Papier

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 4934 woorden
  • 26 januari 2005
  • 140 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
140 keer beoordeeld

Dit verslag werd geschreven in het kader van de opleiding aan het grafisch Lyceum te Amsterdam in het leerjaar 2004/2005.
Hierin komen alle facetten aan de orde die betrekking hebben op alle íns & outs van papier”
De opdracht werd gegeven door de docenten van het tweede leerjaar voor het tweede project genaamd “kunst”.

Inhoud
inleiding
productieproces
papiersoorten
papierformaten
verdelingstechniek
enveloppen
papier en milieu

Inleiding

Papier is niet zo’n moderne uitvinding. Het bestaat al heel lang. Volgens de meeste bronnen was het de Chinees Tsái Lun, die toch alweer bijna 2000 jaar geleden op het idee kwam. Zijn uitvinding was eindelijk niets anders dan een dunne vezelstructuur, het werd gemaakt van textiel. En hoewel er en hoop verbetering en variatie zijn bedacht, zijn papier en karton vandaag de dag feitelijk nog steeds hetzelfde als was Tsái Lun bedacht.
Men kan al langer schrijven dan dat er papier is. Heel vroeger schreven ze op kleitabletten. In de tijd van de Egyptenaren was er een plant, de papyrusplant. De plant sneden ze open in de lengt, legde de stukjes op elkaar, persten de stukken op elkaar en werden ze geschuurd.
De Romeinse soldaten gebruikten koperen platen en steen om op te schrijven. Ze beitelden de tekst er in. In de middeleeuwen werd perkament gebruikt. Dit werd gemaakt van dierenhuiden.
Papier kom je overal tegen, kijk maar eens om je heen. Elke dag gebruiken we papier. Voor het maken van drukwerk moet een aantal keuzen worden gemaakt. Een van die keuzen is het materiaal dat bedrukt gaat worden. Vaak zal het om papier gaan. Er zijn verschillende papiersoorten. Het is afhankelijk van het doel wek papier geschikt is. Een officieel document zoals een diploma wordt van ander papier gemaakt dan een kladblok.. En een bankbiljet moet van stevig papier gemaakt worden dan een krant. Om de keuze gemakkelijk te maken hebben papierfabrikanten monsterboeken gemaakt waarin honderden soorten papier in zijn opgenomen.

Geschiedenis van papier en papier maken

Toen het papier nog niet uitgevonden was, werd er op van alles geschreven of gekrast. De holbewoners gebruikten rotswanden en stenen, Latere generaties gebruikten zilver en brons, kleitabletten, ook werd er op palmbladen geschreven en in Azië gebruikten ze dierenhuiden. De Romeinen Grieken gebruikten stenen of wastafeltjes, dat waren houten bordjes, met vloeibare was, die met het schrift opdroogde. Verder nog waren dingen zoals boombast, bamboe, potscherven, en kostbare zijde een veel gebruikt schrijfmateriaal. Veel van de gebruikte schriftdragers, dat zijn materialen waarop wordt geschreven, waren lokale uitvindingen, en werden niet lang gebruikt.

Papyrus
In de oude westerse wereld waren vooral papyrus en perkament belangrijke schrijfmaterialen. Papyrus is de oudste van de twee en is waarschijnlijk al 30 eeuwen voor onze jaartelling gebruikt. Misschien had je het al bedacht, maar ons woord papier is van papyrus afgeleid.Papyrus werd gemaakt van de papyrusplant. Dunne stroken van de stengel werd kruislings over elkaar heen gelegd en door kloppen met elkaar verenigd. Het was uitstekend schrijfmateriaal en werd tot in de 11de eeuw gebruikt. Door de opkomst van het perkament en later door het papier is het verdrongen.

Perkament
Vanaf wanneer perkament precies gemaakt werd, is onduidelijk. Waarschijnlijk is het ontwikkeld in het land Pergamon. Daar is het papyrus zo verbeterd, dat er een nieuw soort schrijfmateriaal ontstond. Tot de 14de eeuw was perkament het enige schrijfmateriaal in de Nederlanden. Vanaf dat moment heeft het papier het stukje bij beetje verdrongen. Toch werd perkament tot de 19de eeuw gebruikt voor adellijke akten. Perkament heeft maar weinig invloed gehad in de geschiedenis van de communicatiemiddelen.

Papier
Papier is nog steeds niet van zijn troon gestoten en wordt nog steeds gebruikt als schriftdrager. Radio, televisie en plastics kunnen er niets tegen doen. Dat komt omdat papier een perfecte schriftdrager is. Dit komt omdat hij voldoet aan een aantal eisen. Zo kan het in massale hoeveelheden geproduceerd worden zodat er genoeg is voor iedereen, het moet goedkoop zijn zodat iedereen er gebruik van kan maken, het moet handzaam zijn (dat betekent licht en gemakkelijk transporteerbaar), als laatste moet het bestendig zijn (het moet lang mee kunnen gaan). Het papier voldoet aan al deze eisen en is daarom de perfecte schriftdrager.

Wanneer is papier uitgevonden?
Het papier is een Chinese uitvinding. Ts’ai Lun was een ambtenaar en belast met het toezicht op de fabricage van meubels en andere gebruiksvoorwerpen. In deze periode gebruikte men nog bamboeplankjes en zijde om op te schrijven. Bamboe was echter te zwaar en zijde te duur. Hij kwam op het idee om boomschors, hennep, oude lompen en visnetten te gebruiken om een beschrijfbare stof te maken. Hieruit ontwikkelde zich het papier. Dit was in 105 na Christus. Op een gegeven moment ging het niet goed met Ts’ai Lun en hij pleegde zelfmoord.
De grondstoffen die Ts’ai Lun gebruikt zijn een lange tijd gebruikt voor het maken van papier. Later zijn Chinese papiermakers overgegaan op andere stoffen. De binnenschors van bamboe werd de belangrijkste grondstof voor papier. Behalve bamboe werd ook de bast van de papiermoerbeiboom (Broussonetia papyrafera) gebruikt. Daar kwam een ander soort papier uit.
Papier maken was en is in de landen in het oosten (China, Japan, Korea) iets dat thuis gebeurd.

De reis van papier
Vanuit China is papier ver gereisd. Voor 600 na Christus kwam papier van China naar Japan. In de 7de eeuw na Christus kwamen tijdens de oorlog tussen de landen Fergahana en Taschkend werd China om hulp gevraagd. Uiteindelijk kwamen beide landen onder de heerschappij van China. In deze landen werd het papier ook bekend. Ze maken daar Lange tijd het mooiste papier dat bestaat. In Spanje is het papier gekomen door een veldslag tegen Moren. Voor de tweede helft van de 11de eeuw na Christus werd en in Spanje papier gemaakt.
In Italië werd papier voor het eerst gebruikt in 1109. In 1145 werd door de koning bepaald dat papier niet meer gebruikt mocht worden en dat alles overgeschreven moest worden op perkament. Dit kwam omdat papier was gemaakt van afval, ex rasuris veterum panorum, en was vaak van heidense en zelfs joodse afkomst. Het gevolg is ook in vele andere landen het wantrouwen tegen papier. In Frankrijk werd in 1338 de eerste papiermolen opgezet. Hierna ging het snel en hebben kruistochten gezorgd voor een nog snellere verspreiding van het papier. In Nederland was de bevolking klein en het aantal mensen dat kon lezen nog kleiner. Het papierverbruik in Nederland was erg klein. Tijdens de 80 jarige oorlog verplaatste het centrum van de papierindustrie zich echter van Antwerpen naar Amsterdam. Hierdoor werd Nederland overspoeld met papier Rond deze tijd kwam ook in Nederland de papierindustrie op gang. Dit was rond 1586 na Christus.

Papier tegenwoordig
Papier wordt tegenwoordig heel anders gemaakt. Wel is hout nog steeds het belangrijkste bestandsdeel. De schors wordt eraf gehaald en dan wordt het hout gekookt met chemische stoffen. Dan houd je celstof over. Dit doen we niet in Nederland, maar kopen we in andere landen. Wanneer de celstof aankomst in grote balen wordt het in een ‘pulper’ gedaan. Er worden allerlei stoffen toegevoegd zoals lijm en heel veel water. De celstof valt uit elkaar in kleine kegeltjes. Deze zijn nog niet klein genoeg en het wordt in de kegelmolen nog kleiner gemaakt. Wat je daarna over heb is pulp. De pulp wordt gezeefd zodat al het vuil eruit is en gaat dan naar de papiermachine. In de papiermachine worden de vezeltjes op een zeef gedaan. Daar wordt het water eruit gecentrifugeerd en later geperst. Dan is de helft van het water eruit. Als derde wordt het papier gestoomd om het laatste water eruit te halen. Dezelfde machine doet er een dun laagje op zodat er beter op geschreven kan worden. Al het papier wordt op grote rollen gedaan en helemaal glad gemaakt. Daardoor gaat het ook een beetje glanzen.
Uiteindelijk wordt het papier zo bewerkt zoals de klant het wil hebben. Het wordt in stukken gesneden op de afgesproken maat.
Al dit werk wordt gedaan door machines en mensen zorgen ervoor dat deze machines werken.

De Middelste Molen
Er zijn nog enkele plaatsen in Nederland waar op de traditionele manier papier wordt gemaakt. De Zaanse papiermolen De Schoolmeester is nog de enige molen in de wereld die op windkracht werkt en in het Gelderse Loenen, vlak bij Apeldoorn staat De Middelste Molen, die ooit op waterkracht draaide. De molen dateert uit 1662. In de 17de en 18de eeuw stonden op de Veluwe wel 200 papiermolens. De reden was de aanwezigheid van heldere, snelstromende beekjes die tegelijk het water leverden nodig bij de papierfabricage en de kracht om het molenrad in beweging te brengen en daarmee de machines. De molen hoorde bij kasteel Ter Horst. Na een brand werd de molen in 1886 herbouwd en toen meteen voorzien van een stoommachine. De molen maakt nog altijd handgeschept papier dat onder meer door kunstenaars en grafici wordt gebruikt.

Productieproces

Per jaar wordt er in Nederland een grote hoeveelheid papier gebruikt. De productie van dit papier heeft weinig meer weg van een ambachtelijke proces. De papierindustrie is een moderne bedrijfstak die werkt met geautomatiseerde systemen.
Een papier machine van dichtbij ziet er zeer indrukwekkend uit: een moderne straat van apparaten die wel 200 meter lang en 7 meter breed kan zijn. Het productieproces van papier begint al voordat de papiermachine gaat draaien. Eerst moet de grondstof worden aangevoerd en bewerkt. Aan het eind van het proces kan het papier nog een special bewerking krijgen.
Het productie proces bestaat uit vier fasen.
· Fase 1: aanvoer en bewerking van grondstoffen
· Fase 2: bewerking van halfstof tot heelstof
· Fase 3: productieproces op de papiermachine, van heelstof tot papier.
· Fase 4: veredeling en verdere verwerking, snijden tot vellen of rollen.

Fase 1 van hout tot halfstof

Het basismateriaal voor papier is hout. Meestal is dit naaldhout, maar ook loofhout wordt gebruikt. Het hout wordt vaak al in het land bewerkt waar het vandaan komt, zoals Canada of de Scandinavische landen. De bewerking gebeurt op twee manieren;
· de mechanische manier
Het hout wordt eerst in korte stammetjes gezaagd en daarna in spaanders gehaald, chips.
Uit de chips worden de losse houtvezels geslepen op een grote slijpsteen. Door het slijpen ontstaan een vezelachtig brij: houtslijp.
Er is nog een andere methode voor het mechanische ontsluiten van de vezels uit het hout. Dat gaat door middel van wrijven. De chips worden met stoom verhit en tussen twee stalen schijven warop profiel zit, verwreven. De vezels raken hierdoor los van elkaar.
Nadeel van de mechanische methode is dat in de houtslijp nog stoffen zoals lignine (bruinkool waarin de houtstructuur nog te zien is) en pectine blijven zitten. Deze stoffen, ook wel incrusten genoemd , maken de houtslijp onzuiver. Door de stoffen verkleurt papier en wordt de levensduur van papier bekort.
· de chemische manier
De betere papiersoorten mogen niet verkleuren. Daarom moeten de stoffen ligine en pectine eruit worden gehaald. De spaanders worden onder druk gekookt in een ketel waarin bepaalde chemicaliën zitten. Hierdoor lossen de incrusten op waardoor een zuivere vezel overblijft. Er is dan geen sprake maar van hout maar van celstof of cellulose. Dit wordt ook wel halfstof genoemd het is de basis voor houtvrij papier. De vezels zijn gaver en minder beschadigd dan de mechanische..
Halfstof is een product dat halverwege het productieproces van papier tot stand komt. De halfstof wordt ingedikt en gedroogd. Dan wordt het in de vorm van dikke plakken naar de papierfabriek vervoerd.

Fase 2 van halfstof tot heelstof

Nu hangt het ervan af welke papiersoort wordt gemaakt. Voor elke papiersoort bestaat een bepaald recept. De basis voor houtvrij papier verkrijgt men door celstof in kuipen met water te vervezelen. Voor de houthoudende soorten worden celstof en houtslijp in een bepaalde verhouding in de kuipen gegeven. De halfstoffen vallen nu uiteen in losse vezels, pulp.
De pulp wordt gemalen. Vezels voor een vetdichte papiersoort moeten andere eigenschappen krijgen dan vezels voor vloeipapier. Dan bereik je door verschillende soorten maling.
De pulp wordt nu verder bewerkt, er worden stoffen toegevoegd zoals:
· Vulstoffen; voorbeelden zijn porceleinaarde en krijt deze sluiten het papieroppervlak af waardoor het papier beter bedrukt wordt.
· Lijmstoffen; veel toegepaste lijmstoffen zijn hars, kunsthars, paraffine, latex en stijfsel. Door toevoeging van lijmstoffen is het papier beter te beschrijven. Ook kan het papier dan goed tegen vocht;
· Kleurstoffen; pigmenten of oplosbare kleurstoffen geven het papier de gewenste tint.
De pulp met de toegevoegde stoffen wordt nog een keer gezeefd om er stofpropjes uit te halen. Wat overblijft, wordt heelstof genoemd. Deze papierbrij is klaar voor de papiermachine

Fase 3 van heelstof tot papier

Nu pas gaat de pulp op de papiermachine en wordt het papier. Het eerste deel van de papiermachine wordt de natpartij genoemd. Hier ontstaat het papier doordat het water uit de heelstof 2eglekt. Daarna volgt de droofpartij. Het overgrote deel van het resterende papier wordt met behulp van warmte gedroogd. Voor het drogen doorloopt het papier de volgende onderdelen.
· de oploopkast
In de bak van de oploopkast zitten schijfjes waar de heelstof uitstroomt. De schijfjes regelen de hoeveelheid heelstof die op de zeef wordt gespoten. Dit bepaalt, samen met de snelheid van de zeef, de zwaarste van het papier. De zwaarte van het papier wordt ook gramsgewicht genoemd.
· de zeefpartij
De heelpartij komt nu op de zeefpartij. Dit is een brede zeefdoek, die een lengte van wel 40 meter kan hebben. Op de zeefpartij ontstaat de looprichting van papier. Door de beweging van de zeef gaan de meeste vezels in de looprichting liggen. Op en onder de zeef zit een aantal voorzieningen om extra veel water uit het papier te halen. Dit zijn bijvoorbeeld de zuigbakken. Achter de zuigbakken zit in vee gevallen de egoutteur. Dit is een cilinder van kopergaas of kunststof die aan de bovenkant over de zeef rolt. De egoutteur zorgt ervoor dat het papier op de zeef overal ongeveer dezelfde structuur en dikte heeft.
· de perspartij
Er zit nog steeds vel water in het papier. Een deel ervan wordt in de perspartij eruit gedrukt. De natperspartij werkt als een mechanische wringer. Het papier wordt door twee walsen die dicht op elkaar zitten, gevoerd
· de droogpartij
Hier wordt het papier gedroogd. Het papier wordt over grote warme cilinders gevoerd. De cilinders zijn dor stoom verwarmd. Het grootste deel van het water dat nog in het papier zit, verdampt hier. Er blijft nog tussen 4 en 10% vocht achter in het papier.
· de machinekamer
Voordat de papierbaan wordt opgerold, loopt de baan tussen de walsen van de machinekalander door. De stalen walsen zorgen ervoor dat het papieroppervlak geëffend wordt.
· de opwikkelinstallatie
Aan het eind van de papiermachine wordt de baan op gewikkeld.

Fase 4 verdere bewerkingen

Het papier kan nu nog op twee soorten bewerkingen ondergaan: papierveredeling en het snijden van de rollen.

Papierveredeling
Soms krijgt het papier een speciale behandelingen. Hierdoor krijgt papier eigenschappen die nodig zijn voor de speciale doelen waarvoor het gebruikt gaat worden. Er zijn verschillende manieren op papier te veredelen. Dit gebeurt tijdens en na afloop van het productieproces van papier. Manieren van veredelen zijn de volgende:
· satineren
Dit gebeurt op de satineerkalender. Hierbij wordt de papierbaan door een aantal walsen geleid die niet met dezelfde snelheid ronddraaien. Hierdoor ontstaat wrijving. De papiervezels worden vlak gewalst. Het resultaat is ene soepel papier met een glad oppervlak. Het is afhankelijk van de druk hoe dun en glad het papier wordt.
· strijken of coaten
Hierbij wordt een laagje op het papier gestreken. Dit strijklaagje ook wel coating genoemd, dit is een mengsel van water met droge stof zoals China-clay, krijt, lijm of was. Na droging vult de coating de ruimte tussen de vezels aan de oppervlakte van het papier op. Door coating is het papieroppervlak gladder en kan het beter bedrukt worden en het zorgt ervoor dat het papier minder doorschijnend is.

· persen
Sommige papiersoorten moeten een leer- of linnenreliëf krijgen. De papierbaan wordt tussen twee walsen gevoerd. Een of beide walsen heeft een reliëf, dat door persen overgedragen wordt op het papier. Persen wordt vooral toegepast bij omslagpapier.

Het besnijden van de rollen
De grote papierrollen die van de papiermachine of papierveredelingsmachines afkomen, kunnen niet in de drukkerij verwerkt worden. Van deze rollen papier worden met speciale snellopende snijmachines met ronde scherpe messen weer kleinere en smallere rollen gemaakt. Er kunnen ook vellen papier van worden gesneden. De kleinere rollen zijn bestemd voor rollendruk en de vellen papier voor vellendruk.

Eisen aan papier (NEN)

Papierwetenschappers en archivarissen leggen de lat voor de houdbaarheid van papier zo hoog mogelijk. Hoe langer het papier meegaat, hoe beter. Duurzaamheid zoals beschreven door de commissie Brundtland heeft echter een heel ander uitgangspunt, namelijk minder uitputting van natuurlijke bronnen en minder belasting voor het milieu tijdens het productieproces.
NEN (het Nederlands Normalisatie-instituut)

Volgens een ministerieel besluit ‘Regeling Duurzame Archiefbescheiden’ dat eind 2001 in werking is getreden moet papier dat door de overheid wordt gearchiveerd voldoen aan de NEN 2728. Deze Nederlandse norm is bijna gelijk aan de Europese norm ISO 9706, maar heeft als aanvulling dat het papier 50 keer strak gevouwen moet kunnen worden, zonder scheuren of breken. Bovendien mag dit zogenaamde vouwgetal na ‘kunstmatige veroudering’ niet teruglopen tot onder de 40
· reactie
“De opstellers van de NEN 2728 hebben wetenschappelijk gezien goed hun best gedaan. Het vouwgetal is vezeltechnisch gezien een belangrijk getal. Daarnaast had men echter rekening moeten houden met allerlei praktische zaken”, meent Harry Jonk, commercieel manager Office Paper bij Proost & Brandt.

Er is bijvoorbeeld nog nauwelijks papier te vinden dat aan de NEN 2728 voldoet. En als het al te vinden is dan is het in de meeste gevallen geen kringlooppapier. “Kringlooppapier wordt gemaakt van gebruikt papier. Dat heeft dus al een heel proces doorlopen en de aanwezige papiervezels zijn daardoor in stukken gebroken. Dat betekent dat je het papier minder vaak kunt vouwen”, legt Den Teuling uit. “Dat wil niet zeggen dat het voor kringlooppapier onmogelijk is om aan de NEN 2728 te voldoen. Het stelt echter wel eisen aan de samenstelling, dus ook aan de kwaliteit van het gebruikte papier.” Overigens is het voor kringlooppapier ook geen sinecure om te voldoen aan het ISO 9706, want ook daarin worden eisen gesteld aan de samenstelling van het papier. De samenstelling is voor kringlooppapier vaak moeilijk te bepalen, laat staan te garanderen voor grote partijen. De samenstelling van nieuw papier (ook wel ‘virgin’ papier genoemd) is een stuk gemakkelijker te bepalen, aangezien precies bekend is welke stoffen er in het productieproces worden toegevoegd

In september jongstleden, is Favini er als eerste papierproducent in geslaagd om papier op de markt te brengen dat beantwoordde aan de NEN 2728 norm. Deze standaard garandeert de houdbaarheid van het papier voor meer dan 250 jaar. De standaard is in het leven geroepen in samenspraak met de Nederlandse overheid, als direct gevolg van haar wens om overheidsdocumenten een extreem lange levensduur te kunnen geven. Het papier heeft – vanwege de gegarandeerde betrouwbaarheid - de naam Relyon gekregen. Het speciale recept zorgt voor perfecte vouweigenschappen die het weer mogelijk maken om die lange levensduur te garanderen. Relyon kan probleemloos worden gebruikt op alle standaard kantoorapparatuur en dit in combinatie met de extreem lange houdbaarheid, maakt Relyon tot het kopieer- en printpapier bij uitstek. In Nederland wordt Relyon exclusief vertegenwoordigd door ModoVanGelder

Papiersoorten

Vroeger had men het over:
Folie: 215 x 340 mm
Kwarto: 215 x 275 mm
Actavo: 135 x 215 mm (schrijfpapier).
Er bestaan veel soorten papier. Het ene papier is dun en het andere dik. Het ene papier wordt ergens anders voor gebruikt dan voor het andere. Zo heb je massiefkarton. Dat is karton dat voornamelijk voor puzzel wordt gebruikt. Het is heel stevig en breekt niet gauw. Dan heb je nog pakpapier. Dat papier is meestal heel erg fleurig en glad. Je hebt ook nog grafisch papier. Dat wordt gebruikt voor tijdschriften, zoals de Donald Duck. Dan heb je als vierde vouwkarton. Dat wordt veel gebruikt voor doosjes die gevouwen moeten worden gebruikt. Hygiënisch papier dat is toiletpapier en keukenrol. En in dit papier zitten kleine richeltjes, zodat je het makkelijk af kan scheuren. Krantenpapier wordt elke dag gebruikt om kranten van te maken. Golfkarton wordt veel gebruikt voor dozen. Het is namelijk heel sterk en breekt niet gauw.
Papierhoeveelheden worden uitgedrukt in riemen en boeken:
Eenheid hoeveelheid
riem 480 of 500 vellen
boek 24 of 25 vellen (=1/20 riem)

In grote lijnen is papier te verdelen in:
· drukpapier
· Teken- en schrijfpapier
· karton en verpakkingspapier
· Bijzondere papiersoorten.

Drukpapier
Natuurlijk bepaalt het gebruiksdoel van het drukwerk vooral de keuze voor het soort papier. Kettingformulieren worden van ander papier gemaakt dan een krant en een duur tijdschrift is van ander papier gemaakt dan een radio- en televisiegids.

Teken- en schrijfpapier
Dit papier moet vooral duurzaam en sterk zijn. Schrijfpapier moet sterk zijn, omdat er veel met de hand ver gewreven wordt. Verder moet het vrij glad zijn, de letters moeten niet uitvloeien. En het papier moet niet stukgaan bij het uitgummen van potloodlijnen.

Karton en verpakkingspapier
Karton wordt vooral voor hoogwaardig drukwerk zoals boekbanden gebruikt. Het moet stevig zijn en bekledingsmateriaal moet er goed op kunnen worden aangebracht. Omslagkarton wordt gebruikt om omslagen voor bijvoorbeeld paperbacks te maken. Na het drukken wordt het omslagkarton vaak veredeld om het sterker te maken en de kleuren meer te laten omkomen.

Bijzondere papiersoorten
Er zijn nog heel wat andere papiersoorten. Bijvoorbeeld:
· Sanitaire papieren; dit zijn tissues, zakdoekjes en toiletpapier. Ze nemen veel vocht op en scheuren niet snel;
· Vetdichte papier; dit wordt onder andere gebruikt in bakkerijen, om het uitdrogen van bakproducten te voorkomen;
· Papier met een laagje; bijvoorbeeld een stickervel dat een lijmlaag heeft gekregen en waar een achtervel aan is bevestigd. Papier waar geld van wordt gemaakt heeft ook een laagje;
· Speciaal papier; dat is bijvoorbeeld crêpepapier of zelfkopiërend papier. Voor notaboekjes wordt zelfkopiërend papier gebruikt.
· Vinlyn; wordt gebruikt bij stickers, affiches en buitenreclame
· Gegomd/ zelfklevend papier; dit wordt gebruikt voor enveloppen en postzegels ed.
· Satine papier; hierop komen de kleuren mooi naar voren, bijv een poster
· Offset; papier dat o.a. voor boeken wordt gebruikt

Papierformaten

De A-serie van papierformaten is een serie van vellen die steeds 2 keer kleiner worden. De verhouding tussen de lange en korte zijden is zo, dat wanneer het vel over de lange zijde in tweeën wordt gesneden, de volgende uit de serie wordt verkregen met precies dezelfde verhouding. Dus als k de korte zijde en l de lange zijde van de A-serie vel is, geldt:

Standaard papierformaten
· A reeks formaat in mm
RA 0 860 x 1220
RA 1 610 x 860
RA 2 430 x 610
A 0 841 x 1189
A 1 594 x 841
A 2 420 x 594
A 3 297 x 420
A 4 210 x 297
A 5 148 x 210
A 6 105 x 148
A 7 75 x 105
A 8 52 x 74
A 9 37 x 52
A 10 26 x 37
A 11 18 x 26
A 12 13 x 18
A 13 9 x 13
· B reeks formaat in mm
B 0 1000 x 1414
B 1 707 x 1000
B 2 500 x 707
B 3 353 x 500
B 4 250 x 353
B 5 176 x 250
B 6 125 x 176
B 7 88 x 125
B 8 62 x 88
B 9 44 x 62
B 10 31 x 44
B 11 22 x 31
B 12 15 x 22
B 13 11 x 15
· C reeks
C 0 917 x 1297
C 1 648 x 917
C 2 458 x 648
C 3 324 x 458
C 4 229 x 324
C 5 162 x 229
C 6 114 x 162
C 7 81 x 117
C 8 57 x 81
· D reeks formaat in mm
D 1 771 x 1090
D 2 545 x 771
D 3 385 x 545
D 4 272 x 385
D 5 136 x 192
D 6 96 x 136
D 7 68 x 96
D 8 48 x 68

drukkersformaten
· RA reeks maten in mm
RA0 860 x 1220
RA1 610 x 860
RA2 430 x 610
RA3 305 x 430
RA4 215 x 305
· SRA reeks maten in mm
SRA0 900 x 1280
SRA1 640 x 900
SRA2 450 x 640
SRA3 320 x 450
SRA4 225 x 320

Enveloppen

· A reeks formaat in mm
EA 3 312 x 441
EA 3/2 156 x 441
EA 4 220 x 312
EA 4/2 115 x 312
EA 5 156 x 220
EA 5/6 110 x 220
EA 6 110 x 156
EA 7 78 x 110
EA 855 x 78
· B reeks formaat in mm
EB 4 262 x 371
EB 4/2 131 x 371
EB 5 185 x 262
EB 6 131 x 185
EB 7 92 x 131
EB 8 65 x 92
· C reeks formaat in mm
EC 4 240 x 340
EC 4/2 120 x 340
EC 5 170 x 240
EC 6 120 x 170
EC 7 85 x 120
EC 860 x 85
C 4 229 x 324
C 5 162 x 229
C 5/6 114 x 229
C 6/5 114 x 224
C 6 114 x 162

Papier & het milieu

De Nederlandse papier- en kartonindustrie is zeer actief bezig met het energieverbruik te beperken. Om een voorbeeld te geven: tussen 1989 en 1996 werd het verbruik per ton papier of karton met 14% teruggebracht. Een belangrijke bijdrage aan het efficiënter omspringen met energie (en met name aardgas), wordt geleverd door warmtekrachtcentrales. In deze centrales worden elektriciteit en warmte tegelijkertijd opgewekt, zodat de daarvoor benodigde energie maar eek keer hoeft te worden gebruikt.
Ook als het om water gaat, heeft Nederlandse papier- en kartonindustrie al erg veel bereikt met het terugdringen van het gebruik. Van gemiddeld 100 liter per kilo papier en karton vroeger, was er midden jaren 70’nog maar 50 liter nodig. En vandaag is die hoeveelheid minder dan 20 liter per kilo
Het water dat nog wel nodig is, wordt na gebruik grondig gereinigd. Het water wordt net zo lang behandeld, tot het ruimschots voldoet aan alle door de overheid gestelde zuiveringsnormen.

Nederland loopt vooraan in Europa op het gebied van recycling: oud papier is veruit de belangrijkste grondstof voor nieuw papier en karton in Nederland: in 2002 77% oud papier en 23 % houtvezels Voor een groot aantal papierproducten is de inzet van oud papier hoog. Voor papieren en kartonnen verpakkingen, krantenpapier, wc-papier en handdoekjes ligt dit zelfs tussen de 83-100%. Papier kan niet oneindig gerecycled worden: na 5 tot 6 keer recyclen is de vezel versleten. Hij wordt te kort. Nieuwe verse houtvezels blijven dus altijd nodig! Er zijn wel 50 soorten oud papier en -karton: voor de verschillende soorten nieuw papier en karton zijn verschillende soorten oud papier nodig. In 2002 zamelden we in Nederland ca.150 kilo oudpapier en -karton per persoon in. In 1985 was dit nog maar 80 kilo. Zo\'n 85% van het papier dat we gebruiken mag in de oud-papierbak. De rest kan niet worden hergebruikt, zoals behangpapier, sanitaire papieren (toiletpapier) etc. In het in december 2002 afgesloten Convenant Verpakkingen III (een afspraak met de overheid) is afgesproken om in 2005 van al het inzamelbare, gebruikte papier 75% in te zamelen en te herverwerken. De papierindustrie garandeert hierbij dat het papier wordt afgenomen en herverwerkt.

Eigenschappen van papier

De klant, vormgever, drukker en nabewerker stellen eisen aan de papiersoort die voor het product gebruikt gaan worden. Als de Nederlandse Bank bankbiljetten laat drukken stelt ze eisen aan het papier. Bankbiljetten moeten bijvoorbeeld in natte toestand sterk blijven en niet gemakkelijk scheuren.
Maar ook de drukker stelt eisen aan het papier. Het papier moet goed bedrukt en verwerkt kunnen worden. Het moet een glad oppervlak hebben zodat de voldoende drukinkt opneemt. De papiersoort moet geen problemen op de pers veroorzaken. Voor de nabewerker moet de looprichting goed zijn, papier en lijmsoort moeten op elkaar zijn afgestemd en het bekledingsmateriaal van de boekband moet goed te verwerken zijn.
Door de bewerkingen tijdens het productieproces krijt papier verschillende eigenschappen. Enkele eigenschappen zijn sterkte en absorptie.

Papiergewicht
Het gewicht van papier, karton en bord wordt uitgedrukt in grammen per vierkante meter (g/m2): gramsgewicht, ook wel grammassa genoemd. Is het gramsgewicht 170 g/m2, dan spreken we van papier: tussen 170 en 500 g/m2 is het karton; is het meer dan 500 g/m2, dan is het bord.
Het gramsgewicht wordt al door de oploopkast bepaald: door de hoeveelheid pulp die op de zeef wordt gespoten.

Lijming
Bij lijming is het papier zelf is lijm aan de papierpulp toegevoegd. Vezels hechten zich hier doorbeter aan elkaar en aan de vulstoffen. Door lijming is het papier beter bestand tegen vocht, waardoor het maatvast blijft. Dat is vooral belangrijk voor de offsetdrukker. Water speelt immers een belangrijke rol in het offsetproces.

Absorptie
Papier kan vocht opnemen. Papier dat bedrukt wordt moet over het algemeen niet zoveel vocht op kunnen nemen. Het zou anders te veel vervormen tijdens het rukproces. Sanitair papier zoals toiletpapier of een rol keukenpapier met juist wel vocht op kunnen nemen.

Houthoudend of houtvrij
Als papier houtslijp bevat, noemen we dit houthoudend. Bijvoorbeeld krantenpapier is houthoudend. De incrusten zitten er nog in, waardoor het papier in de zon sterk vergeelt. Houtvrij papier wordt van celstof gemaakt. Maar vaak bevat papier een bepaald percentage houtslijp en celstof. De kwaliteit en de prijs van de papiersoorten stijgen met het celstofgehalte.
· papier is oersterk
Aan een baan papier van drie meter kan een auto van 1000 kilo gehangen worden. De kracht moet dan wel gelijkmatig over het papier zijn verdeeld.

Gladheid en glans
Papier krijgt in veel gevallen een extra behandeling om het mooi glad en effen te maken. Dit gebeurt aan het eind van de papiermachine of na het productieproces wanneer het papier wordt veredeld. Er zijn veel varianten in gladheid en glans.

Looprichting
Tijdens het productieproces van papier gaan de houtvezels door de snelheid van de zeef in de richting van de stroom pulp liggen, zoals boomstammen in een stomende rivier. Dit is moeilijk te voorkomen. De drukker en de nabewerker moeten rekening houden met de looprichting van papier. Het maken van een scherpe vouw kan we in de lengterichting, maar moeilijk in de breedterichting van papier. Papier bigt gemakkelijk in de lengterichting en minder goed in de breedterichting.
Een rol papier is daarom altijd langlopend, dat wil zeggen dat de vezels in de lenterichting van het papier liggen, zo’n rol wordt later tot vellen gesneden. Door versnijding kan papier ook breedlopend worden, de vezels liggen dan in de breedterichting van het papier.
De looprichting van een boek moet altijd evenwijdig zijn aan de rug van het boek.
· bepalen van de looprichting van papier
Neem een vel papier en scheur het. Las de scheur recht loopt, dan is dit de looprichting. Als er een golflijntje ontstaat is dit niet de looprichting.

De brievenbus:

In mijn brievenbus heb ik naar minimaal 6, verschillende soorten bedrukt papier, waarbij ik heb vermeld met welke druktechniek ze zijn gedrukt. (flexo, offset, zeefdruk, diepdruk)
Zie bijlage

Conclusie

Dit verslag bestaat uit 11 onderdelen die allemaal te maken hebben met papier en papier maken. Het verslag is bedoeld als naslagwerk waarin ik alle ‘’ins & outs’ van papier heb vastgelegd. Mijn werkstuk is zodanig gemaakt dat ik in mijn verdere loopbaan deze naslag werk kan gebruiken voor papiergebruik en bij vormgeefopdrachten.
Eerst heb ik op internet zoveel mogelijk informatie gezocht, daarna ben ik via mijn buurman aan zoveel mogelijk informatie gekomen.
De opdrachten waren niet moeilijk, maar moest er wel even over nadenken.
Ik vond het een interessant onderwerp, omdat ik er later veel mee te maken krijg en het verslag later ook veel gaat gebruiken.

Bronvermelding

http://www.google.nl
· papierformaten
· drukkerformaten
· geschiedenis
· productieproces
· papier en het milieu
http://www.ilse.nl
· papierpreparatie
· enveloppen
· printpapier en bedrukbaar papier
http://www.nen.nl
http://www.papierinfo.nl
http://papier.pagina.nl

REACTIES

".

".

Ik vind dit verslag erg veel taalfouten en slecht lopende zinnen bevatten!

18 jaar geleden

J.

J.

ja slschet opboudende zindeelen. ik heb een bood op de water en zingt nu dus ik moet nu meteen naar het bood toe fietseren doei leuke verslag ja

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.