Hoofdstuk 7 – 20e eeuw; licht (1900-2000)
Ontwikkelingen in jazz en rock
De muzikanten die hebben bijgedragen aan het ontstaan van de jazz en de rock waren vaak autodidact; sommigen konden geen noten lezen.
Jazz & Rock niet technisch, maar de sfeer, beleving en swing. Zwarte en blanke muziekanten.
Jazz & rock ontwikkelen vaardigheden groter – nieuwe ontdekkingen: microfoons, versterkers en luidsprekers; elektrische gitaar, basgitaar, keyboard. Computer.
Ontwikkeling is sterk ondersteund door de grammofoonplaat & de media.
Blues
Onder de zwarte bevolking in Amerika eind 19e eeuw, 2 soorten liederen;
- de spiritual (hierin werd het geloof bezongen)
- de blues (over de zorgen van het dagelijks leven)
“I’m feeling blue’’ = “Ik voel me rot.”
Blues ; trieste stemming. 12-maten coupletten.
Harmonische schema; ( I – I – I – I – IV – IV – I – I – V – IV – I – V )
De blues heft majeurakkoorden, maar de sfeer is mineur.
Beroemde blues zangeressen Bessie Smith, Billy Holiday en Ma Rainey.
Later ontdekten ook de blanken de blues.
Ragtime
De ragtime is een pianostijl die omstreeks 1900 in New Orleans door zwarte pianisten in danslokalen en cafés werd bespeeld.
Kenmerkend is de combinatie van een gesyncopeerde melodie in de rechterhand en een strakke begeleiding in de linkerhand. De ene hand ontloopt de accenten van een 4/4 maat, de andere hand benadrukt het juist ; ragged time; verscheurde maat.
Veel ragtimepianisten konden geen noten lezen; ze speelden op gevoel. Wel opgeschreven; ragtime ; eerste genoteerde muziek van de zwarte muzikanten.
Beroemde Ragtime muzikant ; Scott Joplin; The Entertainer.
Spiritual en gospel
De negro spirituals zijn ontstaan onder de zwarte Noord-Amerikaanse bevolking tijdens de slavernij.
Thema = bevrijding.
Ook gospel is religieus ; gebruikt in kerken .
Kenmerkend aan gospel ; meerstemmigheid, call & response (vraag en antwoord tussen solist en groep)
Swing&Jazz hebben afgekeken bij het swingende karakter van gospel.
New Orleans-Jazz
De geschiedenis van de Jazz begint in New Orleans ; zeelieden zochten vermaak. Uitgaanscentrum in New Orleans; Storyville (waar muziek gespeeld werd door zwarte muzikanten). De zwarte muzikanten waren van de straat geplukt en speelden voor geld. Ze speelden in marching bands. De muziek die gespeeld werd in Storyville was de eerste jazz.
Een jazzband in New Orleans bestond uit 2 secties;
- Melodiesectie ; trompet, trombone, klarinet.
- Ritmesectie ; piano, gitaar/banjo, tuba/bas, slagwerk.
De band speelt eerst een thema (meestal een populair liedje, een blues of eigen compositie). De melodie wordt gespeeld door de trompet of gezongen door de vocalist. Ondertussen improviseerden de andere instrumenten tegenmelodieën.
Het gelijktijdig improviseren heet collectieve improvisatie.
Chigaco-Jazz
In 1917 werd Storyville gesloten en gesloopt. Het centrum van de jazz verplaatste zich nu van New Orleans naar Chicago. De 2 secties binnen de band bleven bestaan, maar de banjo werd vaak vervangen door de gitaar, en de tuba door de bas.
Een nieuw instrument kwam erbij; de saxofoon. De jazz veranderde muzikaal.
De nadruk lag namelijk niet meer op de 1e en 3e tel, maar op de 2e en de 4e tel.
Een jazznummer begon en eindigde met een collectieve improvisatie en daartussenin speelden de spelers allemaal een solo-improvisatie. De Chicago-Jazz groeide tussen 1925 en 1930.
Swing
Pas in de swing-periode (vanaf 1930) wordt jazz echt bekend. Ze kregen vaker de kans op te treden in een grote band, in bijvoorbeeld hotels. Men ging alles opschrijven. De mensen die al vanaf het begin in de jazz zaten, en dus geen noten konden lezen, konden het wel schudden. Vaak verloren zij hun baan als muzikant. Kansas City werd het centrum van de nieuwe ontwikkelingen.
In plaats van de collectieve improvisaties en solo’s uit New-Orleans en Chicago-jazz kwam er nu ruimte voor improvisatie van de leiders. De band speelde ondertussen korte, vaak herhaalde tegenmelodieën (riffs). Dit heet Swing.
Swing werd gemaakt van 1930 tot 1945. De muziek swingt ook echt.
Belangrijke bandleiders ; Count Basie, Duke Ellington, Benny Goodman en Glenn Miller.
Vaak kun je uit het notenschrift niet opmaken of iets swingend gespeeld moet worden.
George Gershwin
George Gershwin is een jazz-componist. Al jong was hij gefascineerd door de piano. Wat hij hoorde kon hij naspelen. Hij ging op pianoles en werd in korte tijd een geweldig pianist. Hij kreeg goed werk, en componeerde ondertussen ook zijn eigen muziek. Zijn eerste song, Swannee, was erg geliefd. Er werden zo’n twee en een kwart miljoen exemplaren verkocht.
Gershwin schreef 20 musicals voor Broadway, het centrum van shows en musicals. Gershwins muziek was geïnspireerd door de Ragtime, de amusementenmuziek en de jazz.
