Slavernij in Suriname

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 4e klas havo | 5146 woorden
  • 20 juni 2005
  • 807 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
807 keer beoordeeld

Slavernij in Suriname
(±1600 – 1863)

Inhoudsopgave

Inleiding

Hoofdstuk 1. Hoe kwamen de Nederlanders in Suriname terecht?

Hoofdstuk 2. Hoe was de situatie in Suriname na de komst van de Nederlanders? En ontwikkelingen later. (vanaf 1667)
2.1 Politiek
2.2 Economisch
2.3 Sociaal

Hoofdstuk 3 De overtocht

Hoofdstuk 4 De slavenmarkt

Hoofdstuk 5 Slaaf als bediende of op de plantage

Hoofdstuk 6 De straffen voor de slaven

Hoofdstuk 7 De marrons (weggevluchte slaven)

Hoofdstuk 8 De afschaffing

Conclusie

Literatuurlijst

De inleiding

De slavernij in Suriname is een periode geweest van ongeveer 250 jaar, waarin blanke Europeanen zwarte mensen uit Afrika haalden, hen tot slaaf maakten en lieten werken op de plantage of in huis. Niet alleen Nederland heeft slavernij bedreven. Suriname heeft vele heersers gekend. Al met al heeft de Nederlandse slavernij in Suriname meer dan 200 jaren geduurd, want ook na de afschaffing van de slavernij moesten de slaven contractueel op de plantages blijven werken.
Bij het maken van deze scriptie voelde ik mezelf bij het onderwerp betrokken, het was alsof ik in mijn eigen geschiedenis dook. Mijn voorouders van vaders zijde zijn ook zo behandeld, en hebben hetzelfde meegemaakt. Ik heb erg veel van deze scriptie geleerd. Ik wist al het een en ander over Suriname maar nu ik mij in enige literatuur verdiept heb weet ik veel meer over de geschiedenis. Dit is ook de reden waarom ik het onderwerp heb gekozen. Ik wilde meer weten over de geschiedenis van het land waar mijn vader vandaan komt. Ik vind het best belangrijk dat mensen iets weten over dit onderwerp want het is hoe dan ook een stukje Nederlandse geschiedenis. Maar Nederland heeft weinig aandacht aan het onderwerp besteed.
Er zijn weinig mensen in Nederland die weten wat er echt is gebeurd tijdens de slavernij. Zelfs in Suriname weten veel mensen niet wat er is gebeurd in die 250 jaar. Dat komt omdat men kennelijk niet graag herinnerd wil worden aan pijnlijke en traumatische gebeurtenissen. Dit geldt zowel voor Suriname als voor Nederland.Ik heb zelfs vernomen dat als je geschiedenis hebt gestudeerd op academisch niveau er nauwelijks aandacht aan de slavernij wordt besteed. Ik hoop dat de mensen die mijn scriptie lezen tot inzicht komen dat Nederland een grote ramp heeft veroorzaakt, en dat het nog steeds gevolgen heeft voor de hedendaagse Surinaamse maatschappij..

Hoofdstuk 1 Hoe kwamen de Nederlanders in Suriname terecht?

Eeuwen lang leefden er Indiaanse volken in Suriname. Zij leefden in een cultuur zonder geweld. Ze leefden van jacht en visserij.
Maar in 1499 werd hun rust verstoord. De Spanjaarden kwamen aan op “De wilde kust” (de kust van Suriname en Guyana). Hojeda, die de noordoost kust van Zuid-Amerika ontdekte vond niets nuttigs en waardevols in die landen. Dus lieten de spanjaarden de regio lange tijd met rust. Totdat er na 50 jaar een gerucht ging, genaamd El Dorado. De Europeanen geloofden dat er ergens in Zuid-Amerika een stad was waar alles van goud was. Vanaf toen begonnen de Europeanen weer volop tochten te organiseren naar Zuid-Amerika. Tevergeefs, er werd niets gevonden. Behalve vele indiaanse stammen. Daarom geloofden de goudzoekers dat de indianen het goud in het binnenland verborgen hielden. Duizenden indianen werden gevangen genomen, gegeseld en tot arbeid gedwongen. Ze moesten het zware werk op de plantages, en in de koper- en zilvermijnen ondervinden. De indianen hielden dit niet lang vol en stierven bij bosjes. De Spanjaarden bedachten om een sterker ras dan het indiaanse ras in te voeren, het Afrikaanse ras. Zo ontstond de slavenhandel in Suriname. Dit gebeurde rond 1600. Volgens de Europeanen was dit volkomen legaal want in de bijbel stond een verhaal over Cham, die zijn eigen vader had uitgelachen en dus zijn hele leven dienaar zou zijn. Maar een Christelijk begrip is toch naastenliefde, zeiden tegenstanders. Daarop hadden de Europeanen het volgende bedacht. De Afrikanen waren zwart, dus geen mensen. Het waren in hun denktrant eerder een soort dieren. Apen waren toch ook zwart en sterk. Dit waren voor de Europeanen genoeg redenen om de Afrikanen als slaaf te gebruiken.
Vanaf toen heeft Suriname vele heersers gehad. Als eerste begonnen de Engelsen nederzettingen te bouwen. Enkele jaren later werden de Engelsen verdreven door de Fransen. De Fransen waren niet lang aan de macht, want in 1650 veroverden de Britten wederom Suriname. De Britten richtten meer dan 60 suiker- en cacao plantages op, aangelegd door Afrikaanse en Indiaanse slaven.
17 Jaar lang bleven de Britten aan de macht. Maar de Hollanders hoorden van het succes van de Britten en stuurden 3 vloten met in het totaal 1000 soldaten aan boord naar Suriname. In 1667 namen de Nederlanders onder leiding van de Zeeuw Abraham Crijnssen Suriname in bezit.
Er werd een verdrag opgericht met de Britten genaamd de vrede van Breda. Dit verdrag hield in dat beide landen hun veroveringen mochten behouden. De Hollanders bleven in Suriname en de Hollandse kolonie Nieuw Nederland (later New York) werd aan Engeland afgestaan. Na deze definitieve overgave zijn er nog een aantal wisselingen geweest tussen Nederland en Engeland. Maar deze waren heel kort en Nederland bleef grotendeels aan de macht.

Hoofdstuk 2 Hoe was de situatie in Suriname na de komst van de Nederlanders? En ontwikkelingen later. (vanaf 1667)

2.1 Politiek/Bestuurlijk

De bestuurlijke situatie in Suriname was erg onzeker en onduidelijk. Ook in Nederland werd de politieke macht van tijd tot tijd veranderd. De staatsstructuur had niet die vorm die zij vandaag de dag heeft. Zij veranderde constant. In 1682 werd Suriname verkocht voor 260 000,- Gulden aan de West Indische Compagnie (WIC). Dit deed Nederland omdat er veel ongeregeldheden waren in Suriname en men niet wist wat men met het land aanmoest. De West-Indische Compagnie was een handelsorganisatie die werd opgericht op 3 juni 1621. Deze onderneming richtte zich op drie zaken. Ten eerste de handel in Braziliaanse suiker. Ten tweede de Afrikaanse goud- en slavenhandel. De slaven werden in Amerika verkocht en met de opbrengst daarvan kocht men goederen en keerde naar Nederland terug. Als laatste viel er veel geld te verdienen met de verovering van Spaanse schepen. Ze nam het land Suriname over met twee financiële partners, genaamd Van Sommelsdijck en Van Aerssen. De drie partners ook wel de Sociëteit genoemd bestuurden het land slecht. Er was te weinig geld en er waren veel conflicten onderling bij de geoctroyeerde Societeit..
In Suriname was er een Trias politica. Van 1686 tot 1795 zat het bestuur als volgt in elkaar. De uitvoerende macht was in handen van de gouverneur. De gouverneur werd in Nederland gekozen. Hij bestuurde de gekleurde bevolking (meeste slaven). De wetgevende macht was in handen van het hof van politie en criminele justitie. Deze werden gekozen door de blanke bevolking. De rechterlijke macht was in handen van het hof van justitie. Ook deze werden gekozen door de blanke bevolking.
In 1799 werd Suriname in bezit genomen door Engeland. De Engelsen hielden het Nederlandse bestuur aan. Toen kwam Nederland in 1816 weer aan de macht en veranderde het bestuur. De verandering was als volgt. De koning benoemt de minister van koloniën en deze geeft instructies aan de gouverneur. De gouverneur geeft instructies aan de ambtenaren, en die besturen de gekleurde bevolking. De blanke bevolking mocht het hof van criminele en civiele justitie niet meer kiezen. Dat ging nu via de Koning. Dit bestuur was er tot de afschaffing van de slavernij in 1863.
Na de afschaffing van de slavernij kwam er een Koloniaal bestuur in Suriname. Dit bestuur werd door Nederland aangesteld. De Gouverneur was de vertegenwoordiger van de Kroon en had de politieke en de militaire macht in handen. Naast dit Koloniaal bestuur was er ook tijdens de slavernij een plantersbestuur. Die bestond uit particuliere blanke Nederlandse planters die plantages hadden in Suriname. Zij hadden de economische macht in Suriname. Deze twee besturen waren constant met elkaar in conflict.
De conflicten gingen meestal over belastingen en over wie de militaire kosten zou betalen in de strijd tegen de marrons, die de plantages aanvielen en de slaven bevrijdden(zie H7 De Marrons).

2.2. Economisch.

Economisch ging het erg slecht met Suriname. De WIC had in 1682 het land in zeer slechte staat gekocht. En er moest dringend financiële steun binnen komen. Dus werden er maatregelen getroffen. Van Sommelsdijck hief 2.5% belasting op alles wat werd verhandeld. Over alle producten die geïmporteerd of geëxporteerd werden, werd geld gevraagd. Dit geld ging rechtstreeks naar Van Sommelsdijck zelf. De blanke bevolking was hier uiteraard fel tegen, en er ontstonden meer conflicten.
Er kwam een eind aan deze conflicten toen Van Sommelsdijck tragisch overleed. Hij werd vermoord.
Dit had verschillende gevolgen. In de geschiedenis boeken die ik heb gelezen werd dit vanuit Nederlandse perspectieven bekeken. Namelijk dat het goed
ging met het land. Na de dood van Van Sommelsdijck werden de invoerrechten afgeschaft en kon iedereen weer vrijuit handelen. Het aantal plantages steeg, en ook de productie op de plantages nam toe.
Vanuit de slaven gezien ging het veel slechter. Ze moesten harder werken. Hun omstandigheden werden slechter. En er werden steeds meer slaven aangevoerd. Dus als je nu doodging was er zo weer een vervanger gekocht.
Na de afschaffing van de slavernij is Suriname lange tijd een wingewest geweest van Nederland. Alles wat werd verbouwd en vele ruwe grondstoffen werden naar Nederland vervoerd. Het land zelf werd er niet echt beter van.

Suriname is een ontwikkelingsland en de economie is nog steeds slecht. Een oorzaak hiervan is dat de grondstoffen uit Suriname zoals bauxiet, rijst, hout etc. niet in het land zelf worden verwerkt tot eindproduct, maar als ruwe grondstoffen tegen hele lage prijzen geëxporteerd worden. Deze grondstofprijzen zijn zo laag omdat Suriname afhankelijk is van de voorwaarden die het rijke westen stelt. En ook wil het toerisme maar niet opgang komen door de kunstmatig hooggehouden ticketprijzen van de KLM/SLM. Dit kunnen ze doen omdat ze een monopolie positie hebben.

2.3 Sociaal

In Suriname leefden eerst Indianen. Tot 1499 want toen kwamen de Europeanen. De Europeanen haalden mensen uit Afrika. Die maakten ze tot slaaf. De Afrikaanse slaven werkten 250 jaar lang in Suriname.Ze hadden geen enkel recht en werden slechter behandeld dan dieren. In 1830 werd de slavenhandel afgeschaft. En in 1863 werd de slavernij definitief afgeschaft.
Na de afschaffing werden deze voormalige slaven naar de hoofdstad gelokt op daar als dienstverleners te werken voor de blanke koloniale bevolking. Zij werden loonafhankelijk. Er ontstond een nieuwe soort stedelijke armoede die nog steeds voortduurt.
In 1853 haalden de Nederlanders Chinezen naar Suriname voor de landbouw. In 1873 was de eerste immigratie van Hindoestanen uit India. Ze kwamen op het schip de Lalla Rookh. Dit waren Moslims en Hindoes. Vanaf 1890 kwamen er ook Javanen uit Indonesië. Ze kwamen in Suriname als contractarbeiders. De migratie van Javanen is gestopt toen de tweede wereldoorlog uitbrak. Al deze groepen werkten in de landbouw.
De landbouwers konden in tegenstelling tot de loonafhankelijken een onafhankelijk bestaan opbouwen en werden economisch sterker omdat zij in
tijden van crisis konden overleven. Ze overleefden met hun landbouwproducten. De Creoolse loonafhankelijke bevolking werd het stadsproletariaat (de stedelijke armen).
Vandaag de dag zijn er in Suriname ook Brazilianen (10% van de bevolking). En er is een nieuwe aanvoer van Chinezen (5% van de bevolking); vaak op doorreis naar de VS, Canada en Engeland.
In Suriname is het negatief onderscheid maken tussen bepaalde bevolkingsgroepen nog sterk aanwezig. Dit is door de blanke verdeel en heerspolitiek aangekweekt. De blanke overheerser is begonnen elke kleur een sociale positie te geven en rassen tegen elkaar uit te spelen. Je had mulatten, marrons, mestiezen, creolen. De Hindoestanen, Javanen en Chinezen die later als contractarbeiders naar Suriname kwamen werden ook in hokjes gestopt. De zwarte Afrikanen en de Indianen werden door de Nederlanders, buiten de geldeconomie gehouden. De Aziaten hadden bovendien een voorsprong omdat in hun landen van herkomst al van oudsher handel, industrie en nijverheid bestonden en hun landbouw en visserij al gebruik maakten van moderne gereedschappen. Ten onrechte zijn indianen en Afrikaanse Surinamers door deze achterstand algemeen afgeschilderd als lui.

Hoofdstuk 3 De overtocht

In West-Afrika was een hoog ontwikkelde beschaving. De cultuur bloeide en men had het goed. Men leefde van jagen en verzamelen of van handelen. West-Afrika bezat namelijk veel diamant en goud bronnen. Er waren veel verschillende stammen. Natuurlijk waren er ook oorlogen met andere stammen. Het was dan ook gebruikelijk om de overlevenden als slaaf te gebruiken. Zo werd de stam vergroot en voorkwam men inteelt. Er was dan weer vers bloed in de stam. Alle soorten relaties waren mogelijk. Slaaf met meester, slaaf met dochter van meester, slaaf met slaaf, etc. Er was een groepsbesef en je had het gevoel ergens bij te horen. Veel mensen verkochten zichzelf ook als slaaf. Ze hoopten dan een beter leven te krijgen. Want ook al was je een slaaf, je had onderdak, eten en werd als onderdaan redelijk menswaardig behandeld. Je was absoluut geen dier of een ding, waarmee alles kon gebeuren. Je had ook rechten. Dit is een belangrijk verschil met de slavernij die de Europeanen voerden, waarbij de slaven als een minderwaardige soort, werden beschouwd.
Het veranderde allemaal toen in 1537 de eerste Afrikanen werden vervoerd om als slaaf te werken. Een groot Europees schip voer dan langs de westkust van Afrika, en kocht het maximaal aantal slaven dat in het schip paste. De afrikanen die door Nederland werden verhandeld kwamen uit Ghana, Nigeria, Togo, Benin en Angola. De mensen werden op verschillende manieren het schip op gebracht. Eén van de manieren was gewoon op de loer liggen. Als er een groep mensen langskwam werden deze ontvoerd en ingeladen. Een tweede manier was het kopen van slaven van stamhoofden. En al snel ging de ene stam op de vuist met de andere om slaven te maken en te verkopen aan de blanken. Hiervoor kregen ze geen geld maar verschillende producten zoals geweren, messen, borden, kopjes, ijzeren staven, bijlen en allemaal andere dingen die ze nog nooit hadden gezien.
Als de mensen zijn gekocht wordt het schip helemaal volgeladen en tot op de centimeter benut. De slaven moesten op houten vloeren slapen. Hun handen en voeten waren dag en nacht geboeid. Het grootste gedeelte van de reis brachten zij zittend en roeiend door onder in het laadruim van ongeveer 1.5 meter hoog. Ze hadden minder ruimte dan een man in zijn doodskist. En zelfs jonge baby’s moesten mee aan boord. Het kwam wel eens voor dat een baby kei hard moest krijsen. De zeelieden schreeuwen tegen de moeder dat ze het kind moest kalmeren. Het kind wil niet stoppen en de zeeman rukt het kind uit de armen van de moeder en gooit haar overboord.’Zo nu is hij tenminste stil’. Er was geen toilet in de buurt waar je rustig je behoefte kon doen. Dus je lag constant in elkaars plas en poep. De stank was verschrikkelijk en vanaf kilometers verder te ruiken. In deze omstandigheden moesten de slaven het 2 a 3 maanden volhouden. Geen wonder dat 17% van de aanboord geladen slaven het niet overleefde. Alleen de sterkste bleven over



Hoofdstuk 4 De slavenmarkt

Na de verschrikkelijke tocht komen de slaven aan in het zuiden van de VS, Curacao of Suriname. Dit waren belangrijke handelsplaatsen. Hier worden de slaven netjes gemaakt en opgepoetst. Ze worden naar een pleintje gebracht en daar staan honderden rijke kooplui te wachten. Ze worden door de kopers grondig onderzocht. Als de koper tevreden is koopt hij de slaaf. De slaaf wordt meegenomen naar het land van bestemming.
Er wordt geen rekening met gezinnen gehouden. Die worden zonder pardoes uit elkaar gerukt.
Voordat de slaaf mee moet met zijn meester naar de plantage (zie H5 Slaaf als bediende of op de plantage), wordt hij nog even gebrandmerkt. Een cijfer in zijn tong, of op zijn huid. Of de eerste letters van de naam van de meester. Hier zijn ook Surinaamse liedjes over gemaakt. Deze liedjes zijn tot op de dag van vandaag bekend, en worden zelfs in Nederland door kinderklassen met de volle borst meegezongen. Ik denk niet dat er veel kinderen in Nederland zijn die weten wat ze zingen. Het lied gaat als volgt:

Faya siton, no bron mi so, no bon mi so
Faya siton no bron mi so, no bon mi so
Agen masra Jantjii e kir sma pikin
Agen masra Jantjii e kir sma pikin, e kiri sma pikin

Vertaling:

Vuursteen, brand me toch niet zo, brand me toch niet zo
Vuursteen, brand me toch niet zo, brand me toch niet zo
Alweer vermoord Meester Jantje een mensenkind, een mensenkind

Hoofdstuk 5 Slaaf als bediende of op de plantage

Nadat de slaaf is gekocht kan hij gelijk beginnen met zijn arbeid. Bijvoorbeeld in het huis van zijn meester als bediende of op de plantage als landbewerker. De meesters misbruikten de zwarte vrouwen. Hun nakomelingen, mulatten genaamd, werden bij voorkeur de bediendes van de blanke meesters. Mulatten hadden even weinig rechten als gewone slaven, maar hadden een grotere kans om vrij te worden. Waarom blanke meesters mulatten in hun huis als huisslaaf lieten werken ligt aan het volgende. Blanken dachten namelijk dat Mulatten minder sterk waren als 100% Afrikanen. En de sterken hadden ze nodig voor op de plantage. Dat was harder werken.
Het kwam wel eens voor dat een blanke meester een kind kreeg met een slavin, zijn kind vrijkocht (Manumitteren), en hem netjes opvoedde als een blank kind. Je had als mulat dus een grotere kans om vrij te worden. Het huwelijk tussen blank en zwart was verboden. Maar vele relaties kwamen gewoon voor. Een relatie tussen een zwarte man en blanke vrouw was ten strengste verboden. Dit is enkele malen voorgekomen. De zwarte man werd direct onthoofd en de blanke vrouw werd gegeseld, gebrandmerkt en uit de kolonie verbannen.
Als een blanke man, met een vrije zwarte vrouw samenleefde, heette ze nog steeds ‘zijn huishoudster’. Ook al was ze vrij. Ze moest nog steeds voor hem werken.
De slaaf kan dus als huisslaaf gaan werken, maar wat meestal gebeurde is dat de slaaf op de plantage moest werken. Een plantage is een soort grote boerderij waar één product wordt gekweekt. Je hebt suikerplantages, koffieplantages, katoenplantages etc. De slaven werkten er van ’s ochtends vroeg, zonsopkomst. Tot 11 uur, dan kregen ze iets te eten en hadden 1 uurtje rust. Tot 12.00 uur, en moesten ze weer door werken tot 5 uur. Het werk was onmenselijk zwaar en eentonig. Om in hun voedsel te voorzien werd hen soms toegestaan om op eigen kostgrondjes wat te planten, dit gebeurde meestal ‘s nachts, omdat zij overdag moesten werken.Soms werd er een nieuwe plantage aangelegd. Dan moesten ze de hele dag door, maanden lang, bomen kappen in het tropisch regenwoud. Of als er een kanaal moest worden gegraven. Dat gebeurde niet door machines, maar gewoon met schoppen en met de handen. Als de vrouwen een baby hadden, moesten ze hun werk doen met hun baby op hun rug.
De slaven deden hun werk altijd met toezicht van verschillende toezichthouders. Deze toezichthouders stonden altijd met zwepen in hun hand te kijken of iedereen zijn werk wel juist uitvoerde. Als je, je werk niet juist uitvoerde of te langzaam uitvoerde stond je een paar zweepslagen te wachten.
De slaven waren bezit van de meester. Ze waren een ding, een beest. Je kon met ze doen wat je wilde. Er was ook geen sprake van ook maar enig salaris.
De slaaf moest goed beseffen dat hij minderwaardig was, en geen rechten had. Daarom werd hij voortdurend vernederd. Er werd hem geleerd dat je als slaaf je altijd onderdanig moest gedragen. Je mocht je meester nooit in de ogen aankijken. Als er een blanke aan kwam moest hij altijd aan de kant gaan, en een buiging maken. Ook moest hij onthouden dat de blanke altijd gelijk had.

Hoofdstuk 6 De straffen voor de slaven

De zweepslag was een vaak voorkomende straf. Als de slaaf even niet oplette of even niet hard genoeg werkte kreeg hij gelijk een zweepslag. Ook het ‘Spaanse Bok’ werd regelmatig gegeven. Deze straf werkte als volgt. De slaaf moest bukken, zijn handen werden tussen zijn benen ingetrokken en vastgemaakt aan een stok. De bilspier was nu zwaar gespannen en er volgde een grote reeks zweepslagen op. Eerst de linker bil en dan de rechter. Soms werd dit met een ijzeren staaf gedaan. Maar de schade van de slaaf was dan te groot en hij liep een blijvend letsel op. Dus hier werd geen gewoonte van gemaakt. Het Spaanse bok werd ook bij kinderen en vrouwen toegepast.
Als er een ernstiger misdrijf werd gepleegd werd je mee genomen naar het Hof van Politie en Criminele Justitie. Deze rechterlijke macht paste de wreedste straffen toe. Ik zal nu aantal voorbeelden geven van slaven die door deze justitie zijn veroordeeld. De slaaf Quakoe had zich verzet tegen een blanke officier, hij werd veroordeeld om aan een paal vast te worden gebonden, en te worden gegeseld, daarna te worden gebrandmerkt, en als laatste een voet te worden afgehakt. De slaaf Pedro was weggevlucht van zijn meester en later weer gevangen genomen. Hij kreeg een ‘Spaans Bok’ en zijn gehele been werd er afgehakt. Enige slaven die werden veroordeeld van diefstal, ontvingen een Spaanse bok, een brandmerk op beide wangen, een stuk van de oren eraf en de achillespezen werden doorgesneden.
Er waren meerdere straffen zoals: ophanging, wurging, in een ton met aan de binnenkant allemaal spijkers de berg af worden gerold, ophanging met een vleeshaak door je ribben, levend verbranden op een klein vuurtje en het afhakken van verschillende ledematen.
Door deze straffen was je lichaam er vaak bijzonder slecht aan toe. Daarom had elke plantage één of meerdere dresnegers. Dit waren een soort medicijnmannen. Als er slaven gewond waren stonden zij klaar om hen te verzorgen.
Op de plantages in Suriname waren de omstandigheden het slechts van alle landen die ook slavernij kenden. Suriname telde namelijk de meeste weglopers in verhouding. De plantagehouders liepen grote schade door de weglopers. Daarom pasten ze om het minste en geringste, de bruutste straffen toe, om de slaven bang te maken zodat ze niet zouden weglopen. Dit getuigt ook uit een voorbeeld uit het boek van Anton de Kom. Een brief van Pinson Bonham die in de Engelse overheersing in 1812 tot 1815 gouverneur was van Suriname:

‘Ik (Pinson Bonham) heb 21 jaren in de West-Indien verkeerd, en in iedere kolonie heb ik steeds gehoord dat het een zeer zware straf voor een neger was om hem aan een planter in Suriname te verkopen, en ik bevind nu dat zulks waarheid is.’...
‘Ik ben nog nooit in een kolonie geweest, waar de slaven zo slecht worden behandeld, zulk slecht voedsel en zulke sobere kleding ontvangen en waar zij toch tot zulk een zware arbeid, boven hun krachten worden genoodzaakt.’

Hoofdstuk 7 De Marrons (weggevluchte slaven)

Natuurlijk werd er ook terug gevochten door de slaven. Op de plantages kon je niet veel doen. Daar was voortdurend toezicht. Maar wat veel slaven deden, vanaf het eerste schip dat arriveerde, was wegrennen in de nacht. De bossen in. Duizenden slaven hebben dit gedaan, Marrons genaamd. Ze verlieten de plantage alleen of in groepen. Ze hielden zich schuil in de bossen achter de plantages, en kwamen ’s nachts terug om eten en materiaal te stelen.
De marrons behielden de cultuur van West-Afrika. Zij zetten in de bossen hun leven weer op zoals ze dat gewend waren. Dat is de reden dat een persoon uit West-Afrika, na 300 jaar nog steeds kan communiceren met de marrons. Ze hebben hun taal en gewoontes behouden. In de documentaire “Katibo Yeye” over de herkomst van de afro-Surinamers en het verband met de Afrikaanse cultuur, is dit goed verfilmd.
Het aantal weglopers steeg enorm. Er werden na verloop van tijd door de blanke tochten georganiseerd om de Marrons te vangen. Dus trokken de marrons nog dieper de bossen in. Ze woonden nu tientallen kilometers van de plantages vandaan en konden niet meer afhankelijk zijn van het roven op de plantages. Dus begonnen ze hun eigen kostgrondjes op te zetten.
Soms werden er ook honderden soldaten uit europa gestuurd om de marrons te doden. Dit waren geen echte oorlogen, en de marrons die een “Thuiswedstrijd speelden” waren de soldaten bijna altijd te slim af. Als ze wisten dat er een leger aankwam hielden ze zich schuil in de bomen, en vielen de legers vanuit bomen aan. De soldaten stierven bij bosjes. Want ze waren ook niet bestemd tegen de vele tropische ziektes van het oerwoud, zoals malaria. Terwijl de marrons hier een medicijn tegen hadden “Kwasi Bita”.
De bekendste marrongroep waren de Boni’s. Die bestonden uit drie groepen. In totaal zo’n 500 mensen. De drie leiders waren Boni, Baron en Joli Coeur. Ze hadden een fort diep in het oerwoud genaamd Boekoe (‘het stof vervallen’). De Boni’s overvielen tussen 1769 en 1772 veel plantages. Ze vermoordden dan de Blankofficier. Namen eten, goederen en materialen mee, en bevrijdden al de slaven. De plantage economie leed grote schade.
Jan Nepveu werd in 1770 benoemd tot gouverneur. Hij bedacht een ander plan om de marrons te bestrijden. De soldaten uit Europa waren volgens hem niet geschikt om in de oerwouden van Suriname te vechten. Hij liet gehoorzame zwarte slaven op jacht gaan tegen de marrons. Redimoesoes genaamd. Dat betekent rode mutsen. Want ze hadden rode mutsen op, om ze door de legers te laten herkennen. Zij werden ook gebruikt als verkenners en “kannonnenvoer” Hen werd vrijheid beloofd, een stuk land en 50 gulden voor elke dode of levende marron.
12 Redimoesoes werden het bos ingestuurd om ze verslaan. Ze werden zonder enige moeite verslagen. Bij een tweede poging werd een geheel Europees leger bijgestaan door 200 redimoesoes het bos ingestuurd. Dit maal lukte het met een list om Boekoe in te nemen. Een gedeelte werd gevangen genomen, en een gedeelte wist te ontsnappen, waaronder Baron en Bonni. Zij
zetten een nieuw leger op, en overvielen nog enkele plantages. De plek waar Boekoe heeft gestaan en de ruines ervan zijn tot op heden niet gevonden. Toch beweert Gerrit Baron, nakomeling van Baron, en een bekend kinderboekenschrijver dat hij de plaats kent. Hij heeft het aangegeven op een nieuwe landkaart van Suriname, aan de Cotticarivier, in de moerassen van Noord Suriname, nabij de Motkreek.
1 Juli is voor vooral de Afro-Surinamers een belangrijke datum. Dan herdenken zij de afschaffing van de slavernij in 1863. De marrons doen dit niet. Want zij waren 100 jaar eerder al onafhankelijk. In 1760 en 1762 sloten de Nederlanders vredesverdragen met de marrons. Omdat het aantal overvallen plantages bleef stijgen. De marrons hielden zich hier niet aan, en bleven aanvallen, maar officieel waren ze dus allang vrij toen in 1863 de slavernij werd afgeschaft.
Ook al komen ze uit hetzelfde continent, helaas is er een kloof tussen stadscreolen en marrons. Doordat de marrons altijd als duivels en gevaarlijke monsters werden afgeschilderd en door het kleurdenken dat de blanke overheersers hebben bedacht hebben de marrons lange tijd onderaan de bevolking gestaan.
Maar het blijft een feit, ook al wordt dit niet toegegeven, dat mede dankzij de oorlog die de marrons voerden de slavernij in Suriname is afgeschaft.

Hoofdstuk 8 De Afschaffing

Op 1 Juli 1863 werd de slavernij wettelijk afgeschaft. Dit is een gevolg van meerdere feiten. Één van de belangrijkste is dat de slaven massaal bleven weglopen en strijd bleven voeren tegen de slavenmeesters. De slaven vluchtten met grote aantallen het bos in of de grens over. Omdat de slavenhandel was afgeschaft in 1830 (stoppen van de aanvoer) werd de prijs van een slaaf en de slavenarbeid duurder. Wat ook mee speelde is dat er vanuit Europa ook actie werd gevoerd. Vooral in Engeland en in de Verenigde Staten van Amerika waren er grote antislavernij bewegingen. Nederland was het laatste Europese land dat wettelijk de slavernij afschafte. Het was ook zo dat Nederlandse plantage eigenaren voor elke vrijgelaten slaaf een schadevergoeding kregen van 300 Gulden. Wat kregen de slaven na 300 Jaar onbetaalde arbeid? Niks.
Het hoofdstuk slavernij is bloedig afgesloten. Namelijk één jaar voor de officiële afschaffing is Nederland met een groot leger nog een laatste keer de bossen in gegaan. Dit was om de strijd met de marrons voorgoed af te sluiten, en ze allemaal te vermoorden of gevangen te nemen. Het leidde tot een bloederig gevecht waarbij veel doden vielen. De marrons hebben zich wederom niet overgegeven.

Conclusie

De slavernij in Suriname heeft geduurd van ongeveer 1600 tot 1863 (+ 10 jaren staatstoezicht (1863-1873)) en dat is dus meer dan 250 jaar. Dat betekent dat tientallen generaties in slavernij hebben geleefd, in slavernij hun kinderen moesten opvoeden en hun relaties met elkaar hadden. De Nederlanders kwamen vanaf 1667 in bezit van Suriname bij de vrede van Breda. New York werd toen aan de Britten afgestaan.
De mensen die tot slaaf werden gemaakt, werden vanuit Afrika naar dit gedeelte van Zuid-Amerika vervoerd, omdat de inheemse Indiaanse bevolking niet bestand was tegen het harde werken in de landbouw. Ze werden gedwongen tot arbeid voor de blanke meesters en hadden geen rechten. In feite mocht de meester doen en laten wat hij wilde want de mens was zijn eigendom geworden. Er werd geen rekening gehouden met zijn gevoelens of met zijn relaties. Deze mensonterende situatie heeft zo lang kunnen voortduren omdat het economisch gezien heel winstgevend is geweest. De plantagehouder doet een keer een uitgave en is dan 20 jaar lang verzekerd van gratis arbeidskracht. De strijd van de Marrons die met velen wegliepen van de plantages en deze vervolgens beroofden, laat zien dat de slaven van alles probeerden om hun vrijheid terug te krijgen. En hun strijd heeft zeker bijgedragen aan de afschaffing van de slavernij in 1863 omdat het voor de blanke plantage-eigenaren steeds duurder werd om slaven te houden. Daarom werden er andere bevolkingsgroepen naar Suriname gestuurd als contractarbeiders, Javanen, Chinezen en Indiërs. Het koloniale bestuur vanuit Nederland met een Gouverneur die aangesteld was door de koning wilde graag winst maken in de kolonie. Om de bevolkingsgroepen de baas te blijven voerde men een verdeel en heerspolitiek tussen de bevolkingsgroepen.
De slavernij in Suriname is een zwarte bladzijde geweest in de Nederlandse geschiedenis. Misschien is er daarom zo weinig aandacht aan besteed in het geschiedenisonderwijs.
De laatste 7 jaren is er veel aandacht gevraagd voor het slavernijverleden door de afstammelingen van de slaven, de creoolse Surinamers en Antillianen in Nederland.Wat de slaven kregen na 300 jaar, was een monument. Nu is het natuurlijk te laat om de slaven in die tijd te steunen. Maar je kunt nog steeds de nakomelingen steunen door respect te tonen. Bijvoorbeeld 1 minuut stilte op 1 juli(de afschaffing). Of in geschiedenis boeken moet het onderwerp veel aandachtiger behandeld worden. Niet met een half kantje even afhandelen. Maar net als bij de tweede wereld oorlog moet de slavernijperiode uitgebreid aan bod komen.
Minister van Boxtel ( D66) heet ongeveer zeven jaren geleden het initiatief genomen om het Nederlandse-Surinaamse slavernijverleden op de politieke agenda te plaatsen.
De Nederlandse regering stelt jaarlijks middelen ter beschikking om aandacht te schenken aan de onderwerpen die ik in deze scriptie heb willen omschrijven. Met goede wil en inzet van beide landen Nederland en Suriname kan een stuk pijnlijke geschiedenis rechtgetrokken worden,

Literatuurlijst

A. de Kom - Wij slaven van Suriname - 9e druk – Amsterdam – 1999

Cynthia McLeod - Slavernij en de Memorie – 1e druk – Suriname – 2002

Hans Buddingh’ – Geschiedenis van Suriname – 2e druk – Utrecht – 1999

Eveline Bakker – Geschiedenis van Suriname – 2e druk – Zutphen – 1998

Clark Accord/Nina Jura – Met eigen Ogen – 1e druk – Amsterdam – 2003

Julius Lester – Slaaf te zijn – Onbekende druk - Den Haag - 1968

Film

Frank Zichem – Katibo Yeye – Amsterdam - 2003

REACTIES

J.

J.

Geachte Amilcar,

Wat je hebt geschreven is een stuk geschiedenis voor ons. En nou maar hopen dat ze het gaan geruiken op scholen precies zoals ze andere geschiedenissen zetten in de wereld.

Maar wat wik nog wil vragen is ik ben bezig met zoeken naar waar ik nou precies vandaan kom. Ik hoop dat je me een stapje verder kan helpen.

Waar ik naar op zoek ben is het plaatje dat heeft bestaan of misschien nog bestaat maar dat niet op de nieuwe landkaart staat maar een ouwe kan ik niet zo gauw vinden.

Ik hoop dat je tijd en wilskracht hebt om te helpen zoeken naar: Commotowane of Commotowano kan het niet zo goe lezen zijn ouwe papieren.

B.v.D

J.M.

17 jaar geleden

D.

D.

bedankt amilcar, ik vond het liedje dat ik zocht Faya Siton via jouw schriptie
Ben je nog steeds geïnteresseerd in slavernij geschiedenis? Neem dan contact op ivm een project waar ik aan meewerk voor het NiNsee

16 jaar geleden

D.

D.

Wow wat een mooi en verhelderende scriptie heb jij geschreven. Ik ben er zeer van onder de indruk!

Groeten,



16 jaar geleden

J.

J.

Beste Amilcar,
In mei 2005 zijn 2 blanke mannen van de Stichting Boete en Verzoening afgereisd naar Suriname. Zij hadden grote behoefte hun oprechte spijt t.o.v. de surinaamse bevolking te betuigen. Thuisgekomen van de reis hebben ze een reisverslag gemaakt. Zij willen dit reisverslag graag laten drukken en zij willen dan jouw scriptie of een del ervan in de bijlage opnemen. Het reisverhaal is bestemd voor jongeren in zowel Suriname als Nederland. De vraag is of zij jouw scriptie in de bijlage mogen opnemen??
Lees graag van je, groet Joanda

15 jaar geleden

J.

J.

ben jij het wie ik denk dat het is?
ik kreeg de link van je werkstuk doorgestuurd van een vriend van me, vet man, je werkstuk is populair!

15 jaar geleden

L.

L.

erg mooi maar ook erg pijnlijk naslagwerk

15 jaar geleden

D.

D.

Goed stuk! Helemaal mee eens. Slavernij is een zeer grote smet op onze geschiedenis!!!!
Dick

14 jaar geleden

P.

P.

Je werkstuk is incorrect.. Indianen leefde niet in vrede.. Verschillende indianen stammen zijn weggejaagd en afgemaakt door de cariben.. zelfde zoals in Peru waar de incas geen lieve jongens waren en andere stammen massaal afmaakten!

14 jaar geleden

M.

M.

Het is een erg mooie scriptie, dank je wel.

14 jaar geleden

S.

S.

JE SCRIPTIE IS HEEL MOOI EN INNERSANT DIT IS HEEL BELANGERIJK VOOR DE ZESDE KLASSER DIE TOETS MAKEN ZE KUNNEN ER HEEL VEEL LEREN IK BEN HEEL BLIJ DAT JIJ EEN VOORBEELD BEN VOOR ONS DIE BEPAALDE DINGENS NIET WISTEN EINGELIJK MOETEN ZE MEER GAAN SCHRIJVEN IN DE BOEKEN OVER SURINAAMS GESCHIEDENIS WANT WE KRIJGEN WEINIG TE HOREN OVER DIT SOORT DINGENS MAAR HET IS HEEL MOOI GA ZO DOOR







13 jaar geleden

H.

H.

inderdaad de cariben waren ook kanibalen en aten ook echt serieus de mensen die ze gevangen hadden op de oorlogen waren gemeen en daarbij werden ook giftige dingetjes uit kevers en toren gehaald en die werden in pijltjes gestopt om de tegenpartij te verzwakken en verlammen

12 jaar geleden

B.

B.

Nederland heeft Suriname geruild voor New York. Die kwats die jij hebt geschreven is klinkklare onzin. Dit gaat de waarheid boven de pet. Ik heb het donkerbruine vermoeden dat je hier niet echt hard en serieus aan hebt gewerkt. Maar ik hou je met argusogen in de gaten.

Voor de rest was ie wel oke.

11 jaar geleden

N.

N.

Ja, Bert, ik vind jouw reactie werkelijk de spuigaten uitlopen! Jouw controversieële twistpunt gaat echt te ver, je hebt geen juridisch bewijsmateriaal om aan te tonen dat jouw beredenering klopt. De daadwerkelijke schrijver van dit blog geeft een werkelijke situatie op de historie van Suriname met behulp van legale bronnen. Ik walg van jou!

11 jaar geleden

B.

B.

Ja godverdomme als iedereen hier eens ff normaal gaat doen!! Jullie kloothommels krijgen toch wel een uitkering, net als ik in de bijstand zit verdomme!!! Teringleiers!

11 jaar geleden

N.

N.

bij deze kwestie ben ik het overduidelijk met Nietbert eens. Ik heb met een homerisch gelach zijn enigzins amuserende doch kloppende standpunt bestudeert en geëvalueerd. ik moet toch met grote tegenzin vermelden dat Bert duidelijk te ver gegaan is. Ik vind het eerlijk gezegd een tantaluskwelling om dit überhaupt met mijn ooglens waar te kunnen nemen. dit overtreft duidelijk de realiteit waar wij in leven en overtreft de beschaafdheid van onze maatschappij

11 jaar geleden

A.

A.

Wauw, wat een mooi stuk en het klopt ook historisch gezien. Het is een schande dat de Nederlandse overheid nooit een excuus heeft gemaakt naar de Surinaamse bevolking, ook die nu in Nederland woonde. Wanneer wordt Roots nog een keer uitgezonden voor de jeugd van nu en waarom wordt er geen aandacht aan De Slavernij geschonken op school of op de televisie? Schande!

11 jaar geleden

T.

T.

Leuke scriptie. Al heb ik hem nóg niet helemaal uit gelezen.(Doe ik wel).
Wat het slavernij verleden betreft ;
Voor iedereen die zonodig exuses wil van het Nederlandse volk. "Sorrie". Of zouden ze dat dan willen horen van een man met een eigen leven, en waar miljoenen mensen in Nederland weinig mee van doen hebben, maar een baan in de regering heeft?
-Als je dat zo nuttig voor je gemoedstoestand denkt te vinden.
Ík heb er verder niks mee van doen. En de mensen die het hebben gedaan, zijn allang uitgestorven. Net als de slaven zelf. Het is een beetje "oude koeien uit de sloot halen". En hoe de situatie nu is, heeft dan wel zijn oorsprong in het verleden, maar daar kunnen we nu niks meer aan doen. En in Afrika, zouden ze mischien nu aan de hogerdood gestorven zijn. als hun voorouders nooit hierheen waren gehaald. Of ze zouden niet eens geboren zijn, en bestaan!
In ieder geval, als ze herstelbetalingen willen, zoals op het moment in het nieuws is, moeten al die "nieuwe Nederlanders (allochtonen) hier dan ook voor opdraaien? Of wordt het dan genetisch bepaald of je belastinggeld af moet staan?

Maar het is een leuke scriptie. En ik geef er een acht voor.

11 jaar geleden

K.

K.

Ja, geachte Bert Barry, Niet Bert, BarriedeKing en NogsteedsnietBert, bij deze wil ik laten weten dat jullie bij deze infame standpunten niet accuraat genoeg zijn. Het loopt tot de nok vol toe met te veel ambiguïteit, en daarnaast is er diwijls sprake van foutief beknopte bijzinnen. Ook waren jullie niet zo zeer incognito, vooral NogsteedsnietBerts alias was nog steeds niet echt een pseudoniem te worden. Bovendien waren jullie beredeneringen een heel geflikflooi, een werkelijke augisstal. Vooral BarriedeKing was een echte xantippe. Jullie geruzie was gewoon een bisbillis, echt een stel kleuters jullie. We weten namelijk allemaal dat Nederland Suriname nooit heeft geruild voor New York. De werkelijke historische descriptie vertelt, dat het sub rosa de Duitse Kaiserin was die vigilant heel de koop van Suriname overzag, en Nederland dwong New York te verkopen zodat Duitsland de broodnodige producten uit koloniën van Nederland kon stelen, zodat iedereen op skivakantie kon. Ik hoop dat jullie zullen leren van jullie fouten, en beseffen dat jullieg gebrek aan kennis over dit onderwerp een achilleshiel is. Hierbij geef ik jullie dus pragmatische en elementaire informatie. Doe er iets mee.

11 jaar geleden

L.

L.

Grappig, ik lees net een heel stuk dat beschrijft hoe respectloos een groep mensen in een bepaalde periode van de geschiedenis heeft gehandeld. Dan zou je toch op zijn minst denken dat de gemiddelde lezer hier iets van heeft geleerd, en in ieder geval een poging doet om een ander met een beetje respect te behandelen. Krijg je van die kinderachtige reacties zoals die van Bert en nog een paar anderen. DEZE REACTIES GEWOON VERWIJDEREN! Vond het een keurig stukje over een onderwerp dat we nooit mogen vergeten!

10 jaar geleden

J.

J.

moet wat van school maken lukt wel

10 jaar geleden

B.

B.

dankje wel Amilcar voor je scriptie .

8 jaar geleden

Y.

Y.

laat je nooit misleiden door wat de blanke Ras je mee geeft donkere mensen waren al in heel Amerika zijn niet allemaal als slaven daar gekomen en dat is een feit. En zelfs die soort van indianen weten het.

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.