Ontwikkelingssamenwerking
Hfdst. 1
2 Manieren hoe ons beeld van de derde wereld tot stand komt:
- waarnemingen op tv
- via directe contacten
welvaart (materieel: wat je aan geld en goederen bezit) welzijn (immaterieel: hoe prettig mensen zich voelen in de samenleving) volgt ontwikkeling
ontwikkeling in verschillende dimensies: - economische dimensies - sociale en politieke dimensies - ecologische dimensies - culturele dimensies
Landen waar dit niet gerealiseerd is zijn onderontwikkeld. Alle landen samen Derde Wereld.
Door tv en anderen dingen is het beeld van de derde wereld naar ons toe gehaald dat er voor zorgde dat men hier er over na begon te denken. Zodoende ontwikkelingshulp ontstaan.
Theorieën oorzaken van onderontwikkeling:
- Evolutionistische theorie, er vanuit gaan dat alle landen zich in een evolutionair proces ontwikkelen. Met als randvoorwaarden: bezit van kapitaal, van kennis, een goede infrastructuur, een hoge scholingsgraad, enz
o Interne factoren:
Sociale structuur van een land
Machtsverdeling in een land
Daarmee samen hangt ook het grootgrondbezit
- Afhankelijkheidstheorie, volgens deze theorie is onderontwikkeling een deel ten gevolg van verdergaande economische ontwikkeling in de rijke landen.
o Externe factoren:
De marginale positie die deze landen vaak innemen in de wereldeconomie
De afhankelijkheid die ze hebben beide rijke landen is de oorzaak dat de landen hun grondstoffen niet zelf kunnen bewerken, maar voor lage prijzen moeten verkopen en vervolgnes het eindproduct weer inkopen.
Omdat de arme landen die prijzen niet kunnen betalen, steken de arme landen zich vaak diep in de schulden.
Wanneer arme landen toch producten proberen te maken beschermen de rijke landen hun eigen markt door hoge invoerrechten.
De EU en VS hebben vaak overschot, dus dumpen ze het tegen lage prijzen in derde wereld, waardoor boeren van werk worden beroofd.
Kolonialisme en neokolonialisme en de internationale politieke verhoudingen spelen een rol
Belangrijkste kenmerken/problemen: - laag BNP - nationaal inkomen erg ongelijk verdeeld - grote tegenstelling stad en platteland - snel groeiende steden met krottenwijken - lage scholingsgraad - lage algemene levensverwachting - snelgroeiende bevolking door religie, financiële redenen en gebrek aan kennis - politieke problemen - sociale problemen - economische problemen - culturele problemen - demografische problemen - ecologische problemen
Hoofdstuk 2
2.3
Ethisch/humanitaire motieven: principiële gelijkwaardigheid van mensen, solidariteit, naastenliefde, gerechtigheid, vrijheid voor iedereen.
Universele verklaring van de rechten van de mens: hierin komen de ethisch/humanitaire motieven terug.
Soorten motieven en belangen:
- economische en commerciële motieven en belangen
- politieke en/of strategische motieven en belangen
- culturele motieven en belangen
- ecologische motieven en belangen
- het vluchtelingenvraagstuk als motief/belang
2.4
Voor ontwikkelingssamenwerking zijn vier modellen ontwikkeld:
- het kapitalistische model
- het socialistische model
- basisbehoeftenstrategie
- model van structurele armoedebestrijding en het scheppen van voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling
2.5
Kapitaalstromen gaan aan lage inkomenslanden grotendeels voorbij.
Transnationale ondernemingen vestigen zich in de derde wereldlanden door lage lonen, belastingvrijdom en gebrek aan milieueisen, dus niet voor hulp.
2.6
Economische belangen van ontwikkelingslanden:
- toegang tot westerse wetenschappelijke kennis
- tegen gunstige rente en voorwaarden kapitaal lenen op de internationale geldmarkt
- schulden verlichten of kwijtschelden
- een gunstige ruilvoet
- stimulering eerlijke handel
- hun eigen deskundigen inschakelen bij het opzetten en uitvoeren van ontwikkelingsprojecten
- vrije toegang tot westerse markten
- afspraken maken over redelijke prijzen voor hun grondstoffen
- rijke landen moeten stoppen met het dumpen van goederen
- rijke landen moeten landbouwsubsidies beëindigen en exportsubsidies afschaffen
2.7
Met ontwikkelingslanden kun je twee soorten contact onderhouden:
- het kan kennis, kapitaal en goederen exporteren
- het kan er eindproducten, halffabrikaten en grondstoffen vandaan halen
Hoofdstuk 3
3.3
etnocentrisme: het centraal stellen van de eigen cultuur
Bewustzijn van culturele diversiteit: het besef dat onze eigen normen, waarden en gewoontes ook plaats en tijdgebonden zijn.
Etnocentrisme staat een bewustzijn van culturele diversiteit in de weg.
Hoe kun je de cultuur van de ontwikkelingslanden centraal stellen en de waarden, normen, gewoontes en structuren van die landen als uitgangspunt voor ontwikkelingssamenwerking nemen: - lokale ontwikkelingswerkers in dienst nemen - gebruik maken van kennis en ervaring van de lokale bevolking - mensen en organisaties uit de ontwikkelingslanden zelf verantwoordelijkheid geven voor de uitvoering van ontwikkelingsprogramma’s
3.4
Twee visies op de samenleving:
- cultuurrelativisme
- cultureel universalisme
Bij een gelijke behandeling moet je oog hebben voor sociale rechten als:
- reproductieve gezondheidszorg
- verbetering van de positie van arbeiders
- zeggenschap van vrouwen over het eigen lichaam en leven
3.5
De erkenning van het recht op het hebben van een eigen cultuur betekent niet dat culturen elkaar niet zouden kunnen beïnvloeden; deze beïnvloeding is vooral eenrichtingsverkeer.
Moderne informatiemaatschappij met internet, telefoon en massamedia heeft ook in de derde wereld zijn intrede gedaan.
Hoofdstuk 4
Vormen van ontwikkelingssamenwerking:
- multilaterale hulp
- bilaterale hulp
- hulp via particuliere organisaties
- noodhulp
- structurele hulp
o programmahulp of sectorhulp is een vorm van bilaterale en structurele hulp
o themahulp , vorm van structurele hulp waarbij het word onderverdeeld in thema’s
- gebonden hulp
1973 - 1977 Pronk, self-reliance
1977 – 1989 tweesporenbeleid, structurele armoedebestrijding
1989 – 1998 Pronk, duurzame armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling
Aanmerking tot hulpverlening: - sociaal-economisch beleid moet zo zijn dat de hulp te goede komt aan de bevolking - kwaliteit bestuur land moet goed zijn - landen moeten behoren tot de allerarmsten - behoefte aan hulp - kwaliteit van lopende hulpprogramma’s - rol van land in het ondersteunen van de rechtsorde in de eigen regio - de relaties met Nederland op sociaal-economisch of cultureel gebied en het bestaan van historische banden
budget 1997 volgende prioriteiten: - 20% besteed aan basissociale voorzieningen - 4% besteed aan gezondheidszorg (reproductieve gezondheid) - 0,1% besteed aan internationaal natuur en milieu beleid - deel besteed aan behoud tropisch regenwoud - 0,25% besteed aan hulp voor de minst ontwikkelde landen
Veranderingen beleid komen door de omgeving van het politiek systeem: - Politieke ontwikkelingen in Nederland zelf - Beleid van internationale organisaties - Internationale ontwikkelingen - Globalisering van de economie
Sinds 1990 belangrijkste veranderingen: - rol van medefinancieringsorganisaties is groter geworden (NOVIB) - meer aandacht gekomen voor de kwaliteit en de effecten van de hulp - bedrijfsleven es een andere ril gaan spelen - meer aandacht voor andere problemen 3de wereld - nieuwe inzichten in ontwikkelingsstrategieën - meer samenhang in buitenlands beleid - idealisme en pragmatisme worden gecombineerd
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
hey, Robbie
Je samenvatting is heel erg welkom! Dank je wel!Jammer dat de rest van het boek er niet bijzit.
Bedankt!
dewi
22 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
dankje voor je samenvatting hoor nou doeghe xxxxxx
21 jaar geleden
Antwoorden