn carrière werd zijn werk steeds introverter en meer gedomineerd door pessimisme en angst. Dood, obsessie, angst en vertwijfeling waren de thema\'s die hij uitdrukte in een golvend paneelschrift. Hij schilderde mensen die angstig en ontredderd zijn, die in de diepste gronden van hun bestaan zijn geraakt. Zijn obsessie voor onderwerpen zoals bij uitstek de dood, maar ook de liefde, die hij ervoer als een dreigende macht, blijkt uit de vele versies die van sommige van zijn werken bestaan. De nieuwere versies hebben steeds eenvoudigere vormen waardoor ze expressiever zijn. Kenmerkend voor Munch was zijn zwak zenuwgestel en zijn pathologische depressiviteit gekweld door obsessies van dood en ziekten uit zijn jeugdjaren. Munch kende in zijn leven vóór zijn carrière veel schandalen en menselijk leed.
Hij schilderde in sterk vereenvoudigde vormen (wat typisch is voor het latere expressionisme), met weglating van details en in kleuren die de schrille klank van angstkreten hebben. De lijn komt uit de Jugendstil, maar wordt bij hem een essentiële contourlijn, met angst en beklemming opgeladen. Hij zocht naar de machten die het \"ik\" moest ondergaan: de vertwijfeling, de eenzaamheid, de vervreemding, de ontreddering en de dood.
Werken
In 1940 vermaakte Munch zijn gehele oeuvre (omvattende 1008 schilderijen, 15.391 afdrukken van 741 grafische werken, 4443 aquarellen en tekeningen en 6 beeldhouwwerken) aan de stad Oslo, waar het is ondergebracht in het Munchmuseum.Op 22 augustus 2004 werden twee van Munchs werken op klaarlichte dag uit het museum gestolen, namelijk een versie van zijn bekendste werk De Schreeuw en van de Madonna. De Schreeuw en de Madonna werden door de Noorse politie op 31 augustus 2006 teruggevonden.Het Munchmuseum in OsloEen andere versie van \"De Schreeuw\" werd in 1994 al ontvreemd. Het werk werd toen drie maanden later teruggevonden. De drie Noorse daders konden worden gearresteerd toen zij probeerden het schilderij te verkopen.Over \"De Schreeuw\" bestaat een groot misverstand. Velen denken dat de persoon op de voorgrond schreeuwt, maar het is de natuur die \'schreeuwt\'. Daarom ook houdt hij zijn oren dicht.
1- Beschrijf je eerste indruk:
Ik vond het een mooi en apart schilderij. Het deed me aan angst, strijd, wanhoop en paniek denken. Ik vond het een echt tienerschilderij. De penseelstreken en de kleuren vielen het meeste op. Dat versterkt het gevoel wat er wordt weergeven in het schilderij.
2- Beschrijf in detail wat er te zien is:
Je ziet vooraan een figuur met een angstige blik die met zijn handen zijn hoofd vasthoudt, die alleen staat vooraan op de brug, met de mond wijd open en aan het schreeuwen is. Achter deze persoon zie je nog 2 figuren staan, heel vaag en rustig afgebeeld. De brug bestaat uit strakke lijnen.Als achtergrond zie je een rode lucht en donker water. Water, lucht en de grond de aarde loopt in elkaar over. Er zijn paniekerige penseelstreken te zien, die ook trillen zoals geluid trilt. Het zijn net geluidsgolven, waaruit het schilderij bestaat. Er is een combinatie van felle en zachte kleuren die in elkaar overvloeien. Zoals bijvoorbeeld de combinatie van zwart en donkerblauw met bloedrood.
3- A: Waar gaat het kunstwerk over?
Het schilderij heet ‘de Schreeuw’, wat ook het onderwerp vormt. Er hangt een dramatische sfeer. De schreeuw zie je uitgedrukt worden door de karakter op het schilderij waar al je aandacht naartoe gaat. Maar niet alleen de figuur beeld een schreeuw uit, maar het hele schilderij schreeuwt. Je ziet een kind die verbaast kijkt, dit heeft hij in een uitleg over het schilderij verteld. Het is een werk dat hij schilderde nadat hij tijdens een wandeling een angstvisioen kreeg.`Ik liep met twee vrienden langs de weg - toen ging de zon onder - de hemel werd plotseling bloedrood - ik bleef staan, leunde-doodmoe op het hekwerk - boven de blauwzwarte fjord en de stad lagen bloed en tongen van vuur - mijn vrienden liepen door en ik stond nog steeds te trillen van angst - en ik voelde, dat er een grote, oneindige schreeuw door de natuur ging.` Op de achtergrond van het schilderij is de silhouet van de stad Oslo zichtbaar, terwijl op de voorgrond een figuur de handen om het hoofd slaat, vasthoudt en schreeuwt. Maar ook het landschap, de natuur schreeuwt. De trillingen verspreiden zich over het gehele doek. Hij beeldde een verscheurde wereld af. De angst overheerst in de panische penseeltrekken die de geluidsgolven van de tomeloze schreeuw weergeven. De combinatie van felle en zachte kleuren verhoogt het effect in deze technicolor-nachtmerrie waarbij het personage zonder pardon wegglijdt in het donkerste drijfzand. Zo\'n hopeloosheid en onmacht. Het doek werd eind vorige eeuw gezien als het symbool van een wereld die geen raad meer weet met de snelle ontwikkelingen aan de vooravond van een nieuwe eeuw die het leven veel sneller zou maken.Er is gebruik gemaakt van olieverf, tempera en pastel. Met de kwast zijn er bewegingen gemaakt die je meesleurt in het verhaal, in het schilderij. Er zijn duidelijk strepen zichtbaar en ze zijn grof.
