China
Inleiding
China ligt in Oost- Azië en heeft een oppervlakte van 9.597.000 vierkante kilometer (dat is 230 keer zo groot als Nederland). Er wonen ongeveer 1,3 miljard mensen in China, dat is 1/5 van de wereldbevolking. De hoofdstad van China is Peking. In Peking wonen al zo`n 16 miljoen mensen. Andere grote steden in China zijn Sjanghai en Hongkong.
Hoofdstuk 1
De geschiedenis
China liep vroeger heel ver voor op Europa. Zo hadden ze al eeuwen voordat wij dat hadden de boekdrukkunst, het kompas en buskruit. Ook konden de Chinezen al zijde maken van zijderupsen. In Europa liepen we toen nog rond in dierenhuiden.
Vroeger was China een keizerrijk . Voor het jaar 221 voor Christus waren er in
China verschillende koninkrijken. In 221 voor Christus werden deze verschillende koninkrijken samengevoegd. De eerste keizer van China werd, Qin Shi Huangdi. Keizer Qin heeft maar kort geregeerd. Na hem kwam keizer Han. Deze familie (in Chinees dynastie) Han regeerde tussen 206 voor Christus tot 220 na Christus. In de tijd dat de Han-dynastie aan de macht was werd het keizerrijk uitgebreid met Korea, Vietnam en delen van Centraal-Azië. Daarna kwam er een tijd van verschillende dynastieën die kort aan de macht kwamen. Tussen 618 en 907 na Christus kwam de Tang-dynastie aan de macht.
Qin Shi Huangdi
Deze dynastie was een goede tijd voor China. Onder de keizers van de Tang-dynastie werd het examenstelsel ingevoerd, dat betekende dat iedereen die ambtenaar wilde worden moest slagen voor een aantal examens. Vanaf de negende eeuw werd de keizer steeds machtiger. Daarna kreeg je de Mongoolse Yuan-dynastie (907-1368) en daarna de Chinese Ming-dynastie (1368-1644). De Ming-dynastie heeft met name in de laatste tijd van macht de nadruk gelegd op de eigen Chinese waarden en invloed van buitenaf werd zoveel mogelijk tegengehouden. Daarna, onder de Qing-dynastie (1644-1911) werd er weer veel meer met Europa en Amerika gehandeld. In 1911 werd het keizerrijk uiteindelijk door een revolutie omver geworpen en werd de Republiek China uitgeroepen.
De eerste president van de Republiek China werd Sun Yat-Sen, deze man was er ook mee begonnen om de keizer van de troon af te stoten. Een jaar later werd hij al opgevolgd door Yuan Shikai, die een hoge militaire leider was tijdens de laatste Qing-dynastie. In 1915 probeerde hij het keizerrijk te herstellen en als Hongxian zelf keizer te worden. Dit keizerrijk bestond maar 12 dagen omdat de militairen absoluut geen nieuwe keizer meer wilde. Daarna werd het een rommeltje in China, er waren verschillende mensen die over verschillende gebieden in China gingen regeren. Deze mensen werden krijgsheren genoemd.
Chiang Kai-Shek In 1925 kwam er een einde aan deze tijd, toen Chiang Kai-Shek president werd van de Republiek China. Hij versloeg in een soort burgeroorlog de andere krijgsheren in Noord-China. Toen zij waren verslagen brak er in China een nieuwe tijd aan, de zogenaamde Kwomintang-periode. De hoofdstad werd verplaatst naar Nanking en de vlag werd veranderd.
Mao Tse-Toeng (geboren in 1893) was de grootste leider van China, in 1949 kwam hij aan de macht. Mao wilde de grond verdelen en iedere Chinees gelijk maken. Overal in China kon je zijn portret bekijken.
Mao was een boerenzoon en hij heeft zijn hele leven gestreden om te zorgen dat China een communistisch land zou worden. Mao is in 1976 overleden. Inmiddels is China communistisch en dus mogen de mensen niet stemmen.
Vroeger en nu soms nog moeten de mannen aan de vader van de vrouw, de vrouw ten huwelijk vragen. Tot ongeveer 1920 vonden mannen het mooi als vrouwen ingebonden voeten hadden, dat deden ze al als ze nog maar net konden lopen. De tenen bogen ze onder de voeten en bonden er doeken om. Vervolgens gooiden ze er een grote steen op, net zo lang tot alle botjes gebroken waren. Dan gaat het vlees heel erg rotten en stinken, zo houden de vrouwen hele kleine voetjes.
Inmiddels wonen er zoveel mensen in dit land dat de regering in veel grote steden heeft bepaald dat je maar 1 kind mag krijgen. Veel mensen die een meisje hebben gekregen leggen haar te vondeling of laten haar verhongeren, want aan meisjes heb je niks, jongens kunnen werken.
Hoofdstuk 2
Het geloof
In Nederland zijn veel mensen Christen, in China gelooft het grootste deel in boedhisme. China wordt een land van drie godsdiensten genoemd: confucianisme, taoïsme en het boedhisme. Het confucianisme en het taoïsme zijn rond de vijfde eeuw voor Christus ontstaan. Het confucianisme is eigenlijk geen echt geloof, want het werd niet gesticht door een groep mensen, het geloof is ontstaan door een filosoof: Kongfuzi (in het westen van het land werd hij Confucius genoemd). Het boedhisme kwam in 588 voor Christus vanuit India naar China.
Hoofdstuk 3
Eten en drinken
Veel mensen eten wel eens bij de chinees. Iets echt chinees is rijst, nasi en bami. Mensen in China eten met twee houten stokjes. Voor ons is dat heel moeilijk maar als je het gewend bent gaat het vanzelf. Stokjes kun je vergelijken met een vork want je kunt niet snijden met de stokjes. In veel restaurants, maar ook bij de mensen thuis, wordt het eten al voorgesneden. Je moet er wel handig in zijn want je mag de stokjes niet aanraken met je mond. De eetstokjes worden in China al zo`n 2000 jaar gebruikt om mee te eten.
In Japan eten mensen ook met stokjes, maar die stokjes zijn meestal wel iets anders dan de Chinese. De Chinese stokjes zijn lang omdat al het eten in 1 kom zit, in Japan hebben de kinderen korte stokjes de vrouwen iets langere en de mannen de langste. In Japan eten mensen ook niet uit één kom maar ze hebben per persoon 1 kommetje.
De tafel manieren van de stokjes.
Ook het eten met stokjes heeft zijn eigen regels. Het is namelijk erg onbeleefd om met je stokjes in je eten te prikken of je eten er aan te spiezen. Je mag niet wijzen of gebaren met stokjes in je hand, je mag niet op de stokjes bijten en je mag er niet mee snijden. Als je even niet met je stokjes eet mag je de stokjes niet in je kom leggen, maar je moet ze ervoor of ernaast op je stokjeslegger leggen.
Echt Chinees drinken is thee, in allerlei soorten. Thee wordt bij alle gelegenheden gedronken.
Hoofdstuk 4
Het klimaat
China is een heel groot land. Het is het op twee na grootste land van de wereld. Daardoor heeft het verschillende klimaten. In de winter is het in het noorden het koudst maar het is er wel heel droog. Het is er zo rond de 10 graden Celsius. Vanaf maart gaat de temperatuur omhoog tot gemiddeld 20 graden Celsius. In juli en augustus wordt het heel warm de temperatuur is dan 30 graden of meer het is dan ook heel erg vochtig. Vanaf begin september wordt het weer zo rond de 25 graden maar dan is het ‘s avonds wel een stuk kouder. In de lente en herfst komt de temperatuur niet meer boven de 15 graden Celsius.
In de zuidelijke helft van China is het in de zomer nog net iets warmer en komt de temperatuur in de winter niet onder de 10 graden. In juni en augustus valt er in China de meeste regen. Meestal is het droog tot aan het eind van de middag en dan begint het ongeveer twee uur heel hard te stortregenen. In Zuid-China valt de meeste regen in mei en juni.
Hoofdstuk 5
De geografie
China heeft een afwisselend landschap. Van de woestijn Gobi in het noorden tot het gebergte de Himalaya in het zuiden. De woestijn Gobi ligt op de grens van China en Mongolië. De Himalaya ligt ook in meerdere landen: in Pakistan, India, Nepal , China en Bhutan. In het oosten van China heb je veel stranden. En in het zuidoosten kan het ook heel warm zijn. Grote rivieren zijn Yongding, Jiang Diang en de Huanghe (ook de gele rivier).
Hoofdstuk 6
De Chinese muur
De Chinese muur is het enige bouwwerk op de aarde dat je vanaf de maan kunt zien. Hij is ongeveer 3000 km lang. Er is zeven jaar aan gebouwd door 1 miljoen Chinezen dag en nacht. Veel mensen gingen dood door het zware werk. De Chinese muur loopt van de Gele Rivier naar Turkestan. De eerste keizer van China liet hem bouwen
Hij had net van China een land gemaakt. Hij maakte de muur voor vele nomade–bendes die veel aanvielen. De Chinese muur is nu op sommige plaatsen stuk door aardverschuivingen.
Hoofdstuk 7
Peking
Peking is de hoofdstad van China. Peking heeft ruim 15 miljoen legale inwoners en de mensen denken dat er tussen de 1 en 3 miljoen illegalen in deze stad wonen. Ze wonen daar gemiddeld met 886 mensen op 1 vierkante kilometer, Peking is dus erg dicht bevolkt. Het is een havenstad en ligt aan de rivier de Yongding. Dit is een belangrijke rivier voor deze stad.
Eén van de belangrijkste bezienswaardigheden van Peking is de Verboden Stad. De Verboden Stad was het keizerlijk paleis tussen de Ming en Qing dynastieën. In China schrijven ze Chinees dus is de internationale naam voor Peking: Beijing. Beijing betekent letterlijk: noordelijke hoofdstad.
In China heeft de stad veel namen gehad, tussen 1911 tot 1949 heette de stad Beiping. Beiping betekent noordelijke vrede. De naam werd veranderd omdat de regering de hoofdstad verplaatste naar Nanking, daardoor was Peking niet langer de hoofdstad van China. In 1949 werd de naam weer Beijing en zo werd Peking weer de hoofdstad van China. Yanjing is een populaire naam voor Peking. Dat komt van de oude staat Yan. Deze naam komt ook terug in het lokale bier: Yanjing bier.
Hoofdstuk 8
Flora en fauna
China kan qua flora in drie delen worden gesplitst: bossen, grasland en woestijnen. Een bijzondere boom, waarbij de zaden worden gebruikt als medicijn tegen bronchitis, is de Ginko. Deze boomsoort kwam vroeger op het hele noordelijke halfrond voor, maar is nu nog alleen te vinden in China. Het bijzondere is dat het een naaldboom is, die geen naalden maar bladeren heeft.
China is het enige land ter wereld, waar de zeldzame reuzenpanda nog in het wild voorkomt. In de zuidelijke bamboebossen leven er nog een paar in natuurreservaten. In het koude noorden komen de Chinese tijger, de rode vos, het wapitihert en het luipaard voor. Op de prairies komen gazellen, wilde paarden en kamelen voor, in de woestijnen zandratten en marmotten.
Hoofdstuk 9
De taal
De officiële taal van China is het Mandarijn, dat komt van het dialect van Beijing, ook wel Putonghua genoemd. Voor de rest heb je in het land veel verschillende dialecten, die soms zo verschillend zijn dat de mensen elkaar alleen maar kunnen begrijpen door met elkaar te schrijven. Dat schrijven is in het hele land hetzelfde. Het Chinees is een toontaal, dat betekent dat elke klank een eigen betekenis heeft. Heel weinig Chinezen spreken Engels, de mensen die wel Engels spreken zijn meestal jongeren die dat op school hebben geleerd.
Chinees is voor ons een moeilijke taal, vooral omdat het met totaal andere tekens wordt geschreven. Ook Chinese kinderen kost het jaren om alle tekens te leren schrijven, na vijf jaar basisschool kennen de kinderen ongeveer de helft van de tekens. De Chinezen hebben geen alfabet maar gebruiken tekens. Eén zo´n teken is een woord of een stukje van een woord. En zo´n teken heet een karakter.
Om een boek te lezen moet je meestal ongeveer 2500 tekens kennen. En in China schrijven ze niet van links naar rechts maar van rechts naar links.
De Hanyu of de Han-taal wordt op alle scholen aangeleerd en geldt als de officiële taal van China. Maar het Hanyu heeft ook nog verschillende dialecten, die heel anders kunnen klinken dan het Hanyu zelf. Tibetanen, Mongolen en andere kleinere volkeren spreken hun eigen taal.
Hoofdstuk 10
De economie
Landbouw is in China heel belangrijk, ze hadden al 5000 jaar voor Christus veel landbouw. Vooral rijst, thee en zijde worden veel verbouwd in China. Daarom behoort dat ook bij de beste exportproducten van het land. In 1958 werd er een begin gemaakt met de oprichting van Volkscommunes, waarbij boeren gingen samenwerken om tot een grotere productie te komen. Van de Chinese bevolking woont tachtig procent in een Volkscommune, die vaak uit enkele dorpen bestaat die onderling samenwerken. Ook wordt er graan, maïs, sojabonen en suikerriet verbouwd, langs de kust zijn er veel katoen- en tabaksplantages te vinden.
De industrie in China wordt ook steeds belangrijker. China heeft veel delfstoffen zoals: ijzererts, steenkool, tin, aardgas en aardolie. Vooral in Daquin, Yunin en Karamay zijn grote hoeveelheden olie gevonden. Daardoor is China nu één van de grootste olieproducerende landen geworden. China heeft ook veel fabrieken waar ze voor weinig geld producten zoals schoenen, kleren en elektronica maken. Dit kunnen ze heel goedkoop doen omdat China een lagelonenland is. Er worden nu heel veel spullen in China gemaakt, maar de mensen en China zelf worden er niet echt rijk van, dat komt omdat ze het voor zulke lage prijzen verkopen dat ze er zelf bijna niks meer aan over houden.
Bronvermelding
Informatieboekje: kinderen in China (372)
Informatieboekje: China (111)
Internet
Google afbeeldingen
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
Het is een goed werkstuk waarmee je verder kunt als je het niet weet.
13 jaar geleden
Antwoorden