De Franse Revolutie en Napoleon

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 3162 woorden
  • 8 juli 2001
  • 705 keer beoordeeld
Cijfer 6
705 keer beoordeeld

Inleiding

Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat ik mij erg interesseer in geschiedenis en omdat ik zelf in Parijs ben geweest, waar ik de Arc de Triomphe en het graf van Napoleon Bonaparte heb gezien. Ook ben ik op Elba geweest en heb zijn gevangenis gezien (veel groter dan een villa in Den Haag). Daarom leek het me leuk om mijn onderwerp deze keer over Napoleon te houden. Maar Napoleon kwam aan de macht doordat er net revolutie was geweest, en daar wilde ik het dus ook over hebben. Mijn onderwerp werd dus De Franse Revolutie en Napoleon.

Hoofdstuk I

De Franse Revolutie en de Napoleontische tijd in het kort

Met de Franse Revolutie, die in 1789 begon, kwam er een einde aan de alleenheerschappij van het Koningshuis. Het luidde het begin van een aantal kleine oorlogen in. Uit angst van het uitbreken van een grote oorlog gingen de landen die om Frankrijk heen lagen samenwerken. Het alleenheersen van Robespierre (1793-1794) heeft heel goed duidelijk gemaakt hoe een revolutie kan uitlopen tot een ware slachtpartij. Zoals bij veel revoluties, slachten deze ook zijn eigen baby’s. Revolutionaire leiders werden onder de guillotine gelegd (ik leg later in het project uit hoe dat werkte). Na de dood van Danton, Hébert en uiteindelijk Robespierre zelf kwam er in feite een einde aan de revolutie. Na een regering van vier jaar kwam er een nieuwe leider door middel van een staatsgreep aan de macht (1799). Zijn naam was Napoleon Bonaparte. Tijdens zijn regeren, wat hij eerst als eerste consul deed en later (1804) als keizer, heeft hij grote delen van Europa geannexeerd. Zijn optreden in Europa heeft er onder anderen voor gezorgd dat het nationalisme opkwam in de landen die tegen hem streden. Daarnaast werd zijn code civil (een soort wetboek) verspreidt. Dankzij Napoleon hebben we nu in Nederland een achternaam. Maar ook Napoleon verloor een keer. Allereerst tegen Rusland in 1812, waarna andere Europese landen een kans zagen om de “Grande Armee” te verslaan. Na de bevrijdingsoorlogen werd Napoleon van de troon gestoten en vervangen door de broer van Lodeijk XVI, Lodewijk XVIII. Napoleon stierf in 1821 op het eilnand St. Hélena

Hoofdstuk II

De aanloop naar de revolutie

De Franse Revolutie is de naam voor de tijd van grote politieke en sociale veranderingen in Frankrijk tussen 1789 en 1804. Daar heb je gelijk het eerste probleem met de jaartallen. Sommigen beweren dat de revolutie stopte met de executie van Robespierre, anderen vinden de staatsgreep in 1799 het einde van de revolutie en de laatste groep mensen zegt dat de revolutie ophield in 1804 toen Napoleon tot keizer gekroond werd. Ikzelf vind het einde van de revolutie de staatsgreep van Napoleon Bonaparte in 1799, dus laten we dat maar nemen. De tijd voor de revolutie werd “Ancien Regime” genoemd, dat betekent oude vorm van samenleving. Hierin was een driedeling in standen, de geestelijkheid stond bekend als de eerste stand, de adel als tweede en alles wat niet tot deze twee groepen behoorde was de derde stand (dus boeren, burgers, rijke burgers, arbeiders enz.). Ongeveer 90% van de bevolking hoorde bij de derde stand. Er heerste veel ongelijkheid in de rechten en de plichten. De burgers die het goed hadden werden zich bewust van de ongelijke verhoudingen op het gebied van politiek. Zij wilden nu ook wat te zeggen hebben. De boeren en de stedelijke onderlaag van de derde stand kreeg te maken met werkloosheid, hongersnood, armoede en veel te hoge belasting (het rijk moest alle belasting van de derde stand krijgen, omdat de adel en de kerkelijkheid geen belasting hoefde te betalen). Daardoor ontstond idee om revolutie te voeren. De adel was ook ontevreden, omdat zij dezelfde rechten wilden als Lodewijk XVI. Rijke burgers konden een adeltitel kopen (noblesse de robe), maar dat pikte de echte adel (noblesse d’espée) niet. Koning Lodewijk XVI wilde de boel sussen en liet de drie standen bij elkaar komen tijdens de generaalsstand. Deze vergadering mondde uit in een conflict, omdat de derde stand niet op gelijke voet werd behandeld met de adel en de kerkelijkheid. Ze wilden en “one man one vote” systeem van kiesrecht. Dat houdt in, dat elke man mag stemmen, maar de koning wilde een standenkiesrecht waarbij een stand een stem kreeg. Dus de geestelijken kregen één stem, de adel kreeg één stem en de derde stand (het overgrote deel) kreeg ook één stem. Op deze manier zou het voordeel nooit bij de derde stand komen (kerk en adel speelden onder één hoedje, dus het werd twee stemmen tegen één). Boos stapten de burgers uit de vergadering. De Nationale Vergadering werd opgericht. Dit was het bestuur van de derde stand. De burgers stonden achter hun. Het belangrijkste doel van de Nationale Vergadering was het maken van een grondwet.

Het lagere volk zag de Bastille (de staatsgevangenis in Parijs) als het symbool van de regering. Op 14 juli 1789 werd de Bastille bestormd en overmeesterd door het lagere volk van Parijs. Dit wordt gezien als hét begin van de Franse Revolutie.

Hoofdstuk III

Een nieuw begin

De boeren op het platteland hielden zich in het begin van de Franse Revolutie ook niet echt rustig. Terwijl de Nationale Vergadering voor de koning werkte had hun armoede en hongersnood ook geleid tot een orkaan van geweld. De boeren hadden het gemunt op hun adellijke landheren. Vernielingen, plunderingen, brandstichtingen en moord leidde tot het einde van de belasting van de boeren. Opheffing van speciale rechten van de kerkelijkheid en adel was het besluit van de regering. Hiermee werd na de politieke ook de sociale orde van het “Ancien Regime’’ afgebroken. In oktober datzelfde jaar (1798) werden onder druk van de bevolking (vooral marktvrouwen) Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie Antionette uit het bed gehaald en gedwongen naar Parijs te gaan. In hun Parijse woonpaleis kwamen ze onder druk van de “volksrevolutie” leiders (Danotn, Marat, Robespierre en Desmoulins). De harde lijn van de regering zorgde voor verwarring in de rest van Frankrijk. De Nationale Vergadering schafte de feodale staat af, gaf de verklaring van de rechten van de mens en het burgerrecht. Het feodale stelsel houdt in dat boeren land leenden van grondbezitters en dit bewerken tegen belachelijke hoge prijzen. Kerkelijke goederen werden afgenomen, het nationale eigendom werd verdeeld. Er kwam een vaste eenheid van maten en gewichten, de plicht om bij een gilde te horen werd afgeschaft en de vrijheid van beroep werd ingevoerd. Een gilde is een vereniging van mensen met hetzelfde beroep. Als je daar geen lid van was kreeg je ook geen werk. Het land werd in 83 departementen verdeeld (provincies). De Nationale Vergadering dwong de paus zich te houden aan de grondwet. Hierin stond dat de bevolking haar eigen priesters en bisschoppen mocht benoemen. De paus dreigde deze geestelijken uit de kerk te zetten, waardoor er twee groepen geestelijken kwamen. De ene groep steunde de paus (bang om uit de kerkelijke gemeenschap gestoten te worden) en de andere groep bleef de revolutie trouw. De Nationale Vergadering begon met vervolging van de geestelijken die de paus bleven steunen. Onder een groot deel van de bevolking was het oude geloof nog diep geworteld. Zij moesten nu kiezen tussen hun oude geloof (in slechte tijden hadden ze hier een uitweg gehad) en de revolutie met een slap aftreksel van hun oude geloof. De macht van de Nationale Vergadering nam daardoor af en de antirevolutionairen kregen telkens meer aanhang. De koning had ondertussen proberen te ontsnappen naar Varennes. Deze ontsnapping was hopeloos mislukt. Het volk, dat de koning nog altijd gesteund had, verloor het vertrouwen in hun koning. De vluchtpoging was de mislukking van de monarchie met een grondwet en het einde van de heerschappij van Lodewijk XVI (wij in Nederland hebben een koningin, dus een monarchie. Als je een president hebt, heb je een republiek). Parijse revolutionairen bestormden het koninklijke paleis (Tuilerieën) en zette hem gevangen. De Nationale Vergadering werd vervangen door de Nationale Conventie. Op 20 september 1793 werd de Republiek Frankrijk uitgeroepen.

Hoofdstuk IV

Het schrikbewind

Na de onttroning van Lodewijk XVI volgde er een machtsstrijd binnen de oude Nationale Vergadering. De Jacobijnen die gesteund werden door het volk van Parijs waren keihard Zij wilden strakke regels en wilden de revolutionaire gedachten uitspreiden over Europa. Frankrijk was namelijk in een oorlog gewikkeld met Oostenrijk, Spanje, Pruisen, Nederland en Engeland. Deze oorlog was de eerste van de coalitieoorlogen en Frankrijk vocht in deze strijd voor lijfsbehoud (de coalitieoorlogen waren Frankrijk tegen de rest van Europa). De tegenstanders, binnen de nieuwe regering, waren de Girondijnen. Zij waren minder hard. Door het uit de weg ruimen van de belangrijke politieke tegenstanders kwamen de Montagnards aan de macht. De Montagnards (bergpartij) is een andere naam voor de Jacobijnen, gesteund door de Sansculotten (en de Cordeliers). De Jacobijnen onder leiding van Robespierre stootten de Girondijnen uit de regering en gingen alleen regeren. Robespierre stelde zich aan het hoofd van het Comité de la Salut Public, dit was het bestuur van de Nationale Conventie en bestond uit twaalf man. Robespierre zorgde de hele tijd voor verdachtmakingen en dreigementen. Onder zijn regering werden veel mensen omgebracht. Duizenden werden door hem vermoord door de guillotine die ontworpen was door de Franse dokter Guillotine. De guillotine was een apparaat, waar je op een kist moest liggen. Aan de zijkanten van de kist, helemaal op de rand, stonden twee palen, die op een bepaalde hoogte met een stok aan elkaar zaten. Tussen die twee stokken zat een groot scherp schuin mes, dat omhoog werd gehouden door een touw. Als de veroordeelde er op lag werd het touw doorgesneden en het mes viel naar beneden, het hoofd van de veroordeelde viel af en belande in een mand, het lichaam werd in een grotere mand geduwd die naast de guillotine lag. Ook de oude koning werd met zijn vrouw tijdens de septembermoorden in 1793 onthoofd. Zijn hoofd werd trots aan het Franse volk getoond. Ondertussen bleef Robespierre maar doorgaan met mensen verdacht maken. Tijdens iedere vergadering wist hij wel een paar verraders die in de Nationale Conventie zaten verdacht te maken. Tegenstanders legde hij meteen onder de guillotine. Robesspieres regelrechte dictatoriale macht zorgde voor veel angst onder de mensen. De steeds terugkomende moorden zorgde uiteindelijk ook voor de val van Robespierre zelf. Op een dag, toen Robespierre weer mensen verdacht maakte, eiste het overgrote deel van de Nationale Conventie namen van de zogenaamde verdachten. Ze hadden zijn verdeel- en heerstactiek door (dat houdt in dat hij eerst er voor zorgt dat de mensen ruzie met elkaar krijgen, waardoor hij machtig wordt). Robespierre stond met zijn mond vol tanden en probeerde uit de vergadering te vluchten. Onder leiding van Barras werd hij, na een dramatische vluchtpoging waarbij hij zichzelf het leven had proberen te nemen (hij schoot zijn kaak eraf), gearresteerd. Uiteindelijk werd hij na een kort proces terechtgesteld en net als velen voor hem op de door hem zo graag gebruikte guillotine gelegd. Het hoogtepunt van de Franse Revolutie was hiermee voorbij.

Hoofdstuk V

De machtsovername van Napoleon Bonaparte

Chaos heerste in de periode na de val van Robespierre. Een nieuwe grondwet werd gemaakt. Deze trad in 1795 in werking. Uit deze grondwet kwam de nieuwe regering voort. Vijf \"directeuren\", waaronder Barras hadden de leiding. Deze stonden onder toezicht van twee raden; de Raad van 500 en de Raad van de Ouden. De regering maakte een einde aan de nog steeds lopende eerste coalitieoorlog (1792-1797) met de vrede van Campo Formio. Dankzij deze oorlog werden België (de Habsburgse Nederlanden die van Oostenrijk waren) Nederland (dat de Bataafse Republiek werd) en gebieden in Boven-Italie (ook van Oostenrijk) aan Frankrijk toegevoegd. Pruisen en Spanje werden door middel van een verdrag uitgeschakeld. Oostenrijk moest het gebied links van de Rijn als Frans gebied erkennen. Intussen was een kleine generaal bekender geworden. Dankzij de belegering van Toulon (in 1793), het neerslaan van een Royalistische opstand (Parijs 1795) en de succesvol verlopen Noord-Italiaanse veldtocht (1796-1797). Deze generaal, Napoleon Bonaparte, werd ingezet in de tweede coalitieoorlog(1798-1802). Uit angst voor de uitbreiding van Frankrijk en uit angst voor de uitbreiding van het revolutionaire ideeën, hadden Engeland, Oostenrijk, Portugal, Rusland, het Osmaanse rijk en Napels een verbond gesloten. Napoleon was bezig aan zijn Egyptische veldtocht om de Engelsen geen doorgang, via de Nijl, naar India te geven. De Engelsen hadden na de slag om de Nijl, zo dachten zij, Napoleon in de val gelokt. Toch keerde hij met een bijna voltallig leger terug in de hoofdstad van Frankrijk. Sieyes (een belangrijke man binnen de Conventie) wilde Napoleon als generaal naar voren schuiven om het land te regeren, dit zou gaan lijken op een soort dictatuur. De raad van 500 en de raad van de Ouden stemde niet toe. Napoleon liet de leden van de raad verjagen door zijn leger. Na deze staatsgreep voerde Napoleon een nieuw soort republiek in, Het Consulaat. Aan het hoofd stonden drie consuls, Napoleon was eerste consul (de twee anderen waren in feite hulpjes).

Hoofdstuk VI

Napoleon als eerste Consul

Allereerst versterkte Napoleon zijn positie door zijn politieke tegenstanders uit de weg te ruimen (onder andere voormalige Jacobijnen ondergingen dit lot). In 1801 tekende Napoleon een overeenkomst met het Vaticaan. Hij wilde goedkeuring van de paus om de invloed van vijftig (door Engeland betaalde) bisschoppen te breken. Napoleon maakte een eind aan de tweede coalitieoorlog door de vrede van Luneville te sluiten (1801). Ongeveer heel Italië kwam in handen van Frankrijk, terwijl Oostenrijk het verdrag van Campo Formio moest herbevestigen. Het gebied links van de Rijn bleef van Frankrijk. De vrede met Engeland betekende een ontruiming door de Fransen van Egypte, en voor Engeland het verlies van de kolonies Ceylon en Trinidad. Inmiddels had Napoleon in Frankrijk (en zijn bijgevoegde gebieden) zijn Code Civil (ook wel Code Napoleon) ingevoerd. Code Civil waren wetten die Napoleon gemaakt had. door zijn wetten hebben wij nu een achternaam. Door zijn oorlogen ontstonden in veel Europese landen wetten die wij nu nog gebruiken. De strijd tegen de veroveraar Napoleon zorgde voor een opkomend nationalisme. Overwonnen gebied liet Napoleon regeren door een lid van zijn familie. Bijvoorbeeld zijn broers; Jerome (koning van Westfalen), Joseph (koning van Napels en later Spanje) en Louis (koning van de Bataafse Republiek). In 1804 zette hij het consulaat opzij en kroonde hij zichzelf tot keizer. Hij schiep hiermee het Franse Empire. Hij noemde zich voortaan Napoleon I.

Hoofdstuk VII

Napoleon als keizer

De belangrijkste gebeurtenis uit de derde coalitieoorlog (1805 tegen Rusland, Oostenrijk, Engeland en Zweden) was de driekeizersslag. In een slag bij Austerlitz won Napoleon van de Russische tsaar Alexander I en van Franz II, de keizer van het heilige Roomse Rijk der Duitse Natie. Franz II werd gedwongen de Duitse keizerstitel af te staan. Hierdoor was hij alleen nog koning van Oostenrijk en was er een einde gekomen aan het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie die sinds 962 bestond. In plaats daarvan stichtte Napoleon de Rijnbond. Engeland bleek, na de zeeslag bij Trafalger, militair onverslaanbaar. De Fransen kondigde het Continentaal Stelsel (1806) af wat een economische blokkade was om Engeland financieel te ruïneren. Het werd landen verboden handel te drijven met Engeland. Engeland antwoordde met het verbod op neutrale schepen om de Franse havens binnen te varen. Deze werden overigens ook nog eens geblokkeerd door de Engelsen. Vanwege het monopolie op producten als koffie, thee en cacao en de handel met Zuid-Amerika werd Engeland alles behalve economisch geruïneerd. De maatregel van de Fransen trof juist andere landen (vooral landen die graan exporteerden) die daardoor in een later stadium de banden met het Continentaal Stelsel, en dus Frankrijk, verbraken. De vierde coalitieoorlog (1806-1807 tegen Pruisen, Saksen en Rusland) was de succesvolste voor Napoleon. Onder druk van zijn bevolking had de Pruisische koning de oorlog verklaard aan Frankrijk (Pruisen eiste het gebied links van de Rijn). De slagen bij Jena en Auerstedt en uiteindelijk Friedland (1807) betekende het einde voor Pruisen, dat economisch en militair failliet ging. In de vergadering in Erfurt bereikte Napoleon het gewenste verbond met Rusland, dat Frankrijk in de rug zou moeten dekken tegen Oostenrijk. Rusland mocht in ruil voor die steun zijn gebied uitbreiden (Finland en Moldau wallechei in het Donaugebied). De eerste zwakheden in Napoleons rijk begonnen zich echter te tonen in de vrijheidsoorlog van Spanje.

Hoofdstuk VIII

De val van Keizer Napoleon I

Toen Rusland in 1811 uit de continentale blokkade stapte, leidde dit tot een bloedige oorlog. De veldtocht naar Rusland werd echter een afgang voor Napoleon. De veldtocht in 1812 ging gepaard met de ineenstorting van de Grand Armée. Het Grote leger van Napoleon kon toch verliezen! Overal in Europa laaide nationaal verzet op. Pruisen verklaarde de oorlog (opnieuw onder druk van de bevolking) aan Frankrijk. Na hun bondgenoot Rusland sloten ook Zweden, Engeland en Oostenrijk aan bij de vijfde coalitie. Na aanvankelijk wat kleine successen behaald te hebben in de lente sloeg het noodlot voor Napoleon toe in oktober 1813. In de Volkerenslag bij Leipzig werd Napoleon door Russen, Pruisen en Oostenrijkers vernietigend verslagen. Het Napoleontische systeem stortte in, Napels werd verloren en de Rijnbond werd opgeheven Dit was de beslissende ommekeer. Er volgde een opmars naar Parijs. Met Alexander I aan kop trokken de geallieerden in maart 1814 met een indrukwekkende stoet de Franse hoofdstad in. Het leger dwong Napoleon af te treden. Hij verkreeg Elba als vorstendom en gedwongen verblijfplaats. De eerste Parijse vrede (mei 1814), waardoor het vorstenhuis van de Bourbons onder leiding van Lodewijk XVIII hersteld werd (Lodewijk XVII, zoon van Lodewijk XVI, werd niet erkend omdat, zo zei men, hij in de gevangenis dood was gegaan, Lodewijk XVIII was een broer van Lodewijk XVI), vormde een voorlopig einde aan de bevrijdingsoorlogen. Napoleon vluchte uit Elba, terwijl hij met een klein leger (dat hij mee had gekregen naar Elba) naar Parijs marcheerde kwam er steeds meer aanhang. Toen Napoleon aankwam in Parijs werd hij gezien als een grote held. Napoleon kwam weer aan de macht en beloofde het volk weer net zo machtig te worden als eerst. Hij veroverde de Franse stukken terug die Napoleon had verloren. En marcheerde verder. Tot bij Waterloo. Daar verloor hij van Wellington en Blücher. Het was een moeilijke strijd, want het had geregend en de aarde was modder geworden. Daardoor konden de kanonnen niet vooruit. Hij was aan de winnende hand tegen Wellington, maar toen kwam Blücher aan (die ook vertraging had door de modder) en ze versloegen Napoleon. Waarschijnlijk had Napoleon gewonnen als hij ’s ochtends zou hebben aangevallen, maar doordat hij ’s middags aanviel verloor hij. Napoleon had toen 100 dagen de macht gehad (van 20 maart tot 22 juni 1815). Na Waterloo werden de landen die Napoleon weer had veroverd bevrijd. Napoleon werd naar St. Hélena verbannen, het was de definitieve nederlaag van Napoleon I. Hij was wel zo slim om op een Engelse boot naar Hélena te gaan, want Blücher wilde hem graag neerschieten. Toen hij aankwam wist hij meteen dat hij hier niet kon ontsnappen. Napoleon stierf op 5 mei 1821 op een leeftijd van 52 jaar. Napoleon is later herbegraven in Parijs.

