Bio-industrie

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2294 woorden
  • 15 april 2004
  • 93 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
93 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studiekeuzestress? 5 gouden tips om voor áltijd te blijven twijfelen

Ben jij ook zo'n expert in het uitstellen van je studiekeuze? Met deze 5 tips blijf je gegarandeerd nog járenlang twijfelen. Want waarom zou je een beslissing nemen als je ook gewoon... niet kunt kiezen? 

Check het hier

Inleiding Het onderwerp dat ik gekozen heb is Bio-industrie. Ik wil hier graag meer over weten, omdat ik het erg belangrijk vind en ik ben er erg tegen. Ik ga veel informatie opzoeken en wat eigen mening erbij toevoegen an dat wordt mijn werkstuk. Ik ga vooral naar wakkerdier want dat vind ik een hele goede organisatie tegen bio-industrie.

Hoofdvraag: Moet de bio-industrie worden afgeschaft Deelvragen: 1. Wat is de bio-industrie? 2. Hoe is de bio-industrie ontstaan? 3. Hoe worden kippen, varkens en koeien in de bio-industrie behandeld? 4. Waarom worden biotechnieken gebruikt? 5. Wat heeft genetica met bio-industrie te maken? 6. Wat voor invloed heeft de bio-industrie op het milieu? 7. Wat doet de regering aan de bio-industrie?

1. De bio-industrie Bio-industrie is een intensieve veehouderij. Het is het houden van zo veel mogelijk dieren op een zo’n klein mogelijke stukje grond. Mensen die in de bio-industrie vullen de dieren met antibiotica om ze sneller te laten groeien en dik te maken. Het gaat bij bio-industrie alleen maar om de productie. De meeste dieren die in de bio-industrie hebben nauwelijks daglicht gezien. Het doel van deze veehouderij is om zoveel mogelijk winst te maken ongeacht de dieren. Een varken weegt al in 6 maanden 100kg, omdat hij vol gemest wordt om veel vlees te produceren. Bij kippen betekent de bio-industrie legbatterijen. 2. Het ontstaan van de bio-industrie Na de tweede wereldoorlog kwamen er grote veranderingen in het boerenbedrijf. Er waren veel problemen en voedsel was belangrijk vooral voor export, want de opbrengst daarvan kon worden gebruikt voor de opbouw van industrie. Vele landbouwbedrijven moesten specialiseren; alleen akkerbouw, fruitteelt, melkveehouderij, slachtveehouderij enz. Om niet failliet te gaan moesten de boeren meedoen aan Bio-industrie om genoeg te verdienen. Mensen werden vervangen door machines omdat die veel voordelen hadden en weinig geld kostten. Het begon eerst klein zoals mechanismen om koeien te melken. Maar het werd steeds meet en erger en pijnlijker en uiteindelijk was er bijna nik wat niet met machines werd gedaan. De geschiedenis van de biotechnologie is grofweg in drie delen te splitsen: • ..... - 1940: klassieke biotechnologie • 1940 - 1970: industriële biotechnologie • 1970 – nu: moderne biotechnologie 3. Kippen, varkens en koeien in de bio-industrie Kippen in de bio-industrie

Omdat kippen klein zijn kunnen er veel in een klein hokje. Veel bedrijven hebben er zelfs 10.000! Ze worden gehouden om het vlees en de eieren. De hokjes waarin ze zitten heten legbatterijen. Het zijn hokjes met gaas ervoor vier etages hoog. Daarin moeten ze eieren leggen. Een kip legt ongeveer 250 tot 300 eieren per jaar. Omdat ze zo dicht op elkaar zitten en zich niet kunnen bewegen gaan ze zichzelf kaalplukken. Om ervoor te zorgen dat ze geen andere kippen pikken wordt hun snavel afgebrand. Kippen die in een legbatterij zitten worden meestal maar 1 jaar. Als ze naar het slachthuis worden gebracht, worden ze in klein hokje gepropt en dat doen ze zo hardhandig dat vaak de vleugels breken. In het slachthuis zelf worden de kuikens verdoofd met een elektrische schok en dat worden ze geslacht. Varkens in de bio-industrie

Je hebt in de bio-industrie fokzeugen en slachtvarkens. Fokzeugen zijn er om zo veel mogelijk kleintjes te baren. De varkens staan in een zo klein mogelijke hokje met een rooster op de vloer. Als ze zwanger is dan wil ze volgens haar instinct een nest maken, maar dat kan niet omdat het hokje waarin ze zit veel te klein is en er is geen stro. Daardoor raakt ze helemaal gestresst. In de kleine ruimte waarin ze zitten kunnen ze nog net hun biggetjes zogen. De biggen worden maar 3 weken gezoogd i.p.v. 14 weken normaal. Maar niet alleen worden de biggetjes dan niet meer gezoogd maar ook bij hun moeder weg gehaald omdat ze dan sneller een nieuw nest kan werpen. Zo\'n fokzeug leeft ongeveer 3 jaar. Daarna wordt ze geslacht. Je hebt ook nog slachtvarkens. Als de biggen bij hun moeder worden weggehaald komen ze in een groepshok. Als klein biggetje wil je overal op zuigen. Dus nemen ze dan maar elkaar staart, omdat te verkomen knippen de veehouders de staartjes eraf. Dan hebben ze dus niks om op te zuigen en worden ze gek. Omdat ze op roosters staan gaan de poten kapot. En ze zien nooit daglicht, pas als ze naar het slachthuis worden gebracht. Koeien in de bio-industrie

Ook bij de koeien heb je verschillende koeien; je hebt melkkoeien, kistkalveren en mestkalveren. Vergeleken bij de kalveren hebben de melkkoeien het beste. Vergeleken met vroeger is het wel alleen maar slechter geworden. Nu staan de koeien niet meer in de weide maar in boxen. Ze kunnen er in lopen en in liggen maar verder niks. Omdat ze zoveel mogelijk melk moeten geven hebben ze het beter dan andere koeien. Koeien in de bio-industrie geven 90.000 liter per jaar. Omdat dat veel meer is dan normaal lijden ze vaak aan uierontsteking en worden ze geslacht. Je hebt ook kistkalveren. Dat zijn kalveren die een paar dagen na hun geboorte al in een kleine houten of metalen kist gezet. Ze krijgen dan twee keer melk per dag. Geen echte melk natuurlijk maar kunstmelk met veel hormonen. Alleen dan zien ze licht. Omdat ze zich vervelen gaan ze zich aan hun vacht likken. Als een kalf dan wordt geslacht dan zie je vaak gigantisch haarballen in de maag van dat dier. De mensen willen altijd wit vlees. Dus daarom geven ze de kalveren geen ijzer. Maar als het geen ijzer binnenkrijgt krijgt het bloedarmoede. 4. Het nut van biotechnieken Door de welvaart in ons land werden de mensen rijker en werd er meer vlees gegeten. Dit had tot gevolg dat boeren steeds meer en goedkoper moesten gaan produceren. Om de kosten laag te houden is het productieproces in de bio-industrie zoveel mogelijk geautomatiseerd. Het voeren gebeurt vaak mechanisch, en mest wordt via een lopende band afgevoerd. Biotechnieken werden aangepast, omdat de winst dat je hiermee kon behalen enorm zou zijn. Het feit dat de dieren dan erg veel pijn zouden lijden deed er niet aan toe. Door de bio-industrie is de productie van dieren enorm gestegen: Overzicht aantallen productie / jaar: Vleeskuikens 400.000.000
Legkippen 42.000.000
Varkens 24.000.000
Eenden 5.000.000
Kalkoenen 5.000.000
Konijnen 3.000.000
Kalveren 1.300.000
Vleesvee 700.000
Zoals je ziet zijn er meer varkens dan mensen in Nederland en meer dan het dubbele legkippen. Dit verstoort het balans van de natuur helemaal en produceert erg veel mest. Zo ontstaat er een overmest en dat veroorzaakt weer verontreiniging in de natuur. Er is ook erg veel veevoer nodig om al die dieren te voeren en dat wordt gehaald uit derde wereldlanden, waardoor de boeren daar nauwelijks voedsel voor hen zelf kunnen verbouwen. 5. Genetica in de Bio-industrie Bij genetische manipulatie wordt in het embryo van een dier een stuk erfelijk materiaal - een gen - van een ander dier ingebracht, waardoor erfelijke eigenschappen van het dier veranderd worden. Zo kan men schapen of koeien zodanig veranderen dat er in de melk bepaalde stoffen geproduceerd worden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de nakomelingen van Nederlands eerste transgene stier Herman, die de stof lactoferrine produceren. Een ander doel van genetische manipulatie is het verbeteren van de opbrengst van een dier. Door bepaalde koeiengenen bij varkens in te bouwen, krijgen de dieren meer spieren en dus meer vlees. In Japan heeft men haarloze varkens gemaakt; dat vereenvoudigt het verwerken van de varkens in het slachthuis. Het derde doel van genetische manipulatie is het \'gezonder\' maken van dieren, bijvoorbeeld door het verhogen van de weerstand tegen een bepaalde ziekte. Dat lijkt iets positief, maar vaak gaat het om ziekten die een gevolg zijn van de ongezonde levensomstandigheden van de dieren in de bio-industrie. Bij genetische experimenten kan er veel mis gaan, bijvoorbeeld doordat het ingebrachte gen niet op de goede plaats terecht komt. Bij de dieren kunnen daardoor allerlei afwijkingen ontstaan. In de Verenigde Staten bleken gemanipuleerde varkens onvruchtbaar en ze leden aan blindheid, maagzweren, gewrichtsontstekingen en vele andere aandoeningen. Dus het is erg wreed tegenover dieren. Klonen

