Klonen

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • Klas onbekend | 4367 woorden
  • 20 februari 2002
  • 504 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
504 keer beoordeeld

Goedemiddag iedereen. AANDACHTSTREKKER

Wie weet er wat klonen is? Klonen is het ongeslachtelijk voortplanten door identieke kopie maken van de erfelijke kenmerken van een organisme of een cel.

We zullen nu eerst een korte samenvatting geven van de onderwerpen die we zullen bespreken: eerst zullen we een kort stukje geschiedenis vertellen om het ontstaan van klonen een beetje duidelijker te maken. Daarna iets meer over het wereldberoemde schaap Dolly. Als derde puntje: Polly; het eerste transgene schaap. Het vierde puntje gaat over het klonen van muizen dat gevolgd wordt door het kloneren van mensen. Waarna we afsluiten met de voor- en nadelen van klonen. Maar zoals eerder gezegd beginnen we nu met een stukje geschiedenis.

1. Geschiedenis Pionier op het gebied van klassiek kloneren was de Duitse embryoloog Hans Spemann, die aan het begin van deze eeuw proeven deed met embryo\'s van salamanders. Een pas bevruchte eicel bond hij af met behulp van een haar, op zo\'n manier dat de celkern aan één kant zat en de beide helften slechts via een dun kanaal met elkaar in verbinding stonden. De helft met de kern begon zich spoedig te delen en ontwikkelde zich tot een embryo, de andere helft niet. Als hij het haar iets losser maakte, kon de gedeelde kern wel naar de andere helft en ontwikkelde zich daaruit een tweede embryo. Spemann ontdekte op deze manier dat de embryonale cellen – totdat het zestiencellig stadium bereikt is – in staat zijn zelfstandig uit te groeien tot een embryo. Hij ontving daarvoor in 1935 de Nobelprijs. Spemann suggereerde in 1938 al dat (modern) kloneren mogelijk moest zijn door de celkern van de ene naar de andere cel over te brengen, maar hij voerde het experiment zelf nooit uit.

Wat is klonering
In essentie betekent klonering dat nieuw leven wordt gecreëerd door deling van een ongedifferentieerde cel. Tot voor kort dacht men dat volwassen lichaamscellen onherroepelijk waren geprogrammeerd door inactivatie van een groot deel van hun genoom. Door celkernen die in de rustfase verkeren, of kunstmatig in rusttoestand worden gebracht, in contact te brengen met het cytoplasma van eicellen kunnen sommige celkernen blijkbaar worden aangezet tot reprogrammatie van hun DNA. De volgende stap is het op gang brengen van celdeling en embryonale ontwikkeling; om een individu te klonen tenslotte, moet het embryo worden overgebracht naar een draagmoeder. Sinds de geboorte van Dolly zijn koeien, varkens, geiten en muizen gekloneerd. Klonering van muizen heeft geen directe economische waarde maar dit model is van onschatbare waarde omdat het gaat om laboratoriumdieren die op grote schaal beschikbaar zijn, met een grote turn-over zodat op relatief korte termijn het effect van klonen op het nageslacht kan worden onderzocht. Klonen van muizen werd voor het eerste gerealiseerd door een Japans team in 1998. Sindsdien zijn er een vijftal laboratoria in geslaagd muizen te klonen.

Klonering: een natuurlijk fenomeen
Klonering is de oudste, en voor vele primitieve levensvormen nog steeds de enige vorm van voortplanting. Heel vroeg in de ontwikkeling van het leven op aarde heeft de meerderheid van planten en dieren echter gekozen voor een seksuele vorm van voortplanting. Hierbij ontstaat nieuw leven door versmelting van mannelijke en vrouwelijke kiemcellen, elk met hun eigen genetische eigenschappen waardoor een compleet nieuw en ander individu ontstaat. Het is nog altijd onduidelijk hoe seksuele voortplanting tot stand is gekomen en waarom deze vorm in de meeste levende wezens de bovenhand heeft gehaald. Want er zijn voordelen aan de aseksuele vorm van voortplanting. Het voornaamste voordeel is de garantie dat men een identiek genetisch exemplaar creëert dat zijn aangepastheid aan de omstandigheden reeds heeft bewezen. Inderdaad kan men zich omstandigheden indenken waarbij het roekeloos lijkt een nieuw en qua adaptatievermogen onbekend exemplaar te produceren. Ook op economisch vlak kan men zich de voordelen voorstellen. Denk maar aan de mogelijkheid om planten en dieren te produceren waarvan de eigenschappen vastliggen of waarvan de eigenschappen door genetische manipulaties werden geoptimaliseerd. Deze overweging was en is zeker een van de motieven om op zoek te gaan naar een methode om dieren te kloneren.

2. Dolly Er waren reeds geruime tijd experimenten met klonering aan de gang maar de definitieve doorbraak is gekomen met de geboorte van Dolly, omdat dit schaap het eerste zoogdier is dat werd gekloneerd uitgaande van een volwassen lichaamscel. De sensatie die dit nieuws heeft verwekt had vooral te maken met de huiveringwekkende gedachte: wat bij het schaap kan, kan ook bij de mens. Hierbij werd over het hoofd gezien dat met Dolly een belangrijke wetenschappelijke vooruitgang was geboekt die veel praktische voordelen meebrengt. Dolly werd geboren op de avond van 5 juli 1996. Aan Dolly waren maar liefst 276 mislukte kerntransplantatiepogingen voorafgegaan. Onderzoekers van het Roslin Institute en het PPL Therapeutics in Edinburgh kloneerden Dolly uit een epitheelcel van de uier van een zes jaar oude ooi. Haar geestelijke vaders noemden hun kloon \'Dolly\', naar de countryzangeres Dolly Parton. Dolly werd geboren uit een kweek van volwassen cellen. Deze cellen waren in een ruststadium gebracht. Volgens de onderzoekers wordt hierdoor het DNA van een gedifferentieerde cel weer in de uitgangspositie gebracht. Na versmelting met een lege eicel kan de cel vervolgens met een elektrisch stroompje gestimuleerd worden om zich te delen, waarna het embryo zich begint te ontwikkelen. Het embryo plaatsten de medewerkers van het Roslin Institute na een aantal delingen in een afgebonden eileider van een draagmoeder om het verder te laten rijpen. Na zes dagen brachten ze het embryo definitief over naar de baarmoeder van een tweede draagmoeder. Vijf maanden later werd Dolly op de natuurlijke manier geboren. Dolly woog bij de geboorte 6.6 kg, wat een derde meer is dan het normaal geboortegewicht voor een Finn Dorset schaap. Dit lijkt wel inherent aan de kerntransplantatie: in 1998 werden soortgelijke experimenten met gekloonde kalveren stopgezet, nadat bleek dat 1/5 te zwaar was bij de geboorte en 1/20 zowat het dubbele woog van het gemiddelde. Steeds meer en meer wetenschappers geven dan ook toe dat er inderdaad een mogelijk verband bestaat tussen het hoge geboortegewicht en de kerntransplantatie. Dolly’s lichaamscellen hebben een duidelijke achterstand en het is heel goed denkbaar dat zij vroeger zal sterven dan jeugdige schapen. Om één Dolly te krijgen moesten meer dan duizend eicellen geoogst worden. In de aanloop naar Dolly kwamen ook mismaakte schapen ter wereld. Rendabel is de techniek dus nog niet. Journalisten van heel de wereld kwamen naar Dolly kijken. Toen Dolly wereldnieuws werd laaide het debat over klonen van mensen weer in alle hevigheid op. Het Vaticaan verwierp het experiment als ‘pervers’ en de Amerikaanse president Bill Clinton riep op om alle overheidssteun onmiddellijk stop te zetten aan die projecten die zich bezighouden met het kloneren van mensen.

3. Polly Op 24 juli 1997 maakten PPL Therapeutics en het Roslin Institute de geboorte van Polly wereldkundig. Schaap Polly was ontstaan door het kloneren van een embryonale huidcel. Deze werd in kweek gebracht, waarna er een menselijk gen aan werd toegevoegd, en vervolgens gefuseerd met een lege eicel. Uit dit experiment werd een lam met het menselijk gen geboren: Polly. De techniek die bij het verkrijgen van Polly werd toegepast, biedt de mogelijkheid om transgene dieren goedkoper en betrouwbaarder te produceren.

4. Kloneren van muizen Er is een vereenvoudigde methode van klonen ontwikkeld waarbij de kern van een lichaamscel op een mechanische wijze in de eicel wordt gebracht. Er bestaan twee procedures om de celkern van lichaamscellen in de eicel te brengen: electrofusie van de kernmembraan van de donorcel (karyoplast) met de membraan van de eicel (cytoplast) en mechanische injectie van de karyoplast in de eicel. Bij deze laatste methode moet de kernmembraan worden verwijderd voor of tijdens de injectie van de karyoplast. De injectie van de karyoplast kan op twee manieren gebeuren: injectie door middel van een door het piezo effect aangedreven vibrerende micropipette en een puur mechanische methode. De door het piezo-effect aangedreven methode heeft het voordeel dat de gepenetreerde eicel minimaal wordt beschadigd. Het nadeel is de kostprijs en de complexe opstelling. De conventionele methode van injectie wordt reeds geruime tijd toegepast in de menselijke voortplantingsgeneeskunde om zaadcellen in de eicel te brengen (ICSI). Het voordeel van deze techniek is dat men beroep kan doen op bestaande apparatuur en expertise. Het nadeel is echter dat de eicel wordt onderworpen aan een groter risico op beschadiging. Steunend op de ervaring met ICSI en gebruik makend van dezelfde basisuitrusting is de techniek aangepast om op efficiënte wijze donorkernen te transfereren. Na maanden van voorbereidend werk en verschillende pogingen werd twee maand geleden de eerste gekloonde muis geboren. Aan de Universiteit Gent werd een vereenvoudigde methode ontwikkeld om muizen te kloneren. Hiermee behoort het research laboratorium van de Gentse Universitaire Vrouwenkliniek tot een van de vijf laboratoria in de wereld die erin geslaagd is muizen te kloneren.

5. Kloneren van mensen De doorbraken op het gebied van het kloneren van dieren, wakkerden ook de discussie over het kloneren van mensen weer aan. In oktober 1993 reeds meldden de Amerikaanse onderzoekers Jerry Hall en Robert Stillman van het George Washington University Medical Center dat zij klonen van menselijke embryo\'s hadden gemaakt. Op de klassieke manier kliefden Hall en Stillman de embryo\'s tot losse cellen, die zij vervolgens in een kunstmatig omhulsel plaatsten. De onderzoekers maakten uit zeventien menselijke embryo\'s 48 klonen, die zij lieten uitgroeien tot maximaal het tweeëndertigcellig stadium. Dat is precies het moment waarop het embryo geschikt is voor plaatsing in de baarmoeder om verder te groeien. In plaats daarvan vernietigde Hall de klonen. Hoewel de klonen dus nimmer het levenslicht zagen, veroorzaakte het nieuws grote commotie. Het klieven van embryo\'s is een gebeurtenis die zich ook natuurlijk voordoet; zo ontstaan namelijk eeneiige tweelingen. Het kloneren van volwassen individuen zou niet mogelijk zijn, zo dacht men, omdat de cellen van een volwassene al gedifferentieerd zijn tot een specifiek celtype. Vlak na de geboorte van het gekloonde schaap Dolly stelde het Noorse parlement, met achtentachtig stemmen tegen twee, een verbod in op het klonen van mensen en andere hoogontwikkelde organismen. President Clinton bevroor meteen na het nieuws alle overheidssteun aan onderzoek naar het klonen van mensen. Het Duitse parlement en de Franse president vroegen beiden om een wereldwijd verbod op het klonen van mensen. Unesco gaf een verklaring uit, ondertekend door 77 landen, waarin het klonen van mensen onaanvaardbaar werd genoemd. Toch gaan sommige mensen, onderzoekers en bedrijven door met het onderzoeken en gebruiken van menselijke klonen. Het ‘bedrijf’ Clone Inc. heeft een echte catalogus van leverbare menselijke klonen, met als succesproduct de Elvis-kloon. Clone Inc. levert ook managers, arbeiders en je kunt zelfs je eigen kloon samenstellen uit de beschikbare armen, hoofden, boezems etc. Natuurlijk is dit niet een heel serieus voorbeeld, maar er zijn ook andere mogelijkheden met menselijke klonen: Het zou mogelijk zijn doden te klonen. Alleen al aan een ingevroren hand heb je genoeg om later een kloon van de overledene te maken. De verleiding voor ouders van een overleden kind zal groot zijn. Je kunt ook klonen aanmaken die bruikbaar zijn voor het maken van vervangorganen voor ziekten en ongevallen, een hart of een lever bijvoorbeeld. Daarbij hoef je niet meteen aan volwassen klonen te denken, het kan namelijk ook met embryoweefsel. Precies omdat jonge embryo’s nog niet volledig ontwikkeld zijn, kunnen de cellen ervan nog uitgroeien tot een reeks verschillende gespecialiseerde cellen. Als je dergelijke cellen in een volwassen hart brengt, zullen ze uitgroeien tot hartcellen. Althans, dit wordt aangenomen. De geneeskunde gebruikt nu al weefsel van embryo’s uit miskramen, tegen de ziekte van Parkinson bijvoorbeeld. Dit is geen grote ingreep, maar waar ligt de grens? Klonen voor organen kan ook duisterder wegen opgaan. De mogelijkheid van een organenbank met menselijke kopieën in staat van hersendood is niet ondenkbaar. Gelukkig bestaat er geen manier om baby’s hersendood ter wereld te laten komen. Gezonde baby’s zullen actief hersendood gemaakt moeten worden en dat is moord. Een half jaar na het bekend worden van Dolly meldden Britse onderzoekers dat ze een kikkerembryo zonder kop konden laten ontstaan. Volgens hen een belangrijke stap naar het kweken van menselijke organen. Zij denken dat er in de toekomst misschien mensen zonder hoofd kunnen worden ‘gemaakt’, die voor de productie van organen zorgen. Alle genen die niet gebruikt worden, worden uitgeschakeld. Heel theoretisch kan dit, maar is dit ook in de praktijk mogelijk? En kun je dit toelaten? Jaren geleden verwekte een Californisch echtpaar, dat geen beenmergdonor vond voor hun kind, een nieuw kind, met de uitsluitende bedoeling dat het het juiste beenmerg zou kunnen leveren. Niemand heeft hen tegen gehouden. Waar ligt de grens? Klonen kan een oplossing zijn voor een echtpaar dat een hoge kans heeft een kind met een erge erfelijke ziekte op de wereld te brengen, of waarbij een van de twee onvruchtbaar is. Als dragers van een bepaalde erfelijke ziekte met elkaar kinderen willen verwekken, hebben ze één kans op de vier op een ziek kind. Wat is dan erger: het aborteren van de foetus of het klonen van één van beide ouders? Wie het risico van abortus niet wil nemen, kan nu kiezen voor sperma van een wildvreemde, of een embryo van twee wildvreemden. Is een kloon van hemzelf moreel verwerpelijker? Als je homofiele paren adoptie toestaat, of kunstmatige inseminatie als het om een lesbisch paar gaat, kun je hen dan klonen weigeren?

6. Toepassingen van klonen Kloneren zal in de komende decennia een belangrijke rol gaan spelen in de biotechnologie bij dieren. Het zal de productie van transgene dieren versnellen en goedkoper maken. Commerciële toepassingen als de productie van geneesmiddelen in de melk van zoogdieren en de productie van organen tot voordeel van xenotransplantatie , komen daardoor dichterbij. Of het uiteindelijk zover zal komen dat kloneren ook bij mensen zal worden toegepast, is de vraag. In ieder geval verandert de houding ten opzichte van deze mogelijkheid razendsnel. In een artikel in The New York Times van 2 december 1997 lieten diverse wetenschappers – onder wie de grondlegger van het kloneren, Steen Willadsen – zich onverdeeld positief uit over het kloneren van mensen. Het zou een uitkomst zijn voor leukemie-patiënten, die van hun kloon beenmerg kunnen ontvangen zonder kans op afstotingsreacties of voor onvruchtbare echtparen die een eigen kind willen. En passant zouden de klonen van nieuwe genen voorzien kunnen worden die hen beschermen tegen ziekten als aids of ziekte van Alzheimer. Kloneren van mensen zien de geciteerde deskundigen niet als een Brave New World-scenario, maar meer als een vergroting van de keuzevrijheid om zich voort te planten. 2. Massaproductie van klonen
Begin augustus 1997 maakte het Amerikaanse ABS Global Inc. bekend dat het met succes de Holsteiner stier Gene had gekloond uit een stamcel van een dertig dagen oud runderembryo. Het kalf was inmiddels zes maanden oud en heeft twee identieke broers, Gene 2 en Gene 3 genoemd. De Amerikaanse methode wijkt enigszins af van de Schotse Dollytechniek; in feite kloneren de Amerikanen twee keer. Eerst plaatsen ze een embryonale stamcel in een lege eicel en zetten deze met een elektrisch stroompje aan tot delen. Uit het aldus ontstane meercellige embryo kunnen zij vervolgens identieke cellen halen, die ze opnieuw in een lege eicel plaatsen en aanzetten tot delen. Na zeven dagen kunnen deze \'tweede generatie\'-embryo\'s in een draagmoeder worden geplaatst en worden er na 280 dagen identieke, gekloneerde kalfjes geboren. De methode van ABS Global maakt de massaproductie van genetisch identieke dieren mogelijk. In principe kunnen oneindig identieke dieren worden geproduceerd.

7. Voordelen en nadelen Voordelen: 1. Ziekten kunnen worden uitgeroeid
2. Leukemie patiënten kunnen worden geholpen
3. Het zal makkelijker zijn goedkoop voedsel te produceren
Nadelen: 1. Er moeten proeven worden gedaan op levende wezens
2. Per ongeluk mismaakte mensen maken
3. Criminelen kunnen een kloon maken van zichzelf en die dan laten opsluiten

1.1 Kerntransplantatie
Pas in 1952 verrichtten Robert Briggs en T.J. King de eerste kerntransplantatie met kikkerembryo\'s. De twee onderzoekers verwijderden met behulp van een pipet de kern uit een onbevruchte eicel, en injecteerden in plaats daarvan de kern van een embryonale kikkercel. Hoewel hun experiment maar in driekwart van de gevallen een normaal ogend kikkervisje opleverde en de diertjes nooit de volwassen leeftijd bereikten, toonden de onderzoekers hiermee aan dat het in principe mogelijk is om via kerntransplantatie kikkerklonen te maken. Bijna twintig jaar later, in 1975, bewees de Britse onderzoeker John Gurdon dat dit kloneren ook lukt met volwassen kikkercellen als uitgangsmateriaal. Hoewel ook zijn experiment uiteindelijk geen volwassen kikkerklonen opleverde, liet het wel zien dat een reeds gedifferentieerde cel (zie differentiatie ) is te gebruiken als uitgangscel. Het is echter een stuk ingewikkelder om op deze manier klonen van zoogdieren te maken. Ten eerste zijn eicellen van zoogdieren veel kleiner dan die van amfibieën zoals kikkers en salamanders, hetgeen het manipuleren bemoeilijkt; ten tweede is een zoogdierembryo veel minder zelfvoorzienend omdat het de verzorgende omgeving van de baarmoeder nodig heeft om te groeien. Een embryo dat is ontstaan door kunstmatige bevruchting (in-vitrofertilisatie, IVF) kan daardoor niet buiten het lichaam volgroeien. In 1979 slaagde de Deense onderzoeker Steen Willadsen er voor het eerst in een schaap te kloneren uit een embryonale cel. Daartoe gebruikte hij de klassieke kloneertechniek. Hij haalde de embryonale cellen uit de zona pellucida, de doorzichtige beschermende schil die een zoogdierembryo omhult. De losse embryonale cellen plaatste hij vervolgens in een kunstmatige zona pellucida, die hij maakte van Arabische gom. De cellen begonnen zich normaal te delen en na implantatie in een draagmoeder werden er gezonde lammeren geboren.

1.2 Elektrofusie
Begin jaren tachtig werd de elektrofusietechniek ontdekt, waarbij men door een elektrisch stroompje twee tegen elkaar aan liggende cellen kan laten samensmelten. In 1986 gebruikte Steen Willadsen deze methode om een embryonale cel te laten fuseren met een eicel waaruit hij de oorspronkelijke kern van tevoren had verwijderd. Zijn publicatie in het toonaangevende Britse blad Nature zette bedrijven wereldwijd aan tot kloneringexperimenten. In maart 1996 kwam het Roslin Institute in Schotland plotseling met een verrassing  het was hen gelukt om uit reeds vrij ver ontwikkelde (= gedifferentieerde) embryonale cellen twee gezonde schapen, Megan en Morag, te kloneren. Om dat te bereiken, brachten de Schotten de embryonale uitgangscellen eerst in kweek, waarbij ze het gehalte aan voedingsstoffen in de kweekvloeistof gedurende vijf dagen steeds verder omlaag brachten. De cellen kwamen daardoor geleidelijk in een rusttoestand terecht, waarna ze zich niet meer deelden. Vervolgens versmolten de onderzoekers de rustende cellen via elektrofusie met een lege eicel. Uiteindelijk werden er op deze manier vijf lammeren geboren. Drie daarvan overleden kort na de geboorte; Megan en Morag bleken gezond. Beide ooien hebben later zelf lammeren voortgebracht.

1.4 Resusaapjes
Op het Oregon Regional Primate Research Center werd bekendgemaakt dat er in 1996 twee resusaapjes waren gekloneerd. De aapjes, een mannetje en een vrouwtje, zijn afkomstig uit de cellen van twee verschillende embryo\'s en zijn daarom genetisch niet geheel identiek. Het was voor het eerst dat een diersoort zo dicht bij de mens werd gekloneerd. De Amerikanen namen embryo\'s afkomstig uit een reageerbuisbevruchting in het zes- tot twaalfcellig stadium en maakten de cellen daaruit los. De losse cellen versmolten zij daarop volgens de elektrofusie-methode met een lege eicel. De nieuw ontstane embryo\'s plaatsten zij terug bij negen draagmoeders. Drie daarvan raakten zwanger. Nadat één van hen een miskraam had gekregen, brachten de overige twee draagmoeders de twee gezonde baby\'s ter wereld.

2. Massaproductie van klonen
Begin augustus 1997 maakte het Amerikaanse ABS Global Inc. bekend dat het met succes de Holsteiner stier Gene had gekloond uit een stamcel van een dertig dagen oud runderembryo. Het kalf was inmiddels zes maanden oud en heeft twee identieke broers, Gene 2 en Gene 3 genoemd. De Amerikaanse methode wijkt enigszins af van de Schotse Dollytechniek; in feite kloneren de Amerikanen twee keer. Eerst plaatsen ze een embryonale stamcel in een lege eicel en zetten deze met een elektrisch stroompje aan tot delen. Uit het aldus ontstane meercellige embryo kunnen zij vervolgens identieke cellen halen, die ze opnieuw in een lege eicel plaatsen en aanzetten tot delen. Na zeven dagen kunnen deze \'tweede generatie\'-embryo\'s in een draagmoeder worden geplaatst en worden er na 280 dagen identieke, gekloneerde kalfjes geboren. De methode van ABS Global maakt de massaproductie van genetisch identieke dieren mogelijk. In principe kunnen oneindig identieke dieren worden geproduceerd.

3.1 Kritiek
Toen Dolly wereldnieuws werd laaide het debat over kloneren van mensen weer in alle hevigheid op. Het Vaticaan verwierp het experiment als ‘pervers’ en de Amerikaanse president Bill Clinton riep op om alle overheidssteun onmiddellijk stop te zetten aan die projecten die zich bezighouden met het kloneren van mensen. In de media werd veelvuldig gerefereerd aan Aldous Huxleys Brave new world uit 1932 en Boys from Brazil van Ira Levin uit 1976, fictieboeken waarin menselijke klonen een hoofdrol spelen. Huxley beschrijft een uniforme samenleving van een aantal categorieën klonen, waarbij elk aspect van de menselijke vrije wil verloren is gegaan. Levin schetst een angstdroom waarin Adolf Hitler via zijn lijfarts Josef Mengele geproduceerde klonen weer tot leven komt. Of dat technisch mogelijk is, is nog maar de vraag. Voor de conceptie van Dolly waren al vele honderden eicellen nodig. Daaruit blijkt wel dat kloneren nog lang geen standaardprocedure is. In feite weet niemand – ook de onderzoekers zelf niet – waarom het kloneren op deze manier gelukt is. Misschien was Dolly een toevalstreffer die niet meer herhaald kan worden. Sommige wetenschappers vermoeden dat Dolly de verouderingsverschijnselen van haar donormoeder heeft geërfd. Een normaal schaap wordt gemiddeld elf jaar oud, maar Dolly begon al met een zes jaar oude cel. Aan het uiteinde van alle chromosomen die het erfelijk materiaal vormen, zitten telomeren. Deze DNA-uiteinden worden met elke celdeling een stukje korter. Het zijn een soort cellulaire knipkaarten. Als ze zijn opgebruikt, sterft de cel. Het is de vraag of het kerntransplantatieproces de cel volledig heeft gerevitaliseerd of dat Dolly tegelijk met haar donormoeder aan het einde van haar biologische leeftijd zal komen. Ook kunnen middelste chromosoomgedeelten die de erfelijke informatie dragen, verouderd zijn. De uitgangscel was immers al zes jaar oud bij de conceptie van Dolly en er kunnen zich in die tijd mutaties in het DNA hebben opgehoopt. In een epitheelcel, één van de vele honderdduizenden in de uier van de donormoeder, is deze DNA-schade meestal niet fataal, maar als van dit genetisch materiaal wordt uitgegaan om een heel organisme te vormen, kunnen de gevolgen van een kleine mutatie al zeer ernstig zijn. De kleine foutjes die in de genetische code zijn geslopen, worden door het kloneren als het ware uitvergroot. Niettemin presenteerden het Roslin Instituut en PPL Therapeutics het kloneren van volwassen dieren als een \'gouden techniek\' voor dierveredelaars. In plaats van af te wachten wat het resultaat van een kruising van hun topdieren zal zijn, kunnen zij op deze manier direct hun topdieren vermeerderen.

4. Toepassingen
In augustus 1997 maakte de Amerikaanse arts Jacques Cohen van het St. Barnabas Medical Center in Livingston de geboorte van Emma Ott wereldkundig. De moeder van Emma, Maureen Ott, was onvruchtbaar gebleken. Met succes revitaliseerde Cohen één van Maureens eicellen door er tegelijk met een spermacel van de vader het cytoplasma van een eicel van een jonge vrouw in te spuiten. Het jonge cytoplasma bevatte de mitochondriën en eiwitten die het embryo hielpen zich verder te ontwikkelen. Emma Ott is genetisch helemaal verwant aan haar beide ouders, maar draagt daarnaast ook de mitochondriën van de donormoeder in elke lichaamscel. Als zij later zelf kinderen krijgt, dan zal ze deze mitochondriën aan haar nageslacht doorgeven. Kloneren zal in de komende decennia een belangrijke rol gaan spelen in de biotechnologie bij dieren. Het zal de productie van transgene dieren versnellen en goedkoper maken. Commerciële toepassingen als de productie van geneesmiddelen in de melk van zoogdieren en de productie van organen tot voordeel van xenotransplantatie , komen daardoor dichterbij. Of het uiteindelijk zover zal komen dat kloneren ook bij mensen zal worden toegepast, is de vraag. In ieder geval verandert de houding ten opzichte van deze mogelijkheid razendsnel. In een artikel in The New York Times van 2 december 1997 lieten diverse wetenschappers – onder wie de grondlegger van het kloneren, Steen Willadsen – zich onverdeeld positief uit over het kloneren van mensen. Het zou een uitkomst zijn voor leukemie-patiënten, die van hun kloon beenmerg kunnen ontvangen zonder kans op afstotingsreacties of voor onvruchtbare echtparen die een eigen kind willen. En passant zouden de klonen van nieuwe genen voorzien kunnen worden die hen beschermen tegen ziekten als aids of ziekte van Alzheimer. Kloneren van mensen zien de geciteerde deskundigen niet als een Brave New World-scenario, maar meer als een vergroting van de keuzevrijheid om zich voort te planten.

MOEILIJKE WOORDEN:

Biotechnologie: het geïntegreerd gebruik van biochemie, microbiologie en procestechnologie bij de productie van biologisch materiaal met behulp van micro-organismen, gekweekte weefsels en delen daarvan.

Cel: de meestal microscopisch kleine structurele eenheid waarvan elk organisme er een of meer bevat.

Chromosoom: een draadvormige structuur in de celkern, drager van erfelijke eigenschappen. Chromosomen worden zichtbaar tijdens de kerndeling. Het DNA in de chromosomen bevat de code voor de erfelijke eigenschappen.

Differentiatie: het toenemen van de verschillen tussen de delen van het zich ontwikkelende organisme.

DNA: afkorting van Deoxyribo Nucleic Acid, in het Nederlands deoxyribonucleïnezuur geheten, een bestanddeel van de chromosomen dat verantwoordelijk is voor de overdracht van alle (erfelijke) eigenschappen van de moeder- op dochtercel.

Eicel: vrouwelijke geslachtscel die na bevruchting uitgroeit tot een nieuw individu.

Embryo: een zich ontwikkelend organisme, zolang dit zich nog bevindt in de ruimte waarin de eerste ontwikkeling uit de bevruchte eicel plaatsheeft

Enzym: versneller van (bio)chemische processen die zich in levende organismen afspelen.

Gen: de biologische eenheid van overerving, bestaande uit een gedeelte van een molecule DNA of RNA. Elke molecule DNA of RNA bevat dus een reeks genen.

Genetische code: de wijze waarop de erfelijke eigenschappen tijdens de eiwitsynthese worden ‘vertaald\'.

Heterozygoot: een individu dat is ontstaan uit twee genetisch ongelijke geslachtscellen

IVF: afkorting van in vitro fertilisatie, bevruchting buiten het moederlichaam, een andere naam is reageerbuisbevruchting.

Katalyse: het verschijnsel waardoor chemische reacties worden versneld of vertraagd door stoffen die niet voorkomen in de bruto chemische reactievergelijking en dus schijnbaar niet aan de reactie deelnemen.

Leukemie of bloedkanker: kwaadaardige woekering van witte bloedcellen in beenmerg en andere bloedvormende organen.

Mitochondriën: celorganellen die de in koolhydraten en vetten aanwezige energie overdragen .

Monoklonale antilichamen: verzamelnaam voor door een enkele kloon van gefuseerde cellen geproduceerde antilichamen (= antistoffen).

Mutatie: sprongsgewijs optredende, erfelijke verandering, waardoor een nieuwe vorm ontstaat.

Weefselkweek: verzamelnaam voor een aantal technieken om weefsels of organen buiten het dierlijk of plantaardig organisme in leven te houden en indien gewenst te doen groeien.

REACTIES

O.

O.

goede slechte werkstuk

22 jaar geleden

R.

R.

Echt een kei goede spreekbeurt heb jij gemaakt over het klonen! Ik heb er veel informatie uit op kunnen doen voor mijn spreekbeurt. Mocht je nog eventuele bronnen hebben, zou ik die graag ontvangen, als je dat wilt sturen.

Groete!
Rob

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.