Twintigste eeuw
1900- Liberale overheidspolitiek wordt steeds ethischer. Daardoor willen meer opgeleide Nederlanders werken in Indie. Zij krijgen daar hele andere ideeën dan Den Haag en het bestuur in Batavia. Zij vinden dat Nederland zijn schuld moet aflossen aan Indonesië. Een schuld van eeuwen onderdrukking en uitbuiting. Zij vonden dat de Indonesiërs uit hun achterlijke positie moesten worden bevrijd en worden opgevoed tot ontwikkelde mensen. Dit kon volgens hen alleen onder strakke leiding van het Nederlands gezag. Deze gedachtes werden ook overgenomen door de overheid. Door de ethische belangen en ook door het economisch belang ervan. Voor de ethici was onderwijs het middel om de traditionele maatschappij toegankelijk te maken voor Westerse ideeën. Driejarige Desascholen werden ingevoerd voor eenvoudig onderwijs in dorpen. Voor de grote middengroep tussen adel en boerenbevolking werd een Hollands-Indische school opgericht. Toch was niet iedereen blij met de opleidingen. Landbouwondernemingen hadden goedkoop werkvolk nodig. Ook industriele Nederlanders zagen het als risico vanwege toekomstige concurrentie.
1900+- Westers onderwijs slaat aan. Een nieuwe klasse ontstond. Intellectuelen en semi-intellectuelen. Door de kennis en ontwikkeling nam ook de ontevredenheid toe over Nederlands rol en hun eigen tweederangspositie. Dit ontwikkelde zich tot nationalisme.
1904-Japan bewijst door Rusland te verslaan dat Aziaten Westerlingen kunnen verslaan in een moderne oorlog en dat eenheid macht maakt. Het nationalisme wakkert aan.
1904-1909- O.l.v Van Heutsz komt een grote militaire machtsontplooiing tot stand. De KNIL Ook werden de laatste vrije vorsten onder Nederlands gezag gesteld.
1908- Boedi Oetomo (het schone streven) wordt opgericht. Een nationalistische partij die streeft naar gelijkmatige ontwikkeling van de Javaanse bevolking dmv een combinatie van westerse kennis en Javaanse cultuur
1910- Nederland heeft zijn gezag gevestigd met een lange weg vanaf 1816. Het Indonesisch bestuur werd geregeld door een inheems bestuur dat onder het Hollands bestuur stond. Het bestuurscentrum zat in Batavia. Er was een modern communicatienetwerk en twee bestuurstalen. Nederlands en Maleis. Bestuur was formeel in handen van de minister van Koloniën. De hoogste gezagdrager in Indonesië was de G-G. Onder hem stonden zes gouverneurs met de verantwoordelijkheid over 6 gouvernementen. Die bestonden weer uit een paar residenties met een resident aan het hoofd. De regent was inheems en had direct gezag over de bevolking. De regentschappen waren weer onderverdeeld in districten met inheemse districtshoofden.
Holland was de baas, maar het Westers ongeduld en moraal moesten wel op de Indonesische normen en waarden worden afgesteld. Van een bestuursambtenaar werd geëist dat hij aloes (beschaafd), adil (rechtvaardig) en sabar (geduldig).
1911- De Indische Partij en de Sarekat Islam worden opgericht. De Indische Partij streeft naar gelijkheid en samenwerking van alle Indiers om zo te komen tot een zelfstandige staat binnen een gemenebest met Nederland. Deze gematigde denkbeelden waren voor Batavia toch reden genoeg om de partij te argwanen. Na een paar kritische uitlatingen over het gezag werden de drie leiders verbannen naar Nederland. Toen 1 vd leiders, Soewardi, weer terugwas, bewees hij zich door de Taman Siswas-scholen op te richten.
De Sarekat-Islam groeide uit tot een politieke stroming met meer dan een miljoen leden. Eerst gematigd en later anti-overheid en anti-kapitalistisch. De overheid werd er angstig van. Vandaar probeerde ze de partij met verboden te beperken.
1914- Oprichting van de Indisch Sociaal Democratische vereniging IDSV door de Nederlander Sneevliet.
1917-1918- Nationalisme wordt nog meer aangewakkerd door WOI waarin Europeanen beschaafde rol verliezen en door de Russische revolutie.
1918- Volksraad wordt opgericht, bedoeld om de Indonesische bevolking bij het bestuur van Nederlands Indie te betrekken.
1918- Novemberbeloften van G.G Van Limburg Stirum. De beloften aan de volksraad om meer bevoegdheden en een meerderheid van Indonesische leden worden niet waargemaakt door conservatieve tegenstand.
1919- Scheuring in de Sarekat Islam tussen Marxisten en overtuigde Islamieten. Hierdoor verzwakte Sarekat Islam.
1920- Eerste academische opleiding in Indonesie word opgericht. Technische Hogeschool in Bandoeng.
Door verbanning of vertrek van veel leden van de IDSV werd de partij omgedoopt in PKI. Partai Kommunis Indonesia. Dit was de eerste communistische partij in Azië. Door de beloften van de ethische overheid die niet waar konden worden gemaakt werd het radicale nationalisme nog meer aangewakkerd.
1927- Een nieuwe generatie nationalisten laat van zich horen. Zij hadden drie doelen: alle nationalistische stromingen verenigen, medewerking aan koloniale overheid weigeren, onafhankelijkheid doorvoeren. Belangrijk was hierbij de oprichting van de Partai Nasional Indonesia PNI. O.l.v Mohammed Hatta en Soekarno. Soekarno was van de twee de onbetwiste leider. De Westerse kennis die hij had kon hij omzetten in redes met begrippen uit de populaire Wayang. Hierdoor kreeg hij het volk achter zich.
1929- Soekarno heeft vele aanhangers en wordt opgepakt en veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf. De straf werd later omgezet in twee jaar en richtte schade aan binnen de PNI, maar maakte Soekarno ook tot martelaar en held van het volk.
1930-Wereldcrisis. De welvaart eindigt en de kwetsbare economische positie van Nederlands Indie wordt bewezen. Er werd meteen bezuinigd op onderwijs, landbouwvoorlichting, volksgezondheid etc.
Kampioen van bezuinigingen was G.G De Jonge, die een onafhankelijk Indonesie afwees en sterke partijcontroles en perscensuur handhaafde. De bevolking was een en al ontevredenheid.
1931- Soekarno is uit gevangenschap en richt zich op herstel van de partij, die nu Partindo heet. Hij had ook concurrentie gekregen van de PNI-Baroe onder leiding van Sjahrir. Net als Hatta wilde hij een stevige nationalistische organisatie opbouwen, terwijl soekarno meer heil verwachtte van massa-acties.
1932-1933- De Jonge maakt met harde hand een einde aan de acties van mensen als Hatta, Soekarno en Sjahrir. Zij werden verbannen. Sommigen van hen kwamen in concentratiekamp Boven Digoel terecht. Hierdoor bloedden de non-coöperatieve beweging dood, maar het nationalisme niet.
1936- Petitie Soetardjo in de Volksraad. De volksraad nam de petitie aan, maar de tien jaar werd geschrapt.
1938- De Nederlandse regering wijst de petitie Soetardjo af. Indie was niet rijp genoeg voor zelfstandigheid.
1939- De nationalisten reageerden op de afwijzing door de oprichting van de Gapi. Ze deden dit ook om zich te versterken in het licht van de dreiging van WOII. Leiders als Sjahrir en Hatta spraken zich uit tegen Duitsland en Japan. Hun standpunten deden het Nederlands gezag echter niet veel. Ook na het uitbreken van WOII maakte G.G Van Starkenborg Stachouwer duidelijk dat er geen sprake kon zijn van verandering voor het einde van de oorlog.
1941-Japan wilde zich versterken met delfstoffen en andere rijkdommen uit Nederlands Indie en vond dat ze grote invloed in Azie moesten hebben. Daarom was er in 1941 een aanval op Pearl-Harbor, Malakka, en Hongkong. Dit was voor Nederlands-Indie het begin van de oorlog. Nederland verklaarde Japan de oorlog. Hierdoor hoopte nederland op steun van VS en Engeland.
1942- De Japanners stoten door naar Java via Borneo (oliecentrum), vliegbasis Kendari en de strategisch waardevolle eilanden Amon en Timor. Op 27 januari won Japan de slag om de Javazee. Op 8 maart gaf de KNIL zich over. Begin maart was Nederland Indie, met uitzondering van de binnenlanden van Nieuw-Guinea, in handen van Japan. Door de Japanse bezetting moesten de Indonesische leiders een dubbelrol spelen. Ze moesten meewerken aan de Japanse propaganda en probeerden hun eigen nationalisme te ontwikkelingen. Ze gaven veel landgenoten als slavenarbeiders aan Japanners. Dit waren Romoesja’s .
Ook stierven er veel aan honger omdat de Japanners veel rijst opeisten. De Nederlanders werden opgesloten in kampen dus de Indonesiers moesten van de Japanners het werk van de Nederlanders overnemen.
Daarin bleken ze vaak uitstekend, hetgeen het zelfvertrouwen vergrootte.
Op de verjaardag van de Japanse keizer werden de Knil-strijders vrijgelaten. De 40 000 Nederlanders bleven gevangen in Jappenkampen. Ook de Molukkers omdat zij als handlangers werden gezien. De Indo-europeanen bleven ook in de kampen en de 110 000 Nederlandse burgers verdwenen in de kampen. De indo-Europeanen mochten buiten de kampen blijven als ze hun identiteit konden aantonen.
1943- De kampen voor burgers kwamen onder beheer van het Japanse leger en de omstandigheden verslechterden. Het dodencijfer sprong.
1944- Premier Koso van Japan treedt aan en heeft meer begrip voor de omstandigheden voor de onafhankelijkheidsbewegingen in Zuid-Oost Azie dan zijn voorganger. Op 7 september zegde hij Indonesië officieel de onafhankelijkheid toe, zonder een datum te noemen.
1945-De dag na de eerste atoombom op Hiroshima wordt een comite ter voorbereiding van de Indonesische onafhankelijkheid opgericht door Japan. Soekarno en Hatta werden voorzitter en vice-voorzitter. Ze zouden op 18 augustus onafhankelijk worden. Maar op 15 augustus capituleerde Japan al. Japan had nog verantwoordelijkheid voor handhaving van gezag tot de komst van de geallieerden. De onafhankelijkheid liep gevaar. Japan had een status quo beloofd aan Mc Arthur. Pemoeda’s wilden zelf de onafhankelijkheid uitroepen. Maar Soekarno en de zijnen wilde Japan niet op de proef stellen. De Pemoeda’s vonden Soekarno en Hatta uiteindelijke toch bereid tot proclamatie. De Indonesische onafhankelijkheid kon worden uitgeroepen als de Japanners er officieel maar niets van wisten.
1945 17 augustus- Soekarno proclameert de Repoeblik Indonesia. De angst dat dit niet door het westen zou worden erkend leidde tot de Bersiap-periode.
1945 september- De eerste Brits Indische troepen kwamen in Batavia aan. Zij moesten de orde herstellen en de Japanners ontwapenen. Luitenant G.G V. Mook arriveerde met zijn medewerkers. Nederland moest in de ontstane chaos zijn koers bepalen. Hard optreden was niet mogelijk
1946- De Nederlandse troepen worden nu pas door de Engelsen op Java toegelaten. De Engelsen stonden sympathiek tegenover de jonge Indonesische staat, maar erkenden ten slotte toch het Nederlandse gezag op voorwaarde dat de Nederlanders in onderhandeling gingen met Indonesië. De VS wilden ook geen herstel van de kolonie. Dat zou alleen maar het communisme aanwakkeren. Hiermee moest Nederland rekening houden, omdat het afhankelijk was van Amerikaanse steun na de oorlog. Marshall hulp.
Als basis voor de onderhandelingen met de republikeinen gebruikte van Mook een plan waarbij Nederland een federatie van deelstaten zou vormen, de Verenigde Staten van Indonesie. De VSI zou samen met Nederland deelgenoot worden in het koninkrijk. De geplande deelstaten waren Java, Borneo, Sumatra en Oost-Indonesie. Uiteindelijk werd na een mislukte onderhandeling in december in Den Pasar de deelstaat Oost-Indonesie opgericht.
1946 15november- Het akkoord van Linggadjati
1947-Republikeinen gingen na de mitsen en maren van Nederland toch akkoord met de uitvoering van het akkoord van Linggadjati. Maar van uitvoeren kwam niet veel. De Republikeinse troepen hielden zich niet aan de regels van de wapenstilstand. De troepenmacht koste handen vol geld en de situatie was hopeloos. Daarom kwamen er politionele acties. Op 4 augustus kwam er een wapenstilstand. De VN stelde een commissie van goede diensten CGD in.
1948-Overeenkomst tussen de republiek en Nederland op het Amerikaanse oorlogsschip Renville. De Republiek kwam hier verzwakt uit, want Nederland mocht nieuwe deelstaten vormen op het pas veroverde gebied. Van Mook installeerde een regering waarin de republiek niet werd opgenomen. De Nederlandse minister van buitenlandse zaken Stikker was het hier niet mee eens. Hij vreesde een groot conflict. Maar Nederland wilde eerst dat Indonesie ophield met schenden van wapenstilstandregels. Dat gebeurde niet
Daardoor werd de Renville-overeenkomst opgeheven en kwam er een tweede politionele actie.De Nederlandse troepen veroverden daarbij het grootste deel van het republikeinse gebied. De Republikeinse hoofdstad Djokjakarta viel en Soekarno, Hatta en Sjahrir werden weer gevangen genomen.
De veiligheidsraad nam een resolutie aan waarin een staakt-het-vuren en een onmiddellijke vrijlating van de leiders werd geeist. Ook een tegenslag voor Nederland was dat de Indonesische aanhangers van de Nederlandse deelstatenpolitiek het Nederlandse beleid veroordeelden. Er ontstond een patstelling tussen Nederlandse en Indonesische troepen. Vele militairen stierven aan beide kanten en het hielp niets.
1949- o.l.v de United Nations commissieloon voor Indonesië ( unci), volgeden besprekingen tussen Van Royen en zijn Indonesische collega Roem. Deze leidden tot een akkoord. Besloten werd een rondetafelconferentie te houden in Den Haag waarbij de onvoorwaardelijke soevereiniteit aan de verenigde staten van Indonesie zou worden overgedragen. Een belangrijk onderwerp was externe zelfbeschikking. Geen van de Indonesische delegaties wilden dit toestaan. Het lukte nederland wel om Nieuw Guinea voorlopig buiten de soevereiniteitsoverdracht te houden. Dat kwam doordat de CHU en de VVD tegen overdracht waren. Door dit gebied af te zonderen kreeg de regering steun van alle partijen.
1947-27december Soevereiniteitsoverdracht in het paleis op de Dam.
1950- De deelstaat Oost-Indonesie werd opgeheven. Indonesie werd echt een eenheidsstaat. De Molukkers voelden zich bedreigd en wilden geen overheersing. Ze riepen de Repoeblik Maloekoe Selatan uit. Pas een half jaar later had Indonesie daar het gezag heroverd. In juli werd de KNIL opgeheven en moesten militairen kiezen tussen demobiliseren of overstappen op het Indonesisch regeringsleger. De Molukkers weigerden en spanden een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat. Dit wonnen ze en kwamen in Nederland wonen. Dat werd als tijdelijk gezien. Ook veel Indo-Europeanen kwamen hierheen.
1962-Einde van het Nederlands gezag over Nieuw-Guinea
1963-Herstel van de diplomatieke betrekkingen.
1904-1909- O.l.v Van Heutsz komt een grote militaire machtsontplooiing tot stand. De KNIL Ook werden de laatste vrije vorsten onder Nederlands gezag gesteld.
1908- Boedi Oetomo (het schone streven) wordt opgericht. Een nationalistische partij die streeft naar gelijkmatige ontwikkeling van de Javaanse bevolking dmv een combinatie van westerse kennis en Javaanse cultuur
1910- Nederland heeft zijn gezag gevestigd met een lange weg vanaf 1816. Het Indonesisch bestuur werd geregeld door een inheems bestuur dat onder het Hollands bestuur stond. Het bestuurscentrum zat in Batavia. Er was een modern communicatienetwerk en twee bestuurstalen. Nederlands en Maleis. Bestuur was formeel in handen van de minister van Koloniën. De hoogste gezagdrager in Indonesië was de G-G. Onder hem stonden zes gouverneurs met de verantwoordelijkheid over 6 gouvernementen. Die bestonden weer uit een paar residenties met een resident aan het hoofd. De regent was inheems en had direct gezag over de bevolking. De regentschappen waren weer onderverdeeld in districten met inheemse districtshoofden.
Holland was de baas, maar het Westers ongeduld en moraal moesten wel op de Indonesische normen en waarden worden afgesteld. Van een bestuursambtenaar werd geëist dat hij aloes (beschaafd), adil (rechtvaardig) en sabar (geduldig).
1911- De Indische Partij en de Sarekat Islam worden opgericht. De Indische Partij streeft naar gelijkheid en samenwerking van alle Indiers om zo te komen tot een zelfstandige staat binnen een gemenebest met Nederland. Deze gematigde denkbeelden waren voor Batavia toch reden genoeg om de partij te argwanen. Na een paar kritische uitlatingen over het gezag werden de drie leiders verbannen naar Nederland. Toen 1 vd leiders, Soewardi, weer terugwas, bewees hij zich door de Taman Siswas-scholen op te richten.
De Sarekat-Islam groeide uit tot een politieke stroming met meer dan een miljoen leden. Eerst gematigd en later anti-overheid en anti-kapitalistisch. De overheid werd er angstig van. Vandaar probeerde ze de partij met verboden te beperken.
1914- Oprichting van de Indisch Sociaal Democratische vereniging IDSV door de Nederlander Sneevliet.
1917-1918- Nationalisme wordt nog meer aangewakkerd door WOI waarin Europeanen beschaafde rol verliezen en door de Russische revolutie.
1918- Volksraad wordt opgericht, bedoeld om de Indonesische bevolking bij het bestuur van Nederlands Indie te betrekken.
1918- Novemberbeloften van G.G Van Limburg Stirum. De beloften aan de volksraad om meer bevoegdheden en een meerderheid van Indonesische leden worden niet waargemaakt door conservatieve tegenstand.
1919- Scheuring in de Sarekat Islam tussen Marxisten en overtuigde Islamieten. Hierdoor verzwakte Sarekat Islam.
1920- Eerste academische opleiding in Indonesie word opgericht. Technische Hogeschool in Bandoeng.
Door verbanning of vertrek van veel leden van de IDSV werd de partij omgedoopt in PKI. Partai Kommunis Indonesia. Dit was de eerste communistische partij in Azië. Door de beloften van de ethische overheid die niet waar konden worden gemaakt werd het radicale nationalisme nog meer aangewakkerd.
1927- Een nieuwe generatie nationalisten laat van zich horen. Zij hadden drie doelen: alle nationalistische stromingen verenigen, medewerking aan koloniale overheid weigeren, onafhankelijkheid doorvoeren. Belangrijk was hierbij de oprichting van de Partai Nasional Indonesia PNI. O.l.v Mohammed Hatta en Soekarno. Soekarno was van de twee de onbetwiste leider. De Westerse kennis die hij had kon hij omzetten in redes met begrippen uit de populaire Wayang. Hierdoor kreeg hij het volk achter zich.
1929- Soekarno heeft vele aanhangers en wordt opgepakt en veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf. De straf werd later omgezet in twee jaar en richtte schade aan binnen de PNI, maar maakte Soekarno ook tot martelaar en held van het volk.
1930-Wereldcrisis. De welvaart eindigt en de kwetsbare economische positie van Nederlands Indie wordt bewezen. Er werd meteen bezuinigd op onderwijs, landbouwvoorlichting, volksgezondheid etc.
Kampioen van bezuinigingen was G.G De Jonge, die een onafhankelijk Indonesie afwees en sterke partijcontroles en perscensuur handhaafde. De bevolking was een en al ontevredenheid.
1931- Soekarno is uit gevangenschap en richt zich op herstel van de partij, die nu Partindo heet. Hij had ook concurrentie gekregen van de PNI-Baroe onder leiding van Sjahrir. Net als Hatta wilde hij een stevige nationalistische organisatie opbouwen, terwijl soekarno meer heil verwachtte van massa-acties.
1932-1933- De Jonge maakt met harde hand een einde aan de acties van mensen als Hatta, Soekarno en Sjahrir. Zij werden verbannen. Sommigen van hen kwamen in concentratiekamp Boven Digoel terecht. Hierdoor bloedden de non-coöperatieve beweging dood, maar het nationalisme niet.
1936- Petitie Soetardjo in de Volksraad. De volksraad nam de petitie aan, maar de tien jaar werd geschrapt.
1938- De Nederlandse regering wijst de petitie Soetardjo af. Indie was niet rijp genoeg voor zelfstandigheid.
1939- De nationalisten reageerden op de afwijzing door de oprichting van de Gapi. Ze deden dit ook om zich te versterken in het licht van de dreiging van WOII. Leiders als Sjahrir en Hatta spraken zich uit tegen Duitsland en Japan. Hun standpunten deden het Nederlands gezag echter niet veel. Ook na het uitbreken van WOII maakte G.G Van Starkenborg Stachouwer duidelijk dat er geen sprake kon zijn van verandering voor het einde van de oorlog.
1941-Japan wilde zich versterken met delfstoffen en andere rijkdommen uit Nederlands Indie en vond dat ze grote invloed in Azie moesten hebben. Daarom was er in 1941 een aanval op Pearl-Harbor, Malakka, en Hongkong. Dit was voor Nederlands-Indie het begin van de oorlog. Nederland verklaarde Japan de oorlog. Hierdoor hoopte nederland op steun van VS en Engeland.
1942- De Japanners stoten door naar Java via Borneo (oliecentrum), vliegbasis Kendari en de strategisch waardevolle eilanden Amon en Timor. Op 27 januari won Japan de slag om de Javazee. Op 8 maart gaf de KNIL zich over. Begin maart was Nederland Indie, met uitzondering van de binnenlanden van Nieuw-Guinea, in handen van Japan. Door de Japanse bezetting moesten de Indonesische leiders een dubbelrol spelen. Ze moesten meewerken aan de Japanse propaganda en probeerden hun eigen nationalisme te ontwikkelingen. Ze gaven veel landgenoten als slavenarbeiders aan Japanners. Dit waren Romoesja’s .
Ook stierven er veel aan honger omdat de Japanners veel rijst opeisten. De Nederlanders werden opgesloten in kampen dus de Indonesiers moesten van de Japanners het werk van de Nederlanders overnemen.
Daarin bleken ze vaak uitstekend, hetgeen het zelfvertrouwen vergrootte.
Op de verjaardag van de Japanse keizer werden de Knil-strijders vrijgelaten. De 40 000 Nederlanders bleven gevangen in Jappenkampen. Ook de Molukkers omdat zij als handlangers werden gezien. De Indo-europeanen bleven ook in de kampen en de 110 000 Nederlandse burgers verdwenen in de kampen. De indo-Europeanen mochten buiten de kampen blijven als ze hun identiteit konden aantonen.
1943- De kampen voor burgers kwamen onder beheer van het Japanse leger en de omstandigheden verslechterden. Het dodencijfer sprong.
1944- Premier Koso van Japan treedt aan en heeft meer begrip voor de omstandigheden voor de onafhankelijkheidsbewegingen in Zuid-Oost Azie dan zijn voorganger. Op 7 september zegde hij Indonesië officieel de onafhankelijkheid toe, zonder een datum te noemen.
1945-De dag na de eerste atoombom op Hiroshima wordt een comite ter voorbereiding van de Indonesische onafhankelijkheid opgericht door Japan. Soekarno en Hatta werden voorzitter en vice-voorzitter. Ze zouden op 18 augustus onafhankelijk worden. Maar op 15 augustus capituleerde Japan al. Japan had nog verantwoordelijkheid voor handhaving van gezag tot de komst van de geallieerden. De onafhankelijkheid liep gevaar. Japan had een status quo beloofd aan Mc Arthur. Pemoeda’s wilden zelf de onafhankelijkheid uitroepen. Maar Soekarno en de zijnen wilde Japan niet op de proef stellen. De Pemoeda’s vonden Soekarno en Hatta uiteindelijke toch bereid tot proclamatie. De Indonesische onafhankelijkheid kon worden uitgeroepen als de Japanners er officieel maar niets van wisten.
1945 17 augustus- Soekarno proclameert de Repoeblik Indonesia. De angst dat dit niet door het westen zou worden erkend leidde tot de Bersiap-periode.
1945 september- De eerste Brits Indische troepen kwamen in Batavia aan. Zij moesten de orde herstellen en de Japanners ontwapenen. Luitenant G.G V. Mook arriveerde met zijn medewerkers. Nederland moest in de ontstane chaos zijn koers bepalen. Hard optreden was niet mogelijk
1946- De Nederlandse troepen worden nu pas door de Engelsen op Java toegelaten. De Engelsen stonden sympathiek tegenover de jonge Indonesische staat, maar erkenden ten slotte toch het Nederlandse gezag op voorwaarde dat de Nederlanders in onderhandeling gingen met Indonesië. De VS wilden ook geen herstel van de kolonie. Dat zou alleen maar het communisme aanwakkeren. Hiermee moest Nederland rekening houden, omdat het afhankelijk was van Amerikaanse steun na de oorlog. Marshall hulp.
Als basis voor de onderhandelingen met de republikeinen gebruikte van Mook een plan waarbij Nederland een federatie van deelstaten zou vormen, de Verenigde Staten van Indonesie. De VSI zou samen met Nederland deelgenoot worden in het koninkrijk. De geplande deelstaten waren Java, Borneo, Sumatra en Oost-Indonesie. Uiteindelijk werd na een mislukte onderhandeling in december in Den Pasar de deelstaat Oost-Indonesie opgericht.
1946 15november- Het akkoord van Linggadjati
1947-Republikeinen gingen na de mitsen en maren van Nederland toch akkoord met de uitvoering van het akkoord van Linggadjati. Maar van uitvoeren kwam niet veel. De Republikeinse troepen hielden zich niet aan de regels van de wapenstilstand. De troepenmacht koste handen vol geld en de situatie was hopeloos. Daarom kwamen er politionele acties. Op 4 augustus kwam er een wapenstilstand. De VN stelde een commissie van goede diensten CGD in.
1948-Overeenkomst tussen de republiek en Nederland op het Amerikaanse oorlogsschip Renville. De Republiek kwam hier verzwakt uit, want Nederland mocht nieuwe deelstaten vormen op het pas veroverde gebied. Van Mook installeerde een regering waarin de republiek niet werd opgenomen. De Nederlandse minister van buitenlandse zaken Stikker was het hier niet mee eens. Hij vreesde een groot conflict. Maar Nederland wilde eerst dat Indonesie ophield met schenden van wapenstilstandregels. Dat gebeurde niet
Daardoor werd de Renville-overeenkomst opgeheven en kwam er een tweede politionele actie.De Nederlandse troepen veroverden daarbij het grootste deel van het republikeinse gebied. De Republikeinse hoofdstad Djokjakarta viel en Soekarno, Hatta en Sjahrir werden weer gevangen genomen.
De veiligheidsraad nam een resolutie aan waarin een staakt-het-vuren en een onmiddellijke vrijlating van de leiders werd geeist. Ook een tegenslag voor Nederland was dat de Indonesische aanhangers van de Nederlandse deelstatenpolitiek het Nederlandse beleid veroordeelden. Er ontstond een patstelling tussen Nederlandse en Indonesische troepen. Vele militairen stierven aan beide kanten en het hielp niets.
1949- o.l.v de United Nations commissieloon voor Indonesië ( unci), volgeden besprekingen tussen Van Royen en zijn Indonesische collega Roem. Deze leidden tot een akkoord. Besloten werd een rondetafelconferentie te houden in Den Haag waarbij de onvoorwaardelijke soevereiniteit aan de verenigde staten van Indonesie zou worden overgedragen. Een belangrijk onderwerp was externe zelfbeschikking. Geen van de Indonesische delegaties wilden dit toestaan. Het lukte nederland wel om Nieuw Guinea voorlopig buiten de soevereiniteitsoverdracht te houden. Dat kwam doordat de CHU en de VVD tegen overdracht waren. Door dit gebied af te zonderen kreeg de regering steun van alle partijen.
1947-27december Soevereiniteitsoverdracht in het paleis op de Dam.
1950- De deelstaat Oost-Indonesie werd opgeheven. Indonesie werd echt een eenheidsstaat. De Molukkers voelden zich bedreigd en wilden geen overheersing. Ze riepen de Repoeblik Maloekoe Selatan uit. Pas een half jaar later had Indonesie daar het gezag heroverd. In juli werd de KNIL opgeheven en moesten militairen kiezen tussen demobiliseren of overstappen op het Indonesisch regeringsleger. De Molukkers weigerden en spanden een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat. Dit wonnen ze en kwamen in Nederland wonen. Dat werd als tijdelijk gezien. Ook veel Indo-Europeanen kwamen hierheen.
1962-Einde van het Nederlands gezag over Nieuw-Guinea
1963-Herstel van de diplomatieke betrekkingen.
REACTIES
1 seconde geleden