Jaren 50, de Nozems
Toen de Tweede Wereldoorlog bijna afgelopen was, zag het er even naar uit dat Nederland geheel vernieuwd en als een geheel zou herrijzen. Een hechte nationale gemeenschap. Onder de druk van de bezetting was het volk van Nederland heel hecht geworden. Er ontstonden organisaties die politieke en religieuze verschillen probeerde te overstijgen. Ook de jeugd probeerde men bij elkaar te brengen. Dit ging snel mis. De verschillen van voor de oorlog keerden terug. Uiteindelijk bleek de jeugdcultuur onstuitbaar. De eerste tekenen van een culturele revolutie werden merkbaar. Er ontstonden bewegingen die het land geheel op zijn kop zette.
Een van die bewegingen waren de nozems. Zij zetten zich af tegen het saaien en brave Nederland dat ideaal was voor rustige en hardwerkende mensen. Hoorde je niet bij deze mensen, dan was je volgens de samenleving een probleem en werd je al snel ‘tuig’ genoemd. Bij de nozems speelde agressie, seks en avontuur een grote rol. In die tijd werden de nozems niet voor niks ‘Zondaars in Spijkerbroeken’ genoemd.
De nozem leefde in groepen op bepaalde plekken in bepaalde straten. Elke groep had zijn eigen plek. Deze groepen werden gevormd door bijvoorbeeld mensen uit de wielerclub of de boksclub. De nozems waren alleen nozems samen met hun groep. Verdween die groep, dan hield de nozem op met nozem zijn.
De nozems leefden dan wel in aparte groepen, toch hadden ze over het algemeen dezelfde ideeën. Ze hadden andere verwachtingen van het leven dan een keurig baantje, een degelijk huwelijk en daarna uiteindelijk met pensioen gaan. Ze hadden het idee dat het leven meer te bieden had dan dat. Ze geloofden niet in een roeping of een goed huwelijk en jeugdverenigingen waren kinderachtig en zieltjeswinnerij van een partij of de kerk. Alle mooie woorden waren volgens hen niets meer dan oplichterij.
Werken was ook verveling. Maar toch moet je leven en je gezin in stand houden en je brood verdienen. Veel nozems weigerden dat. Ze werkten precies zoveel als nodig was om te kunnen leven. De meeste waren ongeschoolde arbeiders. Ze verdienden hun geld overal en nergens, en als het baantje niet meer beviel nam men gewoon de benen. Als hun geld op was vonden ze meteen een andere baas.
De nozems probeerden hun eigen levensvervulling, sensatie, en hun eigen avontuur te vinden. Bijvoorbeeld motorrijden of een vechtsport. Vechten met andere nozems of met de politie. Dat is avontuur. Volgens hen is de rest verveling, maar geen leven.
De nozem werd in het algemeen beschreven als mensen met leren jacks, rijdend op zo hard mogelijk knallende brommers (buikschuivers). Ze hadden een vetkuif en luisterden naar Rock ‘n Roll.
Als de nozems de straat opgingen leed dat meestal tot lawaai en opstootjes. De nozems identificeren zich onmiddellijk met de Elvis Presley variant van d rockmuziek: een stoere witte held met het hart op de juiste plaats.
Het totaalbeeld van de nozem was representatief voor die tijd. Er waren meerdere groepen, maar een idee kwam meestal wel overeen men wou zich afzetten tegen het brave leven van de ‘burgerlijke’ Nederlanders. De nozem deed dit door middel van geweld, agressie, seks zich afzetten tegen het huwelijk en het stichten van een gezin. Natuurlijk hadden andere groepen weer andere middelen, maar het doel is ongeveer hetzelfde.
Jaren 70, de Punkers Punk was een jeugdcultuur in de jaren 70. Punk was meer dan muziek, het was een levenswijze. Het was een van de laatste rages, na het hippiedom, die een totaalpakket bood van muziek en dans (stampend), mode en beeldende kunst (graffiti), wonen (kraken) en levensonderhoud (uitkeringen) tot en met de politiek en ideologie. Hanenkammen, scheermessen en de veiligheidspeld, een handige uitvinding voor huiselijk gebruik werd opeen het symbool van ‘verZ’ tegen wat burgerlijk, commercieel en geaccepteerd was.
De opkomst van de punkers wordt in het algemeen verbonden met het ‘nijpende’ probleem van groeiende jeugdwerkloosheid. Hier wezen de punkers zelf ook naar, maar wat hen vooral dreef was de afschuw die ze hadden van de volwassen in de wereld die het allemaal zo goed voor elkaar hadden.
Punkers hadden kleding die er duidelijk op gericht was de bevolking in die tijd te provoceren. Men had hanenkammen of stekelhaar, vaak voorzien van fluorescerende kleuren en klodders gel en haarvet, bleke gezichten, zwartomrande ogen en zwartgelakte lange nagels, ontelbare ritssluitingen op de kleding, hondenhalsbanden, armbanden met ijzeren punten, buttons en ze droegen afgetrapte legerkistjes. Punkers gebruikte slogans als Fuck the Future, Stem niet vecht zelf en Destroy Your Destroyer. Deze werden veelvuldig met felgekleurde verf op zwartleren jasjes gespoten. Alles wat maar een beetje naar schoonheid toe neigde moest zo provocerend mogelijk vervangen worden door ‘lelijkheid’.
Met hun vervaarlijke voorkomen, hun opzichtige hang naar geweld en fascistische symbolen joegen ze de burgers schrik aan, wat precies de bedoeling was. Ze namen bijna allemaal nieuwe namen aan, want met hun ouders hadden ze niets meer te maken.
De punkers noemden zich zelf vaak anarchisten. Dit zat ‘m vooral in de nadruk op DIY: do it yourself, van muziek maken tot kraken, op muren spuiten en krantjes volschrijven. Je moest je onafhankelijk maken van de ‘verrotte grotemensenwereld’. Het punkleven moest een complete anti-maatschappij zijn. Bij de punkers kwamen er al spoedig twee redelijk duidelijke groepen. De ene groep ging het fascisme serieus nemen (de skinheads) de andere groep bestond uit fanatieke anarchisten (de anti-fa).
Naar mijn idee zijn de punkers niet echt een representatieve groep voor de jaren 70. Dit komt onder andere door de neiging die ze hadden naar het fascisme. Veel jongeren in die tijd wilden daar liever niks mee te maken hebben. De punkers waren voor een groot deel van de jongeren net iets te radicaal. Er waren meerder jongeren die zich wilden afzetten tegen dingen die commercieel en burgerlijk waren, maar punkers wilden bijvoorbeeld niets meer met hun ouders te maken hebben en veel jongeren uit de jaren 70 voelden niet echt meer de drang om zicht af te zetten tegen hun ouders.
Jaren 90, de gabbers. Gabber is een jeugdcultuur in de jaren 90. Deze cultuur is voornamelijk gebaseerd op het uitgaansleven en heeft niet echt een maatschappelijke of politieke grondslag. De gabbers willen gewoon flink uit hun dak gaan. Dit was onder andere te zien op de megamanifestaties en de raves, waar ze elkaar met duizenden ontmoeten en heftig wordt gefeest.
De belangrijkste dingen zijn de muziek, namelijk hardcore en aanverwante soorten, en de zo massaal mogelijke feesten. Voor de echter gabber is het vaak ‘hoe harder hoe beter’. Ze zoeken de extremen in de uitgaanscultuur op. Zeer grote feesten met heel veel mensen, knoert harde muziek met het hoogst haalbare aantal decibellen en het liefst zo lang mogelijk.
De gabbers hebben een typische symboliek, een mengeling van futurisme, horror en middeleeuwse gotiek (ruimteschepen, bloed, kastelen en monsters), deze zie je terug op hoezen van platen, T-shirts, sieraden, maar ook op flyers die bijvoorbeeld feesten aankondigen.
De mannelijke gabbers dragen een trainingspak van het merk Australian of Cavello, en Nike air max schoenen en hebben hun hoofd kaal geschoren. De meisjes dragen ongeveer hetzelfde, maar zijn vaak maar half kaal (alleen de onderkant weggeschoren) en dragen in het haar een strakke staart naar achter. Ook dragen de dames veel topjes. De kleding van de gabbers week veel af van de kleding die het grootste deel van de bevolking droeg in de jaren 90. Meestal liep men in een spijkerbroek met een sweater en normale casual schoenen eronder. De haardracht was verschillend, maar zeker niet kaal. Door de kleding en de haardracht kun je gabbers dan ook heel goed herkennen.
Naar mijn idee zijn de gabbers niet representatief voor de jongeren in de jaren 90. Dit kwam onder andere doordat ze meestal maar een ding wilden doen en dat was feesten. De meeste mensen vonden dat het leven meer was dan alleen maar feesten. De gabbers nemen ook maar een kleine groep in van de bevolking, en grofweg kun je zeggen dat de gabbers over het algemeen tot de minder hoog opgeleide sociale klasse hoorden. Het is moeilijk om in de jaren 90 een echte jeugdcultuur te vinden, omdat je je eigen meningen en uitgangspunten bij een groep kunt houden. Zo ontstaan er groepen met allerlei mengelingen van meningen en opvattingen. Ook kijkt men tegenwoordig niet meer vreemd op als je van allebei een beetje bent. Eindconclusies Door de jaren heen is de jeugd steeds vrijer geworden. In de jaren 50 moest men echt strijden voor die vrijheid en dit werd dan ook gedaan, maar de rest van de bevolking van Nederland was ‘geschokt’ door de levenswijzen van die jongeren. In de jaren 70 was had men een deel van die vrijheid gekregen, maar nu streden de groepen om verschillende dingen. De punkers waren tegen het geaccepteerde, het burgerlijke en het commerciële, terwijl andere groepen gewoon uit de maatschappij wilden stappen. Door de fascistische neigingen reageerde men geschokt. De punkers werden dan ook beschouwd als tuig. In de jaren 90 waren er zoveel groepen, dat de ene groep een beetje overliep in de andere groep, en er dus ook tussengroepen ontstonden. Deze groepen namen van verschillende groepen wat mee en vormden een eigen groep. De gabbers vormden een groep met uiteinden die andere groepen overlapten. In het midden vind je de kern die zich soms vijandelijk gedragen tegen andere groepen (de extremere gabbers).
Toch als je de groepen vergelijkt, strijden ze allemaal voor hetzelfde, namelijk hun eigen mening ten gehore brengen en naar hun eigen levensopvattingen leven. Deze verschillen nogal, maar dit komt door de verschillende achtergronden en tijden waarin men leefde. En bij de meeste groepen zijn er drie belangrijke aspecten: seks, muziek en vrijheid.
REACTIES
1 seconde geleden
F.
F.
wat een kut stuk. Punx zijn altijd tegen nazis geweest. Schrijf geen stukken als je niet weet waar je het over hebt. punx droegen vroeger soms fascistische symbolen om te shockeren, maar ze hadden niks met het fascisme te maken. Nu gebeurd al lang niet meer. Het is ook onzin dat de punkers in twee groepen verdeeld zijn de skinheads en de antifa. Skinhead is een eigen subcultuur op zichzelf. Skinheads zijn geen nazis! En niet alle punx zijn antifa, je hebt ook punkers die zich niet met de politiek bezighouden.
groetjes van een punker.
19 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Ik wou vragen, of je als je die nog hebt, wat bronnen die je gebruikt hebt voor het werkstuk "nozems, punkers en gabbers" aan mij door kunt geven.
Alvast bedankt
19 jaar geleden
Antwoorden