B: Wat heeft de kunstenaar daarover te vertellen?
De Noorse kunstschilder en graficus Edvard Munch werd geboren in Loten op 12 december 1863 en leefde tot 1944.Hij putte gedurende zijn hele bestaan inspiratie uit een tragische jeugd: hij groeide op in een arm gezin, verloor al jong zijn moeder en zus, leed onder een zwaar depressieve vader en had zelf een zwakke gezondheid. Munch volgde beeldhouw- en schilderlessen en vestigde zich in Oslo, waar hij lid werd van de kunstenaars- en studentengroep \'Kristiana Bohème\'. Vanuit een impressionistische stijl ontwikkelde Munch al snel een meer expressionistische werkwijze.In 1885 reist hij naar Parijs waar hij onder meer de kunstenaars Henri Toulouse-Lautrec, Paul Gauguin en Vincent van Gogh leerde kennen en beïnvloed wordt door de impressionisten en later de post-impressionisten. Ook art-nouveau speelde een belangrijke rol in zijn creativiteit. Maar al gauw zou hij zich afzetten tegen de conventies. Bij Léon Bonnat volgde hij een enkele maanden durende cursus figuurschilderen. Zes jaar later bezocht hij Italië. In 1892 kreeg hij een belangrijke expositie in Berlijn (Duitsland) bij de Vereinigung Berliner Künstler (Berlijnse Kunstenaarsvereniging).Munch begon te experimenteren met de steendruk en de ets. Ondertussen was hij een internationaal bekend zijnde kunstenaar geworden. In 1897 toonde hij zijn bekende \"Frieze of Life\" tijdens de Salon des Indépendants (Tentoonstelling van Onafhankelijken) in Parijs.In de periode 1889-1907 werkte Munch veel in het buitenland: eerst in Parijs, later in Berlijn. Hij begon in de jaren \'90 met het maken van prenten - droge naalden, houtsnedes en litho\'s. Vooral zijn expressieve houtsnedes hadden aan het begin van de 20ste eeuw veel invloed op jonge Duitse kunstenaars.Edvard Munch reisde veel door Duitsland, Frankrijk en Italië. In 1909 keerde hij terug naar Noorwegen en begon te werken aan de muurschilderingen voor de aula van de universiteit van Oslo. Tegen het eind van zijn leven leidde hij een teruggetrokken bestaan en in 1944 werd een ziekte hem fataal.‘Zo’n hopeloosheid en onmacht. Het doek werd eind vorige eeuw gezien als het symbool van een wereld die geen raad meer weet met de snelle ontwikkelingen aan de vooravond van een nieuwe eeuw die het leven veel sneller zou maken en in een tijd waarin de psycho-analyse alle dogma’s op losse schroeven had gezet’Hij heeft ook de 1e WO meegemaakt, wat hem beinvloed heeft. (Duwde hem meer naar het expressionisme.)De schilderijen en grafiek van Munch waren vaak gebaseerd op persoonlijke obsessies en verdriet en waren belangrijk voor de ontwikkeling van het expressionisme. Naast zijn jeugdervaringen met ziekte en dood werd seksualiteit een belangrijk thema in zijn werk.Zijn ouders, een broer en een zuster stierven toen hij nog vrij jong was en allicht verklaart dat ten dele zijn voorliefde voor macabere onderwerpen zoals `Het zieke kind`, `Vampier` of `As` en ‘de Schreeuw’ past hier ook wel bij. Maar dit schilderij is gemaakt na gevolg van een angstvisioen (zie vraag 3a).Hij heeft het op deze afwijze afgebeeld, om nadruk te leggen op het gevoel. Panieke penseelstreken en het kleurgebruik geven ook weer een gevoel weer en dat is waar het hier om draait.Later in zijn loopbaan gaat zijn aandacht meer naar de natuur en worden zijn werken lichter, kleurrijker en minder pessimistisch. Met zijn intense manier om psychologische en emotionele thema\'s op een symbolische wijze uit te beelden, werd Munch niet enkel de bekendste Noorse schilder, hij zou ook een grote invloed uitoefenen of het Duitse expressionisme.Het werk de Schreeuw maakt deel uit van een Levensfries van 22 geschilderde delen. De thema\'s die hij behandelde zijn; Kiemen van Liefde, Bloei en vergaan der liefde, Levensangst en dood. De bekendste schilderijen in deze serie zijn: De Schreeuw, De Kus, De Madonna, Melancholie, Dans van het Leven en As.
C: In hoeverre suggereert het kunstwerk de werkelijkheid?
Het schilderij is gesuggereerd op een abstract idee. Wat er geschilderd is, is er niet in de werkelijkheid, maar is wat hij gezien heeft. Je kunt niet nagaan of het er echt zo uitziet, en de vormen zijn ook niet natuurgetrouw. De persoon op het schilderij is niet volgens de anatomie geschilderd, maar het beeld heeft wel een herkenbare voorstelling daarom is het kunstwerk figuratief.D: Waarmee is het kunstwerk gemaakt?Er is gebruik gemaakt van licht, wat terug te zien is in de rode gloed van de lucht, de kleur op de reling, maar ook op het water en de figuur. Het licht is natuurlijklicht en fel.Qua kleurgebruik is er gebruik gemaakt van koud/warmcontrast en polychroom gebruik. Je hebt boven heel warme kleuren (vooral rood) en hele koude kleuren (vooral blauw) tegen elkaar inwerken. Het lijkt net of de blauwe kleur vecht met de rode kleur. Het rode deinst een beetje terug. Eronder zie je geel en paars tegen elkaar inwerken en het is polychroom omdat de delen met verschillende kleuren beschilderd zijn. Er is ook sprake van kleurhelderheid. Het hele schilderij bestaat uit felle, goed herkenbare kleuren.
Als je goed kijkt zie je dat er af en toe witte penseelstreken in zitten. Dit versterkt de kleur helemaal, maakt het nog helderder en geeft het een sterkere lichteffect. Bijvoorbeeld in de lucht. En op de brug, net achter de hoofdfiguur. Het schilderij is tweedimensionaal, er zit geen plasticiteit in. Er wordt ruimtesuggestie gevormd door gebruik van groot/klein, de persoon voorin groot, de 2 achter klein. Door overlapping. De persoon staat voor de brug. Door afsnijding. De brug wordt afgesneden net zoals de personen.
Munch heeft van zowel lijnperspectief als atmosferisch perspectief gebruik gemaakt. Je ziet een verdwijnpunt. De brug komt uiteindelijk uit in een vluchtpunt. En de personen achter zijn veel vager afgebeeld als de schreeuwende persoon. De rode baan aan de rechterkant van het schilderij heeft ook voor een effect gezorgd. Daardoor lijkt het namelijk alsof je ergens doorheen kijkt.De vorm is zichtbaar door lijnen en vlakken. Je ziet hier als vormcontrast organisch/plastisch. Ze zijn geinspireerd op de natuur en zijn grillig. De vorm is samengesteld, want de vorm is opgebouwt uit verschillende delen. Je zou de lucht bijvoorbeeld als een apart deel kunnen beschouwen. Wat samen met de overige delen weer een geheel vormt. De contour tekent zich niet duidelijk af, daarom hebben we te maken met een vage vorm. De technieken zijn olieverf, tempera en pastel
Ontstaan van het expressionisme
In 1924 hield Albert van Dalsum in een voordracht een vurig pleidooi voor het expressionisme. De voordracht baarde opzien en bezorgde Van Dalsum later de titel: ‘Vader van het Nederlandse expressionisme’. Van Dalsum kon niet accepteren dat het Nederlandse publiek nog steeds geamuseerd wilde worden door negentiende-eeuwse salonstukken, waarin ‘thee-drinkende dames en heren slaapverwekkende gesprekken hielden’.Van Dalsum stelde zich zeer strijdbaar op: “Kunst is niet: overeenstemming met de natuurwereld, maar: overeenstemming met de innerlijke wereld van de kunstenaar. In onze bevrijdingsdrang van de natuurnabootsing zijn wij de natuurvorm zelfs gaan haten; hieruit is de moderne kunst ontstaan die wij kubisme, futurisme, expressionisme noemen. Expressionisme als reactie tegen het impressionisme. Uitdrukking! Niet het weergeven van indrukken. Het zien met de geest tegenover het zien met de ogen”.Hij eindigde dit betoog met een citaat van Kandinsky: “Schoon is, wat uit een innerlijke noodzakelijkheid ontspringt”.Bron: Schoolexamen Havo CKV2 2003 (Albert van Dalsum: Man van het toneel, Zutphen 1983)
Hieruit blijkt dat het expressionisme is ontstaan om iets vernieuwends in de wereld te brengen en om chaos in de orde te veroorzaken. Men was het zat om steeds maar naar liefelijke taferelen te kijken. De kunstenaars waren tégen het impressionisme en schilderden naar hun gevoel. Vaak ontstonden zo de meest spontane schilderijen die prachtig waren om te zien door het gevarieerde kleurgebruik. Het begin van het expressionisme werd gezien als een opstand, waarin spontaniteit en innerlijke gevoelens centraal stonden. De expressionisten uiten hun angsten en frustraties over de moderne wereld. Die gevoelens zijn terug te vinden in hun kunstwerken. Deze kunststroming werd door de moderne wereld beoordeeld als naïef en primitief.
In Frankrijk werd begin 20ste eeuw een groep opgericht door jonge kunstenaars die het expressionisme als hun stijl beschouwden. Het was echter niet helemaal expressionistisch te noemen en de Franse bevolking noemde de jonge kunstenaars ‘wild’. Vandaar dat deze groep ‘les fauves’ genoemd werd. Hierdoor ontstond het fauvisme dat afgeleid is van het expressionisme. Het Duitse expressionisme ging uit van het spirituele en de emotionele ervaringen die kunstwerken teweegbrachten. In 1905 werd de eerste groep Duitse expressionisten opgericht onder de naam ‘Die Brücke’.
