SETI-project

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 3237 woorden
  • 5 juli 2001
  • 64 keer beoordeeld
Cijfer 8
64 keer beoordeeld

Inleiding

Al duizenden jaren wilt de mens antwoorden op vele vragen over ons bestaan. Men heeft al millennia lang gezocht naar antwoorden onder de term ‘wetenschappelijk onderzoek.’ En hoe meer we met dit onderzoek bezig zijn, hoe meer vragen we krijgen, maar gelukkig ook hoe meer antwoorden we hebben. Zo kwamen we erachter dat de wereld niet plat was, en alles is opgebouwd uit atomen. Maar echte bevredigende antwoorden op de vragen ‘Waarom zijn wij hier’ en ‘Hoe kwamen wij hier’ zullen we voorlopig niet vinden. Daarom zoeken we nog steeds door. Dichtbij; dieren, stoffen en de aarde, en verder weg; in het heelal, naar sporen van het begin en een eventueel buitenaards intelligent bestaan. Op 5 juli 1947 kwam het onderwerp buitenaards leven veel ter sprake nadat er vreemde voorvallen plaatsvonden in Roswell, V.S. Er zou daar een schotel zijn neergestort met vier aliens aan boord. Vervolgens zou de Amerikaanse regering er een doofpotaffaire van hebben geprobeerd te maken, maar dit lijkt niet echt gelukt, omdat dit één van de bekendste voorvallen ter wereld is geworden. Sindsdien komen UFO’s en ontvoeringen veel in de media, en wordt er erg veel aandacht aan geschonken. Men wil weten wat er nu echt is gebeurd bij Roswell, of die ontvoeringen wel echt zijn (uit een recent onderzoek zou meer dan 15 procent van alle Amerikanen zijn ontvoerd), wat al die vreemde lichten in de lucht zijn die vaak worden waargenomen en natuurlijk: ZIJN WE ALLEEN???

SETI

Het Search for Extra Terrestrial Intelligence-instituut (zoek naar buitenaardse intelligentie), afgekort met SETI, is opgericht in de lente van 1960. Het idee kwam van 2 natuurkundigen die geloofden dat het zoeken naar leven op andere planeten het beste kon worden gedaan door naar radiosignalen te zoeken. De afstanden tussen de sterren zijn zo groot, dat reizen met onze huidige techniek onmogelijk is. Ook al zouden we na jaren technologisch onderzoek met de snelheid van het licht kunnen reizen, dan kost een reis nog steeds jaren, of zelfs eeuwen. Daarom zou een zoektocht op deze manier het meest voor de hand liggen. De eerste zoektocht startte op 8 April 1960 geleid door Dr. Frank Drake, huidige directeur van het SETI-instituut. Onder de naam project Ozma zocht deze jonge astronoom met een 25 meter brede schotel naar 2 zonachtige sterren, niet al te ver van de Aarde gelegen. Ook al heeft deze man niks gevonden, de aandacht wist hij wel van vele andere geleerden te trekken, die zo zelf ook projecten opzetten en het heelal afzochten. Het SETI-instituut werd geboren. Niet als klopjacht op UFO’s, maar als zoektocht naar buitenaardse levensvormen, hetzij door naar berichten te zoeken, hetzij een buitenaardse communicatie op te vangen met behulp van radiosignaal.

Searching, please hold...

Het SETI-instituut heeft inmiddels meer dan 60 projecten geleid, te scheiden door 2 verschillende manieren van zoeken. De eerste is een zoektocht, Targeted Search genaamd, die gericht zoekt. De gebruikte telescopen / schotelantennes worden op sterren gericht, waarvan de kans dat er eventueel leven is, groot is, doordat de ster (zon) op die van ons lijkt. Ook liggen de sterren die onderzocht worden dicht in de buurt. Deze sterren worden dan nauwkeurig onderzocht op zowel sterke als zwakke signalen. Onder andere het eerste SETI-project Ozma heeft met deze methode gewerkt. Als 2e is er het Sky Survey. Hierbij tast een groot netwerk van ontvangers willekeurig de hemel af. Dit is dus veel minder nauwkeurig, maar heeft een veel groter bereik. Ook sterren die veel verder weg zijn, kunnen zo ook worden afgezocht. Onder andere het SETI@home-project, wat een paar bladzijden verder wordt behandeld, gebruikt deze manier van zoeken.

...naar wat??

Het SETI-instituut heeft voor al het onderzoek natuurlijk geld nodig, 20 tot 30 miljoen dollar per jaar om precies te zijn. Dit geld krijgen ze deels van het Amerikaanse ruimteprogramma NASA, deels van andere organisaties en bedrijven en van particulieren. Maar een zoektocht naar buitenaards leven klinkt voor velen ongeloofwaardig in de oren en dus is het moeilijk om sponsors te vinden. Daarom moest er wat meer onderzoek worden gedaan naar de kans een signaal te ontvangen van buitenaardse intelligentie. Dr. Drake kwam daarom met de volgende formule, de ‘Drake Equation’ genaamd: N = R * x f p x n e x f l x f i x f c x L, waarin: · N het aantal beschavingen is in staat te communiceren over grote afstand, tussen verschillende sterrenstelsels in de Melkweg, · R* het gemiddelde aantal planeten per ster is, · Fp het gedeelte van de sterren met zonnenstelsels is, · Ne het gemiddeld aantal planeten in elk planetenstelsel dat geschikt is voor het ontstaan en evolueren van leven, · F1 het gedeelte van de planeten is waar zich werkelijk leven kan ontwikkelen, · Fi het gedeelte van de planeten met leven is waarop zich intelligent leven heeft ontwikkeld, · Fc het gedeelte van de planeten met intelligent leven is waarop zich een beschaving kan ontwikkelen die in staat is over de al eerder genoemde afstanden te communiceren, · L de duur is dat een beschaving bestaat (dinosauriërs bijv. werden uitgeroeid, dit kan ook met ons gebeuren of met een buitenaardse levensvorm). Simpel vertaald en uitgerekend betekend dat, dat er een kans is van rond de 40 planeten met een beschaving, in staat met ons te communiceren in de Melkweg. 40 Planeten, dat is niet weinig. Dus het probleem zit hem dan vooral in hoe we contact moeten krijgen. Als een buitenaardse beschaving een signaal uitzendt, dan moeten wij maar net luisteren, want voor hetzelfde geld zou een signaal 100 jaar geleden Aarde bereikt hebben, een periode in evolutie die ontzettend klein is, een periode die voor onze beschaving erg groot is. De beschaving hoeft niet automatisch net zo ontwikkeld te zijn als wij, maar bijvoorbeeld veel ouder, en dus ontwikkelder. Ook moeten wij maar net de juiste richting afluisteren en op de juiste frequentie. En omdat het computers zijn die de ontvangen radiogeluiden ontvangen en analyseren, moet onze techniek ook maar net zo zijn, dat onze computers een signaal herkennen. Het signaal moet dus regelmatig, monotoon en sterk genoeg zijn. De conclusie luidt dan: Proberen te vinden is misschien wel de moeite waard, maar de kans dat we op deze manier iets vinden is helaas toch niet zo groot. Gelukkig ontwikkeld onze technologie razendsnel, waardoor we steeds zwakere signalen kunnen waarnemen en we steeds meer frequenties (1 in 1960 op 1420 Mhz, meer dan 1 miljard nu tussen 1 en 10 Ghz.) tegelijk kunnen afzoeken. Daarom word de kans dat we iets vinden steeds groter. Zo is de kans dat we nu iets vinden miljarden keren groter dan in de tijd van het Ozma-project.

Met wat?

In 1974 werd de Arecibo telescoop officieel geopend in Puerto Rico, Midden-Amerika. Deze telescoop is de grootste ter wereld en wordt onder andere gebruikt voor SETI-projecten. Deze telescoop / antenne heeft een diameter van 330 meter en ligt in de grond. Met een zeer gevoelige ontvanger, tientallen meters daarboven is dit een van de drie gevoeligste schotels ter wereld. Door de enorme afmetingen is het niet mogelijk de ontvanger te richten op een deel van het heelal, wat bij andere schotels wel kan. Het enige wat kan worden gedaan is wachten totdat de wereld met daarop de schotel zodanig is gedraaid en op een punt is gericht, dat het er kan ontvangen. Deze schotel wordt ook voor vele andere onderzoeksdoeleinden gebruikt. Ook vele andere schotels en andere antennes hebben de taak te zoeken voor SETI. De twee andere grootste antennes / schotles ter wereld zijn te vinden in West Virginia, V.S. en in Australië. Overal ter wereld staan schotels die met elkaar een krachtig netwerk vormen en zo zoeken. Daarnaast zijn er ook veel communicatieschotels die contact hebben met satellie- ten. Deze schotels bleken naast hun taak ook geschikt te zijn het heelal af te zoeken. Zo zijn er bij elkaar 1000-en schotels, aangestuurd door een hoofdcentrale in Mountain View, Californie, V.S. En dit enorme netwerk wordt met de week groter en geavanceerder wat de zoektocht alleen maar ten goede komt. Het werkt alsvolgt: Een signaal, hetzij ruis, hetzij een buitenaardse transmissie, wordt opgevangen en vervolgens naar de krachtigste computers die op Aarde bestaan gestuurd. Deze kijken naar hoge signaalpieken op vele frequenties. Ook worden er nog meer filters op gezet. Het luisteren met het menselijk oor zou geen doen zijn, er zou simpelweg te veel zijn om af te luisteren. De hele tijd wordt er ruis ontvangen. De hemel is niet stil namelijk. Dit is een moeilijke opgave voor alle computers. Want het is te vergelijken met het luisteren naar een fluitje naast een denderende waterval. De zoek blijft naast andere factoren toch vooral een kwestie van technologie. Niettemin is wat we nu al doen een hele prestatie.

