Vergrijzing
Inleiding Vergrijzing houdt in dat de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt. Nu zou ongeveer 14% van de Nederlandse bevolking ouder zijn dan 65 jaar. Verwachting is dat in 2040 ongeveer 23% van de Nederlandse bevolking ouder zal zijn dan 65 jaar.
Door de vergrijzing van onze samenleving zal het aantal werkende mensen dalen, waardoor ook de belastinginkomsten omlaag gaan. Omdat het aantal gepensioneerden stijgt, nemen de kosten voor gezondheidszorg en pensioenen toe. Omdat deze uit belastinginkomsten betaald worden, zal er op termijn een financieringsprobleem ontstaan. Er zal dus belastingverhoging moeten plaatsvinden om dit op te vangen. Ook zal het aantal werkende mensen moeten stijgen en zal de staatsschuld gereduceerd moeten worden. Vergrijzing brengt allerlei problemen met zich mee, zoals te zien is.
Vergrijzing in Nederland Niet alle provincies vergrijzen in hetzelfde tempo. Dit hangt samen met de leeftijdsopbouw in die regio’s en die is weer een gevolg van de eerdere de huidige en de toekomstige bevolkingsontwikkeling. De provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Noord-Holland, Zuid-Holland, en Limburg telden in 1995 een hoger percentage ouderen dan Nederland gemiddeld. Zeeland was koploper met 16 procent het laagste percentage 65-plussers werd in Flevoland gevonden, negen procent wel te verstaan. .
Het ziet er naar uit dat alle provincies in 2025 een stuk grijzer zullen zijn geworden, zie kaarten 1, 2 en 3. Toch zullen er ook dan nog steeds grote verschillen in de mate van vergrijzing tussen de provincies bestaan. De provincies Groningen, Overijssel, Flevoland, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland zullen minder vergrijsd zijn dan Nederland als geheel, Zeeland heeft dan met 25,1 procent nog steeds het hoogste aandeel 65-plussers en Flevoland het laagste, 19,3 procent. Dat betekent echter niet dat Flevoland nauwelijks vergrijst. Integendeel, de groei van het percentage 65-plussers is nergens anders zo groot, zie kaart 4: het aandeel 65-plussers neemt er met maar liefst 113 procent toe! In Zeeland is dat ‘slechts’ 57 procent. Noord-Brabant neemt na Flevoland de tweede plaats in met een groei van 88 procent, op korte afstand gevolgd door Limburg met 83 procent. Groningen en Noord-Holland vergrijzen het minst snel: 44 procent namelijk. In Nederland totaal neemt de proportie ouderen toe met 61 procent. De provincies die nu een relatief laag percentage ouderen huisvesten, zijn dus bezig met een soort van inhaalslag: in 2025 zal het aandeel 65-plussers daar naar verwachting het gemiddelde niveau van Nederland bereiken of er zelfs iets bovenuit komen.
Oorzaken Vergrijzing kent meerdere oorzaken. Zo is in Nederland de levensverwachting op hoge leeftijd verbeterd door goede medische zorg en onderzoek naar ziektebestrijding. Mensen die nu 65 jaar worden hebben gemiddeld langer te leven dan in het verleden het geval was. Door deze langere levensverwachting op hogere leeftijden neem het aantal ouderen, en vooral het aantal oudere ouderen, met een hoge zorg behoefte, verder toe. Daarnaast heeft de sterke teruggang in het aantal geboorten sinds de tweede helft van de jaren zestig ertoe geleid dat de verhouding tussen jongeren en ouderen veel sterker verandert dan bij een stijgende levensverwachting alleen. In Nederland kennen we bovendien de baby-boom generatie. Deze generatie geboren in de periode 1946-1965, bereikt vanaf 2010 de leeftijd van 65 jaar. Dit betekent een grote instroom in de ouderenpopulatie.
Afwijkende bevolkingsopbouw Veranderingen in sterfte, vruchtbaarheid, maar ook in migratie veroorzaken veranderingen in de bevolkingsopbouw. Onderlinge verschillen in vooral vruchtbaarheid en migratie veroorzaken verschillen in vergrijzing tussen de provincies. De kleine verschillen in levensverwachting spelen daarbij nauwelijks een rol. Enkele voorbeelden: Flevoland heeft vergeleken met Nederland een sterk afwijkende bevolkingsopbouw. Sinds 1986 is de bevolkingsomvang van Flevoland vooral toegenomen door de vestiging van jonge gezinnen. Hierdoor heeft deze provincie nu een erg jonge bevolkingsopbouw en een hoge natuurlijke bevolkingsgroei (dit betekent: meer geboorten dan sterfgevallen). Het aantal 30-50-jarigen en 0-15-jarigen is hier relatief groot. Het percentage 50-plussers is er vergeleken met Nederland juist klein. Ook in andere provincies, zoals in Noord-Brabant en Utrecht, die in de jaren zeventig en tachtig een rol hebben gespeeld in de huisvesting van de babyboom-generatie heeft de binnenlandse migratie een bijdrage geleverd aan de vergrijzing. De versnelde vergrijzing van Limburg en Noord-Brabant heeft voor een groot deel te maken met verschillen in vruchtbaarheid. In zowel Limburg als Noord-Brabant was het bruto geboortecijfer (de verhouding tussen het aantal levendgeborenen in een bepaalde periode en de gemiddelde bevolkingsomvang over die periode) gedurende lange tijd beduidend hoger dan in de rest van Nederland. Sinds begin jaren tachtig ligt het geboortecijfer in Noord-Brabant echter ongeveer op, en dat in Limburg sinds begin jaren zeventig zelfs beneden het Nederlands niveau. Het geboortecijfer is in deze provincies dus veel sneller afgenomen dan in Nederland als geheel. Dat betekent dat de verhouding tussen jongeren en ouderen schever wordt. In Zeeland was het geboortecijfer tot het begin van de jaren zeventig juist lager dan in Nederland.
Tijdelijk fenomeen De komende 25 jaar vergrijst Nederland, en snel. Eén van de belangrijkste oorzaken is het ouder worden van de baby-boom generatie. Kijken we echter nog eens 25 jaar verder, tot 2050, dan zal het overgrote deel van deze generatie zijn ‘uitgestorven’. Hierdoor zal de verhouding tussen de diverse leeftijdsgroepen weer evenwichtiger worden, wat de vergrijzing tot een tijdelijk fenomeen maakt.
Problemen rond vergrijzing Volgens de berekeningen van de Verenigde Naties zijn tussen nu en 2025 zo’n 159 miljoen extra werkkrachten nodig om de verhouding tussen de actieve bevolking (15-64 jaar) en de gepensioneerde bevolking (65 jaar en ouder) in Europa op het peil te houden. Omdat de komende jaren de bevolkingsomvang in Europa licht zal dalen en de bevolking in de derde wereld landen enorm zal stijgen heeft Europa immigranten uit die landen nodig. De Nederlandse arbeidsmarkt veroudert in rap tempo. Nederlandse werkgevers die binnen hun organisatie met deze veroudering worden geconfronteerd, associëren dit in de eerste plaats met stijgende arbeidskosten, zonder dat er productiviteitsstijging tegenover staat. Werkgevers doen weinig om ouderen langer inzetbaar te houden, zelfs als er sprake is van een tekort aan personeel. Dit blijkt uit recente onderzoeken onder meer dan 1.000 werkgevers.
Slot Hoe het hele probleem echt gaat verlopen is natuurlijk niet zeker, maar zal ons in de komende jaren snel duidelijk worden. Waarschijnlijk komt dit alles er weer op neer dat de werkende burger flink gekort gaat worden in zijn financiële middelen, want zo gaat het altijd…
REACTIES
1 seconde geleden