Midden-Oosten

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1049 woorden
  • 7 april 2010
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
30 keer beoordeeld

Midden-Oosten
Feniks


Hoofdstuk 1: De nadagen van het Ottomaanse RijkVerval, verdeling, vernieuwing [1870-1923]
Het belang van dit onderwerp
Veel moderne vraagstukken door liquidatie Ottomaanse Rijk eind WOI: inmenging westerse
landen, onvervulde nationale aspiraties Arabieren, opdeling Arabieren over meerdere staten, Armeense genocide, Koerden, Turkse identiteit, positie van de vrouw in islam.

1.1 De zieke man van Europa
Sultan was kalief [opvolger van profeet Mohammed]. Eerst gevreesd [in 1683 bijna Wenen ingenomen], in 18e eeuw achteruitgang.
- Groeiende technologische achterstand. Geen ideeën van Renaissance, wetenschappelijke revolutie en de Verlichting.
- Verzet tegen drukpers.
- Opkomst van Rusland.
- Economisch achterstand. Door wereldeconomie kregen Europese landen goedkoop grondstoffen uit Amerika en de specerijen ging vanaf 17e eeuw aan het Midden-Oosten voorbij.
- Sultans misten leiderscapaciteiten. Eunuchen hadden invloed op sultan. Sultan wist niet meer wat er in zijn rijk afspeelde.
- Nationalisme: Grieken vochten zich los en Roemenië, Bulgarije en Servië werden ook onafhankelijk. 1912-1913: Turkije alleen nog Constantinopel en omstreken.
- Noord-Afrika ging verloren door modern imperialisme.

1.2 Britten kopen het kanaal en ruiken olie
1869: opening Suezkanaal: strategisch belang van het Midden-Oosten nam sterk toe.

Ismail [toen de Egyptische heerser] wilde moderniseren, wat veel geld koste. In 1875 bood hij het aandelenpakket van het Suezkanaal te koop aan. Benjamin Disraeli kocht die, omdat de ‘navelstreng van het Britse wereldrijk’ 8000 km korter was geworden.

Frankrijk pakte Noord-Afrika als ‘verdediger van christelijke minderheden’ in Syrië en Libanon.

1911: Libië werd Italiaans. Heel Noord-Afrika was de sultan kwijt.

1882: In Egypte antiwesterse rellen, met als gevolg dat het een Brits protectoraat [lett.: gebied onder beschermheerschap] werd.

Positief: economie en infrastructuur verbeterde, negatief: arrogante houding van Engelsen.

De Turkse sultan Abdul Hamid II, officieel opperheer van Egypte, zag machteloos toe.

1880: auto-industrie kwam [door uitvinding benzinemotor] op gang, olie werd een belangrijke factor. Begin 20e eeuw: eerste olieboringen in Irak en Iran.

1909: Anglo-Persian Oil Company [Britisch Petroleum] werd opgericht. In 1914 had Engelse regering meerderheid aandelen.

Vanaf 1920: Engeland, Frankrijk en Amerika wilden olieovereenkomsten sluiten.

Dus door Suezkanaal en door olie werd het Midden-Oosten een conflicthaard.

1.3 De Jong-Turken grijpen de macht
Het Ottomaanse Rijk werd ‘de zieke man van Europa’ omdat het politiek en economisch in de greep was van Europa. Abdul Hamid II dreigde met de jihad [heilige oorlog moslims] om het imperialisme te weerstaan en om zich van de trouw van de Arabieren [Mesopotamië en Syrië] te verzekeren. Na verlies Balkan en Noord-Afrika bestond het Ottomaanse Rijk uit voornamelijk Turken en Arabieren.

In Istanbul en Anatolië groeide het Turkse nationalisme. Alles moest Turks gemaakt [geturkificeerd] worden. Vooral officieren van het Ottomaanse leger die zich ergerden aan het verval van het rijk vonden dit.

Stichting ‘Comité van Eenheid en Vooruitgang’

- Naam: Jong-Turken
- Streven: modernisering staat en afschaffing voorrechten buitenlanders
- Haat tegen Europa [overheersing], maar ook bewondering [techniek en vooruitgang]

1908: staatsgreep door Jong-Turken, Abdul Hamid II werd in 1909 vervangen.

Ze moderniseerden en traden hard op tegen niet-Turken.

Reactie Arabieren: nationalisme [arabisme]. Kranten namen drastisch toe om de taal en identiteit nieuw leven in te blazen.

Westen positief: verzwakken van het Ottomaanse Rijk van binnenuit.

1.4 De Armeense genocide
De Eerste Wereldoorlog [1914-1918] was breukvlak voor het Midden-Oosten.

Het Ottomaanse Rijk koos voor Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Hooggespannen verwachtingen, maar zware verliezen. Wraak op christelijke Armeniërs: mogelijke helpers Russen. Daarom genocide [volkerenmoord].

De Armeniërs moesten weg naar de hete woestijn, aangevallen door criminelen en Koerden. Plaatselijke bevolking plunderde huizen. Vergelijking Auschwitz: poging om heel volk uit te roeien. Turken: bijverschijnsel van oorlogssituatie, historici en EU: doelgerichte volkerenmoord.

1.5 De verdeling van het Midden-Oosten
1915: Brit McMahon [hoge commissaris in Egypte] sloot een overeenkomst met Arabische vorst Hoessein Ibn Ali [sjarief [hoeder] van Mekka en Medina]. Hoessein haatte Jong-Turken, dus opstand: dan mocht Hoessein een koninkrijk stichten op Arabisch schiereiland, Syrië en Irak.

Juni 1916: start Arabische opstand o.l.v. Feisal [zoon Hoessein]. Contactman: Lawrence of Arabia. Akaba, Jeruzalem en Damascus werden ingenomen.

Maar door de strategie, de olie en de bescherming van christelijke minderheden kreeg Hoessein het Midden-Oosten niet.

In 1916 werd de Sykes-Picot-overeenkomst gesloten tussen Frankrijk en Engeland. Frankrijk kreeg Syrië en Libanon, Engeland landverbinding tussen Middellandse Zee en Perzische Golf [Palestina tot Irak]. Hoessein werd in 1918 misleid toen hij hiernaar vroeg.

1919: Parijse vredesconferentie: Arabieren kregen geen enkele kans.

1920: Verdrag van Sèvres: Arabieren kregen geen eigen koninkrijk. Gebieden werden losgescheurd van het Ottomaanse Rijk en kwamen in Brits-Franse handen en dit werden mandaatgebieden [mandaat is volmacht om een bepaald gebied te beheren].

Feisal werd in ballingschap gestuurd nadat hij zichzelf tot koning van Syrië had gekroond; hij werd koning van Irak. 1932: Irak onafhankelijk, maar Britten hielden controle over olievelden. Feisals broer Abdoellah werd emir van Transjordanië, dat in 1921 werd losgemaakt van Palestina. Dit is een beetje een inlossing van de beloften van de Britten, maar de Arabieren waren nog steeds zwaar teleurgesteld in de verraderlijke politiek van het Westen.

1.6 Turkije onder Kemal Atatürk
Turkije was na het Verdrag van Sèvres alleen nog Anatolië en Istanbul.

Reorganisatie van Turkse troepen o.l.v. Mustafa Kemal waarna een Armeense Republiek werd weggevaagd. De Italianen trokken zich hierdoor terug.

De Grieken werden verslagen en in 1922 vond er een uitwisseling Grieken tegen Turken plaats. 1923: Verdrag van Lausanne waarin de nieuwe grenzen van Turkije internationaal werden erkend.

1925: Met de Koerden werd na een opstand afgerekend: geen eigen staat. Daarom leven ze nu in vier staten: Turkije, Syrië, Irak en Iran.

1923: Kemal zette laatste sultan af, riep de republiek Turkije uit en werd president. Ankara werd nieuwe hoofdstad.

Idealisme Jong-Turkse revolutie van 1908 levend houden: modernisme.

- Islam was hinderpaal vooruitgang
- Volk uit ‘oosterse passiviteit’ omhoogtrekken.
- De secularisering [verwereldlijking] begon.
- Kalifaat werd opgeheven met gevolg scheiding tussen godsdienst en staat.
- Sharia [islamitisch rechtssysteem] werd vervangen door wetboeken uit Zwitserland en Italië.
- Latijns schrift in plaats van Arabisch schrift.

Ook symbolische hervormingen:

- hoed i.p.v. fez en tulband
- vrouwenemancipatie door meer onderwijsmogelijkheden, verbod op polygamie en vrouwenkiesrecht.
- Westerse klok en kalender overgenomen [1926]
- Geschiedenis Turkije herschreven: Geen Ottomaanse erfenis, maar nomadenvolkeren van de steppen en cultuurvolken uit de Oudheid.

Fascistische trekken aan Kemals dictatuur: nationalisme, eenpartijstelsel [sinds 1931] en persoonsverheerlijking van Kemal.

Positief: modernisatie van islamitisch land. Negatief: heel volk alfabetiseren en westers maken, lukte niet. Conservatisme was sterk en geestelijken waren tegen terugdringen van de islam.

Kemal werd ook Atatürk genoemd, vader van alle Turken. Na zijn dood is Turkije verdeeld gebleven: voor of tegen modernisering en secularisering?

REACTIES

R.

R.

Tnx! Je bent m'n heldin!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.