Belangrijkste schilder van die groep was Ernst Ludwig Kirchner. Hij schreef ooit: ‘Hij die zijn innerlijke overtuiging weergeeft zoals hij weet dat hij dat moet doen, en dat doet met spontaniteit en oprechtheid, is een der onzen’. Hieruit blijkt ook weer dat het expressionisme een stroming was voor kunstenaars die schilderden naar hun gevoel. Het ging hier om je eigen visie, hoe jij de wereld zag en vond dat hij eruit moest zien. Dit was een verdraaid beeld van de realiteit, waar heftige emoties mee gepaard gingen. Conclusie: Het expressionisme is in eerste instantie ontstaan als reactie op het impressionisme. Vernieuwing, gevoel en spontaniteit waren de uitgangspunten. Beroemde expressionisten
De voorlopers van het expressionisme waren onder andere Vincent van Gogh, Paul Cézanne en Paul Gauguin. Deze schilders waren zeer actief eind 19e eeuw. Zij waren een voorbeeld voor de latere expressionisten begin 20ste eeuw. In verschillende landen ontstonden toen groepen die zich bezighielden met het expressionisme. Vooral in Duitsland was men zeer actief. Daar was o.a. Die Brücke opgericht en later Der Blaue Reiter. Edvard Munch, afkomstig uit Noorwegen werd zeer bekend met zijn ‘De schreeuw’.Paul Cézanne kwam uit Frankrijk en werd in 1839 geboren. In eerste instantie heeft hij rechten gestudeerd, later koos hij toch voor het schilderen. Dankzij financiering van zijn vader en een grote erfenis kon hij het zich permitteren. Hij werd echter afgekeurd voor de Kunstacademie in Parijs. Hoe hard hij zijn best ook deed, niemand zag iets in zijn kunstwerken. Hij voegde zich bij een impressionistische groep, maar hij voelde zich er niet thuis.
In het jaar 1886 trouwde hij Hortense Fiqet. Cézanne wist met drie van zijn schilderijen een plekje te bemachtigen op de wereldtentoonstelling in Parijs. Eindelijk kreeg hij erkenning voor zijn talent. In het buitenland werd hij ook iets bekender. Tussen 1900 en 1905 schilderde hij een serie genaamd ‘de baadsters’. “Wanneer we ´De Baadsters´ van Cézanne aanschouwen, valt onmiddellijk de driehoekscompositie op. De mystieke driehoek! Een dergelijk opbouwen in geometrische vorm is een oud beginsel dat tenslotte werd verlaten omdat het in academische formules stokvast raakte. Cézanne geeft dit principe een nieuwe zin, hier is de driehoek geen middel ter harmonisering van de groep, maar het duidelijk artistieke doel! Het artistieke streven krijgt een sterk abstracte bijklank. Om deze reden verandert Cézanne ook de menselijke proporties, de afzonderlijke lichaamsdelen worden heftiger naar boven toe, ze worden steeds lichter en gerekter. Waarom legt Cézanne hier weerom de klemtoon op het abstracte? Net zoals Maeterlinck gaat zoeken naar de innerlijke, abstracte klank van het woord, gaat Cézanne zoeken naar de innerlijke klank van de geometrische vorm.
Beiden denken met deze primitieve vormelementen tot een veel expressievere uitdrukking van het innerlijk te komen dan met een gesloten tekst of een naturalistisch tafereel.”Paul Cézanne overleed in het jaar 1906. Hij heeft weinig van zijn werk geëxposeerd en leidde en teruggetrokken bestaan. Tegenwoordig wordt zijn werk gezien als het begin van de moderne kunst en het begin van het expressionisme.
Paul Gauguin kwam ook uit Frankrijk, hij zag in 1848 het levenslicht. “Een Frans schilder, beeldhouwer, keramicus en graficus en een van de leidende figuren van het postimpressionisme in de jaren 1880-1890 die veel invloed heeft gehad op de kunst van de 20ste eeuw door in zijn werk vorm en kleur tot expressieve middelen te ontwikkelen. Paul Gauguin wordt wel de vader van het expressionisme genoemd, omdat hij gevoelens wilde uitdrukken via kleur en niet meer louter de werkelijkheid wilde weergeven”. Voordat Gauguin aan het schilderen sloeg maakte hij verre zeereizen. Later werkte hij in de aandelenbeurs en trouwde hij een Deense vrouw, genaamd Mette Sophie Gad. Ze kregen samen vijf kinderen.
Gauguin verdient veel als effectenhandelaar en kan zijn gezin veel bieden. Pas in het jaar 1874 kwam zijn interesse voor kunst. Hij bezocht een expositie van impressionisten in Parijs. Hij kocht doeken van Monet en Pissarro. Op dat moment besloot hij zelf ook te gaan schilderen. Later trekt hij veel op met Pissarro en samen schilderen ze vooral veel buiten. Rond 1882 verloor hij zijn baan en zou hij beroepsschilder worden. Niemand zag echter wat in zijn werk. Even probeert hij het in Denemarken met een tentoonstelling in Kopenhagen, maar succes blijft uit. Hij verlaat zijn gezin en gaat terug naar Frankrijk met zijn zoon. Zijn werk vertoont steeds meer impressionistische trekjes en hij is dat al snel zat. Hij ontmoet Paul Cézanne, die veel ouder dan hijzelf is. Voor Gauguin betekent dat verandering. Cézanne beïnvloed Gauguin met zijn ideeën over het weergeven van de realiteit. Hij probeert zich los te maken van het impressionisme door heldere kleuren te gebruiken op grote kleurvakken.
Jaren later ontmoet Gauguin Vincent van Gogh die bij zijn broer Theo in Parijs woonde. In het begin ging het nog goed tussen hen. Later volgden ruzies die de sfeer er niet beter op maakten. Sommige mensen beweren dat Gauguin er mede voor heeft gezorgd dat het slecht ging met Van Gogh in zijn laatste jaren. Ook beweerde Gauguin zelf, dat Vincent hem met een scheermes aangevallen zou hebben. Hier zijn natuurlijk geen bewijzen voor, algemeen bekend was dat Gauguin van overdrijven hield. In de nacht van 23 december 1888 sneed Vincent van Gogh een stuk van zijn linkeroor af, waarna hij in het ziekenhuis terechtkwam. Verhalen vertellen ons dat een deel van de bevolking er heilig in geloofde dat Gauguin degene was die bij Vincent het oor afsneed. Wederom is er geen bewijs. Hierna hebben de twee schilders elkaar nooit meer gezien. Toch, ondanks deze korte periode van samenzijn, hebben ze veel van elkaar geleerd. Paul Gauguin heeft in deze tijd zijn eigen stijl weten te ontwikkelen en Van Gogh’s kleurgebruik fascineert hem.
Hij reist in 1891 naar Tahiti, zonder geld. Daar evolueert hij van naturalistische schilder, naar ‘primitief’ schilder. Hij legt Tahiti en haar bevolking vast op het doek zoals hij het ziet. Van het begin tot het eind. Zijn leven eindigde op Marqueas, hij overleed aan een ziekte. Hij streefde naar een ideaal en dat koste hem zijn leven. Hij was wel de inspiratie voor jonge kunstenaars als ‘les fauves’ uit Parijs. Vincent van Gogh wordt in 1853 geboren in Nederland. Hij heeft nog 4 andere broertjes en zusjes, waaronder Theo. Door zijn ouders wordt hij naar een kostschool gestuurd, daar blijkt hij goed te zijn in Engels, Frans en Duits. Dit gaat hij ook studeren.
In 1868 gaat hij zomaar van school af, midden in het schooljaar. Hij heeft het nooit afgemaakt. Een jaar later gaat hij werken in het bedrijf van zijn oom. Hij is vanaf dat moment jongste bediende bij de internationale kunsthandel Goupil & Cie. Dan werkt hij nog in Den Haag, maar in 1873 gaat hij in het Londense filiaal werken. Hij krijgt steeds meer interesse in kunst. Weer een jaar later wordt hij overgeplaatst naar Parijs. Begin 1876 wordt hij ontslagen wegens slechte prestaties. Hij besluit dominee te worden. In Engeland gaat hij op een kostschool werken als leraar en hulpprediker. Zijn interesse voor het geloof en het helpen van de armen neemt steeds meer toe. Vele jaren later werkt hij uiteindelijk in Borinage, waar hij leeft als een arme. Door zijn gedrag (het weggeven van zijn bezittingen, slapen op de grond) ontslaat de kerk hem als dominee. Hij wil toch iets nuttigs doen met zijn leven en in 1880 bedenkt hij zich dat hij kunstenaar kan zijn. Hij schrijft: `Probeer de essentie te begrijpen van wat de grote kunstenaars, de serieuze meesters in hun meesterwerken zeggen, daarin zul je God terugvinden. De een heeft het geschreven of gezegd in een boek, de ander in een schilderij.`
Hij gaat in Brussel wonen, maar een opleiding aan de Kunstacademie ziet hij niet zitten. Hij heeft geen geld, maar zijn broer Theo financiert hem. Hij vertrekt voor een aantal weken naar Den Haag waar hij schilderlessen krijgt van niemand minder dan zijn neef Anton Mauve. Hij leert aquarel- en olieverftechnieken toe te passen. Hij maakt in opdracht van zijn oom Cornelis van Gogh twaalf stadsgezichten van Den Haag. Al snel is hij zijn eenzame bestaan zat en gaat hij weer bij zijn ouders wonen in Nuenen. Daar besluit hij boerenschilder te worden. Er ontstaat een ruzie tussen Vincent en Theo, omdat Vincent niet begrijpt waarom zijn schilderijen amper verkocht worden. Duidelijk wordt dat zijn schilderijen een tegenstelling van het op dat moment zo populaire impressionisme zijn.
In 1885 overlijdt de vader van Vincent aan een beroerte. Hij maakt op dat moment zijn eerste meesterwerk ‘De Aardappeleters’ af. Hij heeft moeite met het vinden van geschikte modellen in Nederland, dus verhuist hij naar België. Dat gaf hem veel nieuwe inspiratie en mogelijkheden. Van Gogh begint in Antwerpen met het verzamelen van Japanse houtsneden. Hij probeert een opleiding te volgen, maar nog is het niet wat hij zoekt. Hij besluit bij zijn broer Theo te gaan wonen in Frankrijk. Hier ziet hij het echte impressionistische werk en maakt hij kennis met verschillende kunstenaars. Bij het ontwikkelen van zijn eigen stijl heeft hij veel gekeken naar kunstwerken van andere schilders. Hij maakt zich de stippeltechniek van het neo-impressionisme eigen. Vooral portretschilderen trekt hem erg, maar hij heeft geen geld voor modellen. Daarom besluit hij zichzelf te portretteren. Steeds meer kleur gaat hij gebruiken in zijn schilderijen.