Al iets ontvangen?

Er zijn meerdere signalen ontvangen die extreem sterk waren. Maar omdat dit nog in de tijd was dat de schotels niet met elkaar in verbinding stonden, en het systeem vlak na ontvangst geen check kon doen vanaf de andere kant van de Aarde, is het nooit bewezen dat deze signalen van buitenaardse afkomst zijn. Een check moet binnen 20 minuten worden gedaan, omdat door gassen en het steeds bewegende heelal het signaal zou kunnen stoppen. Is er voor deze tijd op een andere plek op Aarde een bevestiging, dan kan worden bekeken of het betreffende signaal daadwerkelijk buitenaards is. Het bekendste ontvangen signaal is het WOW-signaal. Op 15 augustus 1977 werd door de Big Ear-radiotelescoop een extreem sterk signaal ontvangen tijdens een routine onderzoek. Jerry Ehman, die dit project leidde en de uitdraai van ontvangsten zag, zette verontsteld bij de piek in de kantlijn ‘wow’. Al 20 jaar word uitgezocht waar het signaal vandaan kwam. Zo zijn er meer van dit soort ontvangsten geweest, die maar weinig zeggen. Een mogelijk signaal dat bedoeld is voor communicatie zou in een taal moeten zijn die iedereen spreken kan, van welke planeet dan ook, en dat is uiteraard geen Engels, Nederlands, Spaans, of welke taal dan ook van onze planeet. De talen die wel in aanmerking komen zijn Wiskunde en Natuurkunde en eventueel Scheikunde, omdat deze ook op andere planeten zonder voorkennis te ontwikkelen zijn. Eentjes en Nulletjes zullen gebruikt worden om plaatjes te coderen. Maar wat ook interessant is, is of we zelf signalen geven. Ja en Nee. SETI doet dat officieel niet, maar wij wel. De hele tijd vinden er uitzendingen van radar, radio, TV, telefoongesprekken, internet e.d. plaats. Dit lekt allemaal de ruimte in. Dit zenden doen we al meer dan 50 jaar, dat betekend dat de zonachtige sterren die binnen een bereik van 50 lichtjaren liggen onze signalen al hebben kunnen ontvangen. Dit zijn er ongeveer 1000. Hoewel dit signaal voor hun erg zwak is, zouden zij het kunnen ontvangen en beantwoorden. Maar voor het zover is, gaan er zeker weer jaren voorbij door de enorme afstanden tussen de sterren. Wel wordt er in elke satelliet die een planeet langsvliegt om te onderzoeken, en vervolgens doorvliegt, omdat het geen ander nut heeft, voorzien van chips, die een boodschap bevatten voor eventuele buitenaardse ontmoetingen. Ook heeft de Arecibo-telescoop eenmalig een boodschap gestuurd (zie plaatje). Dit is de enige niet-commerciele zending van een dergelijk signaal. Het signaal bestaat uit 1en en 0en en is erg simpel. Van boven naar beneden wordt uitgelegd: de cijfers 1 tot en met 10, een beschrijving van waterstof en carbonaat, een DNA omschrijving, het uiterlijk van een mens, de wereldpopulatie (dat op dat moment 3,8 miljard mensen was), de gemiddelde lengte van de mens, de Arecibo-schotel en een routebeschrijving naar onze Aarde. Het signaal werd verstuurd ter viering van de opening van de Arecibo-telescoop door Dr. Drake. Het signaal duurde maar drie minuten en werd verstuurd naar de Hercules Globular Ster, hier 25 000 lichtjaren vandaan. De kans dat dit aankomt is erg klein en een eventueel antwoord zou 2 x 25 000 jaar = 50 000 jaar vanaf nu aankomen op Aarde. Niet de moeite waard dus. Tijdens de zending die in pulsen ging (voor 1 een toon, hier gekleurd, voor 0 geen toon, hier zwart), waren erg veel wetenschappers aan het luisteren, die het een emotioneel moment vonden.

Haha, gevonden! Wat nu?

Zodra er een mogelijk buitenaards signaal wordt ontvangen, wordt dit zo snel mogelijk nagecheckt. Als het signaal vanuit een andere hoek wordt ontvangen kan het beginpunt worden bevestigd. Zo weten we zeker dat het signaal van ver komt, en dat het niet een verdwaald signaal is, van een zending van Aarde, een voorval dat zeker eens per maand plaatsvindt. Alles wordt geregistreerd, dus mocht de bron van de zending wegvallen, de boodschap gaat niet verloren. Maar is het een signaal, dat geen ruis is, ver vanuit de ruimte, dan worden er honderden wetenschappers opgeroepen die kijken wat het betreft. Ook word de secretaris-generaal van de VN gewaarschuwd. Dan wilt men zo snel mogelijk het Aardse volk inlichten over de ontdekking via wetenschappelijke media en de openbare media als TV, radio en internet. Men probeert in ieder geval doofpotaffaires te vermeiden.

En vandaag?

Vandaag de dag lopen er vier projecten, geleid door SETI. Veel projecten in het verleden zijn uitgevoerd namens een universiteit om de kosten te dekken, en omdat het goede leerstof is. Ook nu is er hulp van meerdere universiteiten. De projecten van vandaag zijn Serendip North en Serendip South. Beide zijn hetzelfde, maar zoals de naam al luidt, de ene speurt de lucht boven het noordelijk halfrond af, de andere speurt de zuidelijke hemel af. De Serendip projecten zijn zoektochten die gebruik maken van een netwerk van de grootste schotels ter wereld en de hemel zo afzoeken op signalen. Ook is er het Optical SETI-project. In plaats van op zoek te gaan naar Radiosignalen, zoekt men hier naar mogelijke beelden door de sterkste telescopen ter wereld. Deze zoektocht gaat duizenden sterren af. Dan is er ook het SETI@home–project. Men zoekt van 1999 tot ongeveer 2002 met de Arecibo-receiver het heelal af, categoriseert de informatie en stuurt de informatiepakketjes per internet naar particulieren die thuis hun computer de data laten analyseren.

SETI@Home

Seti@home is dus een project dat startte in mei 1999. Gemiddeld eens per maand wordt er iets ontvangen, maar dit blijkt bijna altijd een overvliegende satelliet te zijn. En omdat er steeds meer koelkasten komen, radars, magnetrons, radio- en Tv-zenders en overige communicatie, ontvangen de schotels steeds meer storing. Een zoektocht wordt op deze manier steeds ingewikkelder, en op een gegeven moment zelfs onmogelijk. Daarom is het belangrijk dat we de hemel nog minimaal een keer afspeuren, want hoe langer we wachten, hoe onmogelijker het wordt. Daarom is dit project ontworpen. En omdat het kostensparend zou zijn, en om meer bekendheid te krijgen, bedachten de computerwetenschappers een manier waarmee ieder persoon op Aarde met een internetaansluiting mee kan helpen te zoeken. Als geinteresseerde kan men gratis een screensaverprogrammatje downloaden bij http://setiathome.ssl.berkeley.edu/. De Arecibo-receiver in Puerto Rico registreert twee jaar lang de binnenkomende data, die wordt opgesplitst in stukjes van 117 seconden. Deze gedigitaliseerde stukjes data worden opgehaald door dat programma wat het vervolgens gaat analyseren. De analyse duurt een stuk langer dan dat het zou worden geanalyseerd door een speciale computer, omdat deze niet voor deze taak zijn gebouwd. Een analyse duurt gemiddeld 17,5 uur. Hierin wordt het signaal op hoge signaalpieken gecontroleerd. Vervolgens wordt er een hoop met de data gerekend. Zo wordt er ook met verschillende Doppler-effecten-filters naar hoge pieken gekeken. Doppler is het verschijnsel dat optreedt als bijvoorbeeld een ambulance voorbijrijdt en het geluid wordt vervormd. Door de draaiing van de Aarde, ons zonnestelsel en dat van hun, treedt er hetzelfde effect op, ook al gaat het hier om radiotransmissies. Na deze analyse wordt de uitslag automatisch weer terug naar SETI opgestuurd en wordt het volgende pakketje binnengehaald. Zo zijn er op het moment al meer dan 3 miljoen mensen die dit programmatje thuis geïnstalleerd hebben staan. Als SETI een hoge score binnenkrijgt, wordt deze gelijk automatisch door hun computers geverifieerd. Blijft de hoge score, dan gaat het normale actieplan van start. SETI@home is een veelbesproken onderwerp omdat het iedereen er zo in betrekt. Je kunt nu zonder al te veel moeite zelf meehelpen met zoeken, en dat vinden veel mensen een grote uitdaging. Want wie weet vind jouw computer wel een buitenaardse levensvorm. Voorlopig wordt er nog hard doorgezocht.

En later??

Tegenwoordig leidt Dr. Frank Drake het huidige SETI-Instituut. Tot nog toe zijn er geen harde bewijzen van buitenaardse beschavingen gevonden. Het SETI-Instituut heeft altijd een harde strijd moeten vechten om voldoende subsidiering. Deze strijd is al een stuk verminderd door de komst van SETI@home, die miljoenen mensen intensief bij hun zoek betrekt. Met deze stijging in populariteit van SETI is het verkrijgen van een budget minder moeilijk. Dit geld is altijd welkom, want met hoe meer geld, hoe meer onderzoeken er kunnen worden gesubsidieerd en vooral hoe beter de toegepaste zoektechnologie is. Want hoe meer er kan worden afgezocht, hoe meer kans er zal zijn iets te vinden. In ieder geval is de technische ontwikkeling van groot belang, zo is er in een periode van 40 jaar een kansvergoting op een vondst van wel meer dan 1 miljard. Deze ontwikkelingen zullen aan blijven houden. Wie weet waarmee we later zoeken.

Conclusie

Al meer dan 40 jaar zoeken we. Tot nu toe geen resultaat. Dit heeft ons al miljoenen dollars gekost. Is dat de moeite waard? Volgens velen wel, want de ontdekking dat we niet alleen zijn, wordt door velen gezien als de grootste ontdekking ooit. Daarom blijft dit onderzoek doorgaan. Helaas gaat deze zoektocht steeds moeilijker worden, veroorzaakt door onszelf, waardoor onderzoek in de toekomst met deze ontwikkelingen misschien zelfs onmogelijk wordt. Dit is de reden dat we zo gehaast zoeken, want een verhuizing naar een plek weg van de Aarde om daar te zoeken, zonder de Aardse storing, zou heel veel geld kosten. Het SETI-istituut spreekt velen tot de verbeelding. Al vele boeken en films zijn over deze zoektocht gemaakt. Veel mensen vinden het leuk om mee te kunnen doen in de zoektocht. Maar de zoek blijft meer een kwestie van onze technologie, geld en tijd, niet interesse. Hebben wij wel de juiste apparatuur en luisteren we wel in de juiste eeuw naar de hemel? Een positieve uitslag van een SETI-project blijft ons enige echte antwoord.

Verklarende woordenlijst

Er zijn enkele termen in dit verslag gebruikt, die nog wel even nader kunnen worden omschreven. Hier volgen ze: · Aliens Vertaald uit Engels: Vremdelingen. Hiermee worden de buitenaardsen bedoeld. · Data Gegevens · Doofpotaffaire Als een zaak een gevaar dreigt te worden, of als men gewoon iets wilt verzwijgen, noemt men dit een doofpotaffaire. Bewijzen worden goed opgeslagen of zelfs vernietigd, zodat niet al te veel mensen er over te weten komen. Ontkenning van alles volgt. Doofpotaffaires zijn meestal door regeringen, maar ook andere instellingen worden ervan beschuldigd deze te hebben. · Frequentie Een deel van het signaal dat je afluistert. Zo kun je bijvoorbeeld een FM-radio op 100 Mhz afstellen en zender A ontvangen, zo kun je hem ook op 101 Mhz afstellen, en dan hoor je zender B. Zo zijn er heel veel mogelijkheden, ook die niet binnen het bereik van de FM-radio zitten. Wil je dus een goed beeld van alle signalen, dan zit er niks anders op dan om alle frequenties af te luisteren. Frequenties worden altijd in hz gegeven. · Transmissie (Gegevens)overdracht

Bronnen

De geputte informatie voor dit verslaf is afkomstig uit de volgende bronnen: http://seti.uws.edu.au/ http://setiathome.ssl.berkeley.edu/ http://www.alienwar.com/ http://www.naic.edu/ http://www.nasa.gov/ http://space.aparecida.net/ http://www.planetary.org/ http://www.scholieren.com/ http://www.seti.org/ http://www.seti-inst.edu/ X-Factor, uitgeverij Marshall Cavendish
UFO’s, uitgeverij Corona

REACTIES

I.

I.

Oh, wat goed!!!!!!!1 Ik had er zoveel aan!!!!
Doei, en nog kusjes he!!!!
-XXXX-
Ikke.

22 jaar geleden

P.

P.

mooie werkstuk

22 jaar geleden

A.

A.

slecht spelling

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.