Wetenschappers zijn al lang in staat om embryo\'s te klonen. Dat houdt in dat ze een embryo opsplitsen in twee of meer delen die ieder uitgroeien tot een volwassen dier. In de twintigste eeuw is er veel gebeurd op het gebied van het klonen van dieren door mensen. In een vroeg stadium kunnen cellen nog alles worden, maar bij een volwassen dier staat dat voor alle cellen al vast. Zo is ook Dolly gekloond, zij is de eerste kloon van een volwassen dier ter wereld. Sindsdien zijn ook al runderen, varkens en apen gekloond. 6. De invloed van de bio-industrie op het milieu Het mestoverschot

De totale mestproductie in Nederland is nog steeds veel hoger dan de grond kan verwerken. Het mestoverschot is voornamelijk door dure opkoopregelingen wel terug gedrongen. Het al jarenlang bestaande mestoverschot heeft voor het milieu slechte gevolgen. Mest is niet noodzakelijk om de bodemvruchtbaarheid, de bodemstructuur en het vochthoudend vermogen van de bodem op peil te houden. Wel kan het de vruchtbaarheid verbeteren. Maar nuttige bemesting slaat om in vergiftiging als de mest in zulke grote hoeveelheden op het land gebracht wordt dat grondwater niet meer ongezuiverd gebruikt kan worden en plantensoorten verdwijnen. Allereerst leveren de mestoverschotten een belangrijke bijdrage aan de verzuring van ons milieu. In mest zit ammoniak. De ammoniak verdampt en komt later in de vorm van zure neerslag weer op de bodem neer. Ammoniak is voor het overgrote deel afkomstig uit de bio-industrie. Vooral in gebieden met veel intensieve veehouderij, zoals de Brabantse Peel, zijn al heel veel plantensoorten verdwenen door de verzuring. Dat komt doordat ammoniakminnende planten als brandnetels en bramenstruiken de andere planten overwoekeren en wegconcurreren. In mest zitten ook andere stoffen die, in te grote hoeveelheden, schadelijk zijn voor het milieu. Fosfaat uit mest komt in het oppervlaktewater terecht. Hierdoor is er een groei explosie van algen. Daardoor groeien waterplanten niet meer en sterven af. Gebrek aan zuurstof in het water en vissterfte zijn hiervan het gevolg.Het zware metaal koper komt ook voor in mest, vooral vroeger in grote hoeveelheden in varkensmest. Het wordt de dieren toegediend om de groei te stimuleren. Via de mest komt koper op het land terecht. Daar veroorzaakt het groeiproblemen voor bepaalde landbouwgewassen. Koper is bovendien voor een aantal dieren schadelijk. Schapen die via het gras teveel koper binnen krijgen, kunnen zelfs sterven aan kopervergiftiging.

Een andere stof die veel in mest voorkomt is nitraat. Deze stof is niet alleen schadelijk voor het milieu en grazende dieren, maar ook voor de mens. In het lichaam van de mens kan deze stof omgezet worden in het zeer giftige nitriet (dat samen met bepaalde lichaamseigen stoffen een kankerverwekkende stof oplevert). Vooral bij de winning van drinkwater levert nitraat problemen op. In enkele gebieden heeft men de waterwinning zelfs volledig moeten staken. Buitenland Niet alleen in Nederland veroorzaakt de bio-industrie problemen. Een groot deel van het veevoer wordt geïmporteerd vanuit het buitenland en dan grotendeels uit derde wereldlanden. Dit moet zo goedkoop mogelijk zodat de toch al minimale milieuregels in die landen vaak niet eens worden nageleefd. Is er in Nederland sprake van een overvoering van voedselstoffen in de bodem, in derde wereldlanden is het tegenovergestelde vaak het geval. De grond in deze landen wordt amper bemest. Goede meststoffen zijn immers duur. Als de grond na een paar jaar is uitgeput door de teelt van gewassen voor veevoer, trekken de boeren verder naar een nieuw stukje regenwoud. Erosie en verwoestijning van de voormalige tropische regenwouden zijn het gevolg 7. De regering De regering pakt de bio-industrie streng aan. Er zijn overal strenge regels voor. Mest mag maar in bepaalde mate geproduceerd worden en mag alleen van half februari tot 1 september in de grond geïnjecteerd worden. Dit wordt streng gecontroleerd. Niet alleen de mest wordt gecontroleerd. Ook de producten die uit het bedrijf komen worden gecontroleerd. De boeren worden ook aangepakt voor dingen waar ze eigenlijk niets aan kunnen doen. Toen de varkenspest uitbrak werden de regels voor het houden van varkens nog strenger. Toen het aantal besmettingen enigszins verminderd was begonnen de problemen voor de boeren pas echt. Minister van Aartsen (de minister van landbouw) vond dat de veestapel ineenkrimpt moet worden. De boeren kregen bijna geen schadevergoeding. De boeren moesten verder uit elkaar zich vestigen en in veel gemeenten in het noorden van Nederland kwamen aanvragen binnen van voornamelijk varkensboeren die zich hier wouden vestigen. De gemeenten veranderden hun bestemmingsplannen onmiddellijk. Zo is het in veel gemeenten verboden om aan intensieve veehouderij (bio-industrie dus) te doen. In het verleden zijn er enorme problemen geweest door overproductie. Er werd teveel melk geproduceerd. Daarom is er nou een melkquotum. Dit is een vastgesteld aantal liter melk wat een boer maximaal mag produceren. als er meer geproduceerd wordt, moet hierover een superheffing betaald worden. Deze heffing is zo hoog dat het voor een boer niet uit kan om meer als het maximum te produceren. Op deze manier probeert de regering de boeren in de hand te houden. Hoofdvraag: Moet de bio-industrie worden afgeschaft? Ja, om de volgende redenen: - Het is erg wreed tegenover dieren. Doordat ze met heel veel dieren in een klein hokje komen te liggen, gaan ze elkaar irriteren en worden ze agressief, hierdoor kunnen ze elkaar verwonden en daarom hebben ze de horens en de snavels en andere scherpe lichaamsdelen verwijderd. - Er is minder werkgelegenheid omdat alles met machines gebeurd. - Er ontstaan veel ziektes door de bio-industrie, zoals BSE, varkenspest en kippengriep, waardoor er ook mensen slachtoffer worden van de bio-industrie. - Het voedsel dat de dieren nodig hebben komt vaak uit arme landen waar de mensen daar zelf bijna niks te eten hebben. - Door het mestoverschot, ontstaat er verzuring van de bodem en dit is slecht voor het milieu. - Het is erg onnatuurlijk. - De antibiotica die in het voer van de dieren wordt gedaan kan slecht zijn voor mensen. - Genetische manipulatie kan risico’s meebrengen.

REACTIES

M.

M.

erg goed en fijn bedankt

12 jaar geleden

D.

D.

Echt verschrikkelijk als mensen werkstukken maken over bio-industrie waar dingen in staan die niet kloppen. Kistkalveren zijn al jaren lang verboden in Nederland.
Daarbij, er staat bij varkens 'Je hebt in de bio-industrie fokzeugen en slachtvarkens'. Fokzeugen en slachtvarkens zijn er ook gewoon op biologische varkenshouderijen.

Mensen zouden eerst op een veehouderij en in een slachthuis moeten kijken voor ze ergens een mening over hebben.

12 jaar geleden

P.

P.

Heb jij wel eens een boerderij gezien? Want wat jij allemaal verteld klopt voor het het grootste deel niet. Allemaal overgenomen van zo'een sensatie website als wakker dier, die dr ook niks van af weten hoe t echt werkt!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.