Na een aantal jaar richt hij een kunstenaarscollectief op en gaat wonen in ‘Het gele huis’ in Arles. Paul Gauguin komt bij hem wonen. Zonnebloemen, hij schildert ze overal. Voor hem zijn ze het symbool van de zon. Aan inspiratie geen gebrek, hij barst van de creativiteit. Hij maakt een portret van het gezin van de postbode waar hij bevriend mee was geraakt. Van Gogh begint kleur te gebruiken als een middel om zijn emoties te uiten. Dit kenmerk hoort bij het postimpressionisme. Na zijn ruzies met Gauguin later en zijn verblijf in het ziekenhuis gaat het alleen maar slechter met Vincent. Hij is verslaafd aan de drank en waarschijnlijk ook tabak. Vincent was niet bereid om daarmee te stoppen. Later laat hij zich vrijwillig opnemen in een psychiatrische inrichting. In een jaar tijd maakt hij 150 schilderijen. Een cel uit de inrichting is daarbij zijn atelier. Hij krijgt eindelijk een gevoel van orde in zijn leven door zijn verblijf in de inrichting. Wanneer hij verf doorslikt in een poging zichzelf te vergiftigen, mag hij alleen nog tekeningen maken. Hij overleeft het echter. Hij is dan wel ziek, hij blijft meesterwerken maken. Enkele voorbeelden daarvan zijn Irissen, Cipressen en De sterrennacht.
Dan wordt hij eindelijk een beetje bekend in Frankrijk en België. Hij raakt bevriend met een arts, genaamd Paul Gachet. Die weet hem ervan te overtuigen zijn ziekte uit zijn hoofd te zetten en al zijn aandacht op het schilderen te vestigen. Hij maakt bijna één schilderij per dag. Wanneer hij van Theo hoort dat hij een eigen zaak gaat beginnen en Vincent dus niet meer kan financieren krijgt Vincent angst voor een terugval. Zelf geeft hij toe niet stevig meer op zijn benen te staan. In 1890 loopt hij een korenveld in, om vervolgens zichzelf neer te schieten. Twee dagen later overlijdt hij aan zijn wond in het bijzijn van zijn broer Theo. Al zijn schilderijen worden nagelaten aan Theo, die een herdenkingstentoonstelling organiseert.
Vincent van Gogh blijkt later een enorme invloed te hebben gehad op de kunstenaars van de 20ste eeuw. Nu is zijn collectie voor een groot deel in het bezit van de Vincent van Gogh Stichting. Andere kunststromingen
Renaissance: (ca. 1450-1550)
dit is één van de eerste stroming. De mens werd voor het eest als een persoonlijkheid voorgesteld. De eerste zelfportretten en portretten werden geschilderd.
Barok: (ca. 1600-1750)
Barok ontstond in Rome en diende voor de kerk om hun autoriteit en absolute macht te verkondigen. Barok herken je aan de vormgeving, pracht en de overdreven beelden van gevoelens. Maar ook aan de tegenstellingen van licht en schaduwwerking
Romanticisme: (1800-1970)
als reactie op het neoclassicisme ontstond aan het einde van de 18e eeuw het romanticisme. Bronnen kwamen van thema´s uit het verleden, de natuur, volkssprookjes en sages.Classicisme: (19e eeuw) de classicistische kunst is afgeleid uit de klassieke oudheid. Kunstenaars namen maatstaven uit de klassieke kunst over. Om als classicistische kunstenaar te slagen moest je eerst naar de academie om de regels van de schilder en beeldhouwkunst te leren. Die regels waren afkomstig uit de kunst van de oude Grieken en Romeinen. Er werd vooral aandacht besteed aan klassieke onderwerpen en thema´s, materialen en technieken. Bij het maken van het kunstwerk van een menselijk lichaam werd het beeld geïdealiseerd weergeven: mooi, glad en in de kracht van het leven.
Realisme: (ca. 1850)
het nabootsen van de zichtbare werkelijkheid. De realisten schilderden niet de literaire thema´s maar gingen uit van de alledaagse werkelijkheid en de gewone mens.Impressionisme: (ca. 1870-1880) de schilders wilden een impressie van iets afbeelden, in plaats van iets feitelijk reproduceren. Ze benadrukte hun kunstwerk met licht, geen contouren en brachten de verf onvermengd op het doek aan. Ze legde bepaalde momenten van de dag vast. Ze werkte snel en schetsmatig met kleine toetjes verf. De bekendste impressionisten waren Monet, Renoir, Sisley en Pisarr.Fauvisme: (1905-1908)
Stroming in de beeldende kunst in het begin van de 20ste eeuw, dat te herkennen was aan de woeste kleuren, vervormingen en vlakke patronen. Er werd ook veel gebruik gemaakt van licht en donker effecten of schaduwwerken. De bekendste fauvistische schilders waren Matisse, Rouault en Dufy
Futurisme: (1909)
ontstaan door Italiaanse beweging van schilders en schrijvers ze wilden het artistieke verleden breken en kunst te integreren met wat zij de moderne wereld noemden: snel, gewelddadig en oorlogszuchtig. De bekendste futuristen waren Balla, Boccioni en Severini. In de kunst van het futurisme werden aspecten uit het expressionisme, kubisme, pointillisme en film verwerkt
Kubisme: (1910-1914)
het kubisme bestaat uit verschillende fases: de eerste fase (1907-1909), de analytische fase (1909-1911) en de synthetische fase (1911-1916). De analytische fase das zijn allemaal kleine vlakjes en de synthetische fase is in een overzichtelijke compositie. De schilders namen afstand van de eenzijdige weergave van een onderwerp en namen verschillende aanzichten van een voorwerp meestal in een kubusvormig uiterlijk. De bekendste kubisten waren Picasso en Braque. Ook waren de kubisten de eersten die `papier collés´maakten, de voorlopers van de collages.