Hoofdstuk IX

Bronnen

Waterloo – Philip Sauvain

Napoleon – Bernard Coppens

De Franse Revolutie – Hervé Luxardo

http://www.huiswerk.scholieren.com

REACTIES

L.

L.

THANXXX

21 jaar geleden

M.

M.

hoi daan
goed werkstuk dat je hebt gemaakt. ik wil mijn werkstuk ook over napoleon doen maar ik kan geen informatie op internet vinden die niet zo moeilijk is. welke boeken en op welke site heb jij informatie gevonden? alvast bedankt.

groetjes marleen

21 jaar geleden

E.

E.

erg bedankt...door jou heb ik een 8.5!!!!

20 jaar geleden

K.

K.

hoi Daan
ik vind het een interresand onderwerp en een goed werkstuk ikdoe mijn werkstuk over napoleon.
dat moet ik over 3 weken inleveren 26 maart.

ik heb er veel aan gehad.
groetjes kelly

20 jaar geleden

H.

H.

jongen ga zo door je bent echt goed bezig ik wed dat je vwo hebt en wat was dat voor lettertype

20 jaar geleden

L.

L.

heey!
ik heb je werkstuk van het internet gehaald en in eigen woorden gezet en ik wou je even bedanken want ik heb een 9,5 gehaalt!
heel erg bedankt en ik hoop dat je het nie erg vind dat ik je werkstuk heb gebruikt.
doei!

19 jaar geleden

D.

D.

leuk werkstuk!!

17 jaar geleden

K.

K.

ik snap het niet het is stomm

12 jaar geleden

J.

J.

he daan dankje door jou heb ik een ONVOLDOENDE !
en ik heb alles van jou gepakt SUKEL!

12 jaar geleden

S.

S.

Heb je het wel iets anders gemaakt? Anders zien ze het als plagiaat en krijd je een onvoldoende!!

Dan moet je niet boos worden op Daan!

10 jaar geleden

I.

I.

snap niet dat je dit allemaal uit je hoofd hebt kunnen leren tis zo ont-zet-tend veel

10 jaar geleden

J.

J.

Ik ben pas bij mijn eerste hoofdstuk van mijn werkstuk maar ik heb al heel veel goeie informatie, dankje!

10 jaar geleden

S.

S.

mooi werkstuk daan maar gebruik beetje minder moeilijke woorden.

9 jaar geleden

G.

G.

mooi gemaakt

8 jaar geleden

L.

L.

ja het is goed alleen een beetje meer vertellen over de sfeer enzo en er staan veel moeilijke woorden in

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.