Steppe ligging
Steppen zijn open graslandschappen in de gematigde zone van Europa en Azië, waarvan het beeld wordt bepaald door vedergrassoorten. Grassen die zowel aan strenge winters als aan de zomerse droogteperioden zijn aangepast (maar daarover meer in het hoofdstuk Steppe vegetatie). Het woord steppe is afgeleid van het Ruschische woord voor dit landschapstype ‘stepj’. De steppenzone strekt zich uit van het gebied tussen de Donau en de Karpatan (voor een belangrijk deel Hongarije, waar het open landschap ‘Putza’ wordt genoemd) tot in Azië, ver over de Wolga (Kazanbachsteppe) tot bij de rivier de Ob (Barbasteppe) en nog verder in gedeelten van China. In Azië grenst het steppe gebied noordelijk aan de naalwoudzone en zuidelijk aan de woestijnsteppe of zelfs direct aan de woestijn. In Europa grenst de steppe aan het zomer groen loofwoud of aan de altijd groene Mediterrane vegetatie. Het is opvallend om te constateren dat de open grasland-landschappen in meer tropische klimaatzones in de richting van de evenaar, geleidelijk overgaan in halfgesloten vegetaties (zoals savanne) en tenslotte in het dicht tropische regenwoud. De graslandvegetaties in de gematigde streken daarentegen gaan in polaire richting steeds abrupt over in gesloten bosvegetaties (loofbos, naaldbos en gemengd bos).
Er zijn twee soorten steppen: Langgrassteppen (bijvoorbeeld pluimgrassteppe, vochtige steppe) Kortgrassteppen (bijvoorbeeld droge steppe)
Klimaat
De steppe kan je verwachten in gebieden waar een streng landklimaat heerst. In bijvoorbeeld Odessa aan de Zwarte zee bedraagt de gemiddelde jaartemperatuur 9,4 °C en valt jaarlijks 392 mm neerslag. De meeste neerslag valt in juni, terwijl in de maanden juli, augustus en september bij temperaturen van 25- 30 °C extreme droogte heerst. Van december tot maart ligt de gemiddelde temperatuur onder het vriespunt. In deze koude winterperiode bedekt een 20-30 cm dik sneeuwdek de overwinterende vegetatie. Deze periode kan zo een 80-140 dagen duren en houdt aan todat in het voorjaar omstreeks april de sneeuw is weggesmolten. De dan ontstane grote hoeveelheid smeltwater maakt de bodem erg vochtig. Het zijn de aanhoudende hoge zomertemperaturen, gecombineerd met stofstormen die de grond doen uitdrogen, de vegetatie doen verdorren en daarmee het boomloze en open karakter van de steppe blijvn bepalen. De in de steppe voorkomende grassen en kruiden moeten dus vooral gedurende de gunstige, vochtige voorjaarsperiode en vroege zomer groeien, bloeien en vrucht zetten. Houtige gewassen zoals bomen en struiken verlangen veel meer het hele jaar aanwezigheid en beschikbaarheid van het bodemwater. In deze dorre zomerperiode is bovenlaag van de steppe grond uitgedroogd en het grondwater zit onbereibaar diep in de grond. Grassen zijn onder deze omstandigheden in het voordeel, doordat ze over een bijzonder fijn vertakt wortelstelsel beschikken dat grote hoeveelheden neerslag op goede wijze uit de grond kan opnemen. Bovendien beschikken de bladeren van grassoorten van de steppe over de eigenschap te kunnen inrollen bij watertekort. De in groeven in het bladoppervlak gelegen huidmondjes maken bij ingerolde bladertoestand geem direct contact meer met de omringende lucht, waardoor waterafgifte beperkt blijft. Vaak vertonen de bladeren van steppe soorten beharing. Door deze haren op het bladoppervlak wordt een dun laagje lucht vastgehouden. Dit dunne laagje vertraagt de waterafgifte van de plant naar de omringende droge omgeving. En ook daarmee wordt voorkomen dat de steppeplant uitdroogd en verwelkt.
De Bodem van de Langgrassteppe
Waar de bodem uit humusrijke zwarte aarde bestaat en de gemiddelde neerslag 300 a 450 mm bedraagt, ontstaat de door hoge pluimgrassen gekenmerkte vochtige steppe of langgrassteppe. Grassen en kruiden hebben, vergeleken met bomen maar een heel korte levensduur. Elke generatie verwelkt snel, en de bodem ontvangt daardoor naar verhouding veel humus: het humusgehalte is er vijf a zes maal zo groot als in de bosgrond. De bovenste laagvan de grond bestaat dus uit humus tot ongeveer twee meter diep daaronder bevind zich de onveranderde kalkhoudende löss. Bovendien is de bodem uitgesproken kruimig en poreus, waardoor er een goede ventilatie mogelijk is. Dit alles maakt het tot een goed milieu voor tal van kleine organismen, uiteenlopend van eencelligen tot regenwormen. De steppebodem is hierdoor uitermate vruchtbaar, en ze levert dan ook voedsel voor een groot aantal zoogdieren, vooral knaag- en hoefdieren. Om dezelfde reden levert de steppe ook prima bouwland, waar vooral tarwe goed op gedijt. Tegenwoordig is de zwarte aarde kenmerekend voor de rijkste graangebieden op aarde. Uiteindelijk gaat dit ten koste van de grond, doordat zo de natuurlijke oorsprong langzaam gegroeide levensgemeenschap van humusvormende organismen erdoor wordt verstoord. Daardoor vind je de natuurlijke steppe vegetatie alleen nog in enkele reservaten.
De bodem van de kortgrassteppe
Als het hummusgehalte van de steppebodem niet meer dan 2 a 3 % bedraagt, is de kleur niet meer zwart maar kastanjebruin. Deze aarde wordt dan bruine aarde genoemd. De kruimigheid en ventilatie blijven achter dan bij die in de zwarte aarde en ook het aantal organismen is daardoor kleiner. De kortgrassteppen zijn dan ook minder vruchtbaar dan langgrassteppen. Ze zijn wel geschikt om er vee op te laten grazen en ook voor intensieve akkerbouw. Bruine aarde bodems zie je aan de droge en neerslagarme kant. Meer in zuidelijkere richting.
Steppevegetatie
De periode in het steppegebied waarin de temperatuur hoog genoeg is en de grond een goede vochtigheid heeft voor plantengroei is kort ongeveer 3 tot 4 maanden. De maanden maart, april, mei en juni. Hierdoor moet de vegetatie zich snel ontwikkelen en bloeien. Na het smelten van de sneeuw is de steppe bedekt met de resten van planten van het vorige seizoen. Het vroege voorjaar Na het wegsmelten van de sneeuw ontwikkelen zich tijdens de nog koude tweede helft van maart alleen maar mossen zoals het duinsterretje en blauwwieren. Op steppen in de zuidelijkere streken raken in april naast een lissoort opvallend veel bolgewassen in bloei. Onder meer de goudgele sterren en de tulpsoorten. Waarschijnlijk helpt de bol deze planten goed de winter door. De bol bevindt zich onder het sneeuwdek en niet ver onder het bodemoppervlak en kan zich bij de lage voorjaarstemperatuur en veel lichtinstraling snel ontwikkelen. In het begin mei bloeit de gele Adonis vernalis een ranonkelachtige en de blauwe hyacint. In het voorjaar bloeien ook de winter- en voorjaarsannuellen zoals vroegeling, heelbeen, voorjaarsereprijs, voorjaars vergeetmij-nietje, en een hoornbloem. Deze winter- en voorjaarsannuellen zijn eenjarige plantensoorten die hun levenscyclus voor de aanvang van de zomer hebben voltooid. Zaad van deze soorten kiemt niet bij zomerse temperaturen, maar wel bij lage voorjaarstemperaturen van 4 – 12 °C.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
heel goed gedaan
ikk moest voor school iets opzoeken over de steppe en dat is me goed gelukt dankzij deze tekst
15 jaar geleden
AntwoordenY.
Y.
ik vind het hele goeie informatie alleen het is jammer ik zoek wat meer informatie waar het steppe ligt en dat kan ik helaas niet vinden verder een goeie site:p
14 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
best goed
13 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Echt super tof dat ik deze info kan vinden. Ik moest voor Aardrijkskunde een werkstuk maken, en dit bevat de dingen die ik niet kan vinden op wikipedia.
12 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
ik heb de informatie die ik zocht niet gevonden maar heb wel wat extra informatie gevonden goede informatie!!
en coole website o/
8 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
je bent dik
8 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
jij ook
8 jaar geleden
H.
H.
nee, jij bent dik
8 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Kan beter maar goed je best gedaan
6 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Dus vroeger leerde je deze shit voor Bio Bruh.
3 jaar geleden
Antwoorden