Zijn grootste werk is Porgy and Bess; een negeropera.
Bebop
Een aantal jazzmuzikanten uit een bigband trok zich na een optreden terug in een café om daar de rest van de nacht te experimenteren met een kleine band. Een bigband was voor hen te makkelijk, ze zochten naar opwindendere klanken. Zo ontstond de bebop. Bebop is nerveuze, soms gejaagde of agressieve klinkende muziek. Er zaten veel ingewikkelde akkoorden in, en er was genoeg ruimte voor solo’s.
Belangrijke namen ; altsaxofonist Charley Parker (The Bird), trompettist Dizzy Gillespie, pianist Thelonius Monk en drummer Kenny Clark.
De bloeitijd van de bebop begon in 1940 toen de wereld in brand stond en bigbands uit elkaar vielen omdat velen gevraagd werden om in Europa te vechten.
Cool jazz
Terwijl de Bebop nog in groei was (1950), kwam er een nieuwe muzieksoort op: de Cool Jazz. Dit was het tegenovergestelde van Bebop; in plaats van gejaagde, agressieve muziek was Cool Jazz rustig, koel en toch sfeervol.
Belangrijke namen ; Stan Getz (tenorsax), Gerry Mulligan (tenorsax) Dave Brubeck (piano) en Miles Davis (trompet).
Cool Jazz werd door kleine ensembles maar ook door bigbands gespeeld.
Fusion
In de jaren ’60 had de jazz al heel wat ontwikkelingen doorgemaakt; oude jazz, swing, bebop, cool.
Men ging door met nieuwe soorten zoeken. Zo kwamen ze op een combinatie van jazz en pop; dit heette eerst jazzrock, maar later werd het fusion genoemd. Men beschouwd de plaat ‘’Bitches Brew (1970)” als begin van de fusion.
Free jazz
In jazz is de vrijheid om eigen ideeën te gebruiken groot. Toch bleven het thema en het akkoordenschema de uitgangspunten en basis van een jazznummer. De vrijheid zat hem in het improviseren (waar overigens nog steeds rekening gehouden moest worden met de akkoorden).
In de free jazz keerde de collectieve improvisatie (uit de New Orleans/Chicago jazz) weer terug, maar nu zonder een akkoordenschema.
Crossover
Crossover is een term die gebruikt wordt voor een mix van verschillende soorten muziek. Bijvoorbeeld de muziek van Cool Collective; mengsel van Latijnse ritmes, DJ beats en jazz uit de jaren ’60.
Tango
De tango bestaat uit dans en muziek. De begeleiding wordt gespeeld door viool, bandoneon, piano en contrabas. De dans is hartstochtelijk. Al snel na het ontstaan van de tango rond 1900 in Argentinië werden er teksten op de melodieën gemaakt. De tango verspreidde zich over Europa. Het werd populair in Parijs, maar ook in Nederland werd het een vaste dans voor het ballroomdansen.
De tango was een langzame dans in mineur en in een tweedelige maat (2/4 of 4/4)
Rumba
De Rumba is samen met de Havanna’s (grote sigaren) het bekendste exportartikel van Cuba. De rumba is een dans op muziek waarin verschillende ritmes samengaan. De maatsoort is 2/4 of 4/4. Kenmerkend voor de dans ; de sensuele, schommelende bewegingen van de heupen en schouders. De rumba werd gezien als gezelschapsdans en werd populair in 1920 in de VS en Europa.
3 typen rumba;
1. Rumba Yambu – slow tot medium tempo.
2. Rumba Guanguanco – medium tot fast tempo.
3. Rumba Abierta – fast tempo.
Wereldmuziek
Muziek die bij een streek hoort en een lange traditie heeft waarin de muziek nauwelijks veranderde heet volksmuziek. De muziek wordt mondeling overgeleverd en is vooral te vinden in landelijke gebieden. Een vermenging van volksmuziek en popmuziek noemen we wereldmuziek of global music.
Voorbeelden;
- Raï ; combinatie van Algerijnse volksmuziek en popmuziek.
- Reggae ; combinatie van Jamaicaanse volksmuziek en rockmuziek.
Rhythm and blues
Eigenlijk is het gewoon blues met een lekker ritme. Een saxofoon werd ingezet als afwisseling, de akoestische gitaar werd een elektrische, voor de beat was er een drumstel toegevoegd. De Rhythm & Blues werd populair onder zwarte arbeiders (of slaven) die dagelijkse zorgen van zich af wilden zetten.
Het is zwarte muziek, maar werd ook populair onder de blanke jongeren.
Toen R&B populair werd, zetten de ‘witte’ labels hun artiesten ertoe een eigen versie van bestaande Rhythm & Blues te maken.
Rock-‘n-Roll
De blanke artiesten die de Rhythm&Blues nummers gingen coveren, hadden vaak een countryachtergrond. Daarom waren de covernummers vaak een combinatie van r&b en country.
De eerste Rock-‘n-roll wereldhit was “Rock around the clock”.
De ingrediënten van een Rock-‘n-Roll nummer zijn; Simpele, ruig gezongen melodie, begeleid door elektrische gitaar en piano, met een korte solo van piano, sax of gitaar. Jongeren die al gek waren van r&b vielen ook op Rock-‘n-Roll.
Het begin van de jaren ’50, waarin r&b en de Rock-‘n-Roll opkomt, wordt gezien als het begin van de popmuziek. De inmiddels uitgevonden grammofoonplaat hielp mee de muziek te verspreiden over ieder huis.
Hoofdstuk 7
6.6
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden