Feminisme

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 6651 woorden
  • 21 februari 2002
  • 432 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
432 keer beoordeeld

Inleiding

\"Het enige recht van een vrouw is het aanrecht\", wordt er tegenwoordig nog wel eens gegrapt. Daar is natuurlijk niets meer van waar. Vrouwen bekleden hoge posities op de arbeidsmarkt en laten niet zomaar meer over zich heen lopen. In de grondwet kun je het volgende hierover lezen:

Artikel 1: Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Ze zijn begiftigd met verstand en geweten en behoren jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.

Artikel 2.1: Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst of andere status.

Artikel 23.3: Een ieder zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid.

Zo\'n honderd jaar geleden was dat wel anders. Deze sociale wetten werden absoluut niet nageleefd. Vrouwen hadden een ondergeschikte rol in de samenleving.

Wij hebben het onderwerp Feminisme gekozen omdat dit onderwerp ons aansprak. Als vrouw willen we graag wat meer weten over de positie waarin we nu verkeren is ontstaan. Om dit onderwerp goed te kunnen onderzoeken hebben wij een aantal deelvragen gekozen. Wij hebben het werkstuk verdeeld in twee delen, de eerste en de tweede feministische golf om een beter overzicht te krijgen. Deze deelvragen zijn:

1. Hoe was de positie van de vrouw in de 19de eeuw? 2. Wat is het feminisme
3. Wat houdt de eerste feministische golf in? 4. Wat is er bereikt door de eerste feministische golf?

5. Wat houdt de tweede feministische golf in? 6. Hoe is deze golf op gang gekomen en door wie? 7. Wat is er bereikt door de tweede feministische golf? 8. Heeft het feminisme nog toekomst?

Uit deze deelvragen hopen wij goed antwoord te kunnen geven op onze hoofdvraag. De hoofdvraag zal zijn: Heeft het feminisme invloed gehad op de huidige positie van de vrouw?

Aan het begin van dit onderzoek wisten wij al vrijwel zeker dat het feminisme invloed heeft gehad op de positie van de vrouw van nu. Het feminisme streed voor gelijke rechten voor de vrouw als voor de man. Tegenwoordig hebben vrouwen dezelfde rechten, maar ook plichten en kunnen vrouwen een gelijkwaardige baan krijgen.

Hoe was de positie van de vrouw in de 19de eeuw?

In de 19de eeuw was het leven van een vrouw heel erg anders dan het nu is. Sociale wetten zoals ‘Iedereen heeft gelijke rechten en plichten’ werden absoluut niet nageleefd. Vrouwen hadden een ondergeschikte rol in de samenleving. De positie van de vrouw in de maatschappij hing af van de status die de mannen in haar familie bezaten. Deze status had belangrijke gevolgen voor de normen, de waarden en de werkomstandigheden waarmee vrouwen in hun dagelijks leven mee te maken kregen.

Vroeger kwamen vrouwen helemaal niet voor in het bestuur. Een enkele keer wordt een vrouw in een leidinggevende functie afgebeeld, maar dan gaat het meestal om bestuurders van weeshuizen en ziekenhuizen, waarin vooral veel vrouwen en kinderen werden verzorgd. Vrouwen hadden niets te vertellen.

In een arbeidsgezin werkte er zoveel mogelijk mensen, dus ook de vrouwen en de kinderen. In die gezinnen werden vrouwen gewoon gedwongen om te werken, omdat er een te weinig inkomen was om het gezin mee te voeden. In de burgerij was het helemaal niet gepast dat de vrouwen betalend arbeid verrichte en dat gold ook voor de ongehuwde vrouwen. Voor vrouwen uit de burgerij die toch werkte, was de beroepskeuze beperkt. Slechts enkele beroepen waren voor hen beschikbaar zoals gouvernante, gezelschapsdame en onderwijzeres. Maar dat was nog niet volledig acceptabel, want dames behoorden zich, volgens de heersende normen, bezig te houden met hun gezin en het huishouden. Het dagelijks leven van hun dochters was daarom sterk gericht op hun latere moederschap en taken binnen het gezin. Het belangrijkste doel van een meisje was het wachten op de juiste huwelijkskandidaat en dat moest dan wel een man zijn die niet beneden je stand was. Als er geen goede huwelijkskandidaat melde en het meisje ongehuwd bleef, dan was het miesje voor de rest van haar leven afhankelijk van de mannelijke familieleden.

