De Islam

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 9151 woorden
  • 6 juni 2004
  • 298 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
298 keer beoordeeld

Mijn vraag luid: heeft de Islam invloed gehad op de rest van europa? En daar hoop ik achter te komen met de volgende ‘kopjes’:

1.wat is islam
1.2. Islam is niet een religie van een bepaalde etnische groep of een bepaald volk, maar het is de religie voor de gehele mensheid. 1.3.De vijf zuilen van de Islam
2.Waarin geloven moslims? 3.De Heilige Koran
4.Het Gebed
5.De Islam in Nederland
7. De positie van de vrouw in de Islam
8. De relatie van Islam met Jodendom en Christendom (de positie van Jezus) 9. Politiek en verbreiding van de Islam na Mohammed 10. De heilige geschriften van de Islam 11.De arabische wereld 12.Arabische invloed 13.Vernieuwde belangstelling bij de humanisten
14. Islam mystiek en soefisme
15. Fundamentalisme en djihaad

1 Wat is Islam Het eerste wat men zou moeten weten en goed begrijpen heeft te maken met de betekenis van het woord \"Islam\".

De Islam is niet genoemd naar een persoon zoals het geval is met het Christendom dat genoemd is naar Jezus Christus, of Boeddhisme dat genoemd is naar Gotama Buddha of Confucianisme dat genoemd is naar Cunfucius of Marxisme dat genoemd is naar Karl Marx. Noch is het genoemd naar een bepaalde stam zoals het Judaïsme genoemd is naar de stam van Judah en Hindoeïsme genoemd is naar de Hindoes.

De religie \"Islam\" is de ware religie van \"Allah\" en als zodanig is het centrale principe van Allah\'s religie ; de totale onderwerping aan Allah\'s wil. (Allah = Arabische vertaling van \"God\")

Het Arabisch woord \"Islam\" betekent onderwerping of overgave aan de wil van de enige echte God: die alleen is het waard aanbeden te worden. Iemand die dit doet wordt een een \'Moslim\' genoemd. Het woord \'Moslim\' betekent \'gehoorzaam aan God\' , maar het betekent ook \'vredelievend\'. Daarom is de Islam geen nieuwe religie die profeet Mohamed (vzmh) in de zevende eeuw in Arabië heeft geïntroduceerd, maar het is de ware religie van Allah die toen vervolmaakt werd. Islam is de religie die aan Adam was gegeven, de eerste mens en de eerste profeet van God, en het was de religie van alle profeten, die na hem volgden.

De naam van Gods religie \'Islam\', is niet door mensen verzonnen. Het is door God zelf als naam voor Zijn religie gekozen en heeft het duidelijk vernoemd in Zijn laatste openbaring aan de mens. In het laatste geschrift van de Goddelijke openbaring, de Koran, verklaart God;

\"Heden heb ik uw religie voor u vervolmaakt, en Mijn gunst aan u voltooid, en Ik heb de Islam voor u als religie gekozen\". (Koran 5:3)

1.2.Islam is niet een religie van een bepaalde etnische groep of een bepaald volk, maar het is de religie voor de gehele mensheid.

In de bijbel staat nergens dat God tegen het volk van Mozes (vzmh) of tegen zijn nakomelingen zegt dat hun religie Judaïsme is, noch tegen de volgelingen van Christus dat hun religie Christendom is . Feitelijk was Christus niet eens zijn naam, noch was zijn naam Jezus ! De naam \"Christus\" komt van het Griekse woord \"Christos\" dat \'de gezalfde\' betekent. Dat wil zeggen dat Christus een Griekse vertaling is van de Hebreeuwse titel \"Messias\". De naam \"Jezus\" aan de andere kant, is een Latijnse verbastering van de Hebreeuwse naam \"Esau\". Voor de duidelijkheid, zullen we het hier maar houden op \"Jezus\" (vzmh). Wat betreft zijn religie, het was wat hij predikte. Zoals de profeten voor hem, predikte hij onderwerping aan Gods wil; (dat is Islam) en hij waarschuwde tegen de valse goden van de menselijke verbeeltenis. Volgens het Nieuw Testament leerde hij zijn volgelingen als volgt te bidden; \"Uw wil geschiede, op aarde als in de Hemel\" 1.3.De vijf zuilen van de Islam

Het geloof in de Islam steunt op vijf zuilen. Deze zuilen zijn als de fundering van een huis; wanneer je een van de funderingen weghaalt dan stort het huis in. Bij het volgen van de juiste weg in de Islam en om te kunnen zeggen: \' ik ben moslim \', is het dus noodzakelijk dat je in je geloof voldoet aan alle vijf de zuilen van de Islam. Hieronder vindt je de vijf zuilen met bij ieder een beschrijving van wat het inhoudt. 1. Geloofsbelijdenis
2. Het Gebed
3. Armenbelasting
4. Vasten
5. De Bedevaart
1.3.1 Geloofsbelijdenis
Geloof begint met de sjahadah (getuigenis). \"Ashadoe ella Ilaha Illa Allah, wa ashadoe enna Mohammeden \'abdoehoe wa rasoeloeh\". Dit houdt in het getuigen dat: Er is geen god dan Allah en Mohamed is zijn dienaar en profeet. Alleen het uitspreken met de mond van deze getuigenis heeft geen waarde. Dit houdt in dat men de getuigenis niet accepteert door het enkel uit te spreken, maar dat men er met zijn hart in gelooft dat Allah een is. Hij is de enige, niet tweeledig noch driedelig of meervoudig, die het verdient om gehoorzaamd en aanbeden te worden. (Dit dus in tegenstelling tot de christenen die geloven in de drie-eenheid van de vader, de zoon en de heilige geest)

1.3.2. Het Gebed
De tweede zuil van de Islam is het verrichten van het gebed (Salaat). Het gebed wordt vijf keer per dag verricht. Voor zonsopgang, het midden van de dag, de namiddag, de avond en \'s nachts. Volgens overleveringen krijgt hij die zijn gebeden in een moskee in groepsverband verricht, 25 keer de beloning van een gebed dat hij alleen uitvoert. Met een schoon lichaam, schone kleren en op een schone plek onderwerp je je aan je Heer met toewijding, in herinnering, dank en vragend voor vergiffenis.

Er worden verzen uit de Koran gereciteerd met bepaalde fysieke bewegingen om je lichaam en geest te zuiveren en om zo gedurende de dag in direct contact te komen met je Schepper, Ontwikkelaar en Ondersteuner. Het gebed maakt je rechtvaardig, in en om je heen. Behalve de vijf tijden van de verplichte gebeden die over de dag en nacht verspreid zijn, zijn er de jaarlijkse feestgebeden, de wekelijkse vrijdaggebeden en de dagelijkse vrijwillige gebeden voor alle volwassen mannen en vrouwen. Al deze gebeden bestaan uit een verplicht deel en een deel naar keuze waarvan je de onderdelen met wat inzet gemakkelijk kunt leren en uitvoeren. Dit is je eeuwige bereidheid tot vrijwillige onderwerping aan Allah\'s bevelen voor eigen bestwil zonder enige bemiddeling: Je hebt geen priester of monnik nodig om je gebeden te verrichten daar je in direct nauw contact met Allah bent. Elke praktiserende moslim kan een gezamenlijk gebed leiden. 1.3.3. Armenbelasting
De derde verplichte zuil is de armenbelasting (zakaat) en heeft invloed op het economisch welzijn en spirituele opleving van de mens. Het netto spaargeld van iedere moslim behoort niet alleen hem en zijn familie toe, maar eveneens de behoeftige, de armen en zes andere sociaal zwakkere groepen, zoals voorgeschreven in de Koran. Dit wordt betaald uit 2,5% over de nettospaargelden met een limiet voor contanten, juwelen, voorraden enzovoorts, gedurende het jaar waarvan de afrekening plaatsvindt in de maand Ramadan. De zakaat zuivert je vermogen en helpt het vestigen van economisch evenwicht en sociale veiligheid. Moslimstaten zijn verplicht de zakaat te verzamelen en te verdelen, maar elders is het de plicht van de moslims zelf om deze zakaat gedurende het jaar te verzamelen en vervolgens te verdelen aan de zakaatgerechtigden. Behalve deze verplichte betaling moedigt Allah jou aan de behoeftige en de armen, uit Zijn vrijgevigheid die aan jou verleend is, te geven. Dergelijke liefdadigheid verdient volgens de Koran de beloning van 700 maal of meer. 1.3.4. Vasten
Het meest bekend is de vastenperiode in de maand Ramadan. In de Heilige maand Ramadan is het vasten vanaf zonsopgang tot zonsondergang verplicht voor alle mannelijke en vrouwelijke moslims. In deze maand onthoudt je jezelf van eten, drinken en seks en vermijdt je onzinnig taalgebruik en slechte daden en wijd je jezelf aan gebed, recitaties van de Koran en goede daden. Gedurende deze vastenperiode moet je rein zijn van zowel lichaam als geest.

Dit is de maand van speciale zegeningen en vergiffenis van Allah. In deze maand werd de heilige Koran neergezonden naar de aarde en daarna geleidelijk geopenbaard via de profeet Mohamed (vrede zij met hem). In de Koran zijn bepaalde uitzonderingen gemaakt voor het vasten : Zieken, de reiziger of vrouwen met menstruatie, zwangerschap of borstvoeding gevende vrouwen hoeven niet te vasten. Het vasten is goed voor je gezondheid, een training voor je spirituele opleving, koesteren van een broederschapband voor alle mensen en moslims en een totale fysieke en mentale onderwerping aan de wil van Allah voor Zijn genoegen en bescherming. Aan het einde van de vastenmaand vieren moslims over de gehele wereld \'Ied (feest) met gebeden en feestelijkheden. De afsluiting van de vastenmaand wordt ook wel het \'suikerfeest\' genoemd. 1.3.5. De Bedevaart
Het is iedere moslim verplicht om een keer in zijn of haar leven op bedevaart te gaan (hadj) naar de heilige stad Mekka. (mits zij zich dit financieel kunnen veroorloven en hier fysiek toe in staat zijn). Hier staat het huis van Allah, de Ka\'bah. Het is een samenkomst van mannen en vrouwen van alle rassen en regio\'s, in Mekka, Mina en \'Arafat tijdens een paar dagen van de maand Zul Hidja, de laatste maand van het (islamitische) kalenderjaar. Miljoenen verzamelen zich in witte kleding en zeggen gebeden en voeren bepaalde rituelen uit en brengen offers in Zijn naam voor fysieke en spirituele verlossing, tussen de 8e en 13e dag van de maand. Gedurende deze periode en iedere andere tijd in het jaar kunnen moslims naar de stad Medina reizen om er gebeden te verrichten en respect te betuigen aan de profeet Mohamed (vrede zij met hem) in de grote moskee waar zijn graf ligt. Dit is echter geen vereiste voor de Hadj zelf maar is een extra ritueel.

2.Waarin geloven moslims?

Om je volledig over te geven aan de Islam zijn er 6 basiselementen waarin je moet geloven:

2.1 De eenheid van god
Er is geen god dan Allah.

In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Zeg: Allah is de enige. 2. Allah is zichzelf genoeg, Eeuwig. 3. Hij verwekte niet, noch werd hij verwekt
4. En niemand is hem in enig opzicht gelijk. (Surat Al Iglaas) Zoals bovenstaand vers uit de Koran aangeeft is Allah de enige in zijn soort. Er is geen god dan Allah, niemand is hem in enig opzicht gelijk. Hij verwekte niet noch werd hij verwekt: Allah is er nu, was er altijd al en zal er altijd zijn. Hieruit blijkt ook dat hij geen kinderen kan verwekken, dit zijn menselijke eigenschappen. Wanneer Allah wil dat er iets is zegt hij \'WEES\' en er is.

Geloof begint met de sjahadah (getuigenis).

\"Ashadoe an laa Ilaha Illa Allah, wa ashadoe enna Mohammeden \'abdoehoe wa rasoeloeh\".

Er is geen god dan Allah en Mohamed is zijn dienaar en profeet. 2.2. De profeten
Geloof in alle Profeten.

De Islam vereist geloof in alle profeten zonder onderscheidt, van Adam tot Mohamed (vrede zij met het allen)

We beschouwen alle profeten als hemelse leraren, die kwamen om de mensheid te bekeren en te leiden naar God. In sommige religies wordt het schelden op profeten van andere religies ook wel eens als een vorm van vroomheid beschouwd , maar als een moslim ook maar het minste onrespect zou tonen aan het adres van grondleggers van het Judaïsme of het Christendom, zal dat gaan ten kostte van zijn eigen overtuiging. Een moslim moet na het bezigen van een naam van een profeet , het doen volgen met de lofuiting; \"Aleihi-assalam\" ofwel \"Vrede zij met hem\" (vzmh)

Zoals we geloven in alle profeten, geloven we ook dat alle religies van uit de Waarheid ontsprongen zijn. Maar door de tijd heen zijn ze vermengd met menselijke uitvindingen en verzinsels. Bovendien waren de meeste van deze leerstellingen plaats en tijdgebonden, waaraan later universele waarden werden toegevoegd. Wij geloven dat de Koran al deze en aanvullende leerstellingen bevat die permanent en universele waarden bezitten en die bedoeld zijn voor alle naties.

2.3. De boeken
Geloof in alle boeken.

Geloof in alle openbaringen van God: waaronder de Torah aan Mozes, de Psalmen aan David, het Evangelie aan Jezus, die oorspronkelijk door God zijn geopenbaard en die allen destijds zuivere bronnen van leiding waren voor de mensen van die tijd. Deze boeken zijn echter niet meer intact en niet meer in gebruik. Hun fundamentele waarheden echter , zijn terug te vinden in de Heilige Koran.

De Heilige Koran is het geschrift voor de gehele mensheid. Dit woord van God is geopenbaard in de Arabische taal aan de Heilige profeet Mohamed (vzmh) 1400 jaren geleden en is geheel behouden gebleven zonder enig wijziging. Er zijn talloze moslims die het hele boek letterlijk uit het hoofd kennen. De leerstelling is gebalanceerd, flexibel en universeel en er zijn vele vertalingen van. Het bevat alle morele en spirituele vereisten voor de ontwikkeling van de mensheid.

2.4. De engelen
Geloof in de engelen.

Allah heeft de engelen geschapen uit puur licht. Engelen zijn Gods dienaren, die in opdracht van Hem taken uitvoeren

2.5. De dag des oordeels
Geloof in het hiernamaals.

Volgens de Islam is er leven na de dood. De Hel is een plaats waar de menselijke ziel wordt gestraft. De Hemel is het verkrijgen van een eeuwig leven van volledige blijheid en geluk door verbondenheid met God en door het ontwikkelen van de spirituele kwaliteiten en eindeloze positieve capaciteiten die een mens bezit.

2.6. De Voorbeschikking
Moslims geloven in de Goddelijke voorbeschikking (Al-Qadr), goed of slecht, die Allah voor al Zijn schepselen volgens Zijn allesomvattende kennis heeft voorbestemd. Allah heeft alles geschapen in perfecte verhoudingen en Hij is de absolute Beheerser en Regeerder. Wanneer je het geloof goed gebaseerd hebt op al deze elementen, dan heb je de Islam geaccepteerd. En door het geloof te verklaren (Sjahadah), onderwerp je je aan de Islam en word je een herboren moslim waarmee je de poorten van genade en vergiffenis voor jezelf opent. 3.De Heilige Koran

De Heilige Koran, het Heilige Boek van de Islam, is door God aan Profeet Mohamed (Vrede zij met hem) geopenbaard gedurende een tijdsbestek van 23 jaar. Telkens wanneer een gedeelte van de Koran aan de Profeet werd geopenbaard, leerde hij de geopenbaarde verzen van buiten en vroeg zijn schrijvers daarna ze op te schrijven. De Koran werd reeds tijdens het leven van de Profeet opgeschreven. Hij werd voortdurend gereciteerd en door duizenden in zijn geheel van buiten geleerd. Kort na de dood van de Profeet, werden vele kopieën van de Koran gemaakt en naar verschillende landen gezonden. De Koran is thans nog steeds zoals hij was in de tijd van de Profeet met een absoluut onveranderde tekst en bezit daarom een volledige betrouwbaarheid.

Sommige godsdienstgeleerden zijn van mening dat de Heilige Koran niet mag worden vertaald, in welke taal dan ook, maar deze houding is totaal verkeerd, want dit heilige geschrift is bedoeld voor de gehele mensheid en voor alle tijden. Door de complexheid van het vertalen van de verzen vanuit het Arabisch naar een andere taal kan er geen letterlijke vertaling worden gemaakt en zal men dus nooit een \'vertaling\' van de Koran vinden maar een \'verklaring\'. De Heilige Koran beschouwt zich als een vermaning voor alle volkeren.

De Profeet Mohamed (vrede zij met hem) wordt in de Heilige Koran een waarschuwer voor alle volkeren genoemd en geen waarschuwing kan aan een volk worden gegeven, behalve in de eigen taal. Daarom is het noodzakelijk de Heilige Koran in verschillende talen te verklaren.

De heilige Koran is als laatste boek van Allah aan de mensheid geschonken als leidraad voor alle mensen op aarde om hen te leiden op de juiste weg (Islam). 4.Het Gebed 4.1Het belang van het gebed: Het is onlogisch te denken dat Allah alleen door de menselijke ziel aanbeden kan worden. Het aanbidden van Allah moet ook lichamelijk zijn. Het lichaam moet zich buigen, neerwerpen, verplaatsen, onthouden van voedsel, reinigen, bedekken, etc. Het lichaam moet leren om de ogen, oren, tong en de handen te beheersen.

De mens is geschapen om alleen Allah de Almachtige te aanbidden. In de Islam wordt aanbidding omschreven als alles dat omwille van Allah wordt gedaan.(zolang het binnen de grenzen van Allah\'s bepalingen blijft).

Het gebed is een vaste en verplichte vorm van aanbidding. Het is door het gebed dat de goddelijke glorie zich inplant in het hart.

Daarom, richt uw aangezicht oprecht tot de (ware) godsdienst, overeenkomstig de natuur welke Allah de mensen heeft geschapen. De schepping van Allah kent geen verandering. Dat is het ware geloof. maar de meeste mensen weten het niet. U tot hem bekerende, vrees Hem en leeft het gebed na
en behoort niet tot de afgodendienaren. (Koran 30:31-32) 4.2De tijden van het gebed: Het gebed wordt vijf keer per dag verricht. De namen die aan de gebeden worden gegeven corresponderen met de tijden waarop zij gehouden worden: 1. Salatoel-Fadjr: Het gebed in de morgen
2. Salatoel-Zoehr: Het gebed in de middag
3. Salatoel-\'Asr: Het gebed in de namiddag
4. Salatoel-Maghrib: Het gebed in na zonsondergang
5. Salatoel-Isja: Het gebed in de avond
Fadjr tussen de eerste ochtendschemering en zonsopgang
Zoehr ongeveer een kwartier van de hoogste stand van de zon tot het volgende gebed \'Asr laat in de middag tot kort voor zonsondergang
Maghrib tussen zonsondergang en het verdwijnen van de rode schemering
Isja ongeveer anderhalf uur na zonsondergang tot voor de eerste ochtendschemering 5.De Islam in Nederland Overzicht van de verdeling van moskeeën over Nederland. Tolerantie is voor Nederlanders een groot goed, maar wat is de tolerantie van het islamitisch geloof naar mensen die (quote) \"het ware geloof\" niet aanhangen? Uit alles wat ik zie en lees blijkt dat het denken van een deel van de moslims altijd als basisonderscheid heeft: moslim of niet-moslim. Een moslim is lid van de eigen groep en wordt met respect behandeld, een ongelovige is duidelijk minderwaardig en hoeft niet op hetzelfde respect te rekenen. Dat betekent daarom dat het voor deze moslims onmogelijk is op een normale manier met andersdenkenden samen te leven. Naast de eerder genoemde vrije meningsuiting is een ander groot voordeel van de westerse samenleving niet alleen dat iedereen mag geloven wat hij wil, maar in het verlengde daarvan dat het je ook vrij staat om niet te geloven. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die niet hun hele leven willen laten beheersen door het geloof in een Almachtig Opperwezen (of deze nu God of Allah heet) met alle bijbehorende voorschriften en onverdraagzaamheden. Helaas toont de geschiedenis elke keer weer aan dat veel gelovigen de noodzaak voelen hun geloof en de regels daarvan op te leggen aan anderen, en dat zij niet-gelovigen als minderwaardig beschouwen. Dat iedereen mag geloven wat hij wil of niet geloven, is een zeer gezonde ontwikkeling, waarbij de Islam als godsdienst helaas erg achterblijft. Ook al heeft bijvoorbeeld een Marokkaan een levensstijl die de goedkeuring van Allah niet zou krijgen, toch zal hij bijna altijd beweren dat hij moslim is. De incidentele Nederlandse Arabier die de Islam afzweert zal in de eigen gemeenschap worden verketterd en afgewezen. Kortom, het feit dat het islamitische allochtonen nauwelijks wordt toegestaan de Islam af te wijzen gekoppeld aan de intolerantie van deze religie, zorgt bij moslims voor een lage tolerantie voor andersdenkenden en vormt naar mijn mening een obstakel voor integratie. 6. De positie van de vrouw in de Islam

6.1Historisch
In de tijd voordat de Islam ontstond was polygamie heel gewoon. Hoewel sommige vrouwen uit de betere kringen soms aanzienlijke macht bezaten werden de meeste niet hoger aangeslagen dan slaven. Ze hadden geen politieke of normale sociale rechten en het doden van dochters kwam veel voor. Mohammed’s eerste bekeerlingen waren vrouwen en hun emancipatie lag hem aan het hart. De Koran verbood het doden van meisjes en berispte de arabieren die destijds vaak ontzet waren als er bij hen een meisje werd geboren. De Koran verleende ook wettelijke erf- en scheidingsrechten aan vrouwen. Toen de vrouwen rond de gemeenschap van Mohammed zich afvroegen waarom de Koran zich (tot die tijd) uitsluitend tot mannen richtte, gebeurde het dat Mohammed een openbaring kreeg die de nadruk legde op de absolute morele en geestelijke gelijkheid van beide seksen. Nadien kwam het veelvuldig voor dat de Koran zich expliciet tot vrouwen richtte, iets dat we zowel in de joodse als christelijke leer zelden zien.

6.2Hedendaagse situatie
Over de hele wereld leven momenteel zo’n 400 miljoen moslim vrouwen. Sommigen zijn sterk verwesterd, anderen leven nog als hun voorouders jaren geleden. In de westerse landen is er grote twijfel over de gelijke rechten van man en vrouw in de Islam. Als referentiekader gebruikt men dan de gelijkheid zoals wij die in het moderne westen kennen. Wat zijn nu de verschillen tussen man en vrouw?

Ter illustratie enkele voorbeelden: · In de religie: In de positie tot God zijn man en vrouw volgend de Koran gelijk. De vijf zuilen van de Islam zijn voor man en vrouw hetzelfde en beiden gaan, als ze goed leven, naar het paradijs. Zie ondermeer Soerat 33 vers 35, Soerat 3 vers 195 en Soerat 9 vers 71, 72. · Overspel: De straf voor overspel is volgens de Shari’ah voor man en vrouw hetzelfde. · Sluier en de scheiding tussen mannen en vrouwen: De Islam kent een scheiding tussen de mannenwereld en vrouwenwereld. Zie ondermeer soerat 24, vers 31, 32. Vrouwen in de Islam mogen niet omgaan of zich ongesluierd laten zien aan mannen buiten de eigen familie. De achterliggende gedachte van de scheiding tussen mannen en vrouwen, dus ook het dragen van de sluier is, dat voorkomen moet worden dat een vrouw een vreemde man seksueel prikkelt. Volgens de Shari’ah mag een man een vreemde vrouw ook niet aanspreken in afwezigheid van haar echtgenoot. Ook mag men een vreemde vrouw niet aanraken, zelfs geen hand geven. Voor jonge ongetrouwde vrouwen geldt ook dat ze absoluut maagd moeten blijven tot het huwelijk. In principe geldt dit ook voor jongens, maar overschrijding van deze wet wordt voor jongens vaak als stoer gezien, terwijl bij een meisje de hele familie eer kan worden aangetast. De enige plaats in de Koran waar we de sluier vinden is in soerat 33 vers 53. Hier heeft men het echter over hijab ofwel een afscheiding in tuin of huis. In de Koran wordt dus niet duidelijk iets over de sluier gezegd of over strikte scheiding. Een sluier hoorde in de tijd van Mohammed wel bij de klederdracht. · Huwelijk: Een huwelijk wordt traditioneel door de families geregeld. Het huwelijk vindt gewoon thuis plaats. De basis van het huwelijk is het huwelijkscontract dat door de vader van de bruid en de vader van de bruidegom wordt ondertekend. Soms tekenen ook de partners. In het contract staan de voorwaarden, zoals over de bruidsschat, die veelal eigendom van de bruid blijft. Ook kennen sommige landen de mogelijkheid om voorwaarden op te nemen over het mogen scheiden van de vrouw of het niet toestaan van een tweede vrouw.

· Polygamie: De Koran (soerat 4 vers 3) staat een man toe om met vier vrouwen te trouwen. Elke vrouw moet wel geld krijgen en een eigen onderkomen. De praktijk is dat ca. 90% van de getrouwde mannen toch maar één vrouw heeft. De vrouw moet de man wel gehoorzamen, anders krijgt ze geen huishoudgeld. Uit onderzoek blijkt dat de meeste vrouwen een tweede vrouw of meer niet leuk vinden. · Scheiden: Dit is voor een man gemakkelijk. Hij moet de vrouw wel de bruidsschat teruggeven. Er is een verplichte wachtperiode van 3 maanden om te zien of de vrouw niet zwanger is. Voor een vrouw is scheiden niet eenvoudig. Met name als de man niet wil meewerken. Zij moet een deel van de bruidsschat afstaan. Kinderen blijven na de scheiding bij de man of zijn familie. · Rechtsongelijkheid in getuigenis: Volgens de Koran, soerat 2 vers 282, geldt de getuigenis van een vrouw slechts voor de helft t.o.v. die van een man. · Erfenis: Bij een erfenis krijgen de mannelijke erven een portie die 2x groter is dan de vrouwelijke erven. Zo erft in een familie een broer 2x zoveel dan een zus. Het argument is dat de man meer sociale verantwoordelijkheden heeft naar de familie. 7. De relatie van Islam met Jodendom en Christendom (de positie van Jezus)

In de tijd van Mohammed was de Koran een soort spiegel van de belangrijkste aanwezige monotheïstisch religies zoals de Islam, het Jodendom en het Christendom. Mohammed hoopte waarschijnlijk dat de Joden en Christenen zich religieus bij hem zouden aansluiten. Zoals ook uit de eerdere hoofdstukken van dit artikel blijkt zijn er grote overeenkomsten tussen Islam, Christendom en Jodendom. Mohammed beschouwde ook de joden en christenen als mensen van het boek. Toen de Islamitische staat werd opgericht hadden zij ook vrijheid van godsdienst en mochten hun eigen wetten, hun eigen bezittingen, synagoge’s en kerken behouden. Privileges die zij in de eerste eeuw in het Romeinse Rijk nog zeker niet kenden.

De meest markante overeenkomsten, gezien vanuit de Islam zijn: · Monotheïstische godsdiensten met dezelfde God. · Hetzelfde oerboek (Umm-Al-Kitab.) De Koran is volgens de Islam afkomstig van een boek dat altijd al bij God was, Umm-Al-Kitab, (moeder van het boek) (Soerat 43 vers 2-4). In dit oerboek staat ook alles wat ooit met de wereld zal gebeuren. In eerdere tijden waren al andere heilige boeken gebaseerd op dit oerboek aan de aarde doorgezonden zoals: · De Thora (Thawraat) aan Mozes · Psalmen aan David · Het Evangelie aan Jezus · De Koran aan Mohammed
Omdat ze uit dezelfde bron komen zijn er veel overeenkomsten tussen de boeken. · Profeten. De Koran draagt de boodschap uit dat God aan verschillende volkeren profeten heeft gestuurd afkomstig uit hun eigen geledingen. Mohammed, de uitverkoren profeet is de laatste en wordt in soerat 33 vers 40 \"zegel van de profeten\" genoemd. Daarmee ziet de Islam zich als de vervolmaking van de door God gewilde oerreligie. De Koran maakt melding van heel veel profeten. Ongeveer 25 profeten zijn hetzelfde als in de joods-christelijke traditie. De belangrijkste profeten voor de tijd van Mohamed zijn: Abraham, Mozes en Jezus. · Jezus. De Islam vereert alle profeten die in de geschiedenis, voor de komst van Mohammed, door Allah naar de mensheid zijn gezonden, maar Jezus in het bijzonder. Zij zien hem als de grootste. De Koran bevestigt de maagdelijke geboorte van Jezus en beschouwt Maria als een van de zuiverste vrouwen van de hele schepping. Soerat 3 vers 42 tot 47 is hier geheel aan gewijd. Moslims geloven dat Jezus onbevlekt is geboren en wel door dezelfde kracht als Adam en Eva. (soerat 3 vers 59). Ook wonderen, die Jezus verrichtte worden in de Koran genoemd. Soerat 3 vers 49 vermeldt dat Jezus met Gods toestemming de blinden en de lepralijders genas en dat hij doden tot leven kon wekken. Moslims vinden dat Jezus niet de zoon van God kan zijn. Evenals de heilige drie-eenheid uit het christendom beschouwt men dit als een vorm van verkapt polyetisme. Het godsbegrip is uitsluitend op Allah van toepassing. Ook de kruisiging van Jezus wordt niet erkend. De Islam stelt dat Jezus eerder door Allah werd opgetrokken naar de hemel dan dat hij is gekruisigd. Moslims geloven dat Jezus aan het einde der tijden zal terugkeren als volmaakte moslim en dan zal heersen over het nieuwe wereldrijk. · Abraham. Alle drie de monotheïstische godsdiensten Islam, Christendom en Jodendom gaan terug naar Abraham. Alle profeten uit deze religies stammen van hem af. Mozes, Jezus en anderen stammen uit de lijn van Abrahams zoon Isaac. Mohammed stamt uit de lijn van Abrahams zoon Ismaël. Het was Abraham die ooit de stad Mekka oprichtte en die samen met zijn zoon Ismaël de Kaba bouwde, waarnaar alle moslims ter wereld zich richten als zij bidden en die door elke moslim pelgrim wordt bezocht.. · Engelen. Moslims geloven evenals christenen en joden in het bestaan van engelen. De engel Gabriël speelt in alledrie de religies een belangrijke rol als boodschapper van God. Ook het verhaal van Iblies of Shaytan, een engel die ongehoorzaam was en uit de hemel is verjaagd lijkt op het verhaal van de gevallen engel in de joods-christelijke traditie. · Schepping en paradijs. God is schepping. In soerat 32 vers 4 staat: \"God is het die de hemelen en de aarde en wat er tussen beide is in zes dagen heeft geschapen\". De eerste mens was Adam en hij werd geschapen uit klei, zijn nageslacht uit een \"extract van verachtelijk water\". (Soerat 32 vers 8) God schept door één enkel woord namelijk “wees”. Dit scheppingsverhaal heeft dus grote parallellen met de Joods-christelijke traditie. Moslims geloven dat Adam en Eva geschapen zijn van dezelfde ziel. Als Adam in het paradijs van de vrucht van de boom van het eeuwige leven eet, worden hij en Eva uit het Paradijs verstoten. De Islam kent dus evenals de joods-christelijke traditie de oeropenbaring en het oer verbond van God met Adam als eerste mens. Wel is er een fundamenteel verschil: In de islamitische traditie krijgt Adam spijt van zijn zonde en God vergeeft het hem. In de Joods-christelijke traditie daarentegen wordt het gehele nageslacht van Adam en Eva belast met de erfzonde. · De dag des oordeels. Moslims geloven in het bestaan van hemel en hel. De laatste dag zullen alle doden weer opstaan en weer een lichaam krijgen. Men spreekt in dit kader ook over de tweede schepping. De wederopstanding is een nieuw begin, voor de ware gelovige de terugkeer naar Allah zoals beloofd in ondermeer soerat 55 vers 26 en 27: \"Een ieder die er op aarde is zal vergaan, maar jouw Heers gelaat van majesteit en eer blijft\". Het is ook de dag van het laatste oordeel (Soerat 77 vers 18). Een ieder krijgt dan een boek overhandigd om daarin de beoordeling van al zijn of haar daden te lezen. Voor de gelovigen is er het paradijs en voor de ongelovigen het hellevuur. Wel is het zo dat Allah Mohammed toestaat, om voor sommige moslims in het hellevuur te bemiddelen en ze alsnog naar het paradijs te brengen. Om de mensen voor dit oordeel te waarschuwen heeft God steeds weer profeten naar de aarde gestuurd. 8. Mohammed en het ontstaan van de Islam Mohammed Ibn Abdallah leefde van het jaar 570 – 632, in Arabië, het huidige Saoedi Arabië. Hij woonde in Mekka en was lid van de stam Koeraisj. De Koeraisjieten waartoe Mohammed behoorde hadden in de 6e eeuw een succesvolle positie in de handel verkregen met de stad Mekka als het belangrijkste centrum. Mohammed is voor de islamiet heel belangrijk. Hij is het die de Koran (Qur’an), het woord van Allah, heeft ontvangen en verkondigd. Ook de manier van leven van Mohammed is van belang omdat dit, ook in onze tijd nog als een soort richtlijn voor de vertaling van de Islam in het dagelijks leven wordt gezien. Deze verhalen over het dagelijkse leven van Mohammed heten tradities en zijn vastgelegd in de Hadieth.

Mohammed zij moeder stierf toen hij 6 jaar was. Vanaf zijn 12e jaar komt hij onder de hoede van zijn oom, die koopman was. Hij mag dan mee met de grote handelskaravanen naar Syrië. Op 25 jarige leeftijd trouwt hij met de 40 jarige Chadiedja, een rijke weduwe die eigenaresse is van een handelshuis. Uit hun huwelijk worden 4 dochters geboren, van wie de jongste, Fatima, later trouwt met Ali, de neef van Mohammed. Tijdens het 23-jarig huwelijk met Chadiedja is Mohammed monogaam gebleven. In 610 kreeg Mohammed zijn eerste openbaring in de buurt van Mekka, toen hij gedurende een vastenperiode aan het mediteren was bij de berg Hira. In een soort visioen of droom bracht de engel Gabriël de boodschap van Allah. Daarna kreeg hij nog vele visioenen. Na drie jaar ging hij preken. De kernpunten van de prediking waren: 1. Allah is machtig en goed. Hij schept de natuurkrachten waar de mens van afhankelijk is. Ook de mens is goed. 2. Ieder mens zal op de dag des oordeels beoordeeld worden en naar de hel of het paradijs worden gestuurd. 3. De mens moet Allah dankbaar zijn en hem aanbidden. 4. Wie zelf voldoende bezit moet bereid zijn een deel af te staan voor de armen. 5. Mohammed is gezonden om de mensen te waarschuwen voor de dag des oordeels. Zij preken vonden bij de kooplieden in Mekka weinig gehoor. In het jaar 622 trekt hij met 70 volgelingen naar Medina (Hija naar Medina). Met deze gebeurtenis begint ook de jaartelling, het jaar 0 van de islamieten. In Medina krijgt hij een grote aanhang. In deze tijd begint ook de ontwikkeling van het arabisch schrift. Mohammed presenteerde de Islam naar de joodse stammen in Medina als een vernieuwing van de joods-christelijke traditie, maar deze wilden daar niets van weten. Mohammed wilde ook Mekka, waar hij veel vijanden had, onder de Islam brengen. Na een strijd van 8 jaar wordt Mekka in 630 veroverd. In deze periode ontstaat ook het idee dat oorlog voeren heilig kan zijn. Alle stammen sluiten zich dan aan bij de Islam. Joden en Christenen mogen hun geloof behouden. In 632 sterft Mohammed. Hij had in zijn leven, na de periode met Chadiedja, nog 10 vrouwen en 2 bijvrouwen. De huwelijken die hij aanging hadden vaak te maken met de versterking van een bondgenootschap. Ashia was zijn lievelingsvrouw. Elk van de vrouwen had wel een eigen huis en een eigen huishouding. In de Koran staat dat een moslim 4 vrouwen mag hebben. Zij moeten wel gelijke rechten hebben. 9. Politiek en verbreiding van de Islam na Mohammed De \"geleide\" kaliefen
De opvolgers van Mohammed, de kaliefen, namen zowel de religieuze leiding op zich als ook de leiding van de zich voortdurend uitbreidende islamitische staat. De soennitische Islam noemt de eerste vier kaliefen, Abu-Bakr, Umar, Uthman en Ali Kalif, de \"geleide\" kaliefen. Hun leven en handelen en dat van de profeet zelf geldt voor de soennieten als het voorbeeld en vormt ook in politiek opzicht de Sunna (gewoonte). De shi’ieten zien alleen Ali als de rechtmatige opvolger van de profeet. Onder deze kaliefen breidt het islamitische rijk zich, buiten de basis Arabië, in ca. 30 jaar tijd (632-661) uit tot Egypte, Sinai, Palestina, Syrië, Libanon, Mesopothamie, Iran en het kustgebied van Libië tot de Kaukasus. De Oemajjaden en de Abbasiden Na de moord op Ali werd de kaliefenmacht overgenomen door Syrië en werd gevestigd in Damascus. Onder deze kaliefen dynastie, de Oemajjaden (661-750), breidde het rijk zich uit tot de gebieden rond de Kaspische Zee en Pakistan en westwaarts met geheel Noord-Afrika. In 711 stak men zelfs over naar Spanje en Zuid-Frankrijk. Van 750-1258 ligt de macht bij de kaliefen dynastie van de Abbasiden met als centrum Bagdad. In deze dynastie werd Bagdad het centrum van kunst en wetenschap. In 1258, kwam er door een overval van de Mongolen een bloedig einde aan de dynastie en viel deze uiteen in verschillende kleine dynastieën.

Het Osmaanse rijk en Europa
In de periode van de 13e eeuw tot de 17e eeuw zien we dat de Osmaanse Turken een groot deel van zuidoost Europa, Syrië, Mesopothamie, Egypte en de kustgebieden rond de Middellandse Zee en de Rode Zee hebben veroverd. In de 19e eeuw was het Osmaanse rijk weer grotendeels vervallen. Na de 1e wereldoorlog werd het land gemoderniseerd door Attatürk, die het sultanaat afschafte en van Turkije een seculiere staat maakte.

Islam in Aziëë Via veroveringen en via de handel breidde de Islam zich ook snel uit naar India. Via de handel werden in de 13e eeuw Maleisië en Indonesië onder de Islam gebracht. In de 19e eeuw zien we in India toenemende spanningen tussen hindoes en moslims, hetgeen in 1947 resulteerde in de stichting van Pakistan als een eigen land voor de Indiase moslims. De relatie tussen deze twee landen is tot op heden nog steeds gespannen en was recent weer in het nieuws met onlusten en oorlogsdreiging in de Indiase grensprovincie Kashmir.

Islam in de moderne tijd
De laatste 150 jaar zijn ingrijpend geweest voor de islamitische landen. In de tijd van het westerse kolonialisme zijn bijna alle landen, behalve het Osmaanse Rijk, kolonies van Europese grootmachten geworden of kwamen onder protectie ervan. In de 19e eeuw werd de basis gelegd voor de reformatie van de islamitische wereld. Na de eerste wereldoorlog ontstond het faillissement van het Europese kolonialisme. De veranderingen in Europa werden en worden door de Islam nauwlettend en kritisch gevolgd. In de polarisatie tussen het communistische machtsblok van de Sovjet-Unie en het kapitalistische blok van de Verneigde Staten en West Europa kozen zij geen positie, maar noemden zich de \"derde weg\". Zo ontstond vooral na de tweede wereldoorlog het islamitische socialisme, gecombineerd met het Arabisch nationalisme. Arabisch socialisme ontstond vooral in landen als Egypte (Nasser) en Syrië, Irak, Algerije, Libië. Na de tweede wereldoorlog werd er naar nauwere ideologische banden gestreefd tussen de Arabische landen en ook tussen alle islamitische landen. De verschillen zijn echter zo groot dat dit tot op heden weinig resultaat heeft opgeleverd. De ontwikkeling van het fundamentalisme en de \"heilige oorlog 10. De heilige geschriften van de Islam 10.1 Koran

Mohammed ontving de openbaringen, die de Koran vormden in de loop van zo’n drieëntwintig jaar. Deze openbaringen waren voor Mohammed zwaar om te ervaren. Hij raakte meestal in trance en leek soms het bewustzijn te verliezen. Hij begon dan te zweten, ook als het erg koud werd en werd overmand door een zwaar gevoel alsof hij door verdriet werd overmand. Hij moest dan geconcentreerd naar de goddelijke woorden luisteren en zijn best doen om een visioen of boodschap goed te ontcijferen. Mohammed, die niet kon schrijven, reciteerde elk nieuw gedeelte dat hem werd geopenbaard hardop. De aanwezige moslims leerden dit dan uit hun hoofd en een enkeling die kon schrijven noteerde het. Ongeveer 20 jaar na Mohammed’s dood werd de eerste officiële bundeling van de Koran gemaakt. Daarna is de Koran niet meer veranderd. Historisch gezien is de Koran daarom een betrouwbaar boek.

De Koran wordt door moslimtheologen beschouwd als het directe woord van Allah, dat via de engel Gabriël aan Mohammed werd doorgegeven. De Koran zou afkomstig zijn uit een goddelijk boek in de hemel, een soort oerboek Umm al-Kitab geheten. Ook de eerdere openbaringen aan de Joden in de Thora en aan de Christenen in het Evangelie werden door de islamieten als openbaringen uit dit oerboek gezien. Daarom moet je ook gepast met de Koran omgaan, het is een heilig boek. Voor je de Koran aanraakt moet je de handen wassen. Soms staat op een Koran ook: “Mag niet aangeraakt worden door niet-moslims”.

Koran betekent recitatie. Het reciteren van de prachtige oorspronkelijke arabische teksten is een onderdeel van allerlei rituelen en gebeden en is nog steeds de belangrijkste vorm van overdracht van de leer. Het oorspronkelijke arabisch, zoals gebruikt in de Koran is ook in onze tijd nog steeds hetzelfde gebleven. Wel is de spreektaal in de loop van de tijd sterk veranderd. Moslims betogen dat ze bij het juist lezen van de Koran een transcendente aanwezigheid ervaren, een hoogste werkelijkheid, die verschijnseleen van de gewone wereld overstijgt. Het lezen en reciteren van de Koran is daarom wel meer een spirituele discipline dan een verstandelijke. Zo is er het bekende verhaal van de jonge Koeraisjiet Oemar die de leer van Mohammed fel bestrijdt. Als hij, nieuwsgierig geworden, een keer stiekem onder het kleed van de Ka’ba luistert naar het reciteren van de Koran, is hij zo onder de indruk van de betovering van de arabische taal dat hij in tranen uitbarst en zich bekeerd tot de Islam.

De Koran bestaat vooral uit een collectie van statements over de wijsheid en de wil van Allah. De 114 soera’s of wel hoofdstukken van de Koran hebben geen chronologische volgorde. De soera’s zijn geordend naar lengte en geschreven in een soort eenvoudige rijmvorm. De langste eerst. Moslims reciteren dus uit de Koran. Zij zingen niet. Wel kennen de mystieke verschijningsvormen van de Islam zoals de Soefi’s muziek, zang en dans. Strenge moslims zijn zelfs tegen muziek. Ook tegen afbeeldingen. In een moskee zie je daarom geen afbeeldingen, wel allerlei prachtige versieringen.

Met de Koran kun je de duivel afweren. Ook het \"oplossen\" van teksten en deze daarna opdrinken geeft bescherming. 11.De arabische wereld De Arabische wereld is dat deel van de wereld waar het Arabisch als cultuurtaal wordt gebruikt. Het is tevens de bakermat van de islam. De islam is thans tot een wereldgodsdienst uitgegroeid die de grenzen van de Arabische wereld ver overschrijdt : vandaag is slechts één op vijf moslims Arabier. Vanaf de 7de eeuw ontwikkelde de Arabische wereld zich in korte tijd tot een wereldmacht die zich uitstrekte van de Atlantische Oceaan tot het Indische schiereiland. Deze expansiedrang van de Arabieren maakte het Byzantijnse rijk eeuwenlang tot hun grote vijand. Aan de inname van de stad Byzantium in 1452 was een lange Arabische penetratie van Oost-Europa voorafgegaan. Ook Noord-Afrika werd in de invloedssfeer opgenomen en de verovering in het begin van de achtste eeuw van Sicilië en vooral het Iberische schiereiland leidde tot de beheersing van het Middellandse-Zeegebied. Via Spanje drongen de Arabieren door tot het hart van West-Europa; in 752 worden ze bij Poitiers een halt toegeroepen. De Arabische bezetting van Sicilië werd in de 11de eeuw vervangen door een Normandisch vorstendom. In dit eenheidsrijk was er noodgedwongen veel ruimte voor autonome tendensen. Onder de dynastie van de Abbasiden (750-1258) kwam het Perzische element meer op de voorgrond. Bagdad werd de hoofdstad. In 832 gingen er een conservatorium en een hogeschool van start waarin alle academieën waren vertegenwoordigd. Spanje groeide uit tot een nagenoeg onafhankelijke Arabische staat met een bijzonder rijke cultuur. Het is dit gebied dat door de katholieke reconquista werd herwonnen. Op het einde van de 13de eeuw overleefde nog enkel Granada als afzonderlijk moslimrijkje. In 1492 dient ook dit Arabisch bruggenhoofd in Europa tenslotte de duimen te leggen voor de reconquista. De late Middeleeuwen werden gekarakteriseerd door de steile opgang van de Osmanen tot de grote islamitische mogendheid. Hun bakermat was Klein-Azië. Ze bereikten in de 16de eeuw hun hoogtepunt onder Süleyman I (1520-1566) die Hongarije veroverde, Wenen belegerde (1529) en zich meester van de Middellandse Zee kon noemen.

12.Arabische invloed
De eerste eeuwen voelde de West-Europese wereld zich minderwaardig tegenover de moslimbeschaving. De Arabische technologie was in veel opzichten superieur, de rijke klassen beschikten overvloedig over luxe-artikelen en vooral, hun rijk werd als veel uitgestrekter ervaren. In het begin van de twaalfde eeuw bestond het wereldbeeld van de Europeanen uit drie delen: Azië, Afrika en het eigen continent. Azië, het grootste van de drie, was bijna volledig in moslimhanden, Afrika was dat voor een groot deel, terwijl Europa niet eens helemaal christelijk was. De kruistochten, de eerste grootschalige confrontatie tussen de Arabische en de West-Europese wereld was een botsing tussen twee godsdiensten en wortelde in het inferioriteitsgevoel van de Westerse christenheid. De kruistochten misten hun doel -de laatste kruisvaardersburcht viel trouwens in 1291- maar betekenden wel een doorbraak voor heel wat Arabische innovaties in de Westerse wereld. Vooreerst lagen de economische verhoudingen anders. Rond het jaar duizend leek de handel tussen West-Europa en de moslimwereld op de koloniale handel tijdens de 19de/20ste eeuw, maar dan in omgekeerde zin. In ruil voor (Slavische) slaven en grondstoffen werden consumptiegoederen uit de Arabische wereld in Europa ingevoerd. Omstreeks 800 beheersten de Arabieren de handel op de Middellandse Zee en loodsten op die manier heel wat maritieme innovaties de Westerse wereld binnen, zoals het latijnzeil, het kompas en de portulanen, de voorlopers van de latere zeekaarten. Zelfs tot in het Nederlands zijn talrijke maritieme woorden van Arabische herkomst binnengedrongen: admiraal, kabel, bark. Op intellectueel-wetenschappelijk vlak hadden de Arabieren reeds vroeg kennis gemaakt met de antieke Griekse culturele erfenis. Deze Griekse teksten werden bestudeerd en in het Arabisch vertaald en overgeleverd. Het wegvallen van de militaire dreiging zorgde ervoor dat Europa voortaan meer openstond voor de intellectuele inbreng. In vertaalcentra in Italië en Spanje waren geleerden met welluidende namen als Jacobus van Venetië, Burgundio van Pisa, Mozes van Bergamo, Adelarth van Bath en Gerardus Cremonensis bezig in het Arabisch overgeleverde, antieke teksten in het Latijn te vertalen en zo beschikbaar te stellen voor de Westerse intellectuele centra. Zij schonken het Westen de mathematica van Euclides, de astronomie van Ptolemaeus, de geneeskunde van Hippocrates en Galenus en de fyscia, logica en ethica van Artistoteles. Aldus bereikten deze bijdragen van het antieke hellinisme na lange omzwervingen doorheen het Oosten en Afrika het Westen. De centra van Arabische cultuur in Italië en Spanje vormden trouwens aantrekkingspolen voor jonge, op kennis beluste intellectuelen. Van de Engelsman Daniël van Morley is bekend dat hij wegvluchtte uit het voor hem te verstikkende Parijse universitaire milieu en naar Toledo trok om “er de lessen te volgen van de geleerdste filosofen van de wereld”. De middeleeuwse wetenschap en geneeskunde in het Westen kregen belangrijke injecties vanuit de Arabische wereld. In de wiskunde werden de Arabische cijfers binnengeloodst. Ze waren afkomstig uit Indië en werden in het begin van de 12de eeuw via Italië in Europa geïntroduceerd. De bewerkingen (algebra) en de rekenmethode (algoritmus) gaan terug op de Arabische wiskundige Al Jabr. De inbreng op het vlak van de geneeskunde is al even fundamenteel. Een vroege medische school was die van Montpellier in Zuid-Frankrijk, met een duidelijke Arabische invloed. Wellicht gaan ziekenhuisinrichtingen en klinisch onderricht aan medische studenten op een Arabische erfenis terug. De invloed van de Arabische geneeskunde bleef in elk geval doorwerken tot in de 15de-16de eeuw. De Canon van Avicenna werd reeds in 1473 gedrukt en was al aan zijn derde editie toe toen het eerste werk van Galenus op de drukpers werd gelegd. De Canon was een medische encyclopedie die door elke Westerse arts als onmisbaar werd beschouwd. Vertalingen uit het Arabisch van Avicenna’s ander werk evenals uit dat van Rhazes en andere Arabische medici volgden. Het aantal verwijzingen naar Arabische traktaten in de vroege, Europese, medische standaardwerken overstijgt trouwens aanzienlijk deze naar de Griekse bronnen. De overname en assimilatie van de Griekse intellectuele cultuur speelde wellicht nergens zo intens als in de filosofie. De kennis van Artistoteles in de West-Europese geleerdenwereld kreeg een grote impuls door de vertalingen van het werk van Averroës. Denken we ondermeer aan Michael Scotus (+ ca 1236) die lange tijd werkzaam was aan het Siciliaanse hof van Frederik II van Hohenstaufen, een vorst met persoonlijke interesse in de verschillende takken van de Arabische wetenschap. Scotus verzorgde er ondermeer vertalingen van Aristoteles en van commentaren door Averroës. 13.Vernieuwde belangstelling bij de humanisten In het spoor van het humanisme werd de interesse voor de Arabische wereld opnieuw op een wetenschappelijk spoor gezet. Baanbrekend is het werk van Ogier van Boesbeke. Tussen 1554 en 1562 verbleef hij als gezant van de Habsburgse vorst aan het Hof van Süleyman I (de Grote). Hij bracht ondermeer de sering, de tulp en de paardekastanje naar het Westen. Tussendoor redde hij het Oostgotisch, toen reeds een dode taal, van een totale ondergang. Zijn relaas over zijn Ottomaans verblijf werd in vier Latijnse brieven vastgelegd en had een zeer grote invloed op de Arabische beeldvorming in het Westen. Toen in 1574 in Leiden een universiteit werd opgericht, werd van meetaf aan besloten om naast het theologisch belangrijke Hebreeuws ook het Arabisch te onderwijzen. Daar doceerden ondermeer Nicolaas Cleynaerts (Clenardus) uit Diest en Frans van Ravelingen uit Rijsel. Raphelengius was de schoonzoon van Christoffel Plantijn, tot 1585 was hij werkzaam in het Antwerpse Officina. De eerste Arabische drukkerij in Europa kwam in die tijd eveneens in de Noordelijke Nederlanden tot stand. Grondlegger hier was Thomas van Erpe (Erpenius, 1584-1624), docent Arabisch en verzamelaar van Oosterse handschriften. Later werd dit drukkershuis doorverkocht aan Isaac Elsevier. 14. Islam mystiek en soefisme

Binnen de Islam zien we twee ontwikkelingen: · De schriftuurlijke Islam, ofwel de officiële islam, gericht op Koran, Hadieth, wetten e.d. · De volks Islam met het accent op mystiek en heiligen.

De mystiek, het streven naar de éénwording met God, heeft altijd op een gespannen voet gestaan met de officiële Islam van heersers, krijgsheren en rechtsgeleerden. De cultuur historische basis van de islamitische mystiek is enerzijds gelegen in de Koran, waar boetvaardigheid en asceze geprezen wordt. Anderzijds zijn ook andere geloofsvormen en culturen van invloed geweest zoals die van christelijke monniken, van boeddhistische- en indiase monniken, van de oud-Perziche culturen en van de gnosis. De mystiek ontwikkelde zich van vrome asceze tot het bewuste Godszoeken met het accent op Godsvertrouwen (tawkkul) en afstand doen van eigen begeerte. Mystici kunnen in trance de éénwording met God beleven. Zij doen dit door het zingen en reciteren van hymnen en mystieke teksten. Een vorm is dzikr, het ritmisch noemen van de naam van God, \"Allah\". Soms danst men er ook bij. Ook taal en cultuur van de mystici is erg bloemrijk.

Bekende Mystici uit vroege Islam periode zijn:

Rabi’ah (d. 801). Dit was een vrouw, een vrijgemaakte slavin die zich na haar vrijlating geheel wijdde aan de Mystiek. Later \"verloor\" zij zich aan God. Zij was ongetrouwd en zei: \"Mijn geliefde is altijd bij mij\". Zij schreef ook een prachtig gedicht over \"Liefde en Geliefde\". Abu Yazid al-Bistami (d. 875) Deze mysticus leefde in het oosten van Perzië. Van hem is bekend dat hij als eerste \"op ging\" in God. Al-Hallaj (ca. 857-922). Hij predikte in Bagdad. Als hij in extase was, zei hij: \"Ik ben de waarheid\". Hij werd door de officiële Islam in de gevangenis gezet en kreeg de doodstraf. Dhu L-Nun (ca. 796-861) Hij schreef “Een mystieke weg, stappen steeds hoger naar God”. Jalal al-Din Rumi (d. 1273) Het werk van Rumi wordt wel het hoogtepunt van de islamitische mystiek genoemd. Zijn prachtige gedichten worden gekenmerkt door grote muzikaliteit en beeldende taal. Hij leefde in Turkije en was stichter van de mystieke orde MawLana, beter bekend als de dansende Derwish.

Hoewel zij door de officiële Islam als verdacht werden beschouwd, werden de mystici door het volk vereerd als heiligen. Vanaf de 12e eeuw ontstonden de mystieke broederschappen. De mystici kregen de naam soefi (suf=wol), vanwege hun wollen kleden. Deze mystieke broederschappen bestaan nog steeds. Aan het hoofd van de broederschap staat een sjeik. In het broederschaphuis worden mystieke werken bestudeerd en muziek gemaakt. Een broederschaphuis is genoemd naar de eerste leraar, de oprichter, men ziet hem als een heilige, een vriend van God, iemand die vanuit het graf kracht en genezing kan geven. De geboortedag van de Stichter wordt gevierd met Mawlid (feest), met rituelen, offers, dansen en zingen. Mystieke broederschappen staan zeer open voor het opnemen van andere culturen. Zij kennen ook onderafdelingen in het buitenland. Je kunt lid worden van een broederschap door moslim te worden en trouw te zweren aan de sjeik. In Nederland is er ook een afdeling van Rumi. Ook kennen we in Nederland het universeel Soefisme. Je kunt je hierbij aansluiten zonder moslim te worden. 15. Fundamentalisme en djihaad

Het begrip fundamentalisme komt oorspronkelijk uit het Christendom en werd gebruikt voor streng orthodoxe bewegingen. De term wordt door het westen nu gebruikt voor islamgroeperingen die zich geheel richten op een islamitische samenleving volgens de oorspronkelijke interpretatie van de Koran. Ook wordt de term fundamentalisme geassocieerd met terrorisme en gebruik van geweld. Moslims zelf noemen deze stromingen islamisme.

Tussen de eerste en de tweede wereldoorlog zien we in de islamitische landen een sterke modernisering naar West-Europees voorbeeld. De secularisatie, scheiding tussen kerk en staat neemt toe. Er komen steeds meer kranten en boeken. Ook voor vrouwen veranderde er veel zoals: westerse kleding, eigen partnerkeuze, studeren etc. De rol van de islamitische wetgeving, de shari’ah werd steeds kleiner en de positie van de religieuze geleerde werd slechter. Als reactie op deze modernisatie ontstaat als een tegenbeweging in 1928 de Vereniging van Moslimbroeders opgericht door Hasan al Banna. Het doel is: Weer leven volgens de traditionele Islam. Cairo wordt het hoofdkwartier. Men verzet zich tegen sociale misstanden en ziet de invoering van een absolute islamitische staat als enige oplossing. Men protesteert niet alleen, maar verricht zelf ook goede werken zoals stimulering van scholing en het oprichten van ziekenhuizen. Vanaf 1940 wordt de beweging ook politiek actief. Na de tweede wereldoorlog worden ze steeds radicaler en breiden zich uit naar Irak, Jordanië, Libanon en Syrië. In 1946 zien we voor het eerst terroristische aanslagen op Engelse Joden in Palestina. Begin jaren ’50 worden de moslimbroeders in Egypte verboden. Vanaf 1970 ontstaan er radicale splinter groepen met een ondoorzichtige structuur, die zich met gebruik van geweld inzetten voor islamitisering van de staatsorde. Zij wijzen alles van het westen op het gebied van de moraliteit af. Je moet strikt volgens de islamitische voorschriften leven. Zij plegen ook gewapend verzet tegen zittende regeringen in hun land.

Uit onderzoek blijkt dat deze groeperingen vooral floreren in landen met een crisissituatie. Daar waar veel arme mensen zijn, de corruptie groot is en het economisch slecht gaat. Ook factoren als de industrialisatie, de trek van het platteland naar de stad, veel mannelijke leden die zijn vertrokken naar het buitenland en de werkeloosheid onder de sterk groeiende en jonge bevolking, spelen daarbij een rol. Je hebt geen werk, geen geld. Je kunt niet trouwen. Een islamitische staat is volgens deze fundamentalisten dan de oplossing. Voorbeelden van dit soort staten zijn Iran en tot voor kort Afghanistan.

15.1.djihaad
Deze fundamentalistische groeperingen beroepen zich op de djihaad-plicht uit de Koran. De term djihaad betekent: inzet voor de Islam. Er zijn twee soorten djihaad: 1. Grote djihaad. De strijd tegen het ongeloof in jezelf en de spirituele, morele, sociale en missionaire inspanning voor de uitbreiding van de Islam. 2. Kleine djihaad. De Jihaad van het zwaard, ofwel strijd voor het geloof en de heerschappij van de islam, de heilige oorlog. (Soerat 9 vers 12 en 9 vers 29) De islamitische wet deelt de wereld in twee gebieden: het gebied van de islam (Dar al-islam) dat als een gebied van vrede wordt gezien. Daarbuiten, de niet-islamitische gebieden (Dar al-harb) als een gebied van oorlog. Dit laatste gebied kan in een periode van vrede een gebied van verdrag of een gebied van vrede worden. In feite is dit laatste de huidige situatie in de wereld. djihaad is een plicht voor elke moslim.

Radicale moslims zien in het principe van de \"heilige oorlog\" de legitimering om geweld te gebruiken. Ook wordt de djihaad gebruikt om groepen in het eigen land aan te vallen. Je noemt ze dan ongelovigen. Er zijn diverse djihaad bewegingen actief zoals: · Takfir (groep) hija. Deze beweging heeft in 1981 in Egypte Sadat vermoord, omdat hij vrede met Israël had gesloten. · De islamitische djihaad beweging in Libanon heeft banden met de Hezbollah. · De Hamas beweging in Palestina. Vooral bekend door zelfmoordacties in Israël. Let wel, deze beweging doet in eigen land ook vele goede werken op het gebied van scholing, ziekenhuizen ed. · Al-Jama’a al-Islamiyya, een beweging in Egypte met veel aanhangers onder studenten met als leider de blinde sjeikh ‘Umar. · Al Quada netwerk met als leider Bin Laden uit Saoedi Arabië. Deze groepering is ondermeer actief in Afghanistan en Palestina en is volop in het nieuws vanwege de aanslagen in Amerika. Er is, voorzover in het westen bekend, geen overkoepelende organisatie van deze djihaad bewegingen.

De profeet Mohammed hield zich in zijn tijd vooral bezig met de verdedigingsoorlog. Hij riep de gelovigen op te strijden voor het geloof maar tegelijkertijd de vrede te bewaren met de ongelovigen als zij ook de vrede bewaarden. (soerat 8 vers 61, soerat 4 vers 90 en soerat 4 vers 94) De Koran benadrukt steeds weer de vrede als belangrijkste doel.

Weldegelijk heeft de Arabische wereld invloed op de rest van europa. Dat is ook zeer goed te lezen in 12. Neem bijvoorbeeld de Arabische technologie, die was in die tijd veel en veel gevorderd. En dat hebben de Europeanen later overgenomen en toen weer de leiding genomen

Dus om antwoord te geven op mijn onderzoeksvraag: heeft de Islam invloed gehad op de rest van europa? Jazeker!!!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.