De vereniging

Het bestuur is wettelijk belast met het besturen van de vereniging, d.w.z.: - Het financiële beheer van de vereniging. - Het vertegenwoordigen van de vereniging naar buiten toe. - Het voorbereiden van de besluitvorming binnen de vereniging. - De zorg voor het goed functioneren van de vereniging. - Het uitvoeren van de besluiten van de algemene ledenvergadering. Andere bevoegdheden kunnen vastgelegd zijn in het huishoudelijk reglement. De algemene vergadering is het hoogste besluitvormingsorgaan van de vereniging en vergadert minstens éénmaal per jaar (jaarvergadering). De algemene ledenvergadering is wettelijk belast met: - Het benoemen, schorsen en ontslaan van bestuurleden. - Het nemen van besluiten tot wijziging van de statuten. - Het ontbinden van de vereniging. Andere bevoegdheden zoals het vaststellen van de hoogte van de contributie, het schorsen van leden, etc.. is veelal geregeld in het huishoudelijk reglement. Algemene ledenvergadering vergadering waarbij alle leden van een vereniging worden uitgenodigd. Deze vergadering is het hoogste besluitvormingsorgaan van een vereniging en moet minstens een keer per jaar worden gehouden. Commerciële organisatie een organisatie die gericht is op het maken van winst, er is sprake van een onderneming. Hoofdelijk aansprakelijk als een organisatie haar schulden niet kan terugbetalen dan kan de schuldeiser een willekeurig bestuurslid persoonlijk aansprakelijk stellen voor de schulden. Jaarrekening zie jaarverslag. Jaarvergadering wordt bij een vereniging ook wel de algemene ledenvergadering genoemd en is
een vergadering waarbij alle leden van een vereniging worden uitgenodigd. Deze vergadering is het hoogste besluitvormingsorgaan van een vereniging en moet minstens een keer per jaar worden gehouden. Jaarverslag een verslag van een vereniging waarin staan: de balans, een overzicht van inkomsten en uitgaven en een toelichting daarop. Natuurlijk persoon dat is een mens van vlees en bloed. Niet-commerciële organisatie een organisatie die een ideëel doel nastreeft, dus niet streeft naar winst. Non-profitorganisatie een organisatie die een ideëel doel nastreeft, dus niet streeft naar winst. Notariële akte een akte die door een notaris is opgesteld. Rechtspersoon een organisatie met rechtspersoonlijkheid dat wil zeggen dat zo\'n organisatie juridisch gezien als een persoon wordt gezien. Zo\'n rechtspersoon kan mensen in dienst nemen, leningen aangaan en koopcontracten afsluiten. Rechtsvorm de juridische vorm van een organisatie waarin wordt vastgelegd wie de leiding heeft en wie aansprakelijk is voor de schulden van de organisatie. Statuten vereniging de oprichtingsakte die door een notaris wordt opgemaakt en waarin o.a. wordt opgenomen: naam en plaats van de vereniging, doel van de vereniging, wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders en de bestemming van het batig saldo in geval van ontbinding. Stichting een rechtspersoon die geen leden kent en opgericht is om met behulp van een bepaald vermogen een in de statuten vermeld doel te realiseren. Vereniging dat is een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen die een bepaald niet-commercieel doel willen nastreven. Vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid wordt ook wel een informele vereniging genoemd, er hoeven geen statuten te zijn of een reglement en de bestuurders van een VBR zijn hoofdelijk aansprakelijk
voor alle schulden die de vereniging maakt. Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid wordt ook wel een formele vereniging genoemd, de statuten moeten bij notariële akte zijn vastgesteld en de bestuurders zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de organisatie. Een VVR moet worden ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

De jaarrekening – ook wel jaarverslag genaamd – bestaat uit een balans, een overzicht van inkomsten en uitgaven en een toelichting
op de balans en het overzicht van inkomsten en uitgaven.

De balans Een balans geeft een overzicht van de bezittingen, de schulden (vreemd vermogen) en het eigen vermogen van een organisatie op één bepaald tijdstip. Een balans is altijd in evenwicht. De bezittingen of activa staan op de debetzijde van de balans en worden onderverdeeld in: - Vaste activa - Vlottende activa. - Liquide activa
Aan de creditzijde van de balans staan de passiva die onderverdeeld kunnen worden in: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen

Vreemd vermogen Het vreemd vermogen kan verder ingedeeld worden in: - Lang vreemd vermogen - Kort vreemd vermogen

Soorten lang vreemd vermogen 1) Hypothecaire lening
2) Onderhandse lening
3) Achtergestelde lening

Soorten kort vreemd vermogen 1) Rekening-courantkrediet
2) Vooruit ontvangen bedragen
3) Nog te betalen bedragen

De liquiditeitsbalans Activa worden gerangschikt naar de omlooptijd van het geïnvesteerde vermogen in de activa, passiva worden gerangschikt naar de looptijd van het aangetrokken vermogen.

Debet Liquiditeitsbalans Credit Vaste activa > 1 jaar Eigen vermogen = permanent
Vlottende activa < 1 jaar Lang vreemd vermogen > 1 jaar
Liquide activa = geld Kort vreemd vermogen < 1 jaar

Het overzicht van inkomsten en uitgaven (netto/bruto) - Heeft betrekking op de financiële feiten die een verandering in kas of bank veroorzaken. - Heeft betrekking op een bepaalde periode (veelal één jaar). - Heeft betrekking op een voorbije periode. - Geeft een verklaring voor de verandering van de liquide middelen in een bepaalde periode.

De begroting van inkomsten en uitgaven (netto/bruto) - Heeft betrekking op de financiële feiten die een verandering in kas of bank veroorzaken. - Heeft betrekking op een bepaalde periode (meestal één jaar). - Heeft betrekking op een toekomstige periode. - Geeft een verklaring voor de te verwachten verandering in de liquide middelen in een toekomstige periode. - Geeft aan waar de liquide middelen vandaan komen en waaraan die gelden worden besteed. - Is voor een deel gebaseerd op het overzicht van inkomsten en uitgaven van een voorbije periode. - Is de financiële vertaling van het beleid van de vereniging. Als de begrote inkomsten groter zijn dan de vaste uitgaven is er ruimte voor nieuw beleid: dit wordt de financiële beleidsruimte genoemd.

De liquiditeitsbegroting De liquiditeitsbegroting geeft inzicht in de liquiditeitsontwikkeling van de organisatie en wordt meestal opgemaakt voor de periode van één jaar waarbij het jaar wordt opgedeeld in kwartalen of maanden. Liquiditeit is de mate waarin een organisatie in staat is haar korte termijn schulden (verplichtingen) op korte termijn te betalen.

Achtergestelde lening een lening die bij liquidatie van een organisatie pas wordt terugbetaald nadat alle andere schuldeisers hun geld hebben ontvangen. Activa alle bezittingen waarin een bedrijf geïnvesteerd heeft, deze staan aan de debetkant van de balans. Deze bezittingen worden actief gebruikt om mee te produceren. Balans een overzicht van alle bezittingen, vreemd vermogen en eigen vermogen van een organisatie op een bepaald moment. Begroting inkomsten en uitgaven een overzicht van alle inkomsten en uitgaven per kas, bank of giro die men van plan is te gaan ontvangen of te gaan betalen in een toekomstige periode (meestal 1 jaar). Het overzicht heeft betrekking op de toekomst en wordt dus voor het begin van een periode gemaakt. Bezittingen alle activa waarin een bedrijf geïnvesteerd heeft, deze staan aan de debetkant van de balans. Bruto-overzicht bij dit overzicht worden inkomsten en uitgaven die op hetzelfde betrekking hebben (clubdag) niet gesaldeerd. Eigen vermogen vermogen dat permanent aan een vereniging toebehoort en dat gelijk is aan de bezittingen minus het vreemd vermogen. Financiële beleidsruimte het verschil tussen de begrote inkomsten en de begrote vaste uitgaven, indien deze ruimte positief is (inkomsten > vaste uitgaven) dan kan deze ruimte gebruikt worden voor nieuw beleid. Hypothecaire lening Langlopende lening met onroerend goed als onderpand. Als de geldnemer (de hypotheekgever) zijn betalingsverplichtingen niet nakomt dan mag de geldgever (hypotheeknemer) het onroerend goed verkopen en uit de opbrengst de lening aflossen. Inkomsten (begroot) inkomsten die men van plan is te gaan ontvangen in een toekomstige periode. Inkomsten (werkelijk) inkomsten die men daadwerkelijk ontvangen heeft in een afgelopen periode. Kort vreemd vermogen vermogen dat binnen 1 jaar moet worden terugbetaald aan de verstrekkers, zoals het rekening-courantkrediet van de bank, de crediteuren, enz. Lang vreemd vermogen vermogen dat over meerdere jaren moet worden terugbetaald aan de verstrekkers, zoals een hypothecaire lening en een onderhandse lening. Liquide activa bezittingen in de vorm van geld (kas, bank, giro). Liquiditeitsbalans een balans waarbij de activa gerangschikt worden naar de mate van liquiditeit en de
passiva naar de tijd waarover men over het vermogen of het geld kan beschikken. Aan de activakant rangschik je de activa naar vaste, vlottende en liquide activa. Aan de
passivakant rangschik je de passiva naar eigen, lang vreemd en kort vreemd vermogen. Liquiditeitsbegroting is hetzelfde als een begroting van inkomsten en uitgaven, maar nu splitst men het jaar op
in kwartalen of maanden waardoor je de ontwikkeling van de liquide middelen (liquiditeit) gedurende het jaar kunt zien. Mutatie liquide middelen de verandering in de liquide middelen (kas, bank en giro), deze is gelijk aan het saldo van de inkomsten en uitgaven. Netto-overzicht bij dit overzicht worden inkomsten en uitgaven die op hetzelfde betrekking hebben (clubdag) gesaldeerd. Onderhandse lening lening waarbij de geldnemer en geldgever onderhandelen over de voorwaarden (rentepercentage, looptijd, aflossing e.d.) van de lening. Onroerend goed gebouwen, grond. Overzicht inkomsten en uitgaven een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die per kas, bank of giro zijn ontvangen of betaald in een periode (meestal 1 jaar). Het overzicht heeft betrekking op het verleden en wordt dus na afloop van een periode gemaakt. Passiva het totaal vermogen, bestaande uit het eigen en vreemd vermogen, dit vind je aan de creditkant van de balans. De passiva laten zien waar je het geld vandaan hebt gehaald dat geïnvesteerd is in de activa. De passiva zijn dus geen geld. Rekening- courantkrediet lening waarbij de geldnemer tot een bepaald maximumbedrag geld mag opnemen bij de bank. Op de balans vind je dit krediet meestal onder de naam \'bank\'. Saldo inkomsten en uitgaven het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven. Met dit saldo wordt het overzicht van inkomsten en uitgaven in evenwicht gebracht. Schulden betalingsverplichtingen in de toekomst waarvan de omvang en het tijdstip van betalen bekend is. Toelichting
Jaarrekening verslag van het bestuur van een vereniging waarin nadere uitleg wordt gegeven over de financiële cijfers en het voorgenomen beleid. Uitgaven (begroot) uitgaven die men van plan is te gaan doen in een toekomstige periode. Uitgaven (werkelijk) uitgaven die men gedaan heeft in een afgelopen periode. Vaste activa bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan, zoals gebouwen, machines, grond, etc. Op de slijtende vaste activa wordt afgeschreven over meerdere jaren. Vlottende activa bezittingen waarin het geïnvesteerde geld binnen 1 jaar vrijkomt, zoals voorraden en debiteuren. Vooruit ontvangen bedragen bedragen die betrekking hebben op een volgende periode maar nu al ontvangen zijn. Voor een organisatie vormen deze bedragen een schuld. Vreemd vermogen vermogen dat moet worden terugbetaald aan de verstrekkers.

Kasstelsel Indien in een administratie alleen die financiële feiten vastgelegd worden die leiden tot een toename of afname van de liquide middelen (kas of bank) spreken we van een financiële administratie op kasbasis.

Overzicht van inkomsten en uitgaven Inkomsten Uitgaven
Saldo inkomsten/uitgaven* * Indien het saldo van inkomsten en uitgaven positief is staat dit saldo aan de uitgavenkant, indien het saldo negatief is staat dit saldo aan de inkomstenkant.

Een administratie op kasbasis heeft voordelen en nadelen. Voordelen: - Eenvoudig: alleen binnenkomende en uitgaande geldstromen worden geadministreerd. - Objectief: vaste activa worden tegen de aanschaffingsprijs op de balans opgenomen. Nadelen: - Het kasstelsel geeft geen goed inzicht in de financiële situatie van een organisatie. - Het kasstelsel geeft geen goed inzicht in de vermogenspositie van een organisatie.

Baten en lasten versus inkomsten en uitgaven Het verschil tussen inkomsten/uitgaven enerzijds en baten/lasten anderzijds is gelegen in het feit dat: - Inkomsten en uitgaven op één bepaald tijdstip plaatsvinden. - Inkomsten en uitgaven altijd een verandering van de liquide middelen veroorzaken. - Baten en lasten altijd uitgedrukt worden in een bepaald bedrag per periode of per stuk. - Baten en lasten altijd een verandering in het eigen vermogen veroorzaken.

Staat van baten en lasten

Baten Lasten
Saldo baten en lasten* * Indien het saldo van baten en lasten positief is staat dit saldo aan de lastenkant, indien het saldo negatief
is dan staat dit saldo aan de batenkant.

Baten vergroten het eigen vermogen en lasten verkleinen het eigen vermogen. Zijn de baten groter dan de lasten dan neemt het eigen vermogen toe, zijn de baten kleiner dan de lasten dan wordt het eigen vermogen kleiner.

Het periodetoerekeningsstelsel Kenmerkend voor het periodetoerekeningsstelsel is het ‘matching’-principe. Dit betekent dat: - De baten geboekt worden in de periode dat leden gebruik maken van de diensten van de vereniging (in het jaar dat ze lid zijn van de vereniging) en niet op het moment van betaling. - De lasten geboekt worden in de periode dat de vereniging de diensten (waarvoor kosten zijn gemaakt) heeft laten verrichten. Niet relevant is het moment van betaling.

Het periodetoerekeningsstelsel en de balans Relatie tussen beginbalans, overzicht van inkomsten en uitgaven, de staat van baten en lasten en de eindbalans. Debet Beginbalans 1-1-2005 Credit
Kas € 2.000
Bank € 5.000
Te vorderen contributie € 1.000
Vooruitbetaalde huur € 500 Eigen Vermogen € 5.350
Lening € 2.000
Nog te betalen rente € 150
Vooruit ontvangen subsidie € 1.000
Totaal € 8.500 Totaal € 8.500

Baten Staat van baten en lasten 2005 Lasten
Contributies € 4.300
Subsidie 2.500 Rente € 190
Huur € 2.900
Saldo baten en lasten € 3.710
Totaal € 6.800 Totaal € 6.800

Inkomsten Overzicht van inkomsten en uitgaven 2005 Uitgaven
Contributies € 4.000
Subsidie € 3.000 Rente € 230
Huur € 3.000
Saldo inkomsten/uitgaven € 3.770
Totaal € 7.000 Totaal € 7.000

Debet Eindbalans 31-12-2005 Credit
Kas € 3.000
Bank € 7.770
Te vorderen contributie € 1.100
Vooruitbetaalde huur € 800 Eigen vermogen € 9.060
Lening € 2.000
Nog te betalen rente € 110
Vooruit ontvangen subsidie € 1.500
Totaal € 12.670 Totaal € 12.670

Eigen Vermogen Eindbalans = Eigen Vermogen Beginbalans +/- Saldo Baten en Lasten
Liquide Middelen Eindbalans = Liquide Middelen Beginbalans +/- Saldo Inkomsten en Uitgaven

Van inkomsten en uitgaven naar baten en lasten
Met behulp van extra informatie is een overzicht van inkomsten en uitgaven om te zetten in een staat van baten en lasten en omgekeerd.

Van uitgaven naar lasten (en omgekeerd): zie ook bovenstaande balansen, de staat van baten en lasten
en het overzicht van inkomsten en uitgaven.

Regel: begin bij uitgave en corrigeer voor beginbalans en eindbalans
1. betaalde rente in 2005 [overzicht inkomsten en uitgaven] 230 - nog te betalen rente op beginbalans (1-1-2005) 150 - (is bedoeld voor 2004) 80 + nog te betalen rente op eindbalans (31-12-2005) 110 + (is bedoeld voor 2005) = rentelasten voor het jaar 2005 [overzicht van baten en lasten] 190

2. betaalde huur in 2005 [overzicht inkomsten en uitgaven] 3.000 + vooruitbetaalde huur op beginbalans (1-1-2005) 1.000 + (was bedoeld voor 2005) 4.000 - vooruitbetaalde huur op eindbalans (31-12-2005) 1.100 - (is bedoeld voor 2006) = huurlasten voor het jaar 2005 [overzicht van baten en lasten] 2.900

Van ontvangsten naar baten (en omgekeerd) : Regel: begin bij ontvangst en corrigeer voor beginbalans en voor eindbalans

3. ontvangen contributie in 2005 [overzicht van inkomsten en uitgaven] 4.000 - nog te ontvangen contributie op beginbalans (1-1-2005) 500 - (is bedoeld voor 2004) 3.500 + nog te ontvangen contributie op eindbalans (31-12-2005) 800 +(is bedoeld voor 2005) = contributiebaten voor 2005 [overzicht van baten en lasten] 4.300

4. ontvangen subsidie in 2005 [overzicht van inkomsten en uitgaven] 3.000 + vooruit ontvangen subsidie op beginbalans (1-1-2005) 1.000 + (is bedoeld voor 2005) 4.000 -vooruit ontvangen subsidie op eindbalans (31-12-2005) 1.500 - (is bedoeld voor 2006) = subsidiebaten voor 2005 [op overzicht van baten en lasten] 2.500

Omgekeerde procedure: Met drie gegevens is altijd de vierde grootheid te berekenen !! Maak altijd gebruik van bovenstaande schema\'s. Werk dan alleen van onder naar boven.

Nogmaals bovenstaande schema’s maar nu in een andere volgorde: Te betalen rente EB = betalen rente BB + betaalde rente OIU + rentelasten SBL
Vooruit betaalde huur EB = vooruit betaalde huur BB + betaalde huur OIU – huurlasten SBL
Nog te ontvangen contributie EB = nog te ontvangen contributie BB – ontvangen contributie OIU + contributiebaten SBL
Vooruit ontvangen subsidie EB = vooruit ontvangen subsidie BB + ontvangen subsidie OIU = subsidiebaten SBL

Hierbij is: EB = eindbalans
BB = beginbalans
OIU = overzicht inkomsten en uitgaven
SBL = staat van baten en lasten

Afschrijven rekening houden met de waardevermindering van vaste activa in de loop van de tijd. Baten of opbrengsten, worden veroorzaakt door financiële feiten (contributie, verhuur e.d.) die betrekking hebben op een bepaalde periode en die leiden tot een toename van het eigen vermogen. Exploitatierekening zie resultatenrekening. Financiële verslaggeving op kasbasis zie kasstelsel. Kasstelsel administratie waarbij alleen financiële feiten worden vastgelegd die leiden tot een verandering van de liquide middelen (kas, bank en giro). Kasstroomoverzicht overzicht van alle binnenkomende en uitgaande geldstromen die tot een verandering leiden van de liquide middelen (kas, bank en giro). Zie ook overzicht inkomsten en uitgaven. Kosten of lasten, worden veroorzaakt door financiële feiten (huren, aankopen e.d.) die betrekking hebben op een bepaalde periode en die leiden tot een afname van het eigen vermogen. Het is de geldswaarde van de opgeofferde productiemiddelen. Lasten of kosten, worden veroorzaakt door financiële feiten (huren, aankopen e.d.) die betrekking hebben op een bepaalde periode en die leiden tot een afname van het eigen vermogen. Het is de geldswaarde van de opgeofferde productiemiddelen. Matching-principe de lasten (kosten) dienen altijd te worden toegerekend aan de diensten die in een bepaalde periode worden geleverd. Als de huur van december 2004 betaald wordt in
2005 dan hoort de huur als last tot 2004 en als uitgave tot 2005. Opbrengsten of baten, worden veroorzaakt door financiële feiten (contributie, verhuur e.d.) die betrekking hebben op een bepaalde periode en die leiden tot een toename van het eigen vermogen. Periodetoerekeningsstelsel administratie waarbij er een strikt onderscheid gemaakt worden tussen baten en lasten enerzijds en inkomsten en uitgaven anderzijds, en waarbij de baten en lasten
worden toegerekend aan de periode waarop ze feitelijk betrekking hebben, ongeacht
of de baten feitelijk zijn ontvangen dan wel dat de lasten daadwerkelijk tot uitgaven hebben geleid. Resultatenrekening of exploitatierekening of verlies- en winstrekening is een overzicht van opbrengsten (baten) en kosten (lasten) in een bepaalde periode, bij een vereniging en stichting spreekt men ook wel van de staat van baten en lasten. Het saldo van de resultatenrekening (het resultaat) leidt tot een verandering van het eigen vermogen. Staat baten en lasten overzicht van baten (opbrengsten) en lasten (kosten) in een bepaalde periode, bij commerciële organisaties spreekt men ook wel van resultatenrekening of exploitatierekening. Het saldo van baten en lasten (het resultaat) leidt tot een verandering van het eigen vermogen.