CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT.
Nederland is een rechtsstaat. In een rechtsstaat heerst een rechtsstaatgedachte. De bedoeling hiervan is om de burgers te beschermen tegen de “willekeur”van de overheid. Dit betekent dat de overheid zich ook aan de geldende wetten moet houden. En dat de overheid alleen een burger mag straffen als hij een geldende wet heeft overtreden. Op blz. 14 van je werkboek staan regel 1 en 2 van het wetboek van strafrecht die dat garanderen.
Een aantal kenmerken van een rechtsstaat zijn:
**Scheiding van machten. Er is een uitvoerende(regering) , wetgevende (parlement) en rechterlijke(rechter) macht. Deze drie samen heten de trias politica. (zij is betrokken bij het voorkomen en bestrijden van criminaliteit. **De verhouding burgers - overheid is in overeenstemming met de wet. **De rechtsorde wordt gehandhaafd door de middelen die het recht aan de burgers en de overheid geeft. **Burgers (aanspannen burgerlijke zaak). **Overheid (politie, strafzaak). **Grondrechten of vrijheidsrechten van burgers zijn omschreven en gewaarborgd.
In regel 1 van ons wetboek van strafrecht staat dat niemand strafrechtelijk vervolgd mag worden als hij geen wet heeft overtreden. Dit noemen we willekeur. Het betekent dus dat je niet zomaar zonder reden (willekeurig) gearresteerd mag worden.
De regering en het parlement hebben de wetgevende macht. Zij zorgen ervoor dat er wetten zijn. Ze doen dit doormiddel van wetsvoorstellen en bepalen wat strafbaar is. Ze laten dus zien wat ze wel en absoluut niet willen hebben.
De uitvoerende macht is meestal de politie, zij wordt gezien als een goed middel om criminaliteit tegen te gaan. Zij is samen met het Openbaar Ministerie (het OM) belast met de opsporing van strafbaar gedrag. Het OM is een afdeling van het ministerie van justitie en bepaalt o.a. of iemand vervolgd wordt en hoe de straf word uitgevoerd. De rechterlijke macht is onafhankelijk. Zij bestrijdt criminaliteit en probeert het te voorkomen. Hij doet dat door straffen op te leggen. Veel burgers zien dus al af van strafbare feiten omdat ze weten dat ze de kans lopen om gepakt en gestraft te worden.
Staatsorganen die criminaliteit bestrijden hebben het lang niet altijd even makkelijk. Zo moeten ze rekening houden met elkaar en met al bestaande wetten. Ook moeten ze zeer nauw samenwerken zodat ze de criminaliteit het beste kunnen bestrijd. Als ze samenwerken zijn ze vindingrijk en kunnen ze de criminelen voor blijven. Doen ze dit niet, dan kan het zijn dat criminelen een weg vinden om illegale dingen legaal te doen, zij zijn namelijk zeer vindingrijk. Niet alleen staatsorganen onder elkaar kunnen conflicten hebben. De overheid kan ook conflicten hebben met burgers. En ook al geld in een democratie de stem van de meerderheid. Voor een rechtszaak gaat zoiets niet op. De rechter beslist alleen aan de hand van feiten.
De belangrijkste bron voor het strafrecht is het wetboek van strafrecht. Hierin staan alle strafbaar bevonden zaken van Nederland. Sommige rechtszaken zijn niet openbaar, maar dat beslist de rechter. De regel tot openbaarheid is een voorbeeld van strafprocesrecht. In het strafboek van strafvordering staat het strafprocesrecht. Hierin staan alle bevoegdheden die de overheid heeft om strafbare feiten te vervolgen. Ook de bevoegdheden van rechters, advocaten en verdachten staan hierin.
In strafbare feiten kun je onderscheid maken. Je hebt de misdrijven en de overtredingen.: Een aantal kenmerken van misdrijven: **Ernstige overtreding van de wet. **“Gevangenisstraf” gelden hogere straffen, maximaal levenslang (20 jaar). **Misdrijven komen voor een hogere rechter. **De wet bepaald wat een misdrijf is. **Je krijgt een strafblad.
Een aantal kenmerken van overtredingen: **Licht vergrijp. **“Hechtenis” lagere straffen maximaal 1 jaar (+1/3 ervan). **Overtredingen komen voor een lagere rechter. **De wat bepaalt wat een overtreding is. **Je krijgt geen strafblad(meestal).
Wetten kunnen veranderen. Zo kan iets wat illegaal worden gelegaliseerd of gedoogd worden, en andersom. Wetten zijn opgenomen in het wetboek van strafrecht (WvS) De overheid stelt ook nog andere dingen strafbaar. Een voorbeeld is de wegenverkeerswet hierin staan alle dingen die strafbaar zijn in verband met wegen en het besturen van voertuigen.
Ideeën van de rechtsstaat komen tot uitdrukking in het strafrecht en strafprocesrecht. Wat strafbaar is in Nederland vinden we in het Wetboek van Strafrecht en andere wetten. Aan dat wetboek en die wetten wordt uitleg gegeven door het hoogste rechtscollege. De Hoge Raad.
In de Nederlandse rechtsstaat is de verhouding tussen burgers en de overheid in overeenstemming met de wet. Dit houdt in dat je alleen kan worden veroordeeld voor de dingen die je gedaan hebt die al in de wet strafbaar zijn gesteld. Dit wordt het legaliteitsbeginsel genoemd. Legaal betekend wettig (het is door de wet toegestaan). Met legaliteitsbeginsel wordt dus bedoelt; het uitgangspunt wat in wetten staat. Dit betekent dus ook dat alles wat niet in de wetten staat niet strafbaar is. De wet bepaalt ook welke straf maximaal mag worden opgelegd. In Nederland is iemand onschuldig tot de rechter heeft gezegd dat de persoon schuldig is. Ook kan iemand niet onbeperkt in voorlopige hechtenis gehouden worden. De Nederlandse wet beperkt de mogelijkheden van de overheid om te straffen. Bijvoorbeeld;
**Maximum straffen. **Niemand mag 2 keer voor het zelfde vergrijp vervolgt worden. **Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren.
De Nederlands wet biedt ook nog de mogelijkheid om rekening te houden met de verdachte. Dit doen ze door middel van leeftijd en toerekeningsvatbaarheid. Als laatste biedt de Nederlands rechtsstaat de mogelijkheid om rekening te houden met omstandigheden zoals overmacht en noodweer. Overmacht houdt bijvoorbeeld in dat je wordt gedwongen door bedreiging, om een steen te pakken en een ruit in te hooien. Noodweer houdt in dat je een strafbaar feit begaat uit zelfverdediging. De meeste rechtszaken zijn openbaar. Iedereen boven de 18 kan een rechtszaak bijwonen. Maar er mag niet gefilmd of gefotografeerd worden. Tekenen mag wel. Dat doen journalisten dan ook soms. In tegenstelling tot België en de VS kent Nederland geen juryrechtspraak. Daar wordt door een jury bepaalt of de verdachte schuldig of onschuldig is. De rechter bepaalt de straf. Zo’n jury bestaat uit 12 ‘gewone’ burgers. Het samenstellen van de jury is niet makkelijk. In het begin kunnen alle volwassenen met een goede reputatie in de jury. Maar de aanklager of de verdediging kunnen bezwaren indienen tegen de juryleden. Als de rechter die bezwaren terecht vind, wordt er naar andere juryleden gezocht. Een voordeel van juryrechtspraak is dat de maatschappij daardoor meer bij de rechtsspraak is betrokken. Een nadeel is dat ze beïnvloedbaar zijn en dat deskundige juristen zich eerder aan de wet zullen houden.
De taken van de politie liggen wettelijk vast in de politiewet. Politiemensen krijgen opdrachten de zij moeten uitvoeren van bevoegd gezag. Bijvoorbeeld de burgemeesters en uiteindelijk de minister van Binnenlandse zaken of de Officier van Justitie. De politie heeft 3 hoofdtaken. De eerste is Handhaving van de openbare orde. Openbare orde is algemene orde op plaatsen die voor iedereen toegankelijk zijn. Elke samenleving kent uitgangspunten voor het gedrag van mensen. Denk aan normen en waarden. De belangrijkste uitgangspunten liggen in de wetten vast. Maar bij deze hoofdtaak gaat het om de veiligheid op straat en in ruimtes die voor iedereen toegankelijk zijn. Verder richten ze zich op wegverkeer en op het voorkomen van hinder en overlast. De tweede hoofdtaak is wetshandhaving en opsporing van strafbare feiten. De politie controleert dus of mensen zich aan de wet houden. Bij overtreding van de wet kan de politie een proces verbaal opmaken. Dat is een op schrift gestelde verklaring van de politieman over zijn waargenomen feiten of omstandigheden. De derde taak is hulpverlening. Het gaat hier om hulpverlening die voorkomt uit de andere twee hoofdtaken. Daarnaast gaat het om hulp bij bijzondere gevallen, zoals gevaarlijke situaties met lichamelijk of geestelijke nood.
De taken en bevoegdheden zijn dus vastgelegd in de politiewet. Een aantal van die bevoegdheden zijn;
**Een verdachte van een strafbaar feit staande houden en deze naar persoonlijke gegevens vragen. **Een verdachte aanhouden en meenemen naar het bureau. **Een verdachte maximaal 6 uur vasthouden voor verhoor (met toestemming van de Officier van Justitie mag dit langer. Maar maximaal 4 dagen). **Onder bepaalde voorwaarden zaken in beslag nemen, mensen fouilleren en huiszoekingen doen. **Bepaalde overtredingen afdoen door het aanbieden van een schikking. **Zich toegang verschaffen tot elke plaats waar nodig is.
De hoofdtaken van de politie kunnen leiden tot verschillende activiteiten die we als tegenstrijdig ervaren. Politiemensen hebben macht. Maar het hebben van macht heeft weer als risico dat die macht misbruikt kan worden. In sommige landen is het politiekorps onbetrouwbaar, corrupt en in de ergste gevallen moorddadig. De macht van de politiemensen in Nederland wordt gecontroleerd door;
**Het bevoegd gezag. **De volksvertegenwoordiging. **Journalisten die schrijven over eventuele missers. **Burgers die eventueel een rechtszaak kunnen aanspannen. **Politieorganisatie die haar goede naam wil beschermen.
REACTIES
1 seconde geleden