Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen?
Het leek me ook wel een interessant onderwerp omdat het een onderwerp was waar ik nog niet zoveel vanaf wist terwijl je er toch eigenlijk wel veel over hoort. Dit probleem is een politiek probleem omdat het een zaak is die door de staat opgelost moet worden. Je zou kunnen denken dat het een persoonlijk probleem is omdat de asielzoekers er persoonlijk bij betrokken zijn, maar het is niet iets dat zij zelf op moeten lossen. Het is iets dat door de staat van het land waar ze asiel aanvragen voor hen opgelost moet worden. Veel mensen denken dat er in Nederland te veel vluchtelingen toegelaten worden, dat er naast echte vluchtelingen ook veel economische vluchtelingen toegelaten worden. Het asielbeleid is er nu op gericht om alleen nog maar politieke vluchtelingen in Nederland toe te laten. Alleen politieke vluchtelingen en vluchtelingen die om humanitaire redenen niet terug gestuurd kunnen worden (omdat datgene wat ze in hun eigen land hebben meegemaakt zo traumatisch is dat ze niet terug kunnen) krijgen een verblijfsstatus.
1 Historie opvang Vluchtelingenproblematiek is een uitvloeisel van de grote problemen in de wereld. Het is een probleem van alle tijden. In de Romeinse tijd worden Christenen bijvoorbeeld lange tijd vervolgd. Later in de Middeleeuwen met veel religieuze oorlogen, moeten grote groepen mensen vluchten. Nederland ving in de 16e en 17e zo’n 150.000 Vlamingen en Walen en zo’n 75.000 Hugenoten op. In die periode is 1 op de 40 inwoners van Nederland vluchteling. Nu is dat ongeveer 1 op de 500. De 1e wereldoorlog en de Russische revolutie brengen grote vluchtelingenstromen op gang. Meer dan 1 miljoen mensen die tijdens de 1e wereldoorlog vluchtten, komen naar het neutrale Nederland. Halverwege de 20e eeuw vluchten miljoenen mensen ten gevolge van de 2e wereldoorlog, kolonisatie in Afrika, het Sovjet bewind in centraal Europa en later de oorlog in Vietnam. Mensen uit verschillende landen vluchten naar Nederland. Oorlog, vervolging en intolerantie zijn zo oud als de mensheid en het bestaat nu nog steeds. Het overgrote deel van de vluchtelingen, zo’n 85%, verblijven in de 3e wereld. Maar ook Nederland draagt z’n steentje bij.
2 Toelating Een vluchteling die Nederland binnenkomt en hier wil blijven, kan asiel aanvragen. Na goedkeuring van de aanvraag, wordt bekeken of hij in Nederland mag blijven. Dit traject noemen we de asielprocedure. De Immigratie- en NaturalisatieDienst (IND) is verantwoordelijk voor deze asielprocedure. De IND bepaalt of een asielverzoek in behandeling wordt genomen. Daarna beoordeelt de IND het verzoek. Dan beslist het of een asielzoeker in Nederland mag blijven of terug moet keren naar het land van herkomst. De asielzoeker wacht de beslissing af op een opvangaccomodatie van het Centaal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) Een asielzoeker moet zijn asielaanvraag indienen in een AanmeldCentrum (AC). Hier bepaalt de IND binnen 48 werkuren of het de aanvraag direct kan afwijzen. Is dat niet het geval dan neemt de IND de asielaanvraag verder in behandeling. De asielzoeker wordt in een Opvang- en Onderzoekcentrum (OC) van het COA geplaatst. In deze fase beoordeelt de IND het asielverzoek, Ook hier geldt dat bij een negatieve beslissing de asielzoeker Nederland moet verlaten. Na enige tijd stroomt de asielzoeker door naar een Asielzoekerscentrum (AZC) van het COA. Naast opvang in asielzoekerscentra zorgt het COA in deze fase ook in andere vormen voor opvang. Zo kunnen asielzoekers onderdak regelen bij vrienden of familie, (het ZelfZorg Arrangement (ZZA)) of ze worden opgevangen in woningen (COW woningen).
3 Wet en Regelgeving Het toelaten van asielzoekers gebeurt niet zomaar. Daarvoor zijn meerdere wetten en regels opgesteld. Zoals het Verdrag van Geneve en de Vreemdelingenwet. -Het verdrag van Geneve: Het internationale vluchtelingenverdrag van Geneve, opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties, is door Nederland ondertekend. Het verdrag bepaalt onder meer welke vreemdelingen in ons land bescherming moeten krijgen. De kern van het Verdrag is dat vreemdelingen die gegronde vrees hebben voor vervolging op grond van: ras, godsdienst, nationaliteit, of politieke overtuiging recht hebben op asiel in een ander land dan dat waarvan men de nationaliteit bezit. -Vreemdelingenwet: De vreemdelingenwet 2000 is van 1 april 2001 van kracht. De wet geeft onder meer aan wanneer een vreemdeling in Nederland een verblijfsvergunning krijgt. De uitvoering van de oude wet bracht langdurige procedures met zich mee. Dit had tot gevolg dat opvangcentra overvol raakten en onder grote druk stonden. Tevens verbleven asielzoekers lange tijd in de opvang. De vreemdelingenwet 2000 is zodanig aangepast dat een aantal tijdrovende procedures niet meer nodig is en de gehele asielprocedure minder tijd in beslag neemt. Dit heeft tot gevolg dat een asielzoeker korter gebruik maakt van de opvangvoorzieningen en tevens eerder weet waar hij aan toe is. Volgens de vreemdelingenwet 2000 kan de asielzoeker nog maar voor 1, tijdelijke verblijfsvergunning in aanmerking komen. Is er na 3 jaar nog altijd sprake van recht op asiel, dan wordt deze vergunning omgezet in een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.
4 Vormen van opvang Het COA biedt verschillende vormen van opvang. Elke vorm hooft bij een bepaalde fase van de Asielprocedure. OC: Een asielzoeker die in het Aanmeldcentrum geen negatieve beslissing heeft ontvangen, gaat naar een opvang- en onderzoekscentrum (OC) van het COA. Daar vindt de opvang plaats en krijgt de asielzoeker een medisch onderzoek en voorlichting. AZC: Asielzoekers die voorlopig in Nederland mogen blijven, gaan naar een asielzoekerscentrum (AZC) van het COA. Het COA sluit ook kortlopende contracten af met eigenaren van pensions en hotels. Dit heet de aanvullende opvang (AVO). In de asielzoekerscentra en de AVO’s bereiden asielzoekers zich voor op de toekomst. Ze kunnen Nederlands leren en zich verdiepen in de Nederlandse maatschappij. Ook kunnen ze vrijwilligerswerk doen en onder voorwaarden betaald werken. ZZA: in 1998 was de opvangcapaciteit onvoldoende. Het was onmogelijk deze snel genoeg uit te breiden. Daarom zijn andere vormen van opvang ontwikkeld. Met het Zelf Zorg Arrangement mogen asielzoekers op vrijwillige zelf bij bijvoorbeeld familie of vrienden verblijven. In dat geval moeten asielzoekers zich 1 keer per week melden bij een opvangcentrum. Zo kan het centrum ervoor zorgen dat de asielzoekers beschikbaar zijn voor de asielprocedure en dat ze informatie en verstrekkingen ontvangen. COW: Ook leegstaande woningen worden gebruikt voor de opvang. Dit zijn de zogenaamde Centrale Opvang in Woningen (COW). Net als bij het Zelf Zorg Arrangement zorgt het COA voor de administratie, verstrekkingen en hulp.
5 Verblijfsduur De verblijfsduur zorgt voor een hoge druk op de opvang. De verblijfsduur hangt samen met de doorlooptijd van de asielprocedure. Duurt het lang voordat een beslissing valt dan moet iemand lang in een centrum blijven: hij houdt dus een plaats in bezet. De invoering van de Vreemdelingenwet 2000 moet deze gemiddelde verblijfsduur verkorten. Het streven is om een asielzoeker maximaal een jaar in opvang te laten verblijven. Een oplossing voor het overvol raken van aanmeldcentra en asielzoekerscentra is dat mensen eerst in tenten worden gehuisvest en als er weer plaats is in aanmeldcentra word bekeken of de asielzoeker de verdere procedure mag doorlopen. Ook het zelfzorgcentrum is een oplossing.
6 Rechten en plichten De rechten en plichten van asielzoekers in de opvang zijn onder meer in de Regeling Verstrekking Asielzoekers (RVA) aangegeven. In de RVA is onder andere geregeld hoe hoog de wekelijkse financiële toelage is die asielzoekers ontvangen. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van de gezinssituatie. De RVA bepaalt ook dat asielzoekers verzekerd zijn tegen ziektekosten. Asielzoekers kunnen daarnaast iets bijverdienen. Voor vrijwilligerswerk in het centrum geldt een vergoeding van 1 gulden per uur tot maximaal 25 gulden in de week. Dit bedrag is overigens voor alle vrijwilligers hetzelfde. Voor vrijwilligerswerk buiten het centrum wordt met de werkgever een onkostenvergoeding afgesproken. Onder bepaalde voorwaarden mogen asielzoekers ook betaald werk verrichten. Asielzoekers mogen alleen werk van kortdurende aard verrichten zoals seizoenswerk (vaak in de tuinbouw). Voor maximaal 12 weken in 12 maanden. Een deel van het loon wordt dan afgedragen aan het COA zodat er wordt bijgedragen aan het eigen levensonderhoud. Voorwaarden voor betaald werk zijn: -asielzoekers die willen werken moeten tussen de 18 en 65 jaar zijn. -ze moeten minimaal 6 maanden in de opvang zitten -ze moeten een werkvergunning hebben. Leerplichtige asielzoekers genieten net als leerplichtige Nederlanders onderwijs. Asielzoekers hebben ook plichten. Natuurlijk moeten zij beschikbaar zijn voor de asielprocedure en vraagt de huisvesting met anderen om huisregels. Zo moeten bewoners van centra de eigen woonruimte onderhouden. Ook dient er gedurende bepaalde tijden rust en stilte op het centrum te zijn. Het COA gaat hierbij wel uit van de eigen verantwoordelijkheid van de asielzoekers. Wanneer asielzoekers zich niet aan de (huis)regels houden mag het centrum sancties opleggen. Hetzelfde geldt wanneer een asielzoeker op andere wijze ‘ontoelaatbaar gedrag’ vertoont. De wekelijkse vergoeding kan dan worden ingehouden of men kan voor lange of korte tijd uit het centrum worden verwijderd.
7 Dagelijkse praktijk Voor de dagelijkse invulling stelt het COA een algemeen programma van activiteiten beschikbaar. Dit programma bestaat uit 4 onderdelen. -eigen huishouding voeren in het centrum. -lessen op gebied van Ned. Taal, maatschappij, inzicht in arbeidsmarkt. -vrijwilligerswerk binnen of buiten het centrum -ontspanning zoals sport of lezen.
8 Begeleiding Het COA zorgt niet voor asielzoekers. Het COA begeleidt hen. In de regel zijn asielzoekers zelfstandige mensen, die weliswaar in een moeilijke periode zitten, maar zelf verantwoordelijk zijn. Asielzoekers worden zoveel mogelijk gestimuleerd zelf een weg te vinden in de samenleving. Het COA geeft voorlichting over de asielprocedure, de opvang en alle bijbehorende rechten en plichten, inburgering en uiteraard ook terugkeer. Ook regelt het COA voogdij voor minderjarige asielzoekers zonder familie.
9 Hoe denken politieke partijen erover? De standpunten van enkele belangrijke bestuurders zijn:
Pim Fortuyn à ‘We hebben hier een eigen landje en dat moeten we veilig stellen.’ ‘Eigen volk eerst.’ (uit: De Volkskrant, 31 december 2001)
De standpunten van enkele betrokken politieke partijen zijn: PvdA is van mening dat de meeste asielzoekers andere dan economische gronden hebben om te vluchten en vindt dat Nederland zijn aandeel in de opvang moet blijven nemen. Bij voorkeur in een evenredige verdeling over alle landen in Europa. Het maken van gezamenlijke afspraken over het asielbeleid in Europees verband is daarom ook een belangrijk onderwerp in de Europese politiek. Bij het sluiten van het Verdrag van Amsterdam in 1998 zijn al belangrijke vorderingen op dit terrein gemaakt. De Partij van de Arbeid houdt de ontwikkelingen op het terrein van het Europese asielbeleid nauwlettend in de gaten.
Groenlinks: Groenlinks vindt dat het accent van het asielbeleid meer op rechtvaardigheid moet liggen. Dit houdt in dat vervolgden beschermd moeten worden en dat migranten kunnen rekenen op rechtszekerheid en bescherming tegen uitbuiting. Zolang er geen Europese afspraken zijn hoort Nederland verantwoordelijk te zijn voor elke asielzoeker die hier een asielverzoek indient.
D66: D66 wil één Europees asielbeleid. Europese autoriteiten moeten de asielaanvragen zoveel mogelijk in de regio behandelen. D66 wil snelle, maar zorgvuldige asielprocedures. Als een asielzoeker na een definitieve afwijzing van het verzoek kan aantonen dat buiten zijn schuld terugkeer naar het land van herkomst nog niet mogelijk is, moet de overheid voor opvang zorgen.
CDA: Het uitgangspunt van ons asielbeleid is het respecteren en naleven van internationale verdragen die Nederland ondertekend heeft. Mensen die echt onze bescherming nodig hebben, moeten daarop kunnen rekenen. Misbruik van de asielprocedure wordt met kracht bestreden. Ongedocumenteerden worden niet toegelaten tot de procedure, tenzij zij een controleerbare reden daarvoor kunnen aangeven en identificeerbaar zijn. Een echte vluchteling hoeft niets te verbergen. Zo kan de beschikbare capaciteit van de uitvoerende instanties doelmatiger worden ingezet en zal de aandacht beter kunnen worden gericht op degenen die terecht een beroep doen op asiel. Dit alles draagt bij aan een verkorting van de huidige, te lange, wachttijden. Uitgeprocedeerde asielzoekers die geen recht hebben op een verblijfsvergunning moeten ons land ook daadwerkelijk verlaten. De overheid moet hierop streng toezien en mensen uitzetten.
ChristenUnie: De opvang van politieke vluchtelingen dient gepaard te gaan met internationale bewustwording op het punt van politieke en geestelijke vrijheden. Respect voor minderheden in Nederland dient zich te weerspiegelen in het buitenlands beleid. De ChristenUnie komt op voor mensen die om hun godsdienstige overtuiging waar ook ter wereld worden vervolgd. Het asielbeleid wordt mede gefundeerd vanuit de bescherming van de mensenrechten. Mensenrechten beginnen heel letterlijk bij de vrijheid van geweten en godsdienst. Mensen rechtenbeleid dient daarom medebepalend te zijn bij de richting van ons buitenlands beleid.
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
gast, goed werkstukkie gemaakt man
weer een voldoende :]
20 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
zeer goed
19 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
hee thanks man, respect
19 jaar geleden
Antwoorden