MRI/NMR scanner

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 3020 woorden
  • 26 juli 2007
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
13 keer beoordeeld

De NMR scanner

NMR staat voor “nucleaire magnetische resonantie”. De Engelse versie voor NMR is MRI, die staat voor “Magnetic Resonance Imaging” ofwel MR en dit is de Franse benaming voor NMR. Deze methode wordt gebruikt om doorsnede foto’s van het menselijke lichaam te maken, dit kan alle richtingen. In tegenstelling tot röntgenfoto’s worden röntgenstralen niet gebruikt maar wel een magneet. (Wij gaan door gewoonte MRI gebruiken als term voor NMR)

In de hele geschiedenis van de MRI zijn er al verschillende versies uitgebracht. - De eerst open MRI scanner was die van Toshiba. Ze bestaat uit een permanente magneet (verliest zijn magneetveld niet). Deze MRI scanner had maar een veldsterkte van 0.064 tot 0.2 Tesla. - Dan heb je nog de MRI scanners met de resistieve magneet (de magneet kan ofwel een ijzeren ofwel met een luchtkern hebben). Deze magneet gebruikt veel stroom en wordt zeer warm en moest dus met water gekoeld worden. - Dan heb je nog de MRI scanner met een supergeleidende magneet die later in het werkstuk nog gaat besproken worden. In het kort: Hij bestaat uit een lus geleidende draad waar men een stroom door stuwt waardoor er een magnetisch veld ontstaat. Men koelt deze draad met vloeibaar helium waardoor de weerstand van de magneet 0 wordt = supergeleidende magneet.

We zullen nu de werking van de MRI scanner even uitleggen:

Om de werking van de MRI uit te leggen moeten we beginnen met de rust toestand van een H atoom te bespreken. Een H atoom bestaat uit een kern met daar rond één elektron dat er rond draait. Het H atoom is elektrisch geladen met een heel kleine lading en maakt zo dus ook een heel klein magneetveldje aan. In rust toestand draait een H atoom rond zijn as. (Een H atoom in rust lijkt fel op de aarde, de aarde draait ook rond zijn eigen as en heeft ook een “elektron” dat rond hem draait, namelijk de maan en is elektrisch geladen.) De richting waarin het H atoom draait is te visualiseren met een vector. Maar, een H atoom komt eigenlijk nooit alleen voor in de natuur dus moeten we eigenlijk de rusttoestand van 2 of meerdere H atomen bespreken. Wanneer men deze toestand bekijkt bij bijvoorbeeld 5 H atomen, ziet men dat al hun vectoren in verschillende richtingen wijzen. Wanneer je al deze vectoren (van de H atomen in rust) optelt kom je een punt uit. Dit wil zeggen dat al de magneetveldjes van de H atomen elkaar neutraliseren. Hierdoor is ons lichaam magnetisch gezien in balans. Wanneer dit niet het geval zou zijn zouden we tijdens onze wandeling in het park wel eens kans hebben om een metalen bank of fiets tegen ons hoofd te krijgen. Deze atomen hebben we nodig om onze MRI te maken. Maar waarom gebruiken we de H atomen om de MRI te maken? Iedereen weet dat ons lichaam voor ongeveer 80% uit water bestaat, dit is een belangrijke reden waarom we naar de waterstofatomen kijken. Maar er is er nog een. Namelijk omdat de “Gyro Magnetisch Ratio” voor waterstof het grootste is, (Elk van de 110 elementen in ons lichaam heeft een “Gyro Magnetisch Ratio” (een bepaald getal)) namelijk: 42.57MHz/Tesla. Voor we kunnen uitleggen hoe een MRI onderzoek in zijn werk gaat moeten we eerst uitleggen hoe een MRI scanner er eigenlijk uitziet en uit welke materialen hij bestaat. De nieuwste MRI scanners die men nu gebruikt zijn scanners in de vorm van een tunnel (figuur (onder)) (er bestaan er ook nog andere, zie de geschiedenis van de MRI). Ze bestaan uit een supergeleidende magneet. Bij het principe van een supergeleidende magneet wordt er een magneetveld opgewekt door een elektrische stroom door een draadlus te sturen. Deze wordt extreem gekoeld ( -269°C) door een cryogeen (koude opwekkende stof). De draad verliest hierbij zijn weerstand zodat het mogelijk is een zeer hoge veldsterkte (tot 12 Tesla) op te wekken. Tegenwoordig wordt er als cryogene stof vooral vloeibaar Helium gebruikt hetgeen zeer kostelijk is. Rond dit geheel dat eigenlijk de magnetische kern vormt zit een mantel van afschermingen zoals een magnetische afscherming en vacuümkamer om verdamping van het vloeibare Helium te voorkomen. Wanneer men nu de MRI scanner opzet gaat er dus een magnetisch veld ontstaan, opgewekt door de supergeleidende magneet. Als je een lichaam in de

MRI scanner “steekt” dan gaan we weer naar de H atomen kijken. Deze gaan zich op 2 verschillende manieren richten. Ofwel parallel ofwel anti-parallel. De waterstofatomen met de vector naar boven zijn de parallelle (Bo = het magneetveld van de MRI scanner) De andere zijn de anti-parallelle. (figuur (links)) Hierbij gaan ze dan ook nog eens in een bepaalde richting schommelen zoals een tol die na een tijdje naar buiten gaat beginnen te hellen.. Dit noemt men de Larmor frequentie. (figuur (rechts)) Bij deze term hoort ook nog een formule:

w0 = g . B0
Larmor frequentie = Gyro Magnetische Ratio . Magneetveldsterkte

Als je nu de formule toepast dat we juist hebben gezien (en een MRI scanner gebruikt die 1.5 Tesla levert) komt men aan een Larmor frequentie van: GMR water is 42.57MHz/Tesla . Magnetische veldsterkte 1.5 Tesla = een Larmor frequentie van 63.855MHz

Nu gaan we weer verder. De protonen in ons lichaam ondervinden dus een bepaald effect van het magneetveld: namelijk dat ze zich ofwel parallel ofwel anti-parallel gaan zetten. Wanneer ze in een parallelle toestand zijn hebben ze eigenlijk een lagere energietoestand, dan is het logisch dat de anti-parallelle een hogere energietoestand hebben. Het verschil tussen het aantal parallelle en anti-parallelle is niet zo groot. Er zijn slechts 3 protonen per miljoen meer parallel dan anti-parallel. Maar in ons hele lichaam zijn dat er dus wel aardig wat!!! Al deze overblijvende parallelle protonen noemen we de NETTO MAGNETISATIE. Als we willen zien wat er met de netto magnetisatie gebeurd tijdens het onderzoek is het simpeler het voor te stellen met vectoren. Om te zien wat er met deze vector gebeurd geven we de vector voor in een 3D assenstelsel met een X,Y en Z as. (figuur (links)) De netto magnetische vector staat

in dezelfde richting als het magnetische veld dat is opgewekt door de supergeleidende magneet. Namelijk in de zelfde richting als de Z-as. Wanneer de netto magnetisatie beweegt kunnen we dit nu simpel weergeven doormiddel van de X en Y as die loodrecht op de Z as staan.

Nu gaan we de begrippen uitleggen waarmee we eigenlijk helemaal kunnen begrijpen hoe de MRI eigenlijk werkt. Deze begrippen zijn: Excitatie, Relaxatie en Acquisitie.

Excitatie

Voordat men begint met “acquisitie” doet het systeem een snelle meting. Deze meting is nodig om te weten wat de Larmor frequentie is van de protonen (met welke frequentie de protonen draaien). Dit moet men weten voordat men de RF puls kan uitzenden. De RF puls is een Radio frequentie puls, deze frequentie moet juist hetzelfde zijn als de Larmor frequentie. Daarom was de snelle meting van in het begin zeer belangrijk. Wanneer deze frequenties niet overeen komen zal er niets gebeuren. Alleen de protonen die met dezelfde frequentie draaien als de RF zullen reageren. (figuur (onder)). Wanneer de RF puls een proton bereikt (met dezelfde frequentie) dan zal het proton een rotatie maken van 90° zodat deze vector op het X,Y-vlak gaat geplaatst worden. Op dit moment is de vector (netto magnetisatie) 90° geflipt. Dit gebeuren noemt men de excitatie. Tijdens dit proces heeft het proton een hogere energietoestand aangenomen, hij heeft de energie van de RF puls geabsorbeerd. Omdat een proton naar een zo laag mogelijke energietoestand streeft gaat hij deze opgenomen energie ook terug afgeven. Dan komen we aan bij het volgende begrip.

Relaxatie

Relaxatie kan men onderverdelen in twee verschillende processen: T1 en T2 relaxatie.

T1 relaxatie:

De protonen die tijdens de excitatie energie hebben opgenomen willen deze nu ook terug kwijt. Dit is relaxatie, het terug kwijtspelen van de opgenomen energie. Bij T1 relaxatie mag men alleen naar de verandering op de Z-as kijken, over de X en de Y-as gaan we nu niet spreken. Men ziet op de tekening dat de RF puls de vector op de Y-as heeft “gezet”. Hierna gaat deze vector op de Y-as weer beginnen afnemen en op de Z-as terug beginnen groeien. Dit komt doordat de RF puls is gestopt en het proton weer de laagste energietoestand zoekt. Tijdens dit proces gaan er RF golven/pulsen ontstaan. Het zijn deze golven die men gaat waarnemen tijdens de waarneming. Maar er is nog een onderscheid tussen de verschillende verbindingen in stoffen. Bijvoorbeeld bij waterstofverbindingen heeft men vaste en losse verbindingen. Vb: vetweefsel is een sterke verbinding waar waterstof in voorkomt, dan heb je aan de andere kant ook nog water waar de waterstofatomen in een lossen verbinding voorkomen. Dit verschil in verbindingen zorgt er ook voor dat ze ook in verschillende maten hun energie afgeven. Hierdoor kan men verschillende delen zien op de scans. Hier zie je het verloop van het afgeven van energie van een bepaalde soort verbinding. Wanneer de tijd 0 is zie je dat er op de Mz as nog niets te zien is. Maar na een heel heel korte tijd zie je dat er al een verandering is opgetreden. T1 is gedefinieerd als de tijd die de Mz ( Longitudinale Magnetisatie) nodig heeft om 63% van de originele waarde te bereiken. Dit wil zeggen dat naarmate u stof een minder vaste verbinding heeft, het langer gaat duren om 63% van de originele waarde te bereiken en hoe donkerder deze stof gaat kleuren op de afbeelding van de scan. Voor het weefsel op de curve te zien is dit ongeveer 550ms. Op de foto hiernaast ziet u in
T1 gewogen (= T1 relaxatie) dat de donkere plekken een

lichtere verbinding hebben dan de donkere plekken. Dan komen we uiteindelijk aan ...

T2 relaxatie:

Bij de T2 relaxatie kijkt men niet meer naar de Z-as maar naar het vlak waar de X en de Y-as in gelegen zijn. Het T2 proces gebeurt tegelijkertijd met het T1 proces maar heeft er voor de rest dan ook wel niets mee te maken. Voordat we het T2 proces kunnen uitleggen moeten we eerst een begrip verduidelijken. Namelijk: in fase lopen
In fase lopen: Wanneer men/iets in fase loopt wilt dat zeggen dat ze synchroon met elkaar gelijk lopen. Bij militairen is dit het marcheren eerst linker dan rechter voet, allemaal mooi gelijk. Als men dit bij 2 wielen met een wijzer op doet, wilt dat zeggen dat de wielen alle twee even snel draaien en dat de wijzers op elk moment in exact dezelfde richting wijzen, ze lopen dan in fase of zijn in fase coherentie

Als men nu terug gaat kijken naar de protonen in het lichaam zie je dat al deze protonen wel even snel draaien maar dat ze niet in fase lopen. Op het moment dat de RF puls het proton bereikt gaat de magnetisatie van de Z-as naar het X-Y vlak geflipt worden (zie Excitatie). Op dat ogenblik gaan de protonen ook in fase beginnen draaien. Direct nadat de vectoren 90° geflipt zijn gaan ze in het X-Y vlak rond de Z-as draaien. Dit is maar een kortstondig gebeuren. Je weet nog dat de protonen allemaal een positieve en negatieve kant hebben (je kan ze vergelijken met een staafmagneet). De gelijke polen gaan elkaar aantrekken en de tegengestelde polen gaan elkaar afstoten. Dit gebeurt direct na de 90° flip waardoor de ene vector trager gaat beginnen lopen dan de andere en andersom. Hierdoor gaan de protonen weer niet meer in fase lopen. Dit noemt men het defaseren. In het begin gaat dit proces traag maar naarmate men in de tijd vooruit gaat, gaat dit proces sneller beginnen gaan. Op het moment dat er geen fase coherentie meer is en er dus geen vectoren meer in dezelfde richting wijzen is de defasering gedaan. Dit hele proces is de T2 relaxatie. De relaxatie gebeurd geleidelijk, niet plots op 1 moment. En zoals bij de T1 relaxatie is de T2 relaxatie voor elke stof verschillend. Op het tijdstip 0 liggen alle netto magnetisatie vectoren nog in het XY-vlak en lopen ze nog allemaal in fase. Naarmate de tijd vordert gaan er meer en meer vectoren defaseren.

T2 is gedefinieerd als de tijd die nodig is voor de transversale magnetisatie (Mxy) om tot 37% van de originele waarde te defaseren. Dit wil zeggen dat naarmate u stof een vastere verbinding heeft, het langer gaat duren om 63% van de van e protonen te defaseren en hoe donkerder deze stof gaat kleuren op de afbeelding van de scan. De T2 relaxatie gebeurd veel sneller dan de T1 relaxatie. De T1 relaxatie kan enkele seconden duren terwijl de T2 relaxatie op enkele milliseconden gedaan is.

De protonen bevinden zich weer in dezelfde situatie als in het begin (samen met de Bo mee en uit fase) wanneer deze twee processen volledig gedaan zijn. Nu gaan we u een beetje uitleg geven over het laatste begrip ...

Acquisitie

De acquisitie is eigenlijk het proces waar men de radiofrequente golven opvangt die door de protonen tijdens de relaxatie zijn uitgezonden. Deze golven worden opgevangen door de ontvangspoel. Deze spoel moet perfect loodrecht op de magnetische veldlijnen van de MRI scanner staan. U weet wellicht waarom dit is maar toch zullen we het nog even uitleggen. De bedoeling van de ontvangspoel is dat hij de zwakke radiosignalen opvangt die zijn uitgezonden door de relaxatie van de protonen. Wanneer de veldlijnen van de MRI scanner door de ontvangspoel gaan zijn de zachte signalen van de protonen niets meer. En omdat we weten dat wanneer men een spoel loodrecht op de veldlijnen legt deze veldlijnen niets meer waard zijn. Daardoor zijn alleen de signalen van de protonen “zichtbaar”. (figuur (boven)) Op deze manier is het mogelijk om de signalen van de protonen op te vangen en zo een gedetailleerde scan te bekomen.

Vele spoelen zijn gemaakt om een bepaald lichaamsdeel te kunnen bekijken. Daardoor zijn er nog wel enkele probleempjes ontstaan om de spoelen zo te construeren zodat ze altijd in de juiste richting staan op de veldlijnen van de MRI scanner. Maar dit heeft niets meer te maken met de werking van de scanner zelf. Hoe worden al deze gegevens bij elkaar gezet? Hiervoor zijn we onze gevorderde wetenschap zeer dankbaar. Alle gegevens gaan de computer in en komen na een moment op je scherm te staan. En dat nog wel in zo een mooie “foto”.

Dit was dan de werking van de MRI scanner.

Waarvoor gebruiken we de MRI scanner: De MRI is bedoel om kleine contrasten te zien in levend weefsel. Uit deze contrasten kan de arts eventuele ongewoonheden ontdekken. Op basis van zo’n ongewoonheid kan de arts een diagnose vormen. Deze techniek word vooral toegepast om na te gaan of de patiënt hersenletsels heeft, maar ook voor letsels of misvormingen aan andere levende organen bewijst het apparaat zijn nut. Men gebruikt het ook regelmatig voor onderzoek naar de wervelkolom, gewrichten en lymenklieren. Artrose, parkinson en andere degeneratie ziektes worden nader bekeken en opgespoord via de MRI. Men gebruikt de scanner omdat hij een groter gevoeligheid heeft, sneller resultaten heeft en de mogelijkheid biedt een 3-dimensionaal beeld weer te geven waardoor men preciezere informatie kan krijgen.

Wie gebruikt de MRI scanner: Voor het proces heeft men altijd een team van mensen nodig: verplegers die de patiënt begeleiden voor tijdens en na het proces
technici die de apparatuur besturen
een of meerdere geneesheren met een opleiding radiologie die het hele proces toezicht houden en de gegevens interpreteren.

Er zijn tot nu toe nog geen gekende algemene gevaren in de normale omstandigheden. Met uitzondering bij bepaalde groepen: -Zwangere vrouwen: Er kunnen in de eerste 12 weken van een foetus problemen opduiken (zegt men) dit is eerder preventie. -Mensen met pacemakers: Er kan ontregeling optreden van de pulsen. -Mensen met een metalen voorwerp in of op het lichaam: De temperatuur in het lichaam stijgt wat op zich niet erg is. Maar er kunnen brandwonden veroorzaakt worden door de oplopende temperatuur van het metaal. Wanneer men een metalen voorwerp in het lichaam heeft ( metalen heup,...) bestaat er natuurlijk ook het gevaar dat dit voorwerp word aangetrokken tijdens het onderzoek. Zelfs wanneer men het lokaal binnenkomt waar de MRI staat (

moet zelfs nog niet aan staan ) worden alle metalen voorwerpen al aangetrokken. Wanneer een patiënt een behandeling heeft gehad tegen aneurysma\'s is het zeer waarschijnlijk dat hij metalen clips in zijn hersenen heeft. (Een aneurysma komt meestal voor op een splitsing van de hersenslagader, op deze plekken is de wand van de slagader het dunste en is er meer kans op aneurysma\'s (dit wil zeggen dat op die dunne plek de ader begint uit te zetten en daar eigenlijk een uitstulping krijgt. Dit wordt dan bij de behandeling afgeknepen met een metalen clip.) Voor deze mensen is er al een oplossing. De laatste tijd worden er titanium clips gebruikt. De wetenschap is nu al zover gevorderd dat men ook andere
onderdelen/implantaten in titanium kan maken. Waarom is titanium dan de oplossing: Titanium heeft niet de eigenschap om magnetisch te reageren. Daarom kunnen ze zonder enig probleem mee onder de MRI. -Mensen met claustrofobie: Het kan claustrofobisch werken waardoor de patiënten in paniek raken en zelf kunnen verwonden. -Mensen met oude tatoeages: Deze tatoeages kunnen door het magneetveld vervloeien.

Er zijn ook nog gevaren die niet voor de patiënten gelden. Wanneer men met een metalen voorwerp in de buurt van een MRI scanner komt (zelf voor de MRI aan staat) wordt dit voorwerp onmiddellijk door het sterke magnetische veld aangetrokken. Daarom zijn er ook zeer strenge maatregelen. Normaal moeten verplegers al hun ringen en sieraden uitdoen bij het beginnen van hun werkdag. Wanneer er een groter metalen voorwerp in de MRI scanner vliegt is er veel kans dat hij onherstelbaar beschadigd is.

Bibliografie www.neurochirurgie-zwolle.nl/mri.html
www.sweetlove.be/ond_nmr.html
www.en.wikipedia.org/wiki/MRI
www.siemens.nl/persinfo/pressinfo.asp?id=389
www.nl.wikipedia.org/wiki/MRI-scanner
www.bbc.co.uk/dna/h2g2/A2263493
www.vega.org.uk/video/programme/73 è video
www.e-mri.org è gedetailleerde uitleg + tekeningen
www.mriontheweb.nl/Joomla4/ èkorte samenvatting
http://video.google.com/videoplay?docid=6570881016564809241
www.mri-physics.com/bin/mri-physics-nl.pdf (raadpleging Radioloog)

REACTIES

P.

P.

mooi document bedankt voor het delen!!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.