Economie
In de beginjaren van de onafhankelijkheid was Zambia één van de meest welvarende landen in Afrika. Momenteel is het één van de armste landen ter wereld. De levensverwachting is uitzonderlijk laag en het kindersterftecijfer is enorm hoog. De oorzaken zijn het economische beleid, een onderontwikkelde infrastructuur en de eenzijdige oriëntatie op landbouw en grondstoffen (vooral van koper) als belangrijkste exportsectoren. Toen de prijzen voor grondstoffen op de wereldmarkt instortten, had dat grote gevolgen voor de Zambiaanse economie.
Ook HIV/aids eist een zware tol. Een groot deel van de productieve bevolking is weggevallen en de levensverwachting is gedaald tot slechts 37 jaar. De armoede vormt een bedreiging voor de sociale stabiliteit van het land. Volgens deskundigen
is meer dan 80% van de bevolking arm en bijna 60% zelfs zeer arm. Zambia heeft een enorme buitenlandse schuld. De afbetaling van die schulden drukt zwaar op de begroting.
Bevolking, cultuur en godsdienst
De meeste Zambianen behoren tot de Bantu, een etnische groep die ook voorkomt in Zuid-Afrika. Het is de belangrijkste cultuur in Zambia. Daarnaast zijn er Europese en Aziatische minderheden. De Europeanen en Aziaten hebben hun eigen culturele inbreng. Er zijn zeven Afrikaanse hoofdtalen, maar Engels is de officiële taal.
De bevolking bestaat voor 90% uit christenen. De tweede belangrijkste godsdienst is de islam, die voornamelijk wordt beleden door de Aziatische immigranten. De positie van vrouwen en kinderen Met de naleving van de kinderrechten is het in Zambia slecht gesteld. Ook al heeft Zambia het Verdrag voor de Rechten van het Kind ondertekend, de meeste Zambianen hebben nog nooit van kinderrechten gehoord. In plaats daarvan geldt de traditionele overtuiging dat vrouwen het bezit zijn van hun echtgenoot en dat kinderen het bezit zijn van hun vader.
Lichamelijk en geestelijk geweld tegen kinderen (vooral meisjes) en vrouwen is een normaal verschijnsel. Wat in andere landen huiselijk geweld zou heten, vindt men in Zambia slechts het uitdelen van straf aan vrouwen of kinderen, bijvoorbeeld voor een slecht gekookte maaltijd of ongehoorzaamheid. Ook onderwijzers gebruiken lichamelijke straffen om leerlingen in het gareel te houden. Verkrachting komt op grote schaal voor. Andere verschijnselen waaruit de zwakke positie van kinderen
blijkt, zijn kinderarbeid, kinderhuwelijken en de lage graad van geboorteregistratie.
Verdrag voor de Rechten van het Kind
In 1989 werd het Verdrag voor de Rechten van het Kind geratificeerd door 192 landen. Het is daarmee het meest geaccepteerde instrument op het gebied van mensenrechten ter wereld. Alleen Somalië en de Verenigde Staten hebben het verdrag niet geratificeerd. Het Verdrag voor de Rechten van het Kind bevat 41 artikelen (zoals recht op geboorteregistratie, gezondheidszorg, onderwijs, een bepaalde levensstandaard) en vereist dat landen deze rechten garanderen aan iedereen onder de 18 jaar. Belangrijk is dat het om alle kinderen op de wereld gaat, het belang van kinderen nooit uit het oog mag worden verloren, het opgroeien en de ontwikkeling van het kind centraal staan en de participatie van kinderen essentieel is. Door de ratificatie van het verdrag belooft de overheid de kinderrechten te beschermen en na te leven. Het onafhankelijke Comité van de Rechten van het Kind in Genève rapporteert over de naleving van het verdrag.
Millenniumdoelstellingen
De Millenniumverklaring van de Verenigde Naties van september 2000 gaat nog een stapje verder: 189 landen beloofden het recht op ontwikkeling een realiteit voor iedereen te maken. De Millenniumdoelstellingen bestaan uit concrete doelen om armoede, honger, ziekte, analfabetisme, degradatie van het milieu en discriminatie ten opzichte van meisjes, vrouwen en minderheden tegen te gaan. Zo moet in 2015 extreme armoede gehalveerd zijn en moeten alle kinderen basisonderwijs krijgen. De landen rapporteren jaarlijks over de voortgang die zij boeken.
Plan in Zambia
Plan werkt sinds 1995 in Zambia. De werkgebieden bevinden zich in drie districten: Chibombo in het noorden, Chadiza in het oosten en het zuidelijke Chibombo. In alle dorpen en arme buurten werkt Plan samen met kinderen en volwassenen, lokale organisaties en overheidsinstanties. De kinderen staan daarbij altijd centraal. Samen met Plan analyseren zij de problemen, inventariseren hun behoeften en identificeren hun mogelijkheden. Zo bereiden kinderen, jongeren en volwassenen projecten voor en voeren deze ook grotendeels zelf uit. Plan zorgt voor technische en organisatorische ondersteuning en voor een deel van de financiering. Met de ervaring die de families hierbij opdoen, kunnen zij in de toekomst zonder Plan verder werken aan de verbetering van hun omgeving en hun levensomstandigheden. Het werken met vrijwilligers, leden van lokale gemeenschapsorganisaties en ontwikkelingscomités op dorpsniveau vormt de basis van het werk van Plan in Zambia. Dit gebeurt via een groot aantal projecten die onderverdeeld zijn in de volgende programma’s:
Gezondheidszorg: Meer nog dan in andere landen lopen kinderen in Zambia een vergroot risico op overlijden door ondervoeding, malaria, diarree, dysenterie, ademhalingsstoornissen en HIV/aids. Daarom werkt Plan aan verbetering van de primaire gezondheidszorg. Daarnaast is veel aandacht nodig voor voorlichting over (kinder)ziekten en het voorkomen daarvan. In verband met het hoge aantal aidspatiënten, zijn er projecten voor de opvang van deze patiënten en projecten die tot doel hebben om discriminatie te voorkomen.
Voedsel en inkomen: De enorme armoede in Zambia vraagt om een programma dat aandacht besteedt aan manieren om voor voldoende voedsel te zorgen. Dit gebeurt door de landbouwmethoden van de kleine boeren te verbeteren en
meer en betere gewassen te introduceren. In samenwerking met de vrouwen werkt Plan aan de gezonde bereiding van het voedsel, zodat vitaminen behouden blijven en de voedingswaarde omhoog gaat. Om het risico van misoogsten te verkleinen, krijgen de boeren ook de mogelijkheid om een aanvullend inkomen te verwerven met de productie van niet-agrarische producten.
Onderwijs: Een groot percentage kinderen gaat voortijdig van school. En zelfs als zij de basisschool afmaken, hebben zij maar weinig geleerd omdat de kwaliteit van het onderwijs te wensen overlaat. Met dit programma werkt Plan aan meer bewustzijn onder ouders, zodat zij het belang erkennen van goed onderwijs, niet alleen voor jongens maar vooral ook voor meisjes. Plan heeft ook projecten die ervoor zorgen dat de bestaande scholen worden opgeknapt. Verder is er bijscholing voor onderwijzers, zodat zij moderne, kindvriendelijke methoden hanteren. Kinderen moeten hoe dan ook regelmatig meehelpen op het land en daarom introduceert Plan ook onderwijs met modules, zodat kinderen in hun eigen tempo kunnen leren.
Inspraak voor kinderen: De voorgaande programma’s kunnen alleen slagen als volwassenen in de dorpen kinderen (en vooral meisjes) serieus nemen. Om dat te bereiken, introduceert Plan kinderclubs, waar kinderen leren om binnen de lokale
tradities voor zichzelf op te komen. Het bevorderen van gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen is een belangrijk onderdeel van het programma. Om dit proces ook na het vertrek van Plan voort te zetten worden de vaardigheden van
dorpsorganisaties versterkt.
Plan in Zambia
5.7- Spreekbeurt door een scholier
- 2e klas havo/vwo | 1094 woorden
- 8 februari 2008
5.7
46
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden