Chronologie: Van Nederlands-Indië tot Indonesië
1300-Islam krijgt vaste voet in Indonesië, maar kan het geloof in magische kracht vd vorst niet veranderen.
Zestiende Eeuw…
1511- Portugezen verschijnen in Indonesië met handelsvloten
1596- Hollanders zetten voor het eerst voet aan wal in Java. Java was toen een ontwikkeld gebied. Na deze expeditie ontwikkelde de vaderlandse scheepvaart op Azië zich snel.
Zeventiende Eeuw 1602-De V.O.C wordt opgericht door de regering van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Zeeuwse kooplieden en Hollandse kooplieden... Eerst werden allerlei handelsondernemingen opgericht om een flink aandeel in de specerijenhandel te veroveren in Indonesië. Maar de concurrentie was te groot. Ook de Portugese en Engelse kooplui verzetten zich tegen de groeiende Hollandse invloed. Vandaar de V.O.C. Samen zouden ze sterker zijn. 1602-1610-De V.O.C krijgt van de Staten-Generaal het alleenrecht voor handel op Indonesië. Zij mochten: verdragen sluiten, oorlog voeren en nederzettingen stichten. De Compagnie versterkte hierdoor in deze jaren haar positie met verdragen, list en militaire kracht. Ook bouwden ze een enorme kennis op over de handel in Indonesië. Door deze versterkte positie kwam er behoefte aan een bestuur binnen Indonesië. 1610- De functie van Gouverneur-generaal wordt ingesteld. Hij wordt bijgestaan door een collegiaal bestuur, de Raad van Indie. 1616-Batavia verrijst op de puinhopen van het door Hollanders verwoeste DJakarta. Batavia werd de centrale vestiging. Zo werd de V.O.C dus uiteindelijk een politieke macht temidden van de vele Indonesische staten en staatjes. 1619- Jan Pieterszoon Coen wordt gouverneur-generaal. Hij zorgde voor een monopolie in nootmuskaathandel. Muskaatnoten groeiden enkel op de Molukse Banda-eilanden. De Bandanezen ontdoken het leveringscontract met de V.O.C omdat dat handel met anderen uitsloot. Zij leefden van een wijdvertakte ruilhandel en hadden de nootmuskaat nodig om aan andere goederen te komen zoals zijde, aardewerk, wapens, ijzer, rijst. 1621- Coen straft de Bandanezen voor hun contractbreuk. Hij laat het grootste deel van de Bandanese bevolking uitroeien. Na deze uitroeiing werden de eilanden herbevolkt door V.O.C personeel. Zij mochten voortaan alleen nog telen voor de V.O.C.
Achttiende Eeuw In de loop van de achttiende eeuw worden Frankrijk en Engeland steeds machtiger in Europa. De macht van de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden brokkelt steeds verder af. 1780- De republiek raakt in oorlog met Engeland. Deze oorlog was een ramp voor de V.O.C want de Engelsen blokkeerden de directe verbindingen tussen Nederland en de Indonesische archipel. Het Compagnie-bestuur in Batavia raakt in geldnood doordat de V.O.C-directie in Nederland verbood om de opgestapelde voorraden op de vrije markt te verkopen. 1784- De vrede van Parijs. De oorlog met Engeland eindigt. 1795- De Republiek wordt veroverd door revolutionair Franse troepen. Deze verovering leidt tot een Frans-Nederlands verdrag waardoor de republiek aan de Franse kant kwam te staan in de oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Hierdoor vertrok de stadhouder van de republiek; Willem V. Hij was pro-Engels. Hij ging in ballingschap in Engeland. Hier schreef hij zijn brieven van Kew. Door deze bevelen bleef alleen Java en enkele andere gebieden in de Indonesische archipel nog in handen van Holland. De rest werd voor Engeland. Al deze ontwikkelingen betekenden de nekslag voor de V.O.C. In Nederland wordt ondertussen de Bataafse Republiek gesticht. Men geloofde in de idealen van de Franse revolutie.: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Gold dit dan ook voor de bewoners van het vroegere V.O.C bestuur? Veel mensen in de republiek vonden van wel. Maar de bestuurders in Batavia vonden van niet. 1795(24 december)-De V.O.C wordt opgeheven door de Staten-Generaal. Het bestuur wordt overgegeven aan een waarnemend comité.
1796(1 maart) De Compagnie houdt op te bestaan.
Negentiende Eeuw 1802- Een commissie wordt gevormd die een grondwet (bestuursregeling)voor de kolonie moest ontwerpen. In deze commissie stonden twee stromingen tegenover elkaar. Een conservatieve, die de bevoorrechte positie van de Nederlanders verdedigde en een meer vooruitstrevende, die de koloniale maatschappij wilde hervormen en meer oog had voor het lot van de Indonesiërs. In de koloniale paragraaf van de Bataafse grondwet van 1802 was niets van die vooruitstrevendheid terug te vinden. Toch betekende deze grondwet, gevormd door de commissie, wel een verandering. De VOC was niet langer de baas in Indonesie, maar het moederland deelde van nu af aan de lakens uit. 1806- Er komt een einde aan de Bataafse republiek. Napoleon sticht het Koninkrijk Holland. Nederland was een deel van Frankrijk geworden. Voor het bestuur over de VOC-gebieden die nog niet in Engelse handen waren gevallen, zocht Napoleon een krachtige persoonlijkheid. 1808- mr Herman Willem Daendels wordt bestuurder van de overgebleven VOC-gebieden. 1808-1811- Daendels zorgde voor de aanles van de Grote Postweg met behulp van herendiensten. Onder de duizenden boeren die hieraan meewerkten (en het in 1 jaar afmaakten), vielen duizenden doden door ongelukken of uitputting. Daendels werd door z’n gedrag steeds meer gehaat door Nederlanders en Indonesiërs. Door zijn geldzucht en grootheidswaanzin gaf hij zijn belangrijke vijanden doeltreffende wapens in handen. Deze mensen die hem zo haatten, wisten hierdoor Napoleon te overtuigen van de noodzaak van Daendels’ ontslag. 1811- Daendels wordt ontslagen. De Nederlanders waren hierna niet meer in staat Java tegenover de Engelse troepen te verdedigen. Het bestuur komt dan ook in handen van Thomas Stamford Raffles. Maar de plannen van Raffles werkten niet. Ze sloten niet aan bij het karakter van de desa’s. Daar bestond een gemeenschappelijke belastingheffing die door de dorpshoofden over de bevolking werd verdeeld. Bovendien ontbraken betrouwbare gegevens om de individuele landrente op te baseren. Het landrente- systeem van Raffles betekende in de praktijk een lastenverzwaring voor de boeren. 1814- De Engelsen en de Nederlanders komen tot een overeenkomst, waarbij het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden (de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden) het beheer over de voormalige overzeese bezittingen terugkrijgt. 1816-Nederland heeft nu pas het koloniaal gezag hersteld door een tekort aan troepen en een geringe haast van de Engelsen. Op veel plaatsen verzette de bevolking zich tegen dit herstel. Het felst in de Molukken. De Engelsen waren hier altijd soepel geweest en nu kwam er een veel strenger Nederlands gezag. 1817(16 mei)- Molukkers veroveren het fort van Duurstede op het eiland Sapoera. Bij deze verovering worden de bezetters gedood waaronder de nieuwe resident Van den Berg. (De verovering is onder leiding van Thomas Matoelesia, ook wel Pattimoera genoemd). Hierdoor groeide het eiland uit tot een centrum van verzet tegen Holland. Het koloniale gezag leed nog meer gezichtsverlies toen een invasiemacht bij de landing op Sapoera werd afgeslacht. 1817(november)-Onder leiding van schout-bij-nacht Buyskens breekt een geslaagde expeditie het verzet op Sapoera. Hij verhardde het bestuur op de Ambonese Molukken en Matoelesia werd in het openbaar opgehangen. 1816-1830- De basis voor het koloniale beleid in de 19e en 20e eeuw wordt hier gelegd. De opstelling van Nederland tegenover de vorsten was veranderd. Volgens Nederland kon er geen welvaart zijn omdat het volk werd uitgebuit door de vorsten. In het eerste regeringsreglement van Nederlands-Indie (nieuwe naam voor de kolonie) stond dat Nederland zich meer ging bemoeien met Indonesische gezagsverhoudingen. 1825- De Java-oorlog breekt uit. Als oorzaak onder andere de toegenomen bemoeizucht van Holland. Behalve bij de Midden-Javaanse vorsten leefde het verzet ook bij het volk dat partij koos voor de vorsten. Leider van het verzet was Dipanegara. Eerst leek Nederland te verliezen door de onbekendheid met de guerrillastrijders. Maar toen ze zich aanpasten aan de Javaanse oorlogsmanier ging het beter. De strijd eindigde doordat generaal de Kock tijdens onderhandelingen onverhoeds Dipanegara gevangen nam. De oorlog kostte aan 15000 Nederlanders het leven en aan 200 000 Javanen. 1830- De Java-oorlog is voorbij en de Javaanse bestuursadel wordt versneld aan het Nederlandse gezag onderworpen. Het roer werd omgegooid omdat de kolonie het moederland enkel nog geld kostte in plaats van dat het opbracht. Het cultuurstelsel werd ingevoerd. Door het cs moesten er wegen aangelegd en onderhouden worden voor transport van de producten. Hierbij maakte het Nederlandse bestuur weer gebruik van herendiensten. Ondanks deze extra druk voor de bevolking ontstonden toch nieuwe banen en nam welvaart in sommige gebieden toe. Voor Nederland was CS een echte goudmijn. 1848- Grondwetswijziging waardoor het parlement in Den Haag ging meebeslissen over het koloniale beleid. 1850-1860-Cultuurstelsel levert voor Nederland ruim 30% van het totale staatsinkomen op. 1859- Multatuli schrijft Max Havelaar. Je zou hem de uitvinder kunnen noemen van de ethische koers. 1863- J.Nienhuys begint met de teelt van tabak in Deli (sumatra) Dit gebied was dunbevolkt en toch was er arbeid nodig. Hij wierf daarom Chinese koelies uit Malakka. 1870- Er kwam een einde aan het cultuurstelsel. Onder ander het parlement had commentaar op de druk die gelegd werd op de Javaanse bevolking. De liberalen zagen bovendien meer in arbeid dan in dwangcultuur. Dan zouden de opbrengsten volgens hen nog hoger uitvallen. Dus nu kwam de Agrarische Wet tot stand waardoor particuliere ondernemers zich konden vestigen in de kolonie. Er kwam een definitief einde aan de verplichte bouw van suikerriet. Alleen koffie bleef nog tot 1915 gedwongen geteeld. 1870- Begin van de Westerse expansie. Particuliere kapitaalbezitters in Nederland kregen interesse om in Nederlands-Indie te gaan beleggen. Hiermee werden landbouwondernemingen en fabrieken opgericht. Die bedrijven hadden personeel nodig. Geschoolde Nederlanders en ongeschoolde Indonesiërs. Dat Nederlandse personeel verdiende goed en had koopkracht. Dat was goed voor de Nederlandse bedrijven die in Nederlands Indie een markt zochten voor hun product. Nederlands-Indie werd dus belangrijk als afzet- en exploitatiegebied. Hierom, en om de wedloop om koloniën, wilde Nederland zijn gezag over Indie veiligstellen. 1891- In het sultanaat Deli op Noord-Sumatra ontwikkelt zich een winstgevende tabakscultuur die veel ondernemers uit heel Europa aantrok. De hele maatschappij was dynamischer en zakelijker geworden door de vrije ondernemer. Doordat de westerse producten goed moesten worden verspreid in de archipel en de landbouwproducten moesten worden afgevoerd, werd de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij opgericht. Deze KPM groeide uit tot de grote vervoerder door een net van scheepvaartlijnen. Door de expansie is er veel vraag naar geschoolde arbeiders en dus ziet Nederland het nut in van betere scholing. Ook gezondheidszorg moest verbeterd worden voor gezonde arbeiders en om Europeanen te trekken om te komen werken in Nederlands Indie.
Twintigste eeuw 1900- Liberale overheidspolitiek wordt steeds ethischer. Daardoor willen meer opgeleide Nederlanders werken in Indie. Zij krijgen daar hele andere ideeën dan Den Haag en het bestuur in Batavia. Zij vinden dat Nederland zijn schuld moet aflossen aan Indonesië. Een schuld van eeuwen onderdrukking en uitbuiting. Zij vonden dat de Indonesiërs uit hun achterlijke positie moesten worden bevrijd en worden opgevoed tot ontwikkelde mensen. Dit kon volgens hen alleen onder strakke leiding van het Nederlands gezag. Deze gedachtes werden ook overgenomen door de overheid. Door de ethische belangen en ook door het economisch belang ervan. Voor de ethici was onderwijs het middel om de traditionele maatschappij toegankelijk te maken voor Westerse ideeën. Driejarige Desascholen werden ingevoerd voor eenvoudig onderwijs in dorpen. Voor de grote middengroep tussen adel en boerenbevolking werd een Hollands-Indische school opgericht. Toch was niet iedereen blij met de opleidingen. Landbouwondernemingen hadden goedkoop werkvolk nodig. Ook industriele Nederlanders zagen het als risico vanwege toekomstige concurrentie. 1900+- Westers onderwijs slaat aan. Een nieuwe klasse ontstond. Intellectuelen en semi-intellectuelen. Door de kennis en ontwikkeling nam ook de ontevredenheid toe over Nederlands rol en hun eigen tweederangspositie. Dit ontwikkelde zich tot nationalisme. 1904-Japan bewijst door Rusland te verslaan dat Aziaten Westerlingen kunnen verslaan in een moderne oorlog en dat eenheid macht maakt. Het nationalisme wakkert aan.
1904-1909- O.l.v Van Heutsz komt een grote militaire machtsontplooiing tot stand. De KNIL Ook werden de laatste vrije vorsten onder Nederlands gezag gesteld.
1908- Boedi Oetomo (het schone streven) wordt opgericht. Een nationalistische partij die streeft naar gelijkmatige ontwikkeling van de Javaanse bevolking dmv een combinatie van westerse kennis en Javaanse cultuur
1910- Nederland heeft zijn gezag gevestigd met een lange weg vanaf 1816. Het Indonesisch bestuur werd geregeld door een inheems bestuur dat onder het Hollands bestuur stond. Het bestuurscentrum zat in Batavia. Er was een modern communicatienetwerk en twee bestuurstalen. Nederlands en Maleis. Bestuur was formeel in handen van de minister van Koloniën. De hoogste gezagdrager in Indonesië was de G-G. Onder hem stonden zes gouverneurs met de verantwoordelijkheid over 6 gouvernementen. Die bestonden weer uit een paar residenties met een resident aan het hoofd. De regent was inheems en had direct gezag over de bevolking. De regentschappen waren weer onderverdeeld in districten met inheemse districtshoofden.
Holland was de baas, maar het Westers ongeduld en moraal moesten wel op de Indonesische normen en waarden worden afgesteld. Van een bestuursambtenaar werd geëist dat hij aloes (beschaafd), adil (rechtvaardig) en sabar (geduldig).
1911- De Indische Partij en de Sarekat Islam worden opgericht. De Indische Partij streeft naar gelijkheid en samenwerking van alle Indiers om zo te komen tot een zelfstandige staat binnen een gemenebest met Nederland. Deze gematigde denkbeelden waren voor Batavia toch reden genoeg om de partij te argwanen. Na een paar kritische uitlatingen over het gezag werden de drie leiders verbannen naar Nederland. Toen 1 vd leiders, Soewardi, weer terugwas, bewees hij zich door de Taman Siswas-scholen op te richten.
De Sarekat-Islam groeide uit tot een politieke stroming met meer dan een miljoen leden. Eerst gematigd en later anti-overheid en anti-kapitalistisch. De overheid werd er angstig van. Vandaar probeerde ze de partij met verboden te beperken.
1914- Oprichting van de Indisch Sociaal Democratische vereniging IDSV door de Nederlander Sneevliet.
1917-1918- Nationalisme wordt nog meer aangewakkerd door WOI waarin Europeanen beschaafde rol verliezen en door de Russische revolutie.
1918- Volksraad wordt opgericht, bedoeld om de Indonesische bevolking bij het bestuur van Nederlands Indie te betrekken.
1918- Novemberbeloften van G.G Van Limburg Stirum. De beloften aan de volksraad om meer bevoegdheden en een meerderheid van Indonesische leden worden niet waargemaakt door conservatieve tegenstand.
1919- Scheuring in de Sarekat Islam tussen Marxisten en overtuigde Islamieten. Hierdoor verzwakte Sarekat Islam.
1920- Eerste academische opleiding in Indonesie word opgericht. Technische Hogeschool in Bandoeng.
Door verbanning of vertrek van veel leden van de IDSV werd de partij omgedoopt in PKI. Partai Kommunis Indonesia. Dit was de eerste communistische partij in Azië. Door de beloften van de ethische overheid die niet waar konden worden gemaakt werd het radicale nationalisme nog meer aangewakkerd.
1927- Een nieuwe generatie nationalisten laat van zich horen. Zij hadden drie doelen: alle nationalistische stromingen verenigen, medewerking aan koloniale overheid weigeren, onafhankelijkheid doorvoeren. Belangrijk was hierbij de oprichting van de Partai Nasional Indonesia PNI. O.l.v Mohammed Hatta en Soekarno. Soekarno was van de twee de onbetwiste leider. De Westerse kennis die hij had kon hij omzetten in redes met begrippen uit de populaire Wayang. Hierdoor kreeg hij het volk achter zich.
1929- Soekarno heeft vele aanhangers en wordt opgepakt en veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf. De straf werd later omgezet in twee jaar en richtte schade aan binnen de PNI, maar maakte Soekarno ook tot martelaar en held van het volk.
1930-Wereldcrisis. De welvaart eindigt en de kwetsbare economische positie van Nederlands Indie wordt bewezen. Er werd meteen bezuinigd op onderwijs, landbouwvoorlichting, volksgezondheid etc.
Kampioen van bezuinigingen was G.G De Jonge, die een onafhankelijk Indonesie afwees en sterke partijcontroles en perscensuur handhaafde. De bevolking was een en al ontevredenheid.
1931- Soekarno is uit gevangenschap en richt zich op herstel van de partij, die nu Partindo heet. Hij had ook concurrentie gekregen van de PNI-Baroe onder leiding van Sjahrir. Net als Hatta wilde hij een stevige nationalistische organisatie opbouwen, terwijl soekarno meer heil verwachtte van massa-acties.
1932-1933- De Jonge maakt met harde hand een einde aan de acties van mensen als Hatta, Soekarno en Sjahrir. Zij werden verbannen. Sommigen van hen kwamen in concentratiekamp Boven Digoel terecht. Hierdoor bloedden de non-coöperatieve beweging dood, maar het nationalisme niet.
1936- Petitie Soetardjo in de Volksraad. De volksraad nam de petitie aan, maar de tien jaar werd geschrapt.
1938- De Nederlandse regering wijst de petitie Soetardjo af. Indie was niet rijp genoeg voor zelfstandigheid.
1939- De nationalisten reageerden op de afwijzing door de oprichting van de Gapi. Ze deden dit ook om zich te versterken in het licht van de dreiging van WOII. Leiders als Sjahrir en Hatta spraken zich uit tegen Duitsland en Japan. Hun standpunten deden het Nederlands gezag echter niet veel. Ook na het uitbreken van WOII maakte G.G Van Starkenborg Stachouwer duidelijk dat er geen sprake kon zijn van verandering voor het einde van de oorlog.
1941-Japan wilde zich versterken met delfstoffen en andere rijkdommen uit Nederlands Indie en vond dat ze grote invloed in Azie moesten hebben. Daarom was er in 1941 een aanval op Pearl-Harbor, Malakka, en Hongkong. Dit was voor Nederlands-Indie het begin van de oorlog. Nederland verklaarde Japan de oorlog. Hierdoor hoopte nederland op steun van VS en Engeland.
1942- De Japanners stoten door naar Java via Borneo (oliecentrum), vliegbasis Kendari en de strategisch waardevolle eilanden Amon en Timor. Op 27 januari won Japan de slag om de Javazee. Op 8 maart gaf de KNIL zich over. Begin maart was Nederland Indie, met uitzondering van de binnenlanden van Nieuw-Guinea, in handen van Japan. Door de Japanse bezetting moesten de Indonesische leiders een dubbelrol spelen. Ze moesten meewerken aan de Japanse propaganda en probeerden hun eigen nationalisme te ontwikkelingen. Ze gaven veel landgenoten als slavenarbeiders aan Japanners. Dit waren Romoesja’s .
Ook stierven er veel aan honger omdat de Japanners veel rijst opeisten. De Nederlanders werden opgesloten in kampen dus de Indonesiers moesten van de Japanners het werk van de Nederlanders overnemen.
Daarin bleken ze vaak uitstekend, hetgeen het zelfvertrouwen vergrootte.
Op de verjaardag van de Japanse keizer werden de Knil-strijders vrijgelaten. De 40 000 Nederlanders bleven gevangen in Jappenkampen. Ook de Molukkers omdat zij als handlangers werden gezien. De Indo-europeanen bleven ook in de kampen en de 110 000 Nederlandse burgers verdwenen in de kampen. De indo-Europeanen mochten buiten de kampen blijven als ze hun identiteit konden aantonen.
1943- De kampen voor burgers kwamen onder beheer van het Japanse leger en de omstandigheden verslechterden. Het dodencijfer sprong.
1944- Premier Koso van Japan treedt aan en heeft meer begrip voor de omstandigheden voor de onafhankelijkheidsbewegingen in Zuid-Oost Azie dan zijn voorganger. Op 7 september zegde hij Indonesië officieel de onafhankelijkheid toe, zonder een datum te noemen.
1945-De dag na de eerste atoombom op Hiroshima wordt een comite ter voorbereiding van de Indonesische onafhankelijkheid opgericht door Japan. Soekarno en Hatta werden voorzitter en vice-voorzitter. Ze zouden op 18 augustus onafhankelijk worden. Maar op 15 augustus capituleerde Japan al. Japan had nog verantwoordelijkheid voor handhaving van gezag tot de komst van de geallieerden. De onafhankelijkheid liep gevaar. Japan had een status quo beloofd aan Mc Arthur. Pemoeda’s wilden zelf de onafhankelijkheid uitroepen. Maar Soekarno en de zijnen wilde Japan niet op de proef stellen. De Pemoeda’s vonden Soekarno en Hatta uiteindelijke toch bereid tot proclamatie. De Indonesische onafhankelijkheid kon worden uitgeroepen als de Japanners er officieel maar niets van wisten.
1945 17 augustus- Soekarno proclameert de Repoeblik Indonesia. De angst dat dit niet door het westen zou worden erkend leidde tot de Bersiap-periode.
1945 september- De eerste Brits Indische troepen kwamen in Batavia aan. Zij moesten de orde herstellen en de Japanners ontwapenen. Luitenant G.G V. Mook arriveerde met zijn medewerkers. Nederland moest in de ontstane chaos zijn koers bepalen. Hard optreden was niet mogelijk
1946- De Nederlandse troepen worden nu pas door de Engelsen op Java toegelaten. De Engelsen stonden sympathiek tegenover de jonge Indonesische staat, maar erkenden ten slotte toch het Nederlandse gezag op voorwaarde dat de Nederlanders in onderhandeling gingen met Indonesië. De VS wilden ook geen herstel van de kolonie. Dat zou alleen maar het communisme aanwakkeren. Hiermee moest Nederland rekening houden, omdat het afhankelijk was van Amerikaanse steun na de oorlog. Marshall hulp.
Als basis voor de onderhandelingen met de republikeinen gebruikte van Mook een plan waarbij Nederland een federatie van deelstaten zou vormen, de Verenigde Staten van Indonesie. De VSI zou samen met Nederland deelgenoot worden in het koninkrijk. De geplande deelstaten waren Java, Borneo, Sumatra en Oost-Indonesie. Uiteindelijk werd na een mislukte onderhandeling in december in Den Pasar de deelstaat Oost-Indonesie opgericht.
1946 15november- Het akkoord van Linggadjati
1947-Republikeinen gingen na de mitsen en maren van Nederland toch akkoord met de uitvoering van het akkoord van Linggadjati. Maar van uitvoeren kwam niet veel. De Republikeinse troepen hielden zich niet aan de regels van de wapenstilstand. De troepenmacht koste handen vol geld en de situatie was hopeloos. Daarom kwamen er politionele acties. Op 4 augustus kwam er een wapenstilstand. De VN stelde een commissie van goede diensten CGD in.
1948-Overeenkomst tussen de republiek en Nederland op het Amerikaanse oorlogsschip Renville. De Republiek kwam hier verzwakt uit, want Nederland mocht nieuwe deelstaten vormen op het pas veroverde gebied. Van Mook installeerde een regering waarin de republiek niet werd opgenomen. De Nederlandse minister van buitenlandse zaken Stikker was het hier niet mee eens. Hij vreesde een groot conflict. Maar Nederland wilde eerst dat Indonesie ophield met schenden van wapenstilstandregels. Dat gebeurde niet
Daardoor werd de Renville-overeenkomst opgeheven en kwam er een tweede politionele actie.De Nederlandse troepen veroverden daarbij het grootste deel van het republikeinse gebied. De Republikeinse hoofdstad Djokjakarta viel en Soekarno, Hatta en Sjahrir werden weer gevangen genomen.
De veiligheidsraad nam een resolutie aan waarin een staakt-het-vuren en een onmiddellijke vrijlating van de leiders werd geeist. Ook een tegenslag voor Nederland was dat de Indonesische aanhangers van de Nederlandse deelstatenpolitiek het Nederlandse beleid veroordeelden. Er ontstond een patstelling tussen Nederlandse en Indonesische troepen. Vele militairen stierven aan beide kanten en het hielp niets.
1949- o.l.v de United Nations commissieloon voor Indonesië ( unci), volgeden besprekingen tussen Van Royen en zijn Indonesische collega Roem. Deze leidden tot een akkoord. Besloten werd een rondetafelconferentie te houden in Den Haag waarbij de onvoorwaardelijke soevereiniteit aan de verenigde staten van Indonesie zou worden overgedragen. Een belangrijk onderwerp was externe zelfbeschikking. Geen van de Indonesische delegaties wilden dit toestaan. Het lukte nederland wel om Nieuw Guinea voorlopig buiten de soevereiniteitsoverdracht te houden. Dat kwam doordat de CHU en de VVD tegen overdracht waren. Door dit gebied af te zonderen kreeg de regering steun van alle partijen.
1947-27december Soevereiniteitsoverdracht in het paleis op de Dam.
1950- De deelstaat Oost-Indonesie werd opgeheven. Indonesie werd echt een eenheidsstaat. De Molukkers voelden zich bedreigd en wilden geen overheersing. Ze riepen de Repoeblik Maloekoe Selatan uit. Pas een half jaar later had Indonesie daar het gezag heroverd. In juli werd de KNIL opgeheven en moesten militairen kiezen tussen demobiliseren of overstappen op het Indonesisch regeringsleger. De Molukkers weigerden en spanden een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat. Dit wonnen ze en kwamen in Nederland wonen. Dat werd als tijdelijk gezien. Ook veel Indo-Europeanen kwamen hierheen.
1962-Einde van het Nederlands gezag over Nieuw-Guinea
1963-Herstel van de diplomatieke betrekkingen.
REACTIES
1 seconde geleden