Vrouwen werden gezien als een object om kinderen te baren en dienstbaar aan de man te zijn. Volgens de mannen had God de vrouw geschapen om voor mensen te zorgen. Ze waren dus constant bezig met de opvoeding van de kinderen en het huishouden. Door dit hadden vrouwen geen gelijke kansen op een opleiding. De opleidingen die er voor meisjes waren, waren van mindere kwaliteit en vervolgopleidingen waren vaak alleen toelaatbaar voor jongens. Tot 1871 mochten de meisjes ook niet naar de universiteit. In deze tijd twijfelde men er aan of meisjes wel genoeg verstand hadden voor de universiteit.

Als vrouwen dan een opleiding hadden afgerond was het voor de vrouw vrijwel onmogelijk om een normale baan te vinden, terwijl mannen op de arbeidsmarkt allerlei verschillende functies konden krijgen zonder enige problemen. De baantjes die een vrouw dan misschien kon vervullen, bestonden vaak uit eentonig fabriekswerk en ze werden zeer slecht betaald en behandeld. Ze werden om het minste geringste ontslagen en konden een boete krijgen als ze met elkaar praatte of ze te lang op de wc zaten.

Vrouwen waren vroeger ook niet of nauwelijks betrokken bij politieke besluitvorming. Alleen mannen mochten stemmen en zich verkiesbaar stellen. Een vrouw in de regering was in die tijd nog ondenkbaar. Mannen vonden dat vrouwen niet mochten stemmen, omdat de vrouw, door haar aard (emotioneel en zwak) niet in staat was een objectief oordeel te geven. Bovendien waren mannen prima instaat de belangen en verlangens van de vrouw te behartigen. Daar komt nog bij dat de vrouw helemaal niet hoefde te stemmen, omdat de man als gezinshoofd, haar vertegenwoordigde.

Ook werden vrouwen vaak gedwongen tot seks. Omdat de man alle macht had binnen het huwelijk, werd van vrouwen verwacht dat ze maar gewoon meededen als de man zin had om te vrijen. Ook vrouwenmishandeling was heel gewoon. Als vrouwen niet deden wat hun mannen van hen verwachtten, werden ze geslagen. Mannen gingen ook vrijuit als een vrouw zwanger was en daarom konden de mannen gewoon hun gang gaan, terwijl van vrouwen helemaal geen vrij seksueel leven werd verwacht. De heersende opvatting was namelijk dat mannen van nature meer behoefte aan seks hadden dan vrouwen en daarom moest er voor mannen een ‘uitlaatklep’ zijn, anders worden ze prikkelbaar en chagrijnig.

Rond 1900 kwamen de vrouwen tegen dit alles in opstand. Vrouwen en mannen moesten voortaan gelijke rechten hebben, er mocht geen onderscheid meer gemaakt worden. Dit verkrijgen van gelijke rechten en het inhalen van een achterstand, noemt men vrouwenemancipatie, oftewel feminisme.

Wat is het feminisme?

Feminisme is een synoniem voor vrouwenbeweging. Het woord feminisme komt van het Latijnse woord femina, dat vrouw betekent. Het begrip werd voor het eerst gebruikt rond 1800 door Hubertine Auclert, een Franse kiesrechtstrijdster. Het feminisme is ontstaan door het achttiende-eeuwse verlichtingsdenken. Men ging met het gezonde verstand nadenken over het geloof in rationalisme, vrijheid, gelijke rechten en het recht op ontplooiing van alle individuen. De eerste feministen waren dan ook vooral liberalen; zij waren namelijk vooral voor vrijheid van het individu.

Het feminisme is ontstaan in de Angelsaksische en Noordwest Europese landen. De georganiseerde vrouwenbeweging Declaration of Sentiments, die zich in de 19e eeuw ontwikkelde, wordt in het algemeen gezien als het begin van het feminisme. Hierin protesteerde zij tegen het tweederangsburgerschap van vrouwen.

Binnen het feminisme zijn twee stromingen te onderscheiden. De eerste stroming benadrukt de verschillen tussen man en vrouw. Op grond hiervan wordt aanspraak gemaakt op een grotere maatschappelijke invloed van de vrouw. Bij de tweede stroming wordt dezelfde eis gesteld alleen uit het feit dat mannen en vrouwen naar aanleg en capaciteiten gelijk aan elkaar zijn.

Het feminisme kent twee hoogtijperiodes, die in het algemeen wordt aangeduid als de eerste en de tweede feministische golf. De eerste golf duurde van ca. 1848 tot 1920 en de tweede golf vanaf 1967 in West-Europa.

Wat houdt de eerste feministische golf in?

De eerste feministische golf ontstond in de Verenigde Staten en duurde van ca. 1848 tot 1940. Het hoogtepunt van de eerste feministische golf lag in de periode 1890 tot 1920, toen werd de strijd om het vrouwenkiesrecht belangrijker.

Nederland kende, net als in de Verenigde Staten, een morele-hervormingsbeweging. Deze beweging kan worden beschouwd als een voorloper van de eerste feministische golf. Deze beweging was het Réveil. Dit was een belangrijke beweging waarin mannen en vrouwen uit de burgerij actief waren. Omdat Reveilvrouwen zich bezig hielden met de maatschappij zagen sommige feministen, uit de eerste feministische golf, hen als hun voorganger.

Kenmerkend voor de feministen van de eerste golf was dat ze streden voor vrouwenrechten verbonden aan maatschappelijke problemen zoals alcoholmisbruik, prostitutie en slavernij. De belangrijkste strijdpunten van de eerste feministische golf waren het recht op onderwijs, het vrouwenkiesrecht en gelijke rechten op de arbeidsmarkt.

Een achtergrond van de eerste feministische golf was de benarde positie van ongehuwde vrouwen. Sinds 1830 nam het aantal ongehuwde vrouwen in Nederland toe en in de burgerij bleef dit percentage, tot 1850, relatief hoog. De financiële afhankelijkheid van vaders en broers in economische slechte tijden vielen de ongehuwde vrouwen zwaar. Daarom deed Betsy Perk, één van de eerste Nederlandse feministen, in 1871 een oproep om door middel van het vervaardigen van handwerken en kunst ongehuwde vrouwen een kans te geven in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Ook in 1871 richtte ze een vereniging op die ze Arbeid Adelt noemde en dat leverde meteen 400 nieuwe banen op. Deze vereniging streed voor verbetering en meer banen voor vrouwen, gehuwd of ongehuwd.

De vraag naar onderwijs voor vrouwen werd zeer groot. Meisjes wilden net als jongens een opleiding kunnen volgen die kwalitatief niets meer of minder was. Meisjes wilde ook een vervolgopleiding gaan doen, terwijl meisjes toen moesten worden opgevoed tot huisvrouw. Aletta Jacobs speelde een belangrijke rol in de eerste feministische golf. Niet alleen omdat ze de eerste vrouw was die naar de universiteit ging, maar ook omdat ze heel veel heeft betekend voor vrouwen uit de eerste feministische golf. Door middel van gratis spreekuren en cursussen hygiëne en zuigelingenzorg bracht zij verbetering in de slechte levensomstandigheden van arbeidersvrouwen. Aletta pleitte ook voor beter werkomstandigheden van vrouwelijk winkelpersoneel en wees zij op het belang van geboortebeperking. Zij opende ook de eerste geboortebeperkingskliniek. Die kliniek was illegaal, maar er werden geen verdere stappen ondernomen om de activiteiten in die kliniek tegen te gaan. In 1894 was ze medeoprichtster van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht en de Vrije Vrouwen Beweging.

In 1890 begon de strijd voor het vrouwenkiesrecht. Vrouwen wilden dat er geen onderscheid meer gemaakt werd tussen mannen en vrouwen op politiek gebied, dus eisten zij kiesrecht. Ook Aletta Jacobs pleitte voor vrouwenkiesrecht. Veel feministen legde hun aanspraak op het kiesrecht vanuit hun positie als moeder. Als moeder waren zij verantwoordelijk voor de nieuwe generatie burgers en daarom vonden feministen dat vrouwen ook als volwaardige burgers beschouwt moesten worden. De vrouwen gebruikte verschillende strijdmethodes om ervoor te zorgen dat ze wel kiesrecht kregen. Enkele strijdmethodes waren verstoring van vergaderingen, brandstichting in openbare gebouwen en ze organiseerde grote manifesten, waarbij ze vaak in aanraking kwamen met de politie.

De arbeidersvrouwen hadden een zwaar leven. Naast het huishouden en het opvoeden van de kinderen, moest zij er ook nog eens voor zorgen dat er extra geld in het binnen kwam. Het geld dat de man verdiende was namelijk vaak niet genoeg om het hele gezin te onderhouden. Ze verdienden wat bij door te werken in steenbakkerijen, turfafgravingen en later in de industrie. De vrouwen maakten lange, eentonige werkdagen in bedompte ruimtes. Dit was ten eerste heel vervelend, maar bovendien ook zeer ongezond. Daarom ontstond er in Nederlands, tijdens de eerste feministische golf, de eerste arbeidersvrouwen beweging Dolle Mina. Deze marxistische vrouwenbeweging was door Wilhelmina Drucker opgericht. Deze arbeidersvrouwen beweging protesteerde tegen de rol van de vrouw in de samenleving door middel van speelse acties. Aan de vorm van protesteren hebben ze ook hun naam te danken. De acties van Dolle Mina waren vaak zeer sensationeel. Enkele acties van Dolle Mina waren het nafluiten van mannen, wat in die tijd absoluut niet kon, gratis uitdelen van condooms aan de leerlingen van een huishoudschool en het dichtbinden van urinoirs met behulp van een roze lint. De brochure van Dolle Mina droeg de naam ‘Een rebelse meid is een parel in de klassenstrijd’ en beschreef de strijd van socialisme en de klassenstrijd.

Dolle Mina had groot succes en maakte het feminisme bekend bij de gewone mensen, omdat vaak deze vrouwen niets van het feminisme afwisten. Deze vrouwen durfden vaak ook niks te doen tegen de huidige situatie van de vrouw. Ook in de tweede feministische golf bleef Dolle Mina bestaan. Ook Mina Krusemann is een bekende, feministische vrouw, die vocht tegen dwangtrouwen en het recht hebben voor een opleiding en een zelfstandige baan. Andere vrouwen verzetten zich tegen de bestrijding van maatschappelijke minachting van prostituees of het lot van ongehuwde vrouwen met \'onechte kinderen,\' of het recht hebben op zwemmen en fietsen, want zelfs dat mochten vrouwen niet.

Wat is er bereikt door de eerste feministische golf?

In 1917 kregen vrouwen in Nederland passief kiesrecht en in 1919 kregen vrouwen actief kiesrecht. De Eerste Wereldoorlog speelde hierbij een belangrijke rol. Sommige organisaties legden de nadruk op de specifiek vrouwelijke kwaliteiten: als vrouwen stemrecht zouden hebben, zouden er in de toekomst minder oorlogen zijn. Zij zouden een vredelievende invloed op de politiek hebben. Later bleek ook dat vrouwen prima in staat waren werkzaamheden van mannen over te nemen. Terwijl de mannen aan het front vochten, deden de vrouwen het werk en hielden de maatschappij draaiende. Zo bewezen zij het staatsburgerschap waard te zijn.

Bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 1918 kwam Suze Groenweg als eerste vrouw in de Kamer, voor de SDAP. Bij de gemeenteraadsverkiezingen kwamen er honderd vrouwen in de verschillende gemeenteraden, dat was ongeveer één procent van alle gemeenteraadsleden. In 1922 waren de eerste Tweede-Kamerverkiezingen waarbij vrouwen zelf konden stemmen. Er kwamen zeven vrouwen in de Kamer, maar een revolutionaire omwenteling, zoals sommigen gevreesd en anderen gehoopt hadden, bleef uit.

Ook konden vrouwen beter onderwijs krijgen. In 1860 was er de eerste onderwijzeressenschool geopend. En vijf jaar later ontstond er, in 1865, de eerste \'Industrie School voor Vrouwelijke Jeugd. Ook wordt rond deze tijd de eerste Middelbare School voor Meisjes (MMS) opgericht. Tot 1870 bleef de HBS onbereikbaar voor meisje. Aletta Jacobs was de eerste die op de HBS kwam en die ging studeren. Haar vader hielp haar daarbij. Ze wilde graag arts worden net als haar vader en was het huishouden zat. Ze moest een toelatingsexamen doen als ze wilde gaan studeren en voor dat toelatingsexamen moest ze lessen volgen op de HBS. Minister Thorbecke gaf toestemming dat ze lessen mocht volgen op de HBS, want vroeger hadden meisjes geen toegang tot de HBS en daarom had Aletta toestemming gevraagd of ze naar de HBS mocht. Zo was Aletta het eerste meisje in Nederland die de HBS bezocht. Daarna vroeg Aletta voorlopige toestemming voor de universiteit in Groningen. Vlak voor haar dood verleende Thorbecke haar toestemming om zich als eerste vrouw aan een Nederlandse universiteit in te schrijven. Haar toegang tot de universiteit in 1971, dat toen nog hogeschool heette, zorgde voor veel negatieve publicaties, maar dat zorgde er niet voor dat er geen meisjes meer gingen studeren. Integendeel, het hoger onderwijs werd steