De wereld in klimaatgebieden

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 467 woorden
  • 14 oktober 2003
  • 112 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
112 keer beoordeeld

Nederland heeft een zeeklimaat: zachte winters en een koele zomer.

Het weer = de toestand van de dampkring op een bepaald moment op een bepaalde plaats. Wordt vooral bepaald door: temperatuur, neerslag en wind. Ook aantal uren zonneschijn of de aard van de bewolking. Klimaat = het gemiddelde van het weer over een periode van 30 jaar.

Isothermen: lijnen die plaatsen verbinden met gemiddeld dezelfde temperatuur. Hiermee is de aarde ingedeeld in 3 soorten luchtstreken.

Klimaten kun je indelen in: - tropische klimaten - droge klimaten - zeeklimaten - landklimaten - koude klimaten. Je kan ze ook indelen op: - A - B - C - D - E klimaten

Indeling koppen: A-klimaten: tropische klimaten: Zelfs in de winter is de gemiddelde temp 18 graden

B-klimaten: droge klimaten: Niet onderscheiden door temp maar door hoeveelheid neerslag. Die vrijwel het gehele jaar kleiner is dan de verdamping. Groeien geen bomen.

C-klimaten: zeeklimaten of maritieme klimaten: De gemiddelde temp van de koudste maand is hoger dan –3 graden.

D-klimaten: landklimaten of continentale klimaten: De gemiddelde temp van de koudste maand is lager dan –3.

E-klimaten: polaire klimaten: Heel koud, zelfs in de zomer is de temp onder de 10 gr!

Toevoegingen: Bij A, C en D wordt onderscheid gemaakt op basis van de verdeling van de neerslag. f - geen duidelijke droge periode
s - zomer is erg droog
w - winter is erg droog
bij de B en E klimaten worden hoofdletter toegevoegd
bij E : de T voor toendra klimaat de F en H voor sneeuw- (en hooggebergte) klimaat.

Luchtdruk: het gewicht van de wind.

In de buurt van de polen is het koud. De koude lucht wordt zwaar en daalt, er ontstaat een hoge luchtdruk. Op gematigde breedte (60) is het somers vooral lage luchtdruk en in de winter hoge luchtdruk. In gebieden rond de evenaar is het altijd warm, de lucht wordt warm en gaat dstijgen. Het gewicht neemt af en er ontstaat lage luchtdruk ook wel minimum. Rond de evenaar stijgt de lucht en die daalt weer in de buurt van de subtropen (30). Hier wordt de lucht als het ware in elkaar gedrukt, er ontstaat hoge luchtdruk of een maximum.

Coriolis-effect: het verschijnsel dat een luchtmassa die beweegt langs het aardoppervlak, een afwijking krijgt als gevolg van de draaiing van de aarde.

Wet van Buys Ballot: als je met de wind mee gaat, lligt het hogedrukgebied recht (achter je) en het lagedrukgebied links (voor je). Passaat: een wind die het hele jaar uit dezelfde richting waait en altijd waait van de subtropen tichting evenaar.

Moesson: een wind die per half jaar uit tegengestelde richting waait. In de zomer altijd naar het land toe.

Orkanen: als de windkr8 groter is dan 12 en de windsnelheid 117km per uur of meer is

Typische orkanen ontstaan door: sterke verdamping en stijgende lucht. Condensatie van zeewater versterkt deze stijging.

REACTIES

P.

P.

leuk!

20 jaar geleden

D.

D.

ik wil je heel graag bedanken door jouw verslag heb ik nu een 8 thx doei groetjes dianra uit gouda

20 jaar geleden

B.

B.

stom

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.