Dadaïsme: (1916)
Dada is ontstaan is Zürich het begon met cabaret. Het is niet echt een stijl maar meer een geesteshouding. Het wilde de publieke opinie krenken door middel van hun collages, acties, onzinteksten, objecten enzovoort. Door Dada is het surrealisme, consep-art, performance, fluzus en arte povera ontstaan
Surrealisme: (1924)
André Breton is de oprichter van het Surrealisme. Ze zochten naar middelen om het onbewuste tot uiting te brengen. Dromen, associaties, onbewuste handelingen en fantasieën boden daarvoor de oplossing. De bekendste surrealisten waren: Magritte en Dali
Kenmerken van het expressionisme
Het expressionisme is een onderdeel van de moderne kunst. Niet alleen in de schilderkunst kun je deze stijl terugvinden, ook in de literatuur, architectuur en toneel. Het woord ‘expressionisme’ is afgeleid van het Franse woord ‘expression’, dat betekent: uitdrukking. Expressionistische kunstenaars schilderen naar hun gevoel en naar hun eigen visie over de wereld. Hierdoor krijg je niet altijd realistische schilderijen. De kunstenaar legt zijn ziel bloot in het kunstwerk. “In de schilderijen van deze schilders kwam reeds de zelfstandigheid van vormen, vlakken en kleuren tot ontwikkeling, vonden de beeldende principes reeds een basis, die vervolgens door het expressionisme verder werden ontwikkeld.”Uit het bovenstaande blijkt dat expressionistische schilders zich niet meer wilden laten voorschrijven hoe ze moesten schilderen. Dit veroorzaakte in eerste instantie nogal wat opschudding in de wereld, omdat het een complete verandering was. Helder kleurgebruik op grote kleurvakken waren niet gebruikelijk in de jaren voor de moderne kunst. Voor kunstenaars was het onbelangrijk of hun kunstwerk een weerspiegeling van de realiteit was. Uitdrukkingskracht van lijnen en kleur! Daar ging het om.
Schematisch overzicht van de absolute kenmerken van het expressionisme:
-Men streeft naar vormgeving, die aan de uitdrukking ondergeschikt blijft-Natuurlijke vormen deformeren, beter tot zijn recht laten komen-Subjectief en persoonlijk-Vrees voor ondergang van de wereld, dan wel sterk religieuze impulsen zijn daar dan de drijvende krachten.-Zich opzettelijk en bewust afwenden van het interpreteren van de realiteit, ten einde uiting te geven aan geestelijke spanningen, waarbij een sterk aansprekende kleur bijdraagt tot de beoogde expressie
De bloeiperiode van het expressionisme
Het expressionisme ontstond in de 20ste eeuw. Het woord ‘expressionist’ werd echter pas in het jaar 1911 gebruikt. De schrijver Willem Worringer gebruikte deze term om het werk van Van Gogh en Matisse te benoemen. In 1905 werd Die Brücke door vier architectuurstudenten opgericht. Dat was een groep jonge expressionistische kunstenaars. De groep ontstond in Dresden, Duitsland. Tot deze groep behoorden: Fritz Bleyl, Erich Heckel, Ernst Ludwig Kirchner, Karl Schmidt-Rottluff. Deze laatste persoon had bovendien de naam van de groep bedacht. Een jaar later kwamen er meer Duitse en andere Europese kunstenaars bij deze groep. Dit waren onder andere: Emil Nolde, Max Pechstein, Cuno Amiet, Akseli Gallén-Kallela, Kees van Dongen (afkomstig uit Nederland), Bohumil Kubista en Otto Mueller. Die Brücke had werk hangen in Duitsland, Scandinavië en Zwitserland. Ze werden gefinancierd door passieve leden, die elk jaar daarvoor een attentie ontvingen. Na 1911 viel de groep uit elkaar en ging ieder zijn eigen weg. In Duitsland werd een tweede groep opgericht, genaamd Der Blaue Reiter. De groep kwam bij elkaar in München in 1912. Ze bestond uit: Vaily Kandinsky, Paul Klee, Gabriele Müntere, Franz Marc, August Macke en Alfred Kubin. Het was een internationale groep, de kunstenaars kwamen allemaal uit verschillende landen. De belangrijkste persoon uit de groep was Franz Marc. Hij begon met schilderen als een spirituele activiteit. Hij probeerde kunst te creëren die hem een harmonieuzere relatie met de wereld zou bezorgen.“Blauw is het mannelijke principe, streng en spiritueel. Geel is het vrouwelijke principe, zachtaardig, vrolijk en spiritueel. Rood is de materie, meedogenloos en zwaar, en altijd de kleur die door de andere twee moet worden overwonnen.”Een citaat van Franz Marc. Persoonlijk vinden wij dit in strijd met de naam van het kunstenaarscollectief. Ze noemen zichzelf Der Blaue Reiter en in zijn citaat lezen wij dat de kleur blauw voor mannelijkheid staat. Er zijn echter ook vrouwelijke kunstenaars actief in de groep. We vinden Der Blaue Reiter dus geen goed gekozen naam. Ten tijde van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Der Blaue Reiter zo goed als voorbij. Kandinsky werd gedwongen om terug te gaan naar zijn geboorteland (Rusland). In de eerste paar weken van de oorlog werd August Macke vermoord. Franz Marc werd gedood in de loopgraven bij Verdun in 1916. De groep overleefde dus helaas niet de Eerste Wereldoorlog, maar ze hadden met hun activiteiten wel veel bereikt.
Uiteindelijk leidde dat tot de fantasy art, dadaïsme, surrealisme en abstract expressionisme. Later in 1924 richtten twee kunstenaars opnieuw een kunstenaarscollectief op. Ze waren wel verwant met Der Blaue Reiter maar ten tijde van 1912 geen lid. Samen met Vaily Kandinsky en Paul Klee werden ze Die Blaue Vier. Ze waren het erover eens dat kunst iets van God was. In de toekomst is deze groep ook een voorbeeld gebleken voor de avant-gardebeweging en het Bauhaus.Conclusie: De bloeiperiode van het expressionisme was in het eerste kwart van de 20ste eeuw. ConclusieWe vroegen ons voor dit onderzoek af wat het expressionisme eigenlijk inhoudt. De enige kennis die we vooraf hadden was dat het een bekende kunststroming is.
Nu, na al het werk zijn we erachter dat er heel wat gebeurd is voordat het expressionisme er was. Ook werd het niet meteen geaccepteerd door de bevolking. Het expressionisme is begin 20ste eeuw ontstaan. Het was een reactie op het impressionisme. Men wilde gevoelens tonen! Heftig kleurgebruik om emoties mee uit te beelden. Er werd op een primitieve manier geschilderd. Het kunstwerk moest spontaan zijn en de kunstenaar beeldde vaak zijn eigen visie op de wereld uit. Begin 20ste eeuw ontstond deze stroming dus. Meteen werden er allerlei kunstenaarsgroepen opgericht. Men experimenteerde met kleur en materiaal. De kunstwerken werden zeer persoonlijk. De meest populaire tijd van het expressionisme is toch wel de eerste 25 jaar van de 20ste eeuw geweest. Daarvoor waren Cézanne, Gauguin en Van Gogh natuurlijk ook zeer bekend, zij waren de voorlopers van het expressionisme. Met dat gegeven kun je zeggen dat in de laatste jaren van de 19e eeuw de interesse voor moderne kunst werd gewekt.Zoals hierboven beschreven waren Paul Cézanne, Vincent van Gogh en Paul Gauguin beroemde expressionistische schilders.
Later, toen er groepen ontstonden lieten ook andere schilders hun talent op het doek zien. Grote namen in de bloei van het expressionisme zijn dan ook: Edvard Munch, Ernst Ludwig Kirchner, Max Pechstein, Emil Nolde, Kees van Dongen, Vaily Kandinsky, Franz Marc en Käthe Kollwitz. Kenmerken van het expressionisme zijn de contrasten in kleur en lijn. Het onwerkelijke. Het vervormen van natuurlijke elementen. De meeste expressionisten hadden ook religieuze bedoelingen met hun werk. Ze beschouwden het werk als iets van God. Kleuren werden in verband gebracht met emoties. Men wilde iets vormgeven, maar het had geen duidelijke uitdrukking. Dát was het expressionisme. Gebruik je fantasie, iedereen interpreteert een doek toch anders. Naast het expressionisme zijn er ook andere kunststromingen. We zijn kort ingegaan op de volgende stromingen: Renaissance, Barok, Romanticisme, Classicisme, Realisme, Impressionisme, Fauvisme, Futurisme, Kubisme, Dadaïsme en Surrealisme. Natuurlijk zijn er nog veel meer stromingen, maar deze zijn vrij bekend en hebben het ontstaan van nieuwe stromingen beïnvloed.
Edvard Munch (expressionisme)
6.2- Werkstuk door een scholier
- 2e klas vmbo | 6705 woorden
- 21 januari 2010
- 81 keer beoordeeld
6.2
81
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.433 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Ver reizen? Zo gaan wij naar school!
Student Hanne en scholier Naomi over studiekeuzes: 'Het is jouw toekomst'
Amarins (26) studeert Scheikunde in Amsterdam: 'Ik wil graag weten hoe de wereld werkt'
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
langg..
13 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
Te lang ....
11 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
Wat? Te lang? Dat is toch juist alleen maar beter! Hartstikke goed gedaan hoor
10 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
een deel hiervan is exact gekopieerd van wiki.
8 jaar geleden
Antwoorden