Anorexia nervosa

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 1e klas aso | 929 woorden
  • 23 april 2005
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
29 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Een rechtenstudie met betekenis, waar wil jij je hart voor inzetten?

Bij de bacheloropleiding Law in Society aan de VU ontdek je hoe je actuele maatschappelijke thema’s kunt aanpakken met een juridische bril.

De cijfers

Anorexia nervosa komt vooral voor bij meisjes tussen veertien en twintig jaar. Amper 1 tot 5 % van alle anorexia-nervosapatiënten is van het mannelijke geslacht. Anorexia nervosa is dus een ‘ meidenziekte’, een aandoening die meisjes en jonge vrouwelijke adulescenten teistert. Anorexia is geen zeldzame ziekte. In 1996 voerde de vakgroep psychologie van de Universiteit van Amsterdam een onderzoek naar het optreden van eetstoornissen bij 2573 scholieren: een op veertien meisjes bleek te kampen met ernstige eetstoornissen. Bij ongeveer 1% kwam boulimie (vraatzucht) voor, terwijl ongeveer 0,3% aan anorexia leed. Maar 10% van de lijders aan eetstoornissen zoekt professionele hulp. Voor Vlaanderen zijn geen officiële cijgers bekend, maar men schat dat ongeveer tienduizend vrouwen een anorexianervosa-probleem hebben. De ziekte duurt ongeveer 7,5 jaar met een spreiding van 6 maanden tot 30 jaar. Deze ziekte vormt jaar na jaar een heel ernstige bedreiging van zowel de lichamelijke als psychologische ontwikkeling en gezondheid van duizenden jonge vrouwen in België en Nederland. Studies tonen dat ongeveer vijf tot vijftien procent van de patiënten vroegtijdig overlijdt. De helft door zelfdoding, de andere helft door lichamelijke complicaties van de eetstoornis. Ze komen aan hun einde door onder andere ondervoeding, verstikking in het braaksel, totale lichamelijke uitputting, enz…

Perfectionisme

De meeste anorexia-nervosapatiënten worden als heel perfectionistisch bestempeld. Ze stellen hoge eisen aan zichzelf en zijn erg presentatiegericht.Keihard studeren, bijzonder veel helpen in het huishouden en intensief sporten waarbij de grens steeds verlegd wordt. Ze zijn heel streng voor zichzelf, kunnen moeilijk genieten en gaan vaak tot het uiterste. Emotionele veranderingen

Het cijfer op de weegschaal wordt voor velen de enige graadmeter van hun stemming. Hoe lager dat cijfer, hoe beter ze gezind zijn. Geleidelijk zijn veel patiënten niet meer in staat om positieve gevoelens te beleven – bijvoorbeeld blijheid en verliefdheid – en wordt hun gevoelsleven steeds armer en eentoniger. Ze zien hun toekomst inktzwart in en verlangen naar de dood. Lichamelijke gevolgen

Wanneer het gewicht begint te dalen, is het stoppen van de menstruatie het eerste lichamelijke gevolg. De meeste patiënten zijn daar erg blij om en beweren dat ze zich nog nooit zo energiek en fit gevoeld hebben. Als ze blijven vasten en hun gewicht blijft dalen –vaak onder de 40 kg – zullen veel patiënten kampen met vermoeidheid, verminderde energie en afnemende lichamelijke uithouding. Natuurlijk gaat geen enkele patiënte deze klachten willen toegeven. Ze voelen zich opgejaagd, kunnen niet stilzitten en willen voortdurend bewegen omdat ze innerlijk een soort angstige spanning gewaarworden. Een groot deel van de patiënten meldt hartkloppingen. Na verloop van tijd steken ook slaapstoornissen de kop op. Doorslaapstoornissen zijn nog een ander vaak optredend verschijnsel. Contacten verlopen moeizamer, de anorectische dochter begint zich alsmaar meer af te sluiten van de overige gezinsleden en contacten met leeftijdsgenoten worden systematisch vermeden. Door de lichamelijke uitputting ontstaan ernstige concentratiestoornissen. Voor patiënten die op studiegebied heel perfectionistisch ingesteld zijn, is dit een ware ramp. Ze gaan steeds harder en langer studeren. Ook hoofd- en buikpijnklachten worden regelmatig gemeld. Patiënten die eetbuien hebben en braken, zullen vaak last hebben van spierpijn en –krampen, pijn achter het borstbeen (slokdarm), gezwollen speekselklieren en hartkloppingen. Ook handen en voeten kunnen opgezwollen zijn. Door het braken ontstaan vaak heesheid en keelpijn. Ze kunnen geen koude meer verdragen omdat door het vermageren de lichaamstemperatuur daalt en langzaamaan gaan ook plukken haar uitvallen.

BMI

BMI = gewicht : lente² (het gewicht gedeeld door het kwadraat van de lengte) Body Mass Index

15 17 19 21 23 25 27 30 40
1,55m 36,0 40,8 45,6 50,5 55,3 60,1 64,9 72,1 96,1
1,60m 38,4 43,5 48,6 53,8 58,9 64,0 69,1 76,8 102,4
1,65m 40,8 46,3 51,7 57,3 62,6 68,1 73,5 81,7 108,9
1,70m 43,4 49,1 54,9 60,7 66,5 72,3 78,0 86,7 115,6
1,75m 45,9 52,1 58,2 64,3 70,4 76,6 82,7 91,9 122,5
1,80m 48,6 55,1 61,6 68,0 74,5 81,0 87,5 97,2 129,6
1,85m 51,3 58,2 65,0 71,9 78,7 85,6 92,4 102,7 136,9
1,90m 54,2 61,4 68,6 75,8 83,0 90,3 97,5 108,3 144,4
1,95m 57,8 64,6 72,2 79,9 87,5 95,1 102,7 114,1 152n1

Neem je lengte, kies uit diezelfde rij je gewicht en trek een lijn naar boven.

BMI < 17,5 veel te mager
BMI = 19 ondergrens ideaal gewicht
BMI 19-25 ideaal gewicht
BMI 25-30 matig overgewicht
BMI > 30 zwaarlijvigheid of obesitas
BMI > 40 ziekelijke obesitas

Een gezond gewicht is voor iedereen verschillend. Sommige mensen zijn van zichzelf al mager, maar daarom hebben ze nog geen eetstoornis.

Gezonde voeding

Gezonde voeding, wat is dat eigenlijk? Hier geldt ook dat dat voor iedereen verschillend is. Het gaat er om af te wisselen. Door afwisseling en varianten kan je er zeker van zijn dat je binnen een bepaalde periode voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. Er is nu eenmaal geen enkel voedingsmiddel dat alle voedingsstoffen die we nodig hebben bevat. Door afwisseling krijgen we alles wat we nodig hebben binnen: koolhydraten*, eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen*, voedingsvezels en water.

*Koolhydraten zitten in brood,aardappelen, pastasoorten, rijst en peulvruchten; ze vormen de belangrijkste energiebron.

*Mineralen dienen voor verschillende lichaamsfuncties en voor de opbouw en het onderhoud van de lichaamscellen.

Gezond eten houdt in:

· het grootste deel van het voedsel voor de avond eten (bij voorkeur een derde van de dagelijkse calorieën bij het ontbijt, een derde bij de lunch en een derde ’s avonds); · geregeld eten (drie maaltijden en maximaal vier tussendoortjes per dag); · gevarieerde maaltijden; · regelmatige lichaamsbeweging, maar niet overdreven; · niet te veel vet en zout, maar wel voldoende eiwitten en koolhydraten; · de maaltijden eenvoudig houden; · dagelijks ten minste anderhalve liter drinken, maar matig alcoholgebruik.

Een paar voorbeelden van typische ‘anorectische’ (lees: verkeerde) gedachten: - Als ik gewone maaltijden eet, word ik dik; mijn gewicht zal blijven stijgen. - Opnieuw beginnen eten en bijkomen is een teken van zwakheid. - Ik ben het niet waard om bij te komen. - Ik eet geen vettig voedsel of voedsel met koolhydraten want daardoor word ik dik. - Ik wil niet bijkomen, want als ik bijkom, verdik ik alleen aan rond mijn buik en mijn dijen. - Wanneer ik aankom, heeft niemand nog interesse in mij. - Wanneer ik mager ben, voel ik me goed en ben ik fier op mezelf, wanneer ik aankom, ben ik niets meer waard

REACTIES

B.

B.

Goede informatie, alleen zie ik geen inhoud en een inleiding. Ik hou mijn spreekbeurt ook over Anorexia Nervosa.

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.