VOORWOORD Ik heb dit werkstuk gemaakt omdat we voor Levensbeschouwing een werkstuk over Hindoeïsme moesten maken. Bij het maken van het werkstuk heb ik enkel mijn aantekeningen gebruikt. Op school kreeg je namelijk elke les de opdracht om aantekeningen te maken van wat de leraar vertelde. Ik heb telkens hard geschreven, en geloof me, dat heeft voor aardig wat kramp in mijn vingers gezorgd. Maar ik ben dankbaar voor mijn aantekeningen, want ik heb veel aan ze gehad. De plaatjes heb ik “op gegoogled” en de achtergronden heb ik ook zo gemaakt. De voorkant heb ik gemaakt op een speciaal computerprogramma dat Paint Shop Pro 8 heet, en het is een soort combinatie geworden van Internetplaatjes en mijn eigen creaties. Ik ben de 2e week nadat we het werkstuk hadden opgekregen begonnen aan het maken van mijn werkstuk. Eerder kon niet, omdat we nogal veel ander werk hadden. Ik heb elk weekend eraan gewerkt, en als het kon ook doordeweeks. In dit werkstuk komen de volgende vragen aan bod:
Hoe is het Hindoeïsme ontstaan? Wat is het Kastenstelsel? Waar geloven Hindoes in? Wat doen Hindoes voor hun geloof? Wat gebeurt er in de mandir? Wie was Mahatma Gandhi?
Dit was de inleiding, veel plezier en succes (want het is een beetje lang geworden) met het lezen van mijn werkstuk.
GESCHIEDENIS HINDOEÏSME
Ontstaan
Rond 3000 jaar voor Christus is het Hindoeïsme in Noord-India ontstaan, bij de rivier de Indus om precies te zijn.
Het is de oudste godsdienst van de wereld.
Er is geen stichter van het Hindoeïsme, zoals dat wel het geval is bij bijvoorbeeld het christendom.
Het Hindoeïsme is ontstaan uit verschillende culturen uit India.
Er werden in die tijd heel veel goden aanbeden, want iedereen geloofde dat goden voor alles zorgden.
Het aanbidden van goden was heel belangrijk.
Mensen brachten offers aan goden, want dat was hun manier om met hun goden te praten.
Hoe beter het offer, hoe beter de goden voor je zouden zorgen.
Het Hindoeïsme heeft zich langzaam ontwikkeld, dat komt doordat India een lange tijd erg op zichzelf was.
Daardoor konden buitenlanders het geloof niet meenemen naar een andere plek.
De godsdienst had en heeft een hele hoge beschaving.
Dat weten we omdat er in 1924 een oude stad is opgegraven in India, met de naam: Mohenojo Dona, en de archeologen zagen dat de stad dus een hoge beschaving had.
In, ongeveer, 1500 voor Christus trokken Aziaten Noord-India in.
De Aziaten en de inwoners van Mohenojo Dona mengden zich en daaruit ontstond het Hindoeïsme.
Hindoeïsme in Suriname In 1850 werd in Zuid-Amerika de slavernij afgeschaft. Daarvoor werden Afrikanen gebruikt op katoen, cacao en andere plantages. Nu in Zuid-Amerika slavernij verboden was, hadden de eigenaren van de plantages een probleem, want nu hadden ze niet genoeg werkers meer. Ze gingen met schepen naar Azië om daar werknemers vandaan te halen. De schepen kwamen bij India en ze vertelden de burgers dat ze een rijk, goed leven zouden krijgen als ze in Suriname zouden komen werken. Veel Hindoes gingen mee, en ze tekenden een contract voor 3 of 5 jaar. De schepen brachten de werknemers, en daarmee ook het Hindoeïsme naar Suriname. Veel Hindoes leefden van landbouw en waren toen arm, dus de meeste gingen vrijwillig mee maar sommigen werden gedwongen. Ze zaten wel 3 maanden op zee, en in 1873 kwamen ze aan in Paramaribo. Vanuit Paramaribo werden ze verspreidt over de plantages. Hindoes kregen namelijk na een tijdje heimee naar India, en ze oefenden daarom hun cultuur uit in Suriname. Toen hun contract afgelopen was, bleven veel Hindoes in het land wonen. En zo kwam het Hindoeïsme in Suriname.
Hindoes in Suriname
Hindoeïsme in Nederland
In 1975 werd Suriname onafhankelijk.
Ze waren geen deel meer van Nederland.
De Hindoes vonden dat vreselijk, want ze hadden altijd prettig kunnen leven onder leiding van Nederland.
Ze trokken daarom per schip naar Nederland toe, en daarom zijn er in Nederland nu nog veel Hindoes te vinden.
De Hindoes werden opgevangen op Schiphol, en als je geluk had, dan had je binnen 6 maanden een eigen huis.
Hindoes in Nederland
India info. India is 100x zo groot als Nederland. De hoofdstad is Delphi. Het land is overbevolkt. Veel mensen wonen op straat, en zijn erg arm.
Het Hindoeïsme is dus ontstaan rond 3000 voor Christus. Er is geen stichter. Het Hindoeïsme is ontstaan uit verschillende culturen uit India en uit de Aziaten en de inwoners van Mohenojo Dona. In 1850 werd de slavernij in Zuid-Amerika afgeschaft, waardoor de plantage-eigenaren nieuwe werkkrachten moesten halen uit India. Daardoor kwam het Hindoeïsme in Suriname. Hindoes kwamen in 1873 aan in Suriname. In 1975 is Suriname onafhankelijk geworden, en de Hindoes vonden dat zó erg dat ze allemaal naar Nederland trokken, want ze vonden dat ze onder hun leiding beter konden leven.
KASTES Een Kaste is een bevolkingsgroep waar je in geboren wordt en waarin men zijn hele leven blijft. Als je trouw je plichten doet als Hindoe dan zal je in een volgend leven in een hogere Kaste geboren worden. Tegenwoordig heeft het Hindoeïsme ongeveer 3000 verschillende Kasten en veel mensen maken deel uit van de laagste Kaste. De hoogste Kaste heeft vooral de economische macht in handen. Vroeger werden priesters, ofwel Brahmanen, aangesteld om offers uit te voeren. De Brahmanen kregen steeds meer macht, en toen is het Kastenstelsel ontstaan:
1. De Brahmanen
2. Vorsten en ridders
3. Boeren en handelslieden.
4. Arbeiders en slaven.
5. Paria’s ofwel onaanraakbaren, mensen die eigenlijk nergens bijhoren.
In 1952 is het Kastensysteem officieel afgeschaft, maar op het platteland wordt het nog steeds gebruikt. Hindoes geloven in reïncarnatie (telkens opnieuw geboren worden), en de manier waarop je geleefd had bepaalde in welke kaste je terecht kwam. Uiteindelijk zou je in de hoogste Kaste terecht komen, als Brahmaan, en als je daarna doodging na een goed leven, dan zou je in een soort van hemel (Nirvana) terecht komen.
Het Kastenstelsel is dus een bevolkingsgroep waarin men zijn hele leven blijft.
Brahmanen zijn priesters die aangesteld zijn om offers te brengen.
Paria’s zijn mensen die in geen enkele kaste thuishoren en Brahmanen horen in de hoogste Kaste thuis.Als Brahmanen doodgaan, komen ze terecht in een soort van Hemel, genaamd
Nirvana.
WAAR GELOVEN HINDOES IN? In het Hindoeïsme zijn er ongeveer 330 miljoen goden. Iedere Hindoe beleefd zijn geloof op zijn eigen manier. Er zijn bijna net zoveel goden als Hindoes! Maar eigenlijk is er maar één god voor de Hindoes: Brahma. Hindoes geloven dat Brahma in verschillende verschijningen voorkomt, de andere 330 miljoen goden dus, die verwijzen allemaal naar Brahma.
Brahma. Brahma is de schepper van alles ofwel het oerbegin. Er bestaan geen afbeeldingen of voorstellingen van Brahma.
Vishnu. Vishnu is de onderhouder van de schepping. Hij houdt alles in evenwicht.
Shiva. Shiva wordt ook wel de dansende god genoemd. Hij is de vernietiger van de schepping. (door iets te vernietigen wordt er ruimte gemaakt voor nieuw leven) Shiva danst op een demon van kwaad, maar houdt het rad van het leven draaiende.
Lakshmi. Lakshmi is de godin van rijkdom en schoonheid.
Kali. Kali wilt een einde maken aan het kwaad in de wereld.
Krishna. Krishna wordt afgebeeld als herdersjongen.
Kanesha. Kanesha is een god met een olifantenhoofd, het is de god van wijsheid en geluk. Hij is één van de populairste goden.
Rama en Sita. Twee van de populairste goden, vooral populair bij jongeren.
Brahma is de belangrijkste god. Vishnu en Shiva zijn de twee belangrijkste verschijningen van Brahma. De belangrijkste verschijningen van Vishnu zijn Lakshmi (zie achtergrond) , Rama en Sita en Krishna. De belangrijkste verschijningen van Shiva zijn Kali en Kanesha.
In het Hindoeïsme worden veel goden afgebeeld. Deze zijn dus allemaal verschijningen van Brahma. Een Hindoe gelooft in één god die zich in vele gedaantes laat zien. Iedere gedaante heeft te maken met leven, dood, goed en kwaad. Het kwade moet onderdrukt en vernietigd worden, om uiteindelijk het goede boven te krijgen. Hindoes vereren deze gedaantes omdat Brahma overal is, maar onzichtbaar is. Ze hebben afbeeldingen van zijn gedaantes als hulp bij het bidden. (ze moeten iets tastbaars hebben om voor te bidden) Rijdieren van goden (bijvoorbeeld Nandi) worden ook vereerd.
Hindoes hebben dus maar één god, Brahma die ze vereren in vele gedaantes omdat ze iets tastbaars moeten hebben om voor te bidden. Vishnu en Shiva zijn de belangrijkste verschijningen van Brahma.
WAT DOEN HINDOES VOOR HUN GELOOF? Plichten van een Hindoe. 1.Tempel bezoeken. 2. Goden vereren. 3. Offerrituelen uitvoeren. 4. Reinigingsrituelen uitvoeren. 5. Minstens 1 keer in je leven in de Ganges baden.
Als Hindoe ben je vrij om te doen wat je goed vind, als het jou maar helpt om dichter bij het geloof te komen. Als je trouw je plichten als Hindoe doet, zal je in een volgend leven in een Hogere Kaste geboren worden. Hindoes bidden vaak, en gebruiken daar vaak ook een kralenketting bij.
De Ganges. De Ganges is een wasplaats, het is een heilige rivier. Ook de Ganges wordt ook wel gezien als een god. Hindoes sparen hun hele leven om een keer een bedevaart naar de Ganges te maken, om te baden. Er is een heilig moment, en als je dan in de Ganges baadt, dan ben je volkomen gereinigd. Dat heilige moment is eens in de 12 jaar. Water is heilig voor de Hindoes. De Ganges ligt in Varanasi, dat is een heilige plaats voor de Hindoes. Ze geloven dat het water van de Ganges zonden wegwast. Sommige Hindoes hebben thuis een beetje Gangeswater in een flesje. Hindoes die van de ene heilige plaats naar de andere trekken heten Sadoes. Ze leven van aalmoezen.
De ganges
Koeien. Koeien zijn heilig voor Hindoes, niemand mag een koe kwaad doen in India, daar staan boetes en soms zelfs gevangenisstraffen op! Deze dieren zijn zo heilig omdat ze erg nuttig zijn:
1. Het zijn trekdieren, ze helpen op het land. 2. Ze geven melk, inkomsten dus. 3. Ze leveren mest, een brandstof. Hindoes eten dan ook geen rundvlees.
Heilige boeken uit het Hindoeïsme. 1. Veda’s. Veda betekend weten. Veda’s zijn de oudste boeken, geschreven in het Sanskriet, een oude taal van India. Het zijn een soort bijbels. Er staan formules, spreuken en liederen in voor bij de offerrituelen. 2. Upanishad’s. Upanishad’s zijn geschreven in het Hindi. Er staan offervoorschriften en wijze lessen in. 3. Mahabharata. Mahabharata is het langste heldengedicht van de wereld. Het is een verhaal over goden.
De heilige boeken uit het Hindoeïsme worden door de Hindoes nog dagelijks gebruikt omdat de manier waarop de goden omgaan met levensvragen voor Hindoes nog steeds een voorbeeld zijn voor hun eigen handelingen.
Een pagina uit de Veda. 2 Stromingen. Er zijn 2 belangrijke stromingen in het Hindoeïsme. Ten eerste: de Sanatan Dharm ofwel de eeuwige religie. Zij vereren alle incarnaties van Brahma, dus zij vereren alle goden in het Hindoeïsme. Ten tweede: Arya Samaj. Zij zijn tegen het vereren van veel goden en tegen de machtige positie van de Brahmanen. Ze willen de godsdienst weer terug zoals hij ooit was.
Hindoes hebben dus bepaalde plichten die ze moeten vervullen. Ze moeten minstens één keer in hun leven naar de heilige badplaats Varanasi om te baden in de Ganges. Koeien zijn heilig omdat ze nuttig zijn. Hindoes eten geen rundvlees. Er zijn 3 heilige boeken in het Hindoeïsme: de Veda, de Upanishad en Mahabharata. 2 stromingen: Sanathan Dharm, die alle incarnaties van Brahma vereert en Arya Samaj die de godsdienst terug wilt zoals ie was.
IN DE MANDIR In een Hindoetempel (mandir) vinden 2 belangrijke rituelen plaats: Het reinigingsritueel = het besprenkelen van alle aanwezigen met water. Zo worden zij niet alleen lichamelijk gereinigd maar ook geestelijk en kunnen ze zich openstellen voor god. Het offerritueel = er wordt iets geofferd. Uit Brahma of de schepper komt al het leven voort, uit dankbaarheid worden er natuurproducten aan hem geofferd. Hindoes gaan vaak naar de tempel. Ze gaan voor dat ze gaan werken naar de mandir. Dan moeten ze zich eerst reinigen. (om zondes weg te wassen) In veel tempels hebben ze een wasbak maar soms ook een tempelvijver. Er zijn vaak ook godenbeeldjes en bloemen te koop. Tijdens de plechtigheid krijgen de aanwexigen een rode stip op hun voorhoofd. Die stip heet een Varna. Vrouwen en mannen zijn in het Hindoeïsme gelijk. Als de bel wordt geluid wordt er geofferd. In een Mandir branden vaak ook kaarsen. Vuur geeft namelijk reiniging aan, en Hindoes zien het als een verschijning van god. Je doet voor je een Mandir binnengaat je schoenen uit. Schoenen zijn “onrein” dus daarom moeten ze uit. Hindoes in Nederland gaan 1x per week naar de tempel. De pandit (priester) wordt gezien als een schakel tussen mensen en goden. Aan het einde van de ceremonie offert iedereen verse vruchten en bloemen. Sommige beelden krijgen bloemen om en sommige etenswaren worden na de dienst weggehaald en opgegeten door de Hindoes. Priesters verzorgen de tempel en de godenbeelden.
In een Hindoetempel vinden dus 2 belangrijke rituelen plaats: het reinigingsritueel en het offerritueel. Hindoes moeten zich eerst reinigen voor ze een mandir ingaan. Voordat je een mandir in gaat moeten ook je schoenen uit. De pandit wordt gezien als een schakel tussen mensen en goden. Hindoes offeren verse stukken fruit en bloemen aan goden
MAHATMA GANDHI
Gandhi
Mahatma Gandhi werd geboren in 1869.
Hij werd geboren in een kaste van rechters en advocaten.
Gandhi was in zijn jeugd een verlegen jongen.
Hij studeerde rechten en theologie in Londen.
Gandi kwam uit India.
Hij was een Hindoe, en dat wilde hij ook blijven, maar dat was moeilijk in Londen.
Gandhi was slim en was daardoor ook snel klaar met zijn opleiding.
Hij ging terug naar India en trouwde daar.
Afrika
Gandhi kreeg te horen dat er in Afrika een goede advocaat nodig was.
Hij ging met de trein naar Afrika en kwam toen meteen al te weten hoe erg kleurlingen gediscrimineerd werden. (Afrika was toen in handen van de Engelsen)
Gandhi vond dat zo erg dat hij zich ging inzetten om de discriminatie in Afrika op te heffen, en dat is hem ook gelukt.
Hij richtte een gemeenschap op, met de naam Ashram.
In zijn gemeenschap was iedereen gelijk.
Terug naar India
Gandhi ging terug naar India en zag dat daar veel meer discriminatie was.
De bevolking werd uitgebuit door Engeland, waar India toen een kolonie van was.
Ook kwam het door de Kaste-regeling, die toen in India overal invloed op had.
Gandhi protesteerde tegen de Kaste-regeling.
Hij heeft nooit geweld gebruikt in zijn protesten.
Helaas kwam hij op zijn 52e om doordat hij doodgeschoten werd door een fanatieke tegenstander.
Dat was in 1948.
Toch heeft zijn verzet geholpen.
In 1952 is de Kaste-regeling officieel afgeschaft.
Gandhi was een goed mens, en het is jammer dat hij zo vroeg doodging.
Voor veel mensen was hij de ideale wereldleider.
En nog steeds is hij een groot voorbeeld voor velen.
Mahatma Gandhi werd geboren in 1896. Hij studeerde rechten. Gandhi werd advocaat en kwam op voor de gediscrimineerde kleurlingen in Afrika. Hij richtte en gemeenschap op: Ashram. Toen Gandhi terug naar India ging zag hij dat daar nog veel meer discriminatie was. Hij protesteerde zonder geweld tegen de Kaste-regeling. Gandhi werd in 1948 op zijn 52e doodgeschoten door een fanatieke tegenstander. Dankzij zijn verzet is de Kaste-regeling in 1952 afgeschaft.
CONCLUSIE Het Hindoeïsme is ontstaan rond 3000 voor Christus. Er is geen stichter. Het Hindoeïsme is ontstaan uit verschillende culturen uit India en uit de Aziaten en de inwoners van Mohenojo Dona. In 1850 werd de slavernij in Zuid-Amerika afgeschaft, waardoor de plantage-eigenaren nieuwe werkkrachten moesten halen uit India. Daardoor kwam het Hindoeïsme in Suriname. Hindoes kwamen in 1873 aan in Suriname. In 1975 is Suriname onafhankelijk geworden, en de Hindoes vonden dat zó erg dat ze allemaal naar Nederland trokken, want ze vonden dat ze onder hun leiding beter konden leven. Het Kastenstelsel is een bevolkingsgroep waarin men zijn hele leven blijft. Brahmanen zijn priesters die aangesteld zijn om offers te brengen. Paria’s zijn mensen die in geen enkele kaste thuishoren en Brahmanen horen in de hoogste Kaste thuis. Als Brahmanen doodgaan, komen ze terecht in een soort van Hemel, zo geloven de Hindoes, genaamd Nirvana. Hindoes hebben maar één god, Brahma die ze vereren in vele gedaantes omdat ze iets tastbaars moeten hebben om voor te bidden. Vishnu en Shiva zijn de belangrijkste verschijningen van Brahma. Hindoes hebben bepaalde plichten die ze moeten vervullen. Ze moeten minstens één keer in hun leven naar de heilige badplaats Varanasi om te baden in de Ganges. Koeien zijn heilig omdat ze nuttig zijn. Hindoes eten geen rundvlees. Er zijn 3 heilige boeken in het Hindoeïsme: de Veda, de Upanishad en Mahabharata. 2 stromingen: Sanathan Dharm, die alle incarnaties van Brahma vereert en Arya Samaj die de godsdienst terug wilt zoals ie was. In een Hindoetempel vinden 2 belangrijke rituelen plaats: het reinigingsritueel en het offerritueel.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
super goed werkstuk!!
12 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
perfect!!
12 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
ik mis een paar details.
9 jaar geleden
Antwoorden