Waarom windenergie?
Beschikbaarheid van elektriciteit vinden we vanzelfsprekend. We staan er niet vaak bij stil dat productie van elektriciteit uit aardgas of steenkool blijvende schade toebrengt aan ons leefmilieu. Bij de verbranding van deze brandstoffen komen schadelijke gassen vrij. Eén daarvan is het broeikasgas CO2 dat bij doorgroeiende uitstoot zelfs tot een verandering van ons klimaat kan leiden. Vrijkomende stikstofoxiden en zwaveloxiden veroorzaken zure regen. Ook zullen de brandstofvoorraden ooit opraken. Afhankelijkheid van deze bronnen maakt de energievoorziening kwetsbaar. Bij elektriciteitsopwekking met behulp van windturbines komen geen schadelijke gassen vrij. Het is schoon. En wind zal altijd blijven waaien; de energiebron is dus onuitputtelijk en duurzaam.
Windenergie
Wind is een energiebron die je steeds opnieuw kunt gebruiken. In tegenstelling tot steenkool of olie raakt deze energie nooit op, hoeveel we er ook van gebruiken. Sommige landen gebruiken nu al windenergie om elektriciteit op te wekken. Steeds meer mensen zullen windenergie gaan gebruiken, nu de geleerden steeds betere manieren bedenken om het te benutten. In de toekomst zal de wind een van de belangrijkste energiebronnen ter wereld zijn, omdat het veilig, goedkoop en schoon is.
De voor- en nadelen van windenergie
De voordelen van windenergie zijn: - Het levert schone elektriciteit veroorzaakt geen uitstoot van schadelijke stoffen. - Het is één van de goedkoopste vormen van duurzame energie en vervangt voor een deel de steeds schaarser wordende fossiele brandstoffen als aardolie en aardgas.
De nadelen van windenergie zijn: - Windturbines zijn lelijk in het landschap het zijn grote lompe dingen - Ze maken ook veel lawaai door het draaien van de wieken - Er sterven ieder jaar 20.000 vogels in de wieken van de windturbines , maar in vergelijking met het verkeer valt het nog mee want in het verkeer komen ieder jaar zo’n 2 miljoen vogels om.
Opbrengst
De elektriciteitsopbrengst hangt sterk af van de hoeveelheid wind op een locatie. Langs de kust heerst een hogere windsnelheid dan in het binnenland. En in een vlakke, weide poldergebied waait het harder dan boven een dicht bos. Een klein verschil in de gemiddelde windsnelheid veroorzaakt een groot verschil in de opbrengst. Om te voorkomen dat windturbines elkaars opbrengst beïnvloeden moeten ze dan ook op een bepaalde minimale afstand van elkaar staan: gemiddeld zesmaal de rotordiameter. Toch is het zo dat op een locatie van een gegeven grootte, een klein aantal grote windturbines meer opbrengst geeft dan een groot aantal kleinere windturbines. De elektriciteitsopbrengst hangt af van de grootte en het type van de turbine. Een grafiek die de opbrengst bepaalt is hierboven afgebeeld. Bij lage windsnelheden levert de turbine nog geen vermogen. Vanaf windkracht 2 (3 meter per seconde) begint de turbine te draaien en ongeveer bij windkracht 6 (12-13 meter per seconde) wordt het maximale vermogen van de turbine geleverd. Bij windsnelheden boven de 25 meter per seconde (windkracht 10) wordt de windturbine om overbelasting te voorkomen stilgezet. Op een goede locatie levert een gemiddelde turbine jaarlijks een elektriciteitsopbrengst van zeker 850 kilowattuur per vierkante meter rotoroppervlak. Om te vergelijken: een gemiddeld huishouden verbruikt jaarlijks 3250 kilowattuur elektriciteit. Als rotoroppervlak en generatorvermogen goed op elkaar zijn afgestemd, dan kun je aannemen als vuistregel: !!! Aantal huishoudens stroom = 0,6 à 0,7 maal het generatorvermogen in kilowatten.!!! Dus een 750 kW windturbine is goed voor het verbruik van zo\\\\\\\'n 500 huishoudens.
Kosten
Het prijskaartje van windenergie is erg afhankelijk van de locatie van de windturbines. Per locatie zijn het windaanbod en de kosten voor o.a. de aansluiting op het elektriciteitsnet verschillend. De gemiddelde investering voor een windturbineproject bedraagt tussen de ƒ 2000,- en ƒ 2500,- per kilowatt geïnstalleerd vermogen. Behalve voor de windturbine zelf zijn bij de investering kosten gemoeid voor o.a. de planontwikkeling, het bouwrijp maken van de locatie, de fundatie en de netaansluiting. Tijdens de exploitatie zijn o.a. kosten gemoeid met het gebruik van het elektriciteitsnet, onderhoud en verzekeringen.
Groencertificaten
Sinds 1 juli 2001 kunnen consumenten zelf kiezen bij welke leverancier ze hun groene elektriciteit kopen. Om hen de zekerheid te geven dat de elektriciteit daadwerkelijk duurzaam is opgewekt, is een systeem van groencertificaten geïntroduceerd. Producenten van groene elektriciteit, zoals exploitanten van windenergie, kunnen hun productie aanmelden bij de door de overheid aangewezen uitgifte-instantie, de Groencertificatenbeheer. De GCB geeft groencertificaten uit: elektronische documenten die aangeven dat een bepaalde hoeveelheid elektriciteit duurzaam geproduceerd is. De groenproducenten verkopen de groencertificaten aan stroomleveranciers, zoals energiebedrijven.
Vergunningen
Voor het plaatsen van windturbines is minimaal een bouwvergunning nodig;; afhankelijk van de omvang en aard van een gepland windenergieproject moet eerst een milieuvergunning worden aangevraagd. Gemeenten kunnen beide aanvragen tegelijk behandelen om tijd te besparen. Voor projecten kleiner dan 15 megawatt is, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, geen milieuvergunning nodig. Die voorwaarden staan beschreven in het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer. Bij windparken -groter dan 10 megawatt of meer dan tien turbines- geldt dat het bevoegd gezag (de overheid die met een ruimtelijk plan de plaatsing van de windturbines mogelijk maakt: gemeente of provincie) een beoordeling maakt of een milieueffectrapportage noodzakelijk is. In de eventueel uit te voeren m.e.r. worden voor- en nadelen van het windpark afgewogen tegen mogelijke alternatieven. De grens voor de m.e.r.-beoordelingsplicht zal door het ministerie van VROM worden opgetrokken naar 15 megawatt. De gemeenten zijn door de wet en binnen beleidskaders van de provincie bevoegd een eigen beleid te voeren. Het beleid ten aanzien van het afgeven van vergunningen en de criteria die men daarvoor hanteert, verschillen dus per gemeente. Naast de benodigde bouw- en (soms) milieuvergunning kan op veel plaatsen een \'verklaring van geen bezwaar\' ontheffing of vergunning van andere (semi-)overheden of instanties nodig zijn. Zo is Rijkswaterstaat de toetsende instantie bij plaatsing langs snel- of waterwegen en het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij plaatsing in of bij natuurgebieden- voorzover provinciaal beleid dat toelaat. Vliegvelden, spoorlijnen en gebieden met gas- en pijpleidingen zijn voorbeelden van andere plaatsen waar mogelijk ontheffingen van de beherende instanties nodig zijn.
Geluid
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden