H5: Nederland, een multiculturele samenleving
Paragraaf 1
- Multicultureel = samenleving waarin meerdere groepen kunnen worden onderscheiden met versch. culturele kenmerken. Vb. godsdienst, traditionele gebruiken, opvattingen goed/kwaad, wat fatsoenlijk is, gedragsregels, muziek, kleding, andere uiterlijkheden.
- Cultuur is altijd in beweging, dus het verandert steeds. Oorzaken: 1. Technologische ontwikkeling. (leiden tot nieuwe levenswijzen) 2. Nieuwe generaties zetten zich af tegen oudere. (ontwikkelen nieuwe voorkeuren en gedragsregels) 3. Mensen uit verschillende culturen beïnvloeden elkaar.
- Cultuur: mensen in een samenlevingsverband, die voorstellingen en symbolen, opvattingen, kennis, waarden en normen verwerven en overdragen d.m.v. bewuste en onbewuste leerprocessen.
- Het begrip cultuur heeft 3 dimensies: 1. Ideële dimensie van cultuur gaat over waarden (= wat goed en slecht is) 2. Normerende dimensie van cultuur gaat over gedragsregels (= normen en wetten enz.) 3. Materiele dimensie (materiele omgeving, zoals huisinrichting of kleding en kunst)
- Sociale controle: de samenleving controleert haar leden.
KORTE TEST
1. Wat is multicultureel?
2. Waardoor verandert een cultuur?
3. Noem de 3 dimensies van cultuur.
ANTWOORDEN
1. Samenleving waarin meerdere groepen kunnen worden onderscheiden met versch. culturele kenmerken.
2. Een cultuur veranderd door 3 oorzaken:
1. Technologische ontwikkeling. (leiden tot nieuwe levenswijzen)
2. Nieuwe generaties zetten zich af tegen oudere. (ontwikkelen nieuwe voorkeuren en
gedragsregels)
3. Mensen uit verschillende culturen beïnvloeden elkaar.
3. De 3 dimensies zijn:
1. Ideële dimensie van cultuur gaat over waarden (= wat goed en slecht is)
2. Normerende dimensie van cultuur gaat over gedragsregels (= normen en wetten enz.)
3. Materiele dimensie (materiele omgeving, zoals huisinrichting of kleding en kunst)
Paragraaf 2
- In de 17e eeuw vluchtten de Hugenoten uit Frankrijk naar Nederland. Ze kwamen doordat er in Ned. Geloofsvrijheid was. - In de 20e eeuw kwamen Indo-Europeanen naar Ned. Doordat de Ned. Het gezag over Ned.Indië moest opgeven. - In de jaren ’50 emigreerden veel Nederlanders naar bijv. Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. - In de jaren ’60 keerde dat alweer om, doordat Ned. Een tekort aan arbeidskrachten had.
- Vluchtelingen: mensen die door de VN worden erkend. - Asielzoekers: mensen die door vervolging vluchten en bijv. naar Ned. Komen, maar die niet worden beschouwd als vluchtelingen volgens het Verdrag van Genève en asiel moeten aanvragen.
- Je mag naar Ned. Komen (of naar andere landen), als:
1. Gezinshereniging
2. Internationale verdragen (bijv. verkeer tussen de EU landen)
3. Klemmende redenen van humanitaire aard
- Nieuwkomers: allochtonen
De 1e, 2e, 3e generatie (indien ze zich nog willen identificeren met de cultuur van het land van herkomst) worden beschouwd als allochtoon.
- Autochtonen: tradioneel ingezetenen - Allochtonen die het niet goed hebben heten allochtone minderheden.
- Migratiestromen: Vlamingen (voor geloof en handel), Duitsers (armoede), Joden (geloof), Chinezen, Indo-Europeanen, Asielzoekers.
KORTE TEST
1. Wat is het verschil tussen vluchtelingen en asielzoekers?
2. Wanneer mag een vluchteling/asielzoeker naar Nederland komen?
3. Wat is de definitie van Autochtonen?
ANTWOORDEN
1. Een vluchteling worden door de VN erkend en een asielzoeker wordt niet als vluchteling beschouwt volgens het Verdrag van Genève, ze moeten dus asiel aanvragen.
2. Je mag naar Nederland komen als er sprake is van:
1. Gezinshereniging
2. Internationale verdragen (bijv. verkeer tussen de EU landen)
3. Klemmende redenen van humanitaire aard
3. “Traditioneel ingezetenen”
Paragraaf 3
- De 4 grootste allochtone doelgroepen zijn: Turken, Surinamers, Marokkanen, Antillianen/Arubanen. - De helft van de allochtonen wonen in de grote steden in Nederland.
- De groei allochtonen neemt toe door immigratie en het relatief hoe geboortecijfer.
- Positieverwervende factoren: Als de capaciteiten en inspanningen een rol spelen bij de Sociaal-economische positie van allochtonen minderheden. - Positietoewijzende factoren: Als de sociale omgeving en de samenleving een rol spelen bij de Sociaal-economische positie van allochtone minderheden.
- Redenen waarom er veel allochtone minderheden zijn: 1. Lage opleiding. 2. Technologische ontwikkelingen, die arbeidsplaatsen niet mogelijk maken voor laag geschoolde mensen. 3. De ondoorzichtigheid van de arbeidsmarkt. 4. Discriminatie.
KORTE TEST
1. Wat zijn de 4 grootste allochtone doelgroepen
2. Wat zijn positieverwervende en positietoewijzende factoren?
3. Noem de 4 redenen waarom er veel allochtone minderheden zijn.
ANTWOORDEN
1. Turken, Surinamers, Marokkanen, Antillianen/Arubanen.
2. Positieverwervende factoren: Als de capaciteiten en inspanningen een rol spelen bij de Sociaal-economische positie van allochtonen minderheden.
Positietoewijzende factoren: Als de sociale omgeving en de samenleving een rol spelen bij de Sociaal-economische positie van allochtone minderheden.
3. 1. Lage opleiding, 2. Technologische ontwikkelingen, die arbeidsplaatsen niet mogelijk maken voor laag geschoolde mensen, 3. De ondoorzichtigheid van de arbeidsmarkt, 4. Discriminatie.
Paragraaf 4
- Discriminatie = ongelijk behandelen van personen/groepen op basis van kenmerken die niet relevant zijn. - Om te bepalen of er sprake is van discriminatie, deze vragen: 1. Is er sprake van ongelijke behandeling? 2. Zo ja, is de behandeling gebaseerd op bepaalde kenmerken? 3. Zijn die kenmerken relevant?
- Er is veel discriminatie, zo ook in uitzendbureaus. Allochtonen krijgen minder snel een baan als autochtonen.
- Een vooroordeel: (=antipathi) Onjuiste bedenkingen over een groep of tegen een individu als lid van die groep.
- Kenmerken van vooroordelen:
1. Het is een vijandig oordeel
2. Het oordeel is over een groep/individu van de groep
3. Het oordeel is onjuist
4. Het oordeel is star
- Waarom mensen vooroordelen hebben
1. Positieve eigen identiteit
2. Achterstellen van ‘zij-groep’, kan voordelen hebben voor de ‘wij-groep’
3. Om erbij te blijven horen, bij een bepaalde groep
- Discriminatie komt voort uit opvattingen en gevoelens, maar ook uit sociale normen (=gedragsregels)
KORTE TEST
1. Wat is het verschil tussen discriminatie en een vooroordeel?
2. Wat zijn de kenmerken van vooroordelen?
3. Hoe komt het dat discriminatie voort komt uit sociale normen?
ANTWOORDEN
1. Discriminatie = ongelijk behandelen van personen/groepen op basis van kenmerken die niet relevant zijn en een vooroordeel = Onjuiste bedenkingen over een groep of tegen een individu als lid van die groep.
2. Kenmerken:
1. Het is een vijandig oordeel
2. Het oordeel is over een groep/individu van de groep
3. Het oordeel is onjuist
4. Het oordeel is star
3. Als mensen in je omgeving discrimineren, neem je dat gauw over, omdat je aanneemt dat hun oordeel juist is, je hoort geen oordelen waarom het niet juist is.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden