Hoofdstuk 1 Communicatie en massamedia

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 246 woorden
  • 15 mei 2011
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 10
3 keer beoordeeld

§ 1.1
Communicatie is er altijd

Informatie informatie informatie

Zender  boodschap encoderen  medium  boodschap decoderen  ruis  ontvanger

Wie? Wat? Hoe? Tegen wie?

Boodschap bestaat uit informatie (feiten, plannen, gedachten, gevoelens, gedragingen)

Ontvanger reageert = feedback/terugkoppeling

Zender = persoon, een groep personen, organisatie, bedrijf

Medium = manier van communiceren

Non-verbaal = communicatie zonder woorden

Verbaal = communicatie met woorden

Hulpmiddel als de afstand te groot is (telefoon, webcam, tv)

Encoderen = het omzetten van gedachten naar tekens of andere waarneembare uitingen

Decoderen = terugvertalen van de boodschap naar de veronderstelde betekenis

Communicatie-effect = het gedrag, de ideeën en opvattingen kunnen worden beïnvloed door de ontvangen boodschap

Feedback = reactie van ontvanger op de boodschap van de zender

Referentiekader = geheel van je persoonlijke waarden, normen, standpunten, kennis en ervaringen

Communicatiestoornissen/ruis = verstoring of misvorming van het communicatieproces


§ 1.2
Bij directe communicatie is er sprake van persoonlijk contact tussen personen.

Bij indirecte communicatie wordt een hulpmiddel gebruikt (telefoon, brief, e-mail, chatboxen)

Eenzijdige communicatie: eenrichtingsverkeer (radio, tv, kranten, films)

Meerzijdige communicatie: deelnemers tijdens gesprek afwisselend zender of ontvanger

Interpersoonlijke communicatie = directe communicatie en directe (non-)verbale feedback

Massacommunicatie = eenzijdig/unilateraal, gericht op een groot publiek (kabinetsberaad is interpersoonlijke communicatie, discussie van politicie op tv is massacommunicatie)

6 belangrijke kenmerken van massacommunicatie:

● Openbaar/voor iedereen toegankelijk

● Onpersoonlijk

● Heterogeen + relatief onbekend publiek

● Meestal eenzijdig

● Geen directe feedback

● Ontvanger bepaalt hoe het medium gebruikt wordt

Interactiviteit = mogelijkheid voor massamedia tot wederkerigheid in communicatie (sms, e-mail)

Dragers van openbare boodschappen: dag- en weekbladen, tijdschriften, boeken, films, radio, tv, internet

Groepen boodschappen:

● Amusement

● Nieuws

● Reclame (nieuwe of goedkope producten, naamsbekendheid van een merk of bedrijf

vergroten)

● Meningsvorming

● Kunst of cultuur

● Educatie en onderwijs

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.