M.C. Escher

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 1502 woorden
  • 19 april 2008
  • 223 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
223 keer beoordeeld

M.C. Escher

Inleiding
Maurits Cornelis Escher leefde van 1898 tot 1972. Hij is een beroemde tekenaar die onmogelijke dingen tekende.
Zelf had ik nog nooit over Escher gehoord. Mijn moeder liet mij een boek met al zijn tekeningen zien. Ik keek naar zijn tekeningen en ik dacht: “dat is een leuk onderwerp.” Daarom heb ik mijn werkstuk over Escher gemaakt.

Wie is Escher?
Maurits Cornelis Escher is een beroemde tekenaar. Hij werd in 1898 geboren in Leeuwarden. Zijn vader was ingenieur. Omdat zijn vader in dienst van het Rijk was en op verschillende plekken moest werken, verhuisden ze vaak. Zo kwam het dat de vijfjarige Maurits met vader en moeder en zijn twee oudere broers in 1903 in Arnhem ging wonen. Hij was niet zo goed op school. Hij bleef twee keer zitten en zakte voor zijn eindexamen. Dat was voor zijn vader een grote teleurstelling, want hij wilde graag dat “Mauk” (zo werd hij thuis genoemd) een technisch beroep zou kiezen. Dat Maurits zo slecht op school was is eigenlijk onbegrijpelijk als je weet dat hij later vloeiend Frans, Engels en Italiaans sprak en in zijn prenten ingewikkelde meetkunde verwerkte.
In tekenen was hij erg goed. Dat deed hij van jongs af aan graag en veel. Maar hij moest toch aan een beroep denken waarmee hij later zijn brood mee kon verdienen. Daarom ging hij op zijn eenentwintigste naar Haarlem om bouwkunde te studeren. Maar daar kwam niet veel van. De tekenleraar op school was een beroemde kunstenaar. Hij heette Jessurun de Mesquita. Maurits liet hem zijn tekeningen zien. Jessurun vond ze zo goed dat hij hem de raad gaf geen bouwkunde meer te studeren. Zo ging de tekenlessen van Jessurun de Mesquita volgen.
Drie jaar later begon hij te reizen rond de Middellandse Zee. Het waren echte studiereizen. Hij maakte veel tekeningen van landschappen, steden en allerlei dingen die hem interesseerden.
In 1924 trouwde hij met een Zwitsers meisje, Jetta Umiker. Eerst woonden zij in Rome. Escher verdiende niet veel en hij en zijn vrouw hadden geldzorgen. Hij verkocht maar weinig van zijn prenten, die toen ook nog erg goedkoop waren.
Gelukkig kreeg hij geregeld geld van zijn ouders en leefde hij erg zuinig. Gelukkig had hij goede ideeën. Zo wilde hij in 1936 een studiereis naar Spanje maken. Maar daar was geen geld voor. Escher schreef naar een Italiaanse maatschappij die met vrachtboten naar allerlei havens in de Middellandse Zee toe ging. Hij vroeg of hij met zijn vrouw twee maanden mee mocht varen. Hij had geen geld maar beloofde van zijn reisschetsen twaalf prenten te maken en van elke prent vier afdrukken aan de directie te geven. De directeur vond dat goed. En het moet wel een heel aardige man geweest zijn om een aantal prenten van een onbekende kunstenaar als betaling aan te nemen.
Op zijn reizen heeft Escher twee maal in de gevangenis gezeten. Eén keer in Italië, waar hij er zelfs van werd beschuldigd werd deelgenomen te hebben aan een aanslag op de koning en de tweede keer in Spanje.
In Spanje was de zaak iets vervelender. Dat was op de reis die Escher en zijn vrouw Jetta met een vrachtboot rond de Middellandse Zee maakten. Een paar uur voor vertrek van de boot wilde Escher nog wat schetsen maken van de oude muren van Carthagena. De politie zag het als spionage. Hij werd meegenomen naar het bureau en ondervraagd. De map met schetsen die hij bij zich had werd in beslag genomen. Ondertussen hoorde Escher de stoomfluit van het vrachtschip, dat wilde vertrekken. Escher werd net op tijd vrijgelaten, maar hij kreeg zijn schetsen niet terug.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog, in 1941, kwam hij terug naar Nederland en gaat met zijn gezin (zijn vrouw en drie zonen) in Baarn wonen. Vanaf die tijd, tot aan zijn dood in 1972, maakte hij mooie prenten.

De prenten van Escher
Escher heeft tijdens zijn leven heel veel verschillende soorten prenten en tekeningen gemaakt. Hieronder geef ik een overzicht van de prenten die ik zelf het meest bijzonder vind. Ik leg ook uit waarom ik ze bijzonder vind.

Weiland wordt vogel
Escher maakte graag prenten waarin dingen langzaam veranderen in iets anders. Dat worden metamorfoseprenten genoemd.
De prent “Dag en Nacht” is een goed voorbeeld.
Je moet onderaan in het midden beginnen waar het op een schaakbord lijkt. Als je stapje voor stapje naar boven gaat worden de lapjes grond vanzelf vogels. Je kan de prent ook van links naar rechts bekijken. De zwarte vogels vliegen naar de dag en de witte vogels naar de nacht. Weiland wordt dus vogel en de dag wordt nacht.

Kringloop
Het is eigenlijk een soort poppetjesfabriek. Bovenaan komt een grappig mannetje vrolijk uit een poort tevoorschijn. Het huppelt de trap af en verandert beneden in een figuurtje dat met vele andere samen in zwart, grijs en wit platgedrukt wordt op het tekenpapier. Het wordt nog erger als je kijkt wat er links bij het naar boven gebeurt. Langzaam verandert het patroon in blokken en is er niets meer over van het mannetje. Maar het blokkenpatroon loopt door tot een huis. Daar worden de blokken weer in vormen gegoten en komt er telkens weer een vers mannetje uit de poort gehuppeld.

De wereld op z’n kop
Escher heeft verschillende prenten gemaakt waarin onder en boven soms hetzelfde zijn. Dat zie je in de prent “Boven en Onder”.
Leg je vinger rechtsonder op de prent. Je klimt rechtsonder uit een keldertrap en je komt op een pleintje. Daar ga je de trap van het huis op. Je passeert een jongen. Via nog een trap ben je in het huis waar een meisje uit het raam hangt en naar haar vriendje kijkt. Op de zolder van het huis is een halfrond raam. Als je van daaruit naar boven kijkt, zie je een betegeld plafond. Maar dan gebeurt er iets vreemds. Het plafond blijkt een tegelvloer te zijn en je staat weer op de grond. Je ziet hetzelfde pleintje en je kunt weer dezelfde tocht maken. De tegels in het midden van de prent zijn tegelijk plafond en vloer. Boven en onder tegelijk!

Spiegelingen
Als je in de spiegel kijkt, zie je twee dingen die op een verschillende plaats zijn tegelijk op dezelfde plaats: de spiegel zelf en jezelf met een klein stukje wereld achter je. Eigenlijk is dat gek want in werkelijkheid kunnen twee dingen op een verschillende plaats niet zichtbaar op dezelfde plaats zijn. Escher vond dat mooi: verschillende werelden die door elkaar heen lopen. Eén van de prenten die hij daar van maakte in 1955 is: Drie Werelden.
Eén wereld wordt gevormd door de herfstbladeren die op het water drijven. De onderwaterwereld is ook aanwezig: de vis.
En in het spiegelbeeld van de kale bomen zie je de buitenwereld.
Dat alles op één blad papier.

Een spookhuis
Er was eens een koning die een uitkijktoren wilde laten bouwen. Escher tekende deze uitkijktoren.
Aan de benedenverdieping, de gevangenis, is niets vreemds te zien, ook niet aan de bovenste verdieping. Maar het middengedeelte is wel heel eigenaardig. De pilaren lopen dwars door de ruimte heen. En er is een trap die aan de binnenzijde op de grond staat en boven tegen de buitenkant van het gebouw steunt. De koning en de koningin staan op dezelfde plaats. Maar tóch kijken ze beiden een andere kant uit.
De jongen op het bankje houdt een onmogelijke, niet bestaande kubus in zijn handen vast. Het is dezelfde vorm als de uitkijktoren.

Eindeloze trap
Escher was gek op ingewikkelde kronkelige trappen en hij tekende trappen die hij op zijn reis tegenkwam. De meest bekende trappenprent is: Klimmen en dalen, die Escher maakte in 1960.
Het bijzondere van de prent is, dat de trap voor sommige mensen omhoog loopt en voor andere mensen steeds omlaag zonder dat ze echt hoger of lager komen. Ze lopen maar door en ze komen geen stap verder of hoger. Links kijkt een man naar dat gekke gedoe op die eindeloze trap.

Tekenen is bedrog
Een perpetuum mobile is een Latijns woord voor eeuwigdurende beweging. Een perpetuum mobile is een machine die blijft lopen zonder dat je er energie in stopt. Escher heeft een paar mooie prenten van dit soort onmogelijke apparaten gemaakt. Eén van die prenten is Waterval die hij in 1961 maakte.
Leg je vinger bij het draaiende rad.. het water stroomt naar beneden door een goot van bakstenen. Als jezelf op een rand van de bak met het water meeloopt, moet je steeds een stapje naar beneden als je de hok omgaat. Na vier keer ben je op het einde en… je bent helemaal niet lager gekomen, maar juist hoger, want onder zie je het waterrad. Het water valt naar beneden en laat het rad draaien.
En dan begint het weer van voorafaan.

Afsluiting
Ik vond het leuk om aan dit werkstuk te werken. Zijn tekeningen vind ik heel mooi en knap gemaakt. Ik vind de tekeningen zo mooi, omdat het in echt helemaal niet kan maar Escher het wel kan tekenen. Eerst wist ik echt helemaal niks van Escher, maar nu natuurlijk wel.

REACTIES

A.

A.

Eindelijk een verslag waar z'n jeugd in staat, Thanks

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.