Inleiding:
Ik maak mijn werkstuk over de varkens in de bio-industie omdat ik zelf vegetarisch ben, ik heb veel verhalen hier over gehoord en ik zou wel eens willen weten of het allemaal echt zo erg is, overdrijven de mensen niet een beetje? Ik vind dat zoiets niet zomaar zou mogen kunnen. Ik wilde het eerst over de bio-industrie in het algemeen doen, maar dat was een erg groot onderwerp, vandaar dat ik één dier wilde kiezen, varkens vind ik zelf de leukste dieren van de dieren die in de bio-industrie leven. Daarom heb ik het hier over gedaan, Het grootste deel gaat toch over de bio-industie zelf, maar de meeste betrekking tot de varkens.
Wat is bio-industie?
Bio betekent leven en industrieën zijn fabrieken, het betekend dus leven in fabrieken. In de bio-industrie worden vooral kippen, koeien en varkens gehouden. Maar er zijn natuurlijk ook nog andere dieren. Het is een nieuwe vorm van veeteelt. Het is goedkoper en sneller. De dieren worden zo snel mogelijk klaargemaakt voor de slacht en dat betekent dat ze dus vetgemest worden. En dit gebeurt allemaal niet op een diervriendelijke manier. In deze vorm van veeteelt worden veel computers gebruikt. Dat is dus heel anders dan vroeger dus. In de bio-industrie worden dieren zo veel mogelijk op elkaar gepropt om geld uit te sparen, er hoeven dus ook minder gebouwen gebouwd te worden. Een risico is daarvan wel dat als er een dier ziek wordt ze allemaal besmet worden. De meeste mensen denken er niet bij na hoe het voor de dieren is.
Varkens in de bio-industrie
Fokzeugen
Het moedervarken, de zeug, heeft in de bio-industrie alleen nog maar de taak zoveel mogelijk biggen te produceren. Als de zeug op het vermeerderingsbedrijf komt, wordt ze meestal vastgezet tussen metalen hekken, waardoor ze geen kant meer op kan. De enige beweging die mogelijk is, is opstaan en weer gaan liggen. Door de beperking van de bewegingsvrijheid vertonen de dieren allerlei onnatuurlijke gedragingen. Voorbeelden hiervan zijn stangbijten, tandenknarsen en schuimbekken. Na verloop van tijd krijgen veel fokzeugen bovendien last van pootgebreken en vruchtbaarheidsstoornissen. Het voedsel van de zeugen laat ook te wensen over. Ruwvoer, zoals hooi, krijgen ze nauwelijks; ze krijgen voornamelijk industrieel krachtvoer.
Gelukkig moeten in nieuwe stallen de zeugen in groepen worden gehouden. De meeste zeugen liggen echter nog steeds tussen stalen stangen (2002). De meeste zeugen staan op een betonnen of metalen roostervloer. Geen warme ligruimte met stro, waarin ze een nest kunnen bouwen of lekker in kunnen wroeten. In de bio-industrie kan dat niet. Het varken is een zindelijk dier, maar ook een aparte ruimte om de behoefte te doen ontbreekt. De zeug ligt in de damp van haar eigen uitwerpselen. Enkele weken na het werpen van haar jongen, wordt de zeug opnieuw gedekt. Na twee jaar \'productie\' worden de meeste zeugen naar de slacht gebracht, meestal vanwege verminderde vruchtbaarheid, of vanwege ernstige pootgebreken. Wakker Dier pleit ervoor om de varkens op een meer natuurlijker manier te huisvesten, zodat dit soort ernstige pootgebreken en allerlei gestoorde gedragingen worden voorkomen.
Mestvarkens
Klik hier voor een film met een goed overzicht van het leven van een mestvarken in de bio-industrie.
Let op, de beelden zijn schokkend maar realistisch.
De jonge biggen blijven de eerste vier weken bij hun moeder. In die tijd worden vrijwel altijd zonder verdoving de hoektandjes en staarten geknipt. De meeste mannelijke biggen worden onverdoofd gecastreerd. Deze zeer pijnlijke ingreep wordt door boeren gedaan om de \'berengeur\' aan het varkensvlees te voorkomen. Deze berengeur ontstaat bij een zeer klein deel van de mannelijke biggen als ze een hoog gewicht hebben bereikt. Castratie is zeer pijnlijk en onnodig. In Engeland is het bijvoorbeeld al jaren verboden. Na verschillende acties van Wakker Dier tegen deze dierenmarteling gaf minister Brinkhorst in 2001 toe, dat hier snel een einde aan moest komen. Helaas is dit tot op de dag van vandaag nog niet geregeld.
Op een leeftijd van 4 weken worden de biggen \'gespeend\', bij de moederzeug weggehaald. De biggen komen in betonnen hokken terecht met een kwart tot een vierkante meter leefruimte per big.
Biggen worden in 6 maanden vetgemest tot 100 kg. Deze grote zware dieren hebben niet meer dan 1 m² aan ruimte. De vloer van de hokken bestaat vaak geheel uit betonnen of kunststof roosters. Hierdoor kampen veel varkens met pootgebreken.
In de kale betonnen hokken is niets anders te vinden dan soortgenoten. Uit frustratie en om hun wroetbehoefte en onderzoekingsdrang te bevredigen, duwen de dieren tegen elkaars lichamen, knagen op elkaars oren en bijten op elkaars staarten. Dit staartbijten kan uitgroeien tot een obsessie. De varkens happen steeds feller in elkaars staarten en tenslotte mondt het verveelde kauwen uit in regelrecht kannibalisme. Vaak zit de hele groep dan één gewond dier achterna.
Dit is de reden dat ze bij wijze van \'oplossing\' de hoektanden en staarten van de dieren knippen. Dit neemt de oorzaak van het probleem echter niet weg: de verveling en frustratie blijft. Minder biggen per hok, het huisvesten van de dieren op stro, daglicht en het geven van ruwvoer, zoals in de biologische dierhouderij, zouden veel betere maatregelen zijn om staartbijten te voorkomen.
Doordat in de moderne varkensstal soms tot wel duizend dieren in een kleine ruimte zitten, kunnen besmettelijke ziekten zich gemakkelijk verspreiden. Veel varkens hebben door de stress waarin ze leven een zeer lage weerstand. Ziekten steken dan nog sneller de kop op.
Na een half jaar worden de varkens naar het slachthuis afgevoerd. De dieren wegen dan ongeveer 100 kilo. Vaak zien ze voor het eerst daglicht. Het licht, de vreemde omgeving en het onzachtzinnige inladen en transport zelf veroorzaken bij de dieren enorme spanningen. Vaak zijn deze transporten naar het slachthuis onnodig lang. Om varkensvlees \'parmaham\' te mogen noemen, moeten de dieren bijvoorbeeld in Italië geslacht worden. Puur voor het verkrijgen van die naam aan het vlees, gaan de dieren een lijdensweg door.
Internationale veetransporten kunnen meerdere dagen duren. Van de 1,4 miljoen varkens die jaarlijks op transport gaan naar het slachthuis in het buitenland komen er veel dood aan. De dieren die het overleven komen uitgeput en vaak gewond aan. Uit economisch oogpunt echter wordt zelfs een uitval van zo\'n 70.000 dieren nog acceptabel geacht. 3,2 Miljoen biggen worden jaarlijks op een lange afstandtransport gezet naar het buitenland om daar verder vetgemest te worden. Ook dit onnodige transport veroorzaakt veel dierenleed.
Inmiddels zijn er in Europees verband maatregelen genomen om de lange transportduur aan regels te binden. Zo worden rust- en drinktijden voorgeschreven. Deze regels worden in de praktijk vaak niet nageleefd. Met name Nederlandse veevervoerders blijken vaak de wet te overtreden.
Voor varkens zijn beschermende regels opgesteld in het zogenaamde \'Varkensbesluit\'. Deze wet gaat lang niet ver genoeg. Stro of een uitloop naar buiten zijn bijvoorbeeld niet verplicht. De stalen stangen waartussen de zeugen zitten moeten minimaal 2 meter lang zijn; dan kunnen de dieren nog slechts 1 stapje vooruit en achteruit. Deze veel te slappe wet wordt echter zelfs door meer dan de helft van de varkensboeren overtreden. Dit blijkt uit onderzoek van de AID, een onderdeel van het landbouwministerie LNV. De zeugenhokken zijn bijvoorbeeld vaak korter dan 2 meter zodat zelfs dat ene stapje bewegingsvrijheid de zeugen niet wordt gegund.
In veel winkels is vlees met een PVE/IKB-keurmerk te vinden. Bij dit keurmerk staan vaak vage algemene kreten als \'extra gecontroleerd\'. Dit keurmerk zegt echter niets over dierenwelzijn. Vlees met dit keurmerk komt meestal rechtstreeks uit de bio-industrie.
Wetten voor de varkens in de bio-industrie
De belangrijkste eisen uit de welzijnswetgeving voor varkens (het varkensbesluit) zijn:· voor zeugen zonder biggen is groepshuisvesting bij nieuwbouw verplicht, waarbij per dier tenminste 2,25 m² aanwezig moet zijn (waarvan 1,30 m2 dichte vloer). Oude stallen waar de zeugen nog vaststaan tussen stalen stangen moeten in 2008 ook allemaal tot groepshuisvesting worden omgebouwd. · In nieuwe stallen moet voor elke gespeende big 0,4 m2 aan vloeroppervlakte aanwezig zijn. Dat mag een volledig rooster zijn. In de oude stallen mogen de biggen op 0,3 m2 gehouden worden tot 2008. · Vleesvarkens mogen niet meer op volledig rooster gehouden worden. De vloer moet ook deels dicht zijn. De vloeroppervlakte voor varkens van 85 tot en met 110 kg moet minimaal 1,0 m2 groot zijn. In oude stallen mag dat nog 0,7 m2 zijn. · Bij alle varkens is het gebruik van afleidingsmateriaal verplicht. Dit kan stro zijn of een metalen ketting of een speelbal. Massale wetsovertredingDe algemene inspectiedienst (AID, onderdeel van het landbouwministerie) controleert jaarlijks of varkensboeren zich aan de minimale dierenwelzijnsregels houden. De resultaten zijn schokkend. Al jaren achtereen constateert de AID dat meer dan de helft van de varkenshouders de welzijnsregels overtreedt. Varkens zitten in strijd met de wet vaak te krap, te duister en zonder afleidingsmateriaal zoals stro. Toch wordt er door de overheid nauwelijks opgetreden tegen deze massale onwettige dierenmishandeling. De AID controleert elke varkensboer gemiddeld slechts 1 keer per tien jaar. Overtredingen worden vrijwel altijd afgedaan met een waarschuwing in plaats van een proces verbaal. Nadat Wakker Dier een juridische procedure startte tegen deze massale wetsovertredingen, gaf toenmalig landbouwminister Brinkhorst Wakker Dier gelijk en beloofde hij vaker te gaan controleren en strenger te gaan optreden. Wat doet stichting wakker dier? Waar zijn ze voor/ tegen? Wakker Dier is een jonge, actieve campagne-organisatie met als doel \"het verbeteren van het welzijn van dieren in de bio-industrie en het onder de aandacht brengen van misstanden\". De doelstelling is het bekend maken van milieu-, mens-, en diervriendelijke veeteelt (zoals de biologische houderij). De aandacht gaat daarbij naast varkens en kippen ook uit naar konijnen, eenden, kalkoenen en andere dieren die in de bio-industrie onder slechte omstandigheden vetgemest worden. Wakker Dier is in januari 2001 samen gegaan met Stichting Lekker Dier en is daarmee de grootste dierenbeschermingsorganisatie tegen de bio-industrie geworden in Nederland. Wakker Dier werkt zoveel mogelijk samen met nationale- en internationale organisaties tegen de bio-industrie, met als doel een zo groot mogelijke groep te krijgen tegen de bio-industrie. Zo is in 2001 samen met Compassion in World Farming een leerzame film gemaakt tegen de bio-industrie. Ook werd in 2001 samen met Milieudefensie en de Stichting Natuur en Milieu actie gevoerd. Ieder jaar overleven en sterven meer dan 500 miljoen dieren in de bio-industrie, de sector met het meeste dierenleed in Nederland. Het is van groot belang dat een organisatie zich inzet om de belangen van deze dieren te verbeteren. Ook doet Wakker Dier dit door publieksvoorlichting te geven over de bio-industrie en publiek te motiveren om diervriendelijk in te kopen, zoals bijvoorbeeld het kopen van scharrel-, biologische en vegetarische producten. Hierbij kunt u vrijwilligers van Wakker Dier dus op straat tegenkomen om voor dierenrechten op te komen. Ook wordt druk gezet op de overheid en het bedrijfsleven met als doel het leven van dieren in de bio-industrie te verbeteren. In 2000 is Wakker Dier een juridische campagne gestart. Nu wordt voor het eerst ook via de juridische weg door middel van rechtszaken opgekomen voor dieren in de bio-industrie. En dat was hard nodig. Uit onderzoek blijkt namelijk dat bijvoorbeeld meer dan de helft van alle varkensboeren zich niet eens aan de minimale wettelijke welzijnsregels houdt. De dieren zitten te krap, te donker en zonder afleidingsmateriaal een leven op staal en beton.
Hoe belangrijk is de bio-industrie voor Nederland? (economisch). Economisch gezien is de bio-industrie erg belangrijk voor de export van Nederland. Nederland produceert heel erg veel vlees en andere producten uit de bio-industrie.
Overzicht van het aantal geproduceerde vlees per jaar:
Vleeskuikens 400.000.000
Legkippen 42.000.000
Varkens 24.000.000
Eenden 5.000.000
Kalkoenen 5.000.000
Konijnen 3.000.000
Kalveren 1.300.000
Vleesvee 700.000
Vissen niet geteld
Maar daar een groot nadeel van deze bio-industrie is dat doordat er grote aantallen worden geproduceerd in sterk gespecialiseerde bedrijven. Kwetsbaarheden zijn: *Nederland is geteisterd door veeziektes. *De grote aantallen vee produceren mest en uitstoot van ammoniak. Dit kost Nederland veel geld. De beleidsmaatregelen voor het voorkomen van bijv ziektes zoals de varkenspest en BSE kosten handenvol geld. Ook de controle op het veevoeder is niet goedkoop. Is de bio-industrie de laatste 10 jaar veranderd? In de laatste vijftig jaar is de veehouderij van een kleinschalige (ambachtelijke) bedrijfstak veranderd in een grootschalige industrie. Door de komst van enkele grootschalige bedrijven werd het voor de ‘kleine boer’ onmogelijk om klein te blijven.
Het dierenwelzijn in Nederland liep de afgelopen jaren op een laag pitje. Er waren weinig beleidsmaatregelen voor het sturen van het dierenwelzijn. De afgelopen 10 jaar heeft de overheid met behulp van de GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSWET voor dieren (GWWD) gewerkt aan verbetering van het dierenwelzijn. Deze wet heeft zeker bijgedragen aan het realiseren van een aantal welzijnsverbeteringen. De wet heeft gezorgd voor een aantal veranderingen in het dierenwelzijn:
*De omslag van individuele huisvesting naar groepshuisvesting van dieren *Ook is er een beperkende lijst tot stand gekomen met dieren voor productie mogen worden gehouden.
Maar deze veranderingen hebben niet genoeg bijgedragen aan het verhogen van het dierenwelzijn. De dieren verkeren nog altijd onder barre omstandigheden. Er zijn echter nog mogelijkheden tot verbeteringen.
Wat is het plan van de overheid? De overheid heeft kritieken van verschillende partijen ernstig aangenomen. Deze partijen waren de consument, verschillende dierenorganisatie’s (Wakker Dier, Dierenbescherming). Dit kwam in de politiek tot uiting in het verschenen beleidsvoornemen ‘Houden van Dieren’ in oktober 2001. Een jaar later verscheen de beleidsnota ‘Dierenwelzijn’ (maart 2002).
De ambitie van de nota is om binnen 10 tot 20 jaar de houderij van dieren om te buigen in de richting van het perspectief van het soorteigen gedrag.
De aanpak die het kabinet voor ogen staat is als volgt:
-Ondersteuning van voorlopers met behulp van: *Fiscale instrumenten -Bevorderen van transparantie met behulp van: *Etikettering *Welzijnsmeter *Onderwijs *Voorlichting
-Internationale strategie voor welzijn met behulp van: *Europese Unie *Koploperstrategie
Voorlopers zijn van groot belang om het dierenwelzijn naar een hoger niveau te tillen. “Als er een schaap over de dam is, volgen er meer!”
De overheid wil via onderstaande instrumenten ondernemers en consumenten die willen voorlopen in het dierenwelzijn ondersteunen.
Hoe is het ooit zover gekomen? Na de Tweede Wereldoorlog ging het steeds beter met Nederland. Vlees eten, wat vroeger alleen voor de rijken was weggelegd, werd nu mogelijk gemaakt voor iedereen. Door de grote vraag naar goedkoop vlees, moest er ook meer geproduceerd worden. Dit is enorm uit de hand gelopen. Wat ooit als een kleine diervriendelijke veehouderij begon waar alles nog met de hand werd gedaan, is nu uitgegroeid tot een immens grote industrie. De bio-industrie. Handwerk is er niet meer bij, de computers hebben dat werk overgenomen. Dat gaat namelijk sneller en gemakkelijker. Maar de dieren zijn er niet op vooruit gegaan. Soms zitten er wel meer dan honderdduizend kippen in 1 stal Om hoeveel dieren gaat het eigenlijk? Jaarlijks worden meer dan 500 miljoen dieren gehouden in de bio-industrie. Nederland telt 60.000 bedrijven waar al deze dieren in stallen zitten. Jaarlijks produceert de Nederlandse veehouderij zo\'n 3.000.000 ton vlees (1 ton = 1000 kilo!) en bijna 10.000.000.000 eieren. Dit zijn absurde getallen, waar je je amper iets bij kunt voorstellen. Jaarlijks worden er in Nederland meer varkens gefokt dan dat er mensen zijn! Ruim 20 miljoen. Als ze kop aan staart gaan staan krijg je een varkensrij van hier tot Australie! Zoveel varkens en je ziet ze eigenlijk nooit buiten in de wei! Wat kun je er het beste tegen doen?
o Biologisch vlees eten
o Vegetariër worden
o Veganist worden
Biologisch eten
Als je het belangrijk vindt dat dieren genoeg ruimte krijgen en niet in kleine hokjes gestopt worden, eet dan biologisch vlees. Dat komt van dieren die een goed leven hebben gehad met voldoende ruimte, stro en een uitloop naar buiten. Het ideale biologische bedrijf heeft akkergewassen als maïs of graan en tevens dieren als koeien of varkens. De dieren krijgen zo het groenvoer van eigen bodem en de bodem krijgt vervolgens weer de mest van de dieren. Zo voorkom je een overschot aan mest en hebben dieren een goed leven. De producten zijn te herkennen aan het EKO keurmerk.
Als dat keurmerk erop staat weet je zeker dat het gecontroleerd is op de welzijns-eisen die in heel europa gelden voor de biologische landbouw.
Vegetariër worden. Als je wilt dat er voor jou geen dieren gedood worden, dan kun je vegetariër worden. Omdat je vegetarisch eet, hoeven er geen dieren voor je gedood te worden en hoeven er geen dieren in kleine hokjes gestopt te worden. Vegetariërs zijn mensen die geen vlees eten, omdat ze van dieren houden of omdat vlees ongezond is. Vlees kan hart- en vaatziekten veroorzaken. Jaarlijks sterven tientallen mensen en worden honderden mensen ziek door het eten van vlees vanwege bacteriën die in het vlees zaten. De Gezondheidsraad van Nederland heeft zelfs voorgesteld een waarschuwingssticker op de vleesverpakking te zetten met de tekst: \'pas op: dit product bevat ziekmakende bacteriën\'. Van Wakker Dier mag daar bij gezet worden \"en komt van dieren die een ellendig leven hebben gehad\"
Veganist worden. Veganisten zijn mensen die helemaal geen dierlijke producten eten: geen vlees, maar ook geen melk, kaas en eieren. Ook leren schoenen dragen zij niet omdat het leer komt van gedode dieren. Er zijn een paar duizend veganisten in Nederland. Als je besluit veganistisch te eten dan moet je je wel eerst even verdiepen in de voedingsstoffen waarvan je dan moet opletten dat je ze voldoende binnen krijgt, zoals ijzer, eiwitten, kalk en vitamine B12. Neem kontakt hiervoor op met de veganistenorganisatie
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Hallow Karlijn.
Ik heb een vraag heb je soms nog info over mijn werkstuk. Ik kan totaaal nix vinden over de Herstrucringsgebieden in Italië. Heb jij soms wat Ifo daar over. Het liefs voor de 20-06-2004.
Groetjuhhz Regine.
PS: Goed werkstuk heb er heel erg veel uit kunnen halen.
20 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Beste karlijn,
Ik heb met veel belangstelling jou werkstuk op internet gelezen. Zelf ben ik varkenshoudster en begrijp mensen die echt vegatarisch zijn, maar ik heb wel wat dingen gezien waarvan ik denk. Dat klopt niet. Ik heb ruime ervaring in varkensbedrijven. Sommige zijn inderdaad slecht maar er is ook veel goeds te zien en te doen. Zo geeft iedere varklensboer om zijn dieren. Castreren vinden we niks maar het moet vanwege de economie. Is voor ons slecht voor de rug, gehoor en veel extra tijd. Mijn vraag is heb je wel eens meegelopen op een bedrijf? Alle respect voor je keuze vegatarisch maar ik vind dat je de varkenshoudeirj aardig zwart hebt neergezet terwijl het al zo slecht gaat. Ik wilde je het gewoon even laten weten.
met vriendelijke groet jessica
20 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
jessica, ik snap dat het lijkt alsof je haar zwart hebt gemaakt, maar het is een beetje overdreven. die beestjes worden echt niet goed behandeld hoor!
9 jaar geleden
G.
G.
HOI
LEUK HOOR
wahahhaha
grapje
het is een goed werkstuk maar je zeikt de bio industrie wel een beetje af (grapje) :P
20 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
slecht
7 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
je hebt gelijk, tering slecht
7 jaar geleden
F.
F.
doe eens normaal wowieman!!!, ben dol op jullie scholieren.com heb een 8 gehaald
7 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
1 woord erop te zeggen: neeeeeee
7 jaar geleden
Antwoorden