HOOFDSTUK 2 EEN TRAGE REVOLUTIE
Industriële revolutie (transformatie)
gevolgen:
§ economie - industriële kapitalisme kwam op.
- privé bezit van productiemiddelen.
- Winst maken
- Geloof in vrije markt, de overheid mag zich er niet mee bemoeien.
§ Socialisme - groepen in de samenleving hoe gaan ze om met elkaar?
- klasse werden lager en lager of juist hoger en hoger uiteindelijk keerden ze zich tegen elkaar.
§ Politiek - wie de macht heeft; nieuwe groep.
- rijken en armen, de armen wilde ook meer macht (ook de rijken), ze wilden hun leven verbeteren. Rijken wilde macht in de regering.
socialisme
Stromingen: liberalisme vrijheid (economisch).
Socialisme: moet meer gelijkheid komen tussen mensen, willen geen kapitalisme.
Liberalisme: er moet meer vrijheid komen, is het allerbelangrijkst.
- vrijheid
- parlementaire democratie
- overheid moet zo min mogelijk bemoeien met de samenleving.
§1 Samenleving onder spanning: West- Europa tussen 1500 en 1750.
§1.1 Agrarische samenleving
trage overgang Industriële revolutie
Industriële samenleving
Kenmerken preïndustriële samenleving in West- Europa:
- overheersende landbouw
- constante spanning
- meerderheid leefde op het platteland
- nijverheid
- standenmaatschappij
- beperkte communicatiemogelijkheden
- traditionele samenleving
§1.2 Agrarische Revolutie ‘open fields’ ‘enclosures’
11e – 12e eeuw; verbeteringen stijging productie 3 slag, molen, ploeg 1400 – 1500; nijverheid steden Engeland handel (stedelijke samenleving) 16e eeuw; ‘ enclosures ’ (i.p.v. ‘ open fields’ ) - grote productiviteit - technieken - meer voedsel
demografische ontwikkeling: groei bevolking. Toename nijverheid + handel in steden - steeds meer arbeidsdeling. - groei van specialisatie.
§1.3 Koopman - ondernemer Handels kapitalisme ( vroeg kapitalisme) 1700 – 1750 - productiemiddelen in bezit rijker koopman machtiger (politiek) - ambachtslieden worden nieuwe technieken arbeiders - stoommachine - koopman organiseert productie winst staat voorop. - industrieel kapitalisme. Koopman - ondernemer
wol spinnen weven markt
§ 2 Samenleving onder spanning: Schotland tussen 1500 en 1750
Schotland
Lowlands Highlands
18e eeuw grote maatschappelijke verandering± 1750 – ‘ ferm touns ’ Slechte levensomstandigheden. Na 1800 trokken mensen weg naar Glasgow e.a. steden. 1848: aardappelziekte veel sterfgevallen als gevolg. Door Clearances zorgde voor opstand, eindigde in 1888.
‘ improvers’ zorgden voor modernisering
Er waren veranderingen als de zaaizaadmachine, alles werd gemoderniseerd.
Landarbeiders waren het hier niet mee eens nog minder werk.
De huisnijverheid was zwaar, doordat ook handelaren grote rol in de textiel- industrie gingen spelen. Weinig inkomsten voor arbeiders. De productie groeide.
§ 3 een industriele revolutie: Schotland tussen 1750 – 1850 §3.1 mechanisatie: eerst bij het spinnen (m.b.v. water, stoommachine), later bij weven - wevers overbodig - daling lonen protesten wevers!
Initiatief bij koopman – ondernemer machines in werkplaatsen fabrieken (‘ mills’) ± 1800 i.p.v. huisnijverheid
Katoen nam voortouw (gunstige voorwaarden…) Drijvende kracht industrie
Lancashire, Glasgow – massaproductie / groei steden… (urbanisatie).
Ontwikkeling: - ijzerindustrie
- mijnbouw (ijzer, steenkool)
- transport (nieuwe wegen, kanalen, spoorwegen).
Opkomst nieuw economisch stelsel: kapitalisme gevolgen voor de arbeider!
- productiemiddelen + grond, eigendom van particulieren, ondernemers
- doel: winst! (vrije markt)
ontstaan: Naamloze Vennootschap (aandeelhouders)
§3.2 Tot in 18e eeuw: natuurlijke energiebronnen (dieren, wind, waterkracht- goedkoop en efficiënt). Opkomst stoommachine - toepassing buiten mijnen (fabrieken… Watt, verbeteringen) - (± 1840) verspreiding + toepassing vele gebieden: mijnbouw transport… Noodzaak voor Industriële Revolutie - stoommachine: industriegebieden - steenkool (mijnbouw + transport) - ijzerindustrie (mijnbouw + spoorwegen, water…).
§3.3 Noodzaak verbetering + aanleg wegen, kanalen (particulier initiatief tol) - Spoorwegen, 1830 Liverpool – Manchaster (‘ Rocket’) aanzet ‘Railway-boom’ + ‘Revolution of speed’ ± 1850 - Toezicht overheid!
§ 4 Een hard bestaan: Schotland tussen 1750 – 1850
§4.1
Vergelijking: Huisnijverheid Fabriek
- lange dagen, lange - lange dagen, laag loon,
verdiensten, maar: geen persoonlijke vrijheid.
gevoel voor persoon- ‘Radertje van machine’ Ongezond
lijke vrijheid. Afgestompt.
§4.2 Enorme groei bevolking 1750 – 1851 stijging geboortecijfer m.n. in daling geboortecijfer industrie- gebieden. Stormachtige groei steden - urbanisatie centrum (bij fabriek…): arbeiders (‘slums’) buitenwijken: rijken (lucht, groen) Sociale wantoestanden! – armoede, huisvesting, werkomstandigheden. - honger, ziekte.
§4.3 § tot 1850 - arbeidersbeweging, slecht georganiseerd, emotioneel: gewelddadig (vernielen) wevers. Organisatie onderdrukt (verboden tot 1824) __ enkel plaatselijk - geen leiding, geld, angst om te staken. volgend Mislukking Robert Owen goed bedoeld. § Vanaf 1850 - ‘ moderne vakbond’ (_ geschoolde vaklieden) - Stakingswapen (stakingskas) - uitkeringskas (sociale voorzieningen, ziekte, overlijden…) goede organisatie + betaalde bestuursleden (vrijgestelden) Steeds meer erkend - meer rechten. volgend TUC (1900: politieke partij: Labour party). § Onderlinge steun, hulp coöperatieve verenigingen Winkels, fondsen (ziekte, overlijden). Opkomst campagnes, eisen, van bescherming (door ‘ hoogste klassen’ + m.n. kinderarbeid! filantropen). Pas 1830__ beperking en enige bescherming. (begin…) – werkdag - leeftijd Na 1850 verdere maatregelen. - voorzieningen Volgend Great Experiment van Owen.
§ 5 maatschappij en overheid.
§5.1
Onafhankelijkheidsstrijd (1775 – 1783)
Onafhankelijkheidsverklaring VS
Franse Revolutie (1789)
- liberté
- égalité
- fraternité.
De burgerij neemt de macht over
Basis liberalisme: ideeën over gelijkheid van ieder individu.
Adam Smith economisch liberalisme
Hoe groter de arbeidsverdeling grotere productiviteit meer welvaart.
§5.2
Karl Marx
- Communistische manifest
- Das Kapital
- Wetenschappelijk socialisme
Socialisme
- de staat leid de gemeenschap
- klassentegenstellingen verdwijnen
Communisme
- klassenloze samenleving aanbreken
§5.3 geen algemeen kiesrecht leden in Hogerhuis: hadden plaats geërfd. Leden in Lagerhuis: plaats door kleine groep van de bevolking gekozen. 1832: Hervorming kiesstelsel 1836: Beweging voor hervorming van het kiesstelsel en het parlement zelf * ALGEMEEN KIESRECHT
§ 6 de industriële samenleving rond 1850.
Groot- Britannie: koploper in industriele ontwikkeling.
- machines en apparaten; technisch het verst ontwikkeld.
Britse economie groeide
± 1900 Duitsland en de VS nemen als industrielanden leidende rol van GB Over.
Transformatie van de samenleving tussen 1750 en 1850 INDUSTRIELE
REVOLUTIE.
Na 1850
1870 – 1900 technische en wetenschappelijke veranderingen zo groot
2e industriële revolutie.
2e helft 19e eeuw: * meer voorzieningen (nu nog van belang)
- electriciteit, riolering, waterleiding, onderwijs, trams etc.
‘Wet van de remmende voorsprong’
- de gemoderniseerde economie raakte achter op andere landen, die zich sneller en op een hoger niveau van techniek en organisatie konden gaan ontwikkelen.
20e eeuw invloed van GB nam af, niet langer wereldmacht, nog steeds grote rol!
ALGEMENE AANTEKENINGEN .
Liberalisme
- economie
Adam Smith hoe komt rijkdom tot stand?
Als iedereen eigen belang najaagt uiteindelijk; algemeen belang zal hierdoor groter worden (gediend worden).
Arbeidsverdeling: het werk wordt verdeeld onder de werknemers
Productiviteit: (arbeids)productiviteit geeft de verhouding weer tussen de opbrengst en de daarvoor gebruikte hoeveelheid arbeid.
- politiek
· onafhankelijkheidsverklaring VS
· Franse Revolutie
- vrijheid
- gelijkheid (Rationalisme)
- vooruitgangsgeloof
2 zaken die : 1 rechten en vrijheden werden liberalen willen opgeschreven in de grondwet. * stemmen * vrijheid van meningsuiting * vrijheid van pers etc. * vrijheid van godsdienst. 2 willen democratie d.m.v. volksvertegen- woordiging: parlementaire democratie. In begin; alle rijken kiezen. Belastingkiesrecht.
Karl Marx: uitvinder van wetenschappelijk socialisme
Onrecht lag aan kapitalisme
1848 (overal revoluties).
Communistisch manifest (marx + engels)
Das Kapital
Voorspellingen over de toekomst
Economie = het meest belangrijk.
a) Profetariaat (arbeiders):
- steeds meer uitgebuit
- steeds slechter
- steeds meer
Kapitalisten:
- steeds rijker
- cocurrentie; alleen allersterkste blijven over.
b) Proletarische Revolutie
- afschaffing kapitalisme (onteigenen)
- pakken economische en politieke macht
c) dictatuur van het Proletariaat
- verdediging
d) Overwinning
- klassenloze samenleving; voor rechtvaardigheid Communisme.
Socialisme
Revolutie; - reformisme (hervormen).
Evolutie; - ontwikkeling
d.m.v. parlementaire democratie
SDAP; dus Proletariaat steeds beter.
REACTIES
1 seconde geleden