1.2 RECHTSVORMEN
rechtsvorm:
- Wie de leiding heeft.
- Wie er aansprakelijk is.
- Hoe er besluiten worden genomen
- Of er belasting moet worden betaald
- Hoe de organisatie wordt opgericht
- Hoe de organisatie beëindigd wordt
Rechtspersoonlijkheid
De BV, NV, stichting en vereniging zij organisaties met rechtspersoonlijkheid. Een onderneming met rechtspersoonlijkheid is niet aansprakelijk voor de schulden van die onderneming.
1.3 DE VERENIGING
Structuur
Een vereniging is een samenwerkingsvorm tussen 2 of meerdere personen. Verenigingen worden opgericht voor onbepaalde tijd en zijn in hun voortbestaan niet afhankelijk van 1 of enkele personen. Kenmerkend voor de vereniging is dat de leden deelnemen aan de besluitvorming in de vereniging. Voor het oprichten van een vereniging zijn tenminste 2 personen nodig. De ALV is het hoogste besluitvormingsorgaan. De directie voert de taken uit onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
VVR en VBR
Formele verenigingen zijn verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid (VVR). Informele verenigingen zijn verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid (VBR). De bestuurders van een VBR zijn persoonlijk verantwoordelijk voor alle schulden die de vereniging maakt. Bij het oprichten van een VBR hoeven er geen statuten vast gelegd te worden. Bij een VVR zijn de volgende statuten op papier gezet:
- de naam en plaats van de vestiging
- het doel van de vereniging
- de wijze van benoeming en ontslag van bestuursleden
- de bestemming van het batig saldo van de vereniging in geval van ontbinding.
Een VVR is verplicht om in te schrijven bij de kamer van koophandel.
Het bestuur
Het bestuur is belast met:
- Het financiële beheer van de vereniging
- Het vertegenwoordigen van de vereniging naar buiten toe.
- Het voorbereiden van de besluitvorming en de zorg voor het goed functioneren van de vereniging.
- Het uitvoeren van besluiten van de a.l.v..
De a.l.v. is wettelijk belast met het benoemen, schorsen en ontslaan van bestuursleden en het nemen van besluiten tot wijziging van de statuten en het ontbinden van de vereniging.
2.1 DE BALANS
Een balans geeft een overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen van een organisatie op één bepaald tijdstip. De inventaris is de inboedel van een bedrijf en bestaat uit dingen die langer dan 1 jaar meegaan.
Debet Balans Credit
Bezittingen Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Activa
De activa kunnen verdeeld worden in:
- Vaste activa (=bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan)
- Vlottende activa (=bezittingen met een looptijd korter dan 1 jaar)
- Liquide activa (=bezittingen waarmee je kunt betalen)
Passiva
De passiva worden onderverdeel in eigen en vreemd vermogen:
- Eigen vermogen (=geld waarover de vereniging altijd kan beschikken)
- Vreemd vermogen (=geld wat de vereniging geleend heeft)
- Lang vreemd vermogen (=geld waarover de vereniging langer kan beschikken zoals een lening)
- Kort vreemd vermogen (= geld waarover de vereniging minder dan 1 jaar over kan beschikken zoals vooruitbetaalde contributie)
Soorten lang en vreemd vermogen - Hypothecaire lening (= langlopende lening met onroerend goed als onderpand) - Onderhandse lening (=lening bij vrienden/relaties) - Rekening-courantkrediet (=rood mogen staan bij de bank tot een bepaald bedrag) - Vooruit ontvangen bedragen (=vooruitbetaalde contributie) - Nog te betalen bedragen (=achterstallige rekeningen)
Momentopname
Op een balans kun je niet aflezen hoeveel geld er in en bepaald jaar is binnengekomen of is uitgegaan noch hoeveel geld er op een bepaalde lening is afgelost, hoeveel rente er betaald is, of hoeveel materialen er in een jaar gekocht zijn. Hiervoor heb je extra informatie nodig en die vind je niet op de balans. Inkomsten en uitgaven komen niet voor op een balans. Op een balans komt ook geen post contributies, rente, huur, vergoeding trainers etc. voor.
Liquiditeitsbalans
De liquiditeitsbalans is een balans waarbij de activa gerangschikt worden naar de mate van liquiditeit en de passiva naar de tijd waarover men het vermogen of het geld kan beschikken.
Debet Liquiditeitsbalans Credit
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Lang vreemd vermogen
Liquide activa Kort vreemd vermogen
2.2 HET OVERZICHT VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN
Een overzicht van inkomsten en uitgaven is een samenvatting van de inkomsten en uitgaven die per kas of bank zijn ontvangen of betaald in één bepaalde periode. Op een overzicht van inkomsten en uitgaven worden dus de financiële feiten vermeld die leiden tot een verandering van de kas of de bank. Kenmerkend voor een overzicht van inkomsten en uitgaven: - Heeft betrekking op financiële feiten die een verandering in kas of bank veroorzaken. - Heeft betrekking op een bepaalde periode (1 jaar) - Heeft betrekking op een voorbije periode - Geeft een verklaring voor de verandering in de liquide middelen in een bepaalde periode
2.3 DE BEGROTING VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN
Een begroting is de financiële vertaling van het activiteitenplan door het bestuur. In zo’n begroting geeft het bestuur aan: welke uitgaven zij in de komende periode verwacht en waar het geld vandaan moet komen. Een begroting geeft dus een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven.
Kenmerkend voor een begroting van inkomsten en uitgaven:
- Heeft betrekking op financiële feiten die een verandering in kas of bank veroorzaken.
- Heeft betrekking op een bepaalde periode (1 jaar)
- Heeft betrekking op een toekomstige periode
- Geeft een verklaring voor de verwachte verandering in de liquide middelen in een bepaalde periode
Als basis hiervoor gebruikt men de begroting van het voorafgaande jaar en het overzicht van inkomsten en uitgaven van het afgelopen jaar.
2.4 DE LIQUIDITEITSBEGROTING
Met liquiditeit bedoelen we de mate waarin een organisatie in staat is haar korte termijn schulden op korte termijn te betalen. De liquiditeitsbegroting is hetzelfde als een begroting van inkomsten en uitgaven maar worden die verdeeld in perioden per maand of kwartaal.
3.1 HET KASSTELSEL
In een overzicht van inkomsten en uitgaven worden alleen financiële transacties opgenomen die leiden tot toename of afname van kas en/of bank. Met waardevermindering van vaste activa wordt op een kasstelsel geen rekening gehouden. Een overzicht van inkomsten en uitgaven geeft antwoord op een van de belangrijkste vragen die belanghebbenden stellen aan een organisatie namelijk: heeft de organisatie de middelen die ze ontvangt ook daadwerkelijk uitgegeven aan de afgesproken doelen.
3.2 BATEN EN LASTEN
Op een overzicht van inkomsten en uitgaven worden financiële transacties opgenomen die leiden tot een verandering van kas en/of bank. Het zijn transacties die op 1 bepaald moment plaatsvinden. We spreken in dit verband over een tijdstipgrootheden. Baten en lasten zijn financiële feiten die betrekking hebben op een bepaalde periode. De contributie van de leden is altijd uitgedrukt is een bedrag per periode. De subsidie, de huur van het clubgebouw en de vergoeding van de trainer zijn ook uitgedrukt in een bedrag per een bepaalde periode.
3.3 DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Baten Staat van baten en lasten Lasten
Contributies Salarissen
Advertenties Huur
Verhuur etc. Interest etc.
BATEN>LASTEN INKOMSTEN>UITGAVEN
Debet beginbalans Credit debet beginbalans Credit
Eigen vermogen 100 luiq. mid. 100
Debet Staat baten lasten Credit inkomsten uitgaven
Saldo baten/lasten 300 saldo ink/uitg 50
Debet eindbalans Credit debet eindbalans credit
Eigen vermogen 400 luiq. mid. 150
Eigen vermogen nieuw = eigen vermogen oud +/- saldo van baten en lasten
3.4 HET PERIODETOEREKENINGSSTELSEL
Het periodetoerekeningsstelsel is een systeem van administreren waarbij: - Strikt onderscheid wordt gemaakt tussen baten en lasten enerzijds en inkomsten en uitgaven anderzijds - Baten en lasten toegerekend worden aan de periode waarop ze feitelijk betrekking hebben, ongeacht of ze wel zijn ontvangen/uitgegeven.
De bate wordt geboekt in de periode dat het verenigingslid heeft genoten van de diensten van de vereniging en niet het moment van betalen. Tot de lasten rekenen we alle opgeofferde gelden om de doelen van de vereniging te realiseren.
3.5 HET PERIODETOEREKENINGSSTELSEL EN DE BALANS
In het periodetoerekeningsstelsel maken we strikt onderscheid tussen baten en lasten aan de ene kant en inkomsten en uitgaven aan de andere kant. De vooruit ontvangen en de te vorderen contributie moet ook op de balans komen te staan. Te vorderen onder Debet en vooruit ontvangen onder Credit.
3.6 VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN NAAR BATEN EN LASTEN
Contributiebaten = contributie inkomsten – te vorderen contributie(op de balans aan het begin van de periode) + te vorderen contributie (op de balans aan het eind van de periode)
Interestlasten + interestuitgaven – te betalen interest (beginbalans) + te betalen interest (eindbalans)
REACTIES
1 seconde geleden
X.
X.
Oftewel, Kxpxt / 100. K=kapitaal, p=interestpercentage, t=het aantal jaren.
9 jaar geleden
Antwoorden