Pandaberen

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1757 woorden
  • 8 juni 2003
  • 612 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
612 keer beoordeeld

Inleiding

We hebben dit onderwerp gekozen, omdat we Reuzenpanda een leuk dier vinden. We zijn ook verrast dat we een werkstuk over een bedreigde diersoort moeten doen en omdat we het samen mogen doen. We hebben dit onderwerp bedacht, omdat we er zelf ook wat over wilden leren. Ons onderwerp is (zoals je vast al hebt gezien) “De Reuzenpanda”. We hopen dat de gene die dit leest veel van de reuzenpanda zal leren.

1. Wat is een reuzenpanda?

De reuzenpanda is een beer denk je misschien, maar dat is het niet. Toen de reuzenpanda ontdekt werd, wist men niet goed waar hij bij hoorde. Ze hebben toen gezegd dat er een aparte familie van werd gemaakt.

De reuzenpanda leeft zoals je al bij het hoofdstuk “Leefgebied” kan lezen, in Zuidwest-China. Wat niet in dit hoofdstuk staat, is dat hij vooral in de Qionglai-, Daxiangling-, Xiaoxiongling- en Lianggebergten in de provincie Sichuan voorkomt. Waar ze voorkomen kan je zien op het plaatje (dit is het verspreidingsgebied). De reuzenpanda wordt ook veel “bamboebeer” genoemd. Dat is zo, omdat ze haast alleen maar bamboe eten. Hoe dat verder is kan je in “voedsel” lezen. De reuzenpanda is ook de lieveling van de dierentuin. Ze denken dat in hun natuurlijke omgeving de reuzenpanda zeldzaam is geworden. Het is dan ook belangrijk dat ze zich in dierentuinen voortplanten. Ze zijn zo populair in de dierentuinen, omdat ze speels zijn en de dieren kijken graag naar de kunstjes die ze doen.

2. De voortplanting

Het bepalen van het geslacht is erg moeilijk bij de reuzenpanda. Het kinderlijke harige dier vertoont geen duidelijk zichtbare uiterlijke geslachtskenmerken. Behalve tijdens de paring, wanneer de penis in werking is. Tijdens de paring is het geslacht wel makkelijk te merken. De teelballen zijn erg goed verborgen. Ze zijn zo goed verborgen in de vetlagen van zijn lijf, dat er niet meer dan één bobbel in zijn lichaamsomtrekken zijn. Het vrouwtje is goed te herkennen tijdens de paring, want dan doet ze zoals de meeste vrouwtjesdieren de staart omhoog en de rug naar beneden. Het vrouwtje zou zachtaardig zijn, terwijl het mannetje slecht gehumeurd is.

Tijdens de paring rennen de mannetjes grommend rond, terwijl de vrouwtjes meer met hun geslachtsdelen tegen voorwerpen wrijven. Ook vrouwtjes zijn soms echter slecht gehumeurd en omdat in het gebied van de geslachtsdelen de geurklieren zijn gelegen houdt ook de wrijftheorie geen stand. Voor het paarseizoen, meestal van maart tot mei, breiden de mannetjes hun territorium uit. Vrouwtjes met jongen hebben meestal een hogere rang dan andere vrouwtjes. Ze gaan dan ook uit de weg inplaats van dat ze gaan aanvallen. Vrouwtjes zijn gewoonlijk geslachtsrijp als ze vijf jaar zijn. Als ze vruchtbaar is, dat is een periode van 24 tot 48 uur die eenmaal per jaar optreedt, stoten ze een kreunende roep uit. Op die roep en haar geurvlaggen komen wel 3 of 4 mannetjes af.

Als het juiste uurtje maar niet komt om te paren, maakt het vrouwtje dat ze wegkomt. Als het wel goed is, benadert ze het mannetje met het achterdeel in zijn richting. Hij gaat tegen een boom zitten, grijpt haar om haar middel, houdt haar stevig vast en slaakt een kreet. Na de paring, die maar een paar minuten duurt, jaagt ze hem weg door hem te bijten en gaat ze een plek zoeken om te slapen.

3. Het jong groot brengen

Na het dragen van een jong, zo’n 5 maanden, werpt de panda in augustus of september haar jong uit. Als het vrouwtje weet dat ze gaat bevallen, gaat ze in haar nest liggen. Door te persen helpt ze het jong naar buiten. Het jong, zo groot als een muis, dat een roze huid heeft, is blind, heeft geen tanden en weegt maar een paar ons. De staart is 1/3 van z’n lichaamslengte en de kop is ronder dan van zijn moeder. Soms zijn er 2 jongen, de moeder voedt er dan één op en laat de ander dood gaan.

Pas geleden is er een onderzoek geweest, die liet zien dat een kwart het eerste jaar niet haalt. De moeder moet het jong alleen opvoeden, want het mannetje heeft ze na de bevruchting weggejaagd of genegeerd. Na de geboorte pakt ze het jong op en likt het de komende 2 uur schoon. Ze draagt het jong met haar tanden en wiegt het aan haar borst. Vervolgens wordt de jonge reuzenpanda gezoogd. De reuzenpanda’s beginnen pas bamboe te eten als ze een jaar of ouder zijn.

Pas geboren jongen moeten soms tot 14 uur per dag worden gezoogd. De moeder likt het jong regelmatig en als het verdrietige geluidjes maakt beklopt ze het en veranderd ze van houding. De eerste paar dagen blijft ze in het nest, ook al hebben ze geen eten. Pas na ongeveer een week gaat ze eten zoeken. De uitwerpselen van het jong eet ze op, zodat ze geen roofdieren aantrekken. Dit noemt men territoriumgedrag. 4. Onafhankelijkheid

De jonge reuzenpanda groeit en wordt steeds zelfstandiger. Het leert verdachte dieren tegen de wind in te benaderen, zodat hij ze kan ruiken, voordat ze hem opmerken. De geluiden van het bos leren ze herkennen en ook wat het verschil is tussen gevaar en veiligheid. De reuzenpanda leeft al bamboe etend, terwijl hij daar nog niet van leeft. Hij leert klein wild, honing en vissen vangen. De reuzenpanda speelt veel en doet acrobatische kunsten, stoeit met ijs, blaadjes, steentjes en nog veel meer. Maar wel wat de natuur hem biedt. Uiteindelijk wordt het kleine jonkie weggejaagd door de moeder of gaat zelf op stap.

Hij kan ook in de steek worden gelaten. Als de moeder weer zwanger weer zwanger is, is de kans groot dat ze haar andere jonkie verlaat. Sommige reuzenpanda’s blijven wel twee en een half jaar bij hun moeder; dit is heel lang voor de reuzenpanda. Reuzenpanda’s gaan altijd uiteindelijk zelfstandig leven, of in een groep met vrouwtjes, mannetjes en hun kleintjes. Als de reuzenpanda weggetrokken is, gaat hij zijn eigen territorium uitzetten. 5. Voedsel

Misschien denk je dat de reuzenpanda alleen maar bamboe eet. Hij eet ook wel andere planten en kleine dieren, hoewel bamboe zijn favoriete voedsel is. Hij pakt de bamboestengels met een soort vinger. Hij heeft aan elke poot 5 tenen met nagels. Die 5e vinger is eigenlijk een soort klein vlezig kussentje dat hij als duim gebruikt. Dat kussentje zit aan elke voorpoot. Die vinger is ongeveer 35 millimeter en is ook een soort van botuitsteeksel. Ze kunnen hierdoor bamboestengels dwars in hun bek leggen, en in één beweging de vezelige delen eraf trekken.

De Reuzenpanda eet wel 10 tot 12 uur per dag, omdat hij altijd nog honger heeft. Als per reuzenpanda in een gebied de voedselvoorraad op is, zwerft hij naar een andere plek, waar nog wel genoeg voedsel is.

De reuzenpanda maakt een menselijke indruk, want de reuzenpanda eet bijna hetzelfde als de mens. Hij gaat niet naar het eten toe met zijn bek, maar blijft zitten. Als de reuzenpanda zich volgegeten heeft gaat hij op zoek naar een slaapplek dan haat hij slapen in een hol, rotsspleet, holle boom, onder overhangende rotsen, of zelfs in een boom en wel helemaal bovenin. Een bamboe-etende panda

6. Het Leefgebied

In de koude en vochtige Chinese bamboebossen leven de Reuzenpanda’s. Ze brengen haast al hun tijd op de grond door. Als de panda’s door roofdieren achterna gezeten worden, klimmen ze meestal in een boom. Ze lijken heel onhandig, maar ze zijn behoorlijk slim. Er is niet erg veel bekend over de Reuzenpanda, want ze zijn erg verlegen en wonen in erg afgelegen gebieden. Maar we weten wel dat Reuzenpanda’s alleen leven of in groepen en `s winters niet slapen.

In Oost-Tibet en in China zijn veel begroeide hellingen met bamboe. Daar leven ze van. Men denkt dat de Reuzenpanda’s in hun natuurlijke omgeving zeldzaam geworden zijn. In de dierentuinen doet de reuzenpanda veel kunstjes, want dat vindt hij leuk. De reuzenpanda’s hadden vroeger een veel groter leefgebied dan ze nu hebben.

Het gebied waar de reuzenpanda voorkomt is in de provincies Sichvan, Gansu, Shaanxi en omvat in totaal zo’n 30.000 km2. Dat is in Nederland ongeveer drie zuidelijke provincies. Grote gedeeltes zijn niet in gebruik en onbruikbaar. Er zijn in de gebieden waar de reuzenpanda leeft in de winter die heel lang duurt heel veel sneeuwvallen.

In het leefgebied heeft de reuzenpanda weinig met vijanden en andere dieren te maken. Alleen heel soms met de Irbis, sneeuwpanter, wilde hond, kraagbeer en de wolf. 7. De bedreiging en de bescherming

Zoals je misschien al weet is de Panda een bedreigde diersoort. Uit onderzoek van het Wereld Natuur Fonds en de Chinese regering is gebleken dat de situatie van de Panda veel ernstiger is dan gedacht. Het leefgebied van de Panda is enorm uitgestrekt en ondoordringbaar. Daarom moesten natuurbeschermers tevreden zijn met ruwe schattingen van aantallen Panda’s en verspreidingsgebieden.

Uit onderzoek met foto’s uit 1975 en 1985 is gebleken dat het leefgebied van de Panda ernstiger is aangetast dan werd gedacht. Dit samen met de bloei van de bamboe blijft de belangrijkste bedreiging van de Panda te zijn. Samen met de Chinese regering doet het Wereld Natuur Fonds nu een aantal voorstellen om te voorkomen dat de Panda uitsterft. Het meest opvallende is wel het voorstel om 20 “Panda-paden” aan te leggen, zodat Pandagebieden weer met elkaar in contact komen. Er is ook voorgesteld om sommige reservaten uit te breiden zodat ook Panda’s die in nu nog onbeschermd gebied wonen officieel beschermd laten worden. Er zal ook nog worden geprobeerd leefgebieden te herstellen. Onder andere door het aanplanten van bamboe op landbouwgronden. Tenslotte zal ook nog de bevolking duidelijk worden gemaakt voor het beschermen van de Panda.

Ongeveer 20 procent van het leefgebied is tot reservaat verklaard. In 1980 leefden er in reservaten nog maar ongeveer 40 panda’s. En ongeveer 13 in andere landen. Een zestal panda’s ging van de ene dierentuin naar de andere, behalve één zijn ze allemaal weer in China gekomen of ergens anders ondergebracht.

In de jaren tachtig werd de reuzenpanda zo populair dat er wel 30 dierentuinen en organisaties uit China een paartje hebben bemachtigd. Bronvermelding

• Delta’s groot berenboek • Kaart van reuzenpanda • Pas op voor lieve beren • Panda’s bijzondere gasten in Nederland • Panda’s • Internet • Encarta encyclopedie ’98

Nawoord

We vonden het leuk dat we een werkstuk met z’n tweeën over de Reuzenpanda mochten houden. Maar we hebben al onze vrije tijd daar voor vastgezet. Naderhand vonden we het toch jammer dat het over een bedreigde diersoort moest gaan. We hopen dat dit een leerzaam werkstuk was, en dat je er veel van geleerd hebt.

REACTIES

M.

M.

het was een leuk werkstuk dames!

18 jaar geleden

K.

K.

compliment:een leuk werkstuk

goed leerzaam

19 jaar geleden

P.

P.

heey ik vind het een geweldig werkstuk.
daarom lever ik dit werkstuk ook in. natuurlijk niet precies hetzelfde zoals jij het gemaakt heb! wel iets anders. ik haal er iets uit en dan zet ik het er in mijn eigen woorden weer in.
groetjes Patricia van trigt

19 jaar geleden

P.

P.

hoi ik heb aan dit werkstuk heel veel gehad bedankt doei!!!!!!!!!!!!!

18 jaar geleden

L.

L.

Mooi werkstuk ;') Handig voor mijn spreekbeurt wat dingen...

13 jaar geleden

L.

L.

Goed werkstuk,! dit heeft mij heel erg geholpen.

12 jaar geleden

M.

M.

een saaie site

12 jaar geleden

M.

M.

leuk!!!!!!

12 jaar geleden

R.

R.

ik kan dit goed gebruiken voor mijn spr-ek sprekbeurt

12 jaar geleden

Z.

Z.

een tip : zet de volgende keer de inhoud er boven dat is wat makkelijker om te zien wat je te lezen krijgt.

10 jaar geleden

T.

T.

Dit heeft me heel erg geholpen voor mijn werkstuk alleen 1 tip zet de volgende keer de inhoud erbij

7 jaar geleden

R.

R.

Ik hou mijn werkstuk over de panda dus hiet heb ik echt super veel aan mijn complimenten voor jou!!!!!!!!!!!!!

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.