Politie : Rechercheur.
Inhoud:
Hoofdstuk 1: Inhoud van het beroep
Hoofdstuk 2: Opleiding
Hoofdstuk 3: Wat leer je op de beroepsopleiding?
Hoofdstuk 4: Is het een mannen- of vrouwenberoep?
Hoofdstuk 5: Interview met Peter Keyzer:rechercheur.
Hoofdstuk 6: Eigen mening
Hoofdstuk 1: Inhoud van het beroep
Het beroep rechercheur houdt in dat je bezig bent met hulpverlening. Niet alleen lost de recherche misdaden op je helpt ook de burgers met problemen. Een rechercheur is natuurlijk in de eerste plaats een politieagent. De recherche kan onderverdeelt worden in : -Nationale Recherche Informatie(NRI) -Internationale Netwerken(IN) -Rechercheonderzoeken -Specialistische Recherche Toepassingen
Je bent in de eerste plaats politieagent en dat betekent dat je ook mensen helpt met allerlei dingen bijv.:mensen helpen met katjes uit de boom halen en mensen helpen die bijvoorbeeld hun eigen huis niet in kunnen komen omdat ze hun huissleutel zijn vergeten of kwijtgeraakt. Bemiddelen in burenruzies is ook een taak van de politie. De politie is er ook om verkeersproblemen op te lossen en natuurlijk ook om misdaden ( ernstige delicten) op te lossen en daardoor de daders te kunnen arresteren. Dat is wat een rechercheur het meest doet. Maar je moet dus eerst alles weten wat een agent ook weet en dan ga je verder leren voor rechercheur.
Hoofdstuk 2: Opleiding
Op dit moment kun je bij de politie komen een Mavo- of VBO diploma op C niveau. Dan kan je agent worden. Wil Je inspecteur worden dan moet je een VWO diploma hebben.Je moet minstens 17 of 18 jaar zijn. Je begint dan bij de politie met een basisopleiding. Maar eerst kijken ze of je slim bent en eerlijk, dat je goed kunt leren, dat je niet meteen boos wordt . Ze kijken ook of je niet verlegen bent en dat je een goede conditie hebt en van sport houdt.
Volgend jaar gaat de politie met een eigen opleidingsschool starten. Dat betekent dat je dan bij de politie je Mavo of Havo diploma kunt halen en dan ook meteen een opleiding krijgt als politieagent. In het nieuwe systeem krijg je een volwaardige opleiding op MBO,-HBO,-en WO-niveau. Ze noemen dit Duaal onderwijs: Je werkt al een beetje en je leert ook nog van alles tegelijkertijd.
Hoofdstuk 3:Wat leer je op de beroepsopleiding.
Zij leren je dan verschillende dingen die je moet weten zoals het Wetboek van Strafrecht, waaruit je veel dingen moet leren omdat je dan weet wat strafbaar is en wat niet. Ook uit het Burgerlijk Wetboek moet je veel leren want je moet weten wat de rechten en plichten van de mensen zijn.
Je moet leren hoe je met mensen om moet gaan omdat verschillende mensen verschillende manieren van aanpak nodig hebben. Met een dronken persoon ga je heel anders om dan met bijvoorbeeld een moordenaar. Je leert ook dat je met de slachtoffers ook op een speciale manier moet omgaan.
Je krijgt ook sportlessen op de politieschool en je leert ook om jezelf te verdedigen en hoe je met je wapenstok en handboeien om gaat.
Je moet ook leren met je wapen (pistool) om te gaan en je moet dan oefenen op de schietbaan. Je moet ook weten wanneer je je pistool gebruikt en wanneer niet.
Je moet heel veel leren over het verkeer en alle regels weten, vooral als je het verkeer moet regelen. Hoe lang nu de opleiding nog duurt ligt aan de functie die je krijgt.Dat kan 6 maanden zijn of 16 maanden maar het kan ook 4 jaar duren. Als je dan alles hebt geleerd wat iedere politieman moet weten dan kun je verder gaan leren als rechercheur, als je dat wilt. Veel leer je dan ook in de praktijk.
Hoofdstuk 4: Is het een mannen- of vrouwenberoep?
Het is zowel een mannen als vrouwen beroep. Mannen kunnen dit werk net zo goed doen als vrouwen. Er komen steeds meer vrouwen werken bij de politie. Soms is het namelijk erg handig om een vrouw het werk te laten doen. Bijvoorbeeld als er een vrouw is aangerand door een verdachte. Dat is een heel gevoelig onderwerp en het is dan prettiger voor het slachtoffer om met een vrouw te praten, in plaats van met een man. Een politie- vrouw kan dan beter de gevoelens begrijpen van het slachtoffer en haar zo beter helpen.
Hoofdstuk 5: Interview met Peter Keyzer.
Ik ontmoette Peter Keyzer op het politiebureau te Maarssenbroek en we gingen in een kamertje zitten zodat ik hem wat vragen kon stellen. Ik kreeg een kopje thee en daarna vroeg ik aan meneer Keyzer waarom hij dit beroep had gekozen en hij vertelde mij dat het hem heel erg aansprak om ernstige delicten op te lossen en de daders op te sporen zodat hij dus ook veel mensen kon helpen. Vooral het helpen van mensen vond hij leuk en dat hij misdrijven kon oplossen leek hem heel spannend.
Daarna vroeg ik hem om mij eens te vertellen wat hij doet als hij met zijn beroep bezig was. Hij zei dat als er bijvoorbeeld aangifte van diefstal werd gedaan dat hij dat dan gaat onderzoeken. Dit betekent dat hij op zoek gaat naar verdachten, naar getuigen die misschien iets gezien hebben om zo de dader te vinden en daarna te kunnen arresteren. Als er een moord is gepleegd dan komen er ook nog een zeer gespecialiseerde groep mensen bij : de technische recherche. Zij hebben een speciale opleiding gehad op technisch gebied, zodat zij alle dingen die zij op de plek van de misdaad vinden in het laboratorium kunnen laten onderzoeken.Zij zijn er op getraind om de kleinste aanwijzigingen te kunnen vinden zoals haren en vezels enz.. Dit wordt dan allemaal gefotografeerd zodat ze er altijd nog naar kunnen kijken tijdens het onderzoek. Meneer Keyzer vertelde mij ook dat het niet altijd even leuk was omdat je vaker rapporten en procesverbalen zat uit te typen dan dat je echt bij spannende zaken werd geroepen.
Ik vroeg hem natuurlijk ook naar de opleiding: Wat moet je doen om bij de politie te komen? Nu, dat is nu nog minstens de Mavo, zei meneer Keyzer en dan krijg je de rest van je opleiding op de politieschool. Hij vertelde ook dat in de toekomst de politie een geheel eigen beroepsopleiding gaat beginnen waar je al als jong kind al kunt beginnen omdat je dan tevens je Mavo of Havo diploma kunt halen op die school. Ook vertelde hij mij wat je allemaal moest leren en dat heb ik allemaal beschreven in hoofdstuk 3. Ook vroeg ik aan hem of hij dacht dat er nog toekomst was voor mensen die zijn beroep wilden uitoefenen en hij antwoordde dat zolang er mensen waren die zich wilden verrijken ten koste van anderen en zolang er mensen waren die misdaden bedreven, er altijd werk was voor rechercheurs. Er zouden ook nog altijd mensen zijn die hulp nodig hadden dus voor de politie was er altijd wel werk, ook in de toekomst.
Hij vertelde mij ook met welke rang je begon en met welke rang je kon eindigen bij de politie.
Je begint als: -aspirant, daarna:
-surveillant
-agent
-hoofdagent
-brigadier
-inspecteur
-hoofdinspecteur
-commissaris
en je kunt eindigen als -hoofdcommissaris.
Ik vroeg aan agent Keyzer of hijzelf wel een iemand had gearresteerd en hoe zoiets in zijn werk ging. Hij vertelde me dat hij inderdaad wel eens iemand had gearresteerd en vertelde me het volgende verhaal: ‘Er was ingebroken bij iemand ( de videorecorder was gestolen) en er was ook geweld bij gebruikt. De melding kwam binnen op het politiebureau, bij de centrale meldkamer en daarna werd het doorgegeven aan mij omdat ik toen dienst had. We gingen naar het opgegeven adres ( we werken altijd met zijn tweeën –we noemen dat koppels want dat is veiliger). We ondervroegen het slachtoffer en zorgden ervoor dat er hulp werd verleend. Niet alleen door de GGD maar ook door bureau slachtofferhulp. Met de aanwijzingen die we kregen gingen we in de buurt vragen stellen. We vroegen of er mensen waren die iets hadden gezien op dat tijdstip. Dit noemen we een buurtonderzoek. We hadden een goede getuigenverklaring gekregen. Rond middernacht had een buurman een jongeman gezien met een normaal postuur en blond haar die verdacht rondscharrelde. We hadden een signalement van de dader en dus schakelden we de CRI ( Centrale Recherche Informatiedienst) in. Die deden alle informatie in het centrale computersysteem en zo hadden we binnen de kortste tijd een compositiefoto ( een foto of plaatje zoals hij eruit zou kunnen zien) van de dader.Door middel van de computer hadden we zo een naam en adres van de verdachte. We gingen dus bij hem posten (voor de deur zitten wachten en kijken wanneer hij thuis kwam). Hij kwam thuis en we gingen hem arresteren. Hij verzette zich maar collega’s van de surveillancedienst hielpen ons met de arrestatie. In een doos die hij bij zich had zat de gestolen videorecorder.We brachten hem naar het bureau. Op het politie bureau werd de verdachte voor de zekerheid nog eens extra gefouilleerd. Dan moet de verdachte voorgeleid worden aan een hulpofficier van justitie. Daarna gingen we hem verhoren en hij bekende alles. De dader moest de cel in.’
Dat was een spannend verhaal en ik vroeg aan agent Keyzer wat hij nu zo leuk vond aan zijn beroep. Hij antwoordde dat hij voornamelijk het helpen van mensen leuk vond, het hulpverlenen, en dat zijn beroep af en toe spannend was, nu, dat vond hij ook heel leuk. Hij vertelde me dat hij soms ook ‘s nachts moest werken en dat hij dat soms iets minder leuk vond. Ook vroeg ik hem of hij het prettig vond dat hij vrouwelijke collega’s had en hij vertelde me dat het juist goed was dat er ook vrouwelijke agenten waren want bij sommige zaken was het handiger om een vrouw in te zetten. Hij vindt het ook leuk om met vrouwen te werken want als er alleen mannen waren had je toch een heel ander sfeertje dan als er ook vrouwen bij waren.
Ik vroeg ook aan hem of hij een wapen droeg en had hij dat wapen wel eens gebruikt? Meneer Keyzer zei dat iedere agent een wapen droeg en hij vertelde ook dat hij zijn wapen wel gebruikt had maar gelukkig alleen op de schietbaan om te oefenen!
Tot slot vroeg ik aan agent Peter Keyzer of hij, als hij weer opnieuw zou beginnen, weer voor dit beroep zou kiezen en hij zei dat hij dat absoluut weer zou doen. Het was een afwisselende baan, waarbij de hulpverlening voor hem toch het belangrijkste was. Ik bedankte agent Keyzer voor zijn tijd en voor het interview.
Hoofdstuk 6: Eigen mening.
Ik vond het erg leuk om aan dit werkstuk te werken. Het interview verliep erg prettig en meneer Peter Keyzer was erg aardig en nam de tijd voor het gesprek. Ik ben veel aan de weet gekomen over het beroep rechercheur. Als je het op de televisie ziet ( zoals bij Baantjer) dan lijkt het allemaal reuze spannend maar na het gesprek met rechercheur Keyzer weet ik ook dat het soms heel saai en langdradig kan zijn en dat je vaker achter je computer zit te tikken dan dat je echt veel buiten loopt en boeven vangt. Ik weet niet of ik dit beroep zou willen doen. Daar moet ik nog goed over nadenken.
Laborant in de bio-chemie
Inhoud:
Hoofdstuk 1: Inhoud van het beroep.
Hoofdstuk 2: Opleiding.
Hoofdstuk 3: Wat leer je op de beroepsopleiding?
Hoofdstuk 4: Is het een mannen –of een vrouwenberoep?
Hoofdstuk 5: Is er toekomst voor dit beroep?
Hoofdstuk 6: Interview met Reno Groothuizen
Hoofdstuk 7: Eigen mening.
Hoofdstuk 1: Inhoud van het beroep.
Als je in dit beroep werkzaam bent, dan werk je veel in een laboratorium. In het geval van Reno Groenehuizen die ik interviewde over zijn beroep, is het voornamelijk het ontwikkelen van nieuwe testen. Ook maakt zijn bedrijf ” U-Cytech” kits ( dit zijn doosjes met allerlei flesjes met bewerkte cellen erin en handleidingen)voor onderzoekcentra en laboratoria in de hele wereld en voor primatencentra.( primaat=hoog ontwikkeld zoogdier). Een bio-chemisch laborant werkt met cellen. Je gaat kijken hoe het lichaam werkt: je kijkt op celniveau wat er in het lichaam gebeurt. De kits die dit laboratorium ontwikkeld, zijn methoden om te kijken hoe bepaalde eiwitten in het lichaam worden gemaakt. Het immuun systeem in het lichaam wordt geregeld door bepaalde eiwitten. Met zo’n “kit” kun je kijken of de eiwitten worden gemaakt in het lichaam of niet.
Hoofdstuk 2: Opleiding
Om dit beroep te kunnen uitoefenen moet je minstens een MAVO (VMBO)- of HAVO – diploma hebben.
Als je een MAVO diploma hebt dan kun je daarna naar de M.L.O.( Middelbaar Laboratorium Onderwijs). Dit is een dagopleiding en duurt 4 jaar.
Als je een HAVO diploma op zak hebt, dan kun je naar de H.L.O.( Hoger Laboratorium Onderwijs).
Dit is dan de voorbereiding voor de rest van de vakken.
Daarna kun je je propedeuse halen. ( voorbereidend jaar -in dit geval 2 jaar, aan een universiteit).
Je krijgt dan verder onderwijs in:-wiskunde
-scheikunde
-natuurkunde
-statistiek
-beetje praktijk
Daarna ga je dan een richting kiezen: dan wordt er héél diep op de stof ingegaan en wordt je gespecialiseerd.
Reno is de chemische kant opgegaan en moest er dus bio-chemie bij studeren.
Je hebt verschillende soorten laboranten:
* Medisch Laborant (bloedonderzoek)
* Bio-chemisch laborant (bloedonderzoek)
* Chemisch laborant (milieu-onderzoek)
* Laborant in de microbiologie (bacterieel onderzoek)
* Analytisch laborant.(hoort bij chemisch-milieu)
Hoofdstuk 3: Wat leer je op de opleiding?
Je leert op de opleiding heel veel scheikunde en je leert ook hoe je veel formules kunt lezen én begrijpen. Je moet ook stage lopen en dan leer je dus ook in de praktijk de techniek hoe je eiwitten moet zuiveren en je leert er ook mee te werken. Je leert er hoe je met veel apparatuur moet omgaan. Heel veel van deze apparaten kosten héél veel geld dus moet je wel weten hoe je ermee moet werken.
Hoofdstuk 4: Is het een mannen of een vrouwen beroep?
Zowel mannen als vrouwen kunnen in dit beroep werken. Wel zie je dat veel vrouwen vaak de medische kant op gaan en dat de mannen de chemische kant van het beroep kiezen.
Hoofdstuk 5: Is er toekomst voor dit beroep?
Ja, er is absoluut toekomst voor dit beroep. Zolang er mensen ziek worden zal er onderzoek nodig zijn. De opleiding zal nog ingewikkelder worden want er komen steeds meer rare ziektes op de wereld. Daar moet dan onderzoek naar gedaan worden en oplossingen moeten er dan voor worden gevonden. Ook gebruiken bv. sommige terroristen, rare, enge en soms genetisch gemanipuleerde stoffen ( door menselijk ingrijpen veranderingen aanbrengen in de samenstelling van het erfelijk materiaal), waar mensen ziek van kunnen worden. Er moet dan onderzocht kunnen worden of er iets tegen gedaan kan worden.Daarvoor zijn er laboranten nodig die onderzoeken en analyseren.(ontleden)
Hoofdstuk 6: Interview met Reno Groenehuizen.
Reno Groenehuizen werkt dus bij U-Cytech in de Uithof. Hij vertelde mij heel veel over zijn beroep en ik vond het allemaal best moeilijk te begrijpen. Maar ik mocht op een zaterdag mee naar zijn laboratorium en hij heeft toen veel dingen uitgelegd en ik mocht ook wat testjes doen. Dat was heel interessant. Hij vertelt dat hun lab. nieuwe testen moesten ontwikkelen en de bestaande testen moesten verbeteren. Om nieuwe testen te maken had je anti-lichamen nodig, dit zijn afweerstoffen die in het menselijk bloed worden opgewekt om zich te beschermen tegen verschillende soorten bacteriën. Deze stoffen vind je vaak in de milt.( dit is een klier aan de linkerkant van de buikholte). Reno haalt deze cellen uit de milt en fuseert(samensmelten) deze cellen met een kankercel. Deze samengesmolten cellen blijven zich alsmaar delen en blijven dus anti-lichamen kweken. Die doet hij dan in een reageerbuis. Dan kan hij altijd anti-lichamen kweken die hij nodig heeft voor het maken van de “kit”. De anti-lichamen worden in een vloeistof gedaan en dan gaat Reno de anti-lichamen uitzuiveren die nodig zijn om te gebruiken in de test. Ook vertelde hij dat zijn bedrijf onderzoeken deed voor farmaceutische bedrijven (bedrijven die geneesmiddelen maken). Ze onderzoeken dan of er methodes zijn om mensen beter te maken en ze onderzoeken ook of sommige medicijnen werken of niet. Ik vroeg aan Reno of ze wel eens dieren gebruikten bij hun testen en hij vertelde dat zij wel eens muizen gebruikten bij hun onderzoeken. Ze hebben namelijk vaak cellen nodig uit de milt van een muis. Dat vond ik wel zielig. Ik vroeg hem ook of het soms niet erg gevaarlijk was, of hij niet besmet kon raken. Reno vertelde dat die mogelijk altijd bestaat. Hij had wel eens aan een aids onderzoek meegewerkt , maar als je je goed aan de voorschriften houdt, dan kan er weinig gebeuren vertelde hij. Soms komen er ook wel buitenlanders die bij hen komen kijken hoe alles werkt. Soms gaat Reno ook wel eens naar het buitenland om congressen mee te maken. Ik vroeg hem of hij dit beroep weer zou kiezen en hij was heel enthousiast en vertelde dat hij het absoluut weer zou kiezen als hij het over moest doen. Hij vindt het een veelzijdig en leuk beroep.Vaak help je met het ontwikkelen van dingen die mensen beter kunnen maken. Dat is een heel prettig gevoel.
Hoofdstuk 7: Eigen mening.
Ik vond het heel leuk om dit te doen maar ik vond het ook heel moeilijk. Soms had ik moeite om het te begrijpen. Het bezoek aan het laboratorium vond ik erg leuk. Ik mocht door microscopen kijken en ik zag al de cellen waar Reno mee aan het werk was. Ook zag ik de centrifuges waarin de cellen van de vloeistoffen worden gescheiden. Er waren ook diepvriezers waarin de gefuseerde cellen werden bewaard bij een temperatuur van 149 graden Celsius onder nul! Er waren ook stoven waarin de cellen werden gekweekt. Dat zijn een soort oventjes en de temperatuur moest 37 graden Celsius zijn. Dan vermeerderden de cellen zich het beste. Hij liet me ook “draaivlooien” zien. Dat zijn staafjes met een verdikking in het midden. Je neemt dan een fles met een vloeistof erin in dan doe je de draaivlo erin. Dit is een magnetisch staafje. Die fles wordt op een apparaat gezet en dan gaat de draaivlo ronddraaien en wordt automatisch de vloeistof goed geroerd. Dat vond ik wel heel interessant. Ik weet niet of ik dit beroep zelf zou kiezen. De fotograaf:
De Inhoud:
Hoofdstuk 1: Inhoud van het beroep. Hoofdstuk 2: Opleiding. Hoofdstuk 3: Wat leer je op de beroepsopleiding? Hoofdstuk 4: Is het een mannen of een vrouwen beroep? Hoofdstuk 5: De toekomst van het beroep. Hoofdstuk 6: Eigen mening.
Inhoud van het beroep:
Er zijn veel richtingen in de fotografie. Je kunt weken in een fotowinkel, dan verkoop je fotorolletjes, camera’s en andere dingen die met het vak te maken hebben. Soms maak je dan ook reportages (bv. Trouwreportages, kinderreportages enz.) Je kunt ook in een fotovaklaboratorium werken. Dat is een moeilijk en ingewikkeld onderdeel van het beroep. Je maakt daar o.a.: duplicaten, retouchewerk ( het met de hand bijwerken van foto’s met een speciale inkt). Je kunt dan ook vakfoto’s ontwikkelen ( voor b.v. reclamewerk enz.) Als je dat werk doet zit je veel in een donkere kamer om het filmmateriaal te ontwikkelen.
Tegenwoordig wordt er in dit beroep steeds meer de computer gebruikt. Daarmee kun je grappige dingen mee uithalen: je kunt dikke mensen slank maken, bleke mensen héél blozend, schele mensen kijken weer gewoon enz.)
Je kunt ook modefotograaf zijn of reclamefotograaf
Dan fotografeer je veel mensen (modellen) of dingen (auto’s b.v.)
Je kunt ook fotograaf bij het nieuws zijn of van een krant. Dan moet foto’s maken van zaken die niet zo prettig zijn zoals oa: · oorlogen · ziekten · natuurrampen · brand · ongelukken en nog veel meer. Ook wordt fotografie gebruikt in laboratoria en ziekenhuizen (röntgenfoto’s)
Je kunt ook politiefotograaf zijn. Dan moet je de plaatsen waar iets gebeurt is fotograferen als bewijsmateriaal ( b.v. bij moorden, ongelukken enz.)
Dan is er nog de kunstfotografie. De mensen die dat doet, zijn kunstenaars die niet schilderen of beeldhouwen maar die kunst maken door heel kunstige foto’s te maken. Je kunt dus veel kanten op in dit beroep.
Hoofdstuk 2: Opleiding.
In Apeldoorn is er een fotovakschool. Die verzorgt een schriftelijke opleiding die drie en een half jaar duurt. Er zijn dagscholen en ook avondscholen en er wordt les gegeven in veel vakken. Er is b.v. een school voor ouderen en voor mensen die niet op de dag naar school kunnen gaan omdat ze b.v. werken, een avondopleiding in Den-Haag aan de M.T.S. De schriftelijke opleiding in Apeldoorn b.v. worden vaak gevolgd door mensen die al in de fotografie werken en er veel van weten maar die toch nog meer willen leren. De fotovakschool is de meest bekende en complete opleiding en je leert er alles over fotografie
Hoofdstuk 3: Wat leer je op de beroepsopleiding?
Op de beroepsopleiding krijg je veel vakken te leren. Er zijn lessen in b.v. natuurkunde en scheikunde. _ Natuurkunde heb je nodig bij het vak optiek (dit heeft met lenzen te maken). Het gaat dan om de samenstelling en de werking van het licht. _ Scheikunde heb je nodig bij het ontwikkelen van films waarbij verschillende soorten vloeistoffen gebruikt worden. Je wordt ook bekend gemaakt met de materialen die je nodig hebt in de fotografie. Dan is er nog het vak tekenen en het vak handelskennis. Verder leer je hoe een camera werkt en in elkaar zit en hoe je er mee moet werken. Je leert hoe je foto’s moet ontwikkelen en afdrukken en ook hoe je ze moet vergroten.
Hoofdstuk 4: Is het een mannen of een vrouwen beroep?
Zowel een man als een vrouw kan fotograaf worden. Heel vaak is het zo dat de vrouw poseert en de man fotografeert. Dit is soms ook wel eens andersom b.v. bij kledingfoto’s. Dan hebben ze soms ook mannelijke modellen nodig. Elke dag worden er in de wereld heel veel foto’s gemaakt. Door vrouwen worden er 15.000 milj. Foto’s gemaakt en 1.985.000 milj. door de mannen. Een vrouw kan ook in een fotowinkel werken en ook foto’s maken want er komt geen extreme lichamelijke kracht bij kijken. Je moet wel een beetje oog hebben voor compositie als je echt fotograaf wil worden.
Hoofdstuk 5: De toekomst van het beroep.
De toekomst van de fotografie is al aan het veranderen. Steeds vaker wordt namelijk de computer gebruikt in de fotografie. Er zijn al digitale fototoestellen ter koop, die werken niet met een rolletje maar met computerchips en je kunt ze ook op de computer aan sluiten om ze direct daarna te bewerken. Vroeger werd dat dus voornamelijk door retoucheurs gedaan, die dat met de hand deden, met inkt. Het vak verandert! Maar er zullen altijd mensen zijn die het nieuws verslaan voor kranten en daar moeten foto’s bij komen. Als de kranten niet meer te koop zijn, kun je het nieuws via de computers lezen maar ook dan willen mensen foto’s zien en die moeten dan ook gemaakt worden door fotografen. Reclame is ook héél belangrijk en steeds meer fabrikanten zullen foto’s laten maken van hun producten om er reclame mee te maken. Want dat verkoopt! Het beroep verandert maar toch zullen er altijd mensen fotograferen, als hobby of voor hun beroep. Sommigen blijven foto’s maken omdat ze op die manier hun gevoelens uiten; kunstfoto’s.
Hoofdstuk 6; Eigen mening.
Ik zou dit beroep niet willen doen. Het lijkt mij saai. Ergens foto’s van maken en dan afdrukken. Leuk om te zien maar ik zou geen fotograaf willen worden.
REACTIES
1 seconde geleden
I.
I.
Vers!! Hier kan ik wat mee!!
20 jaar geleden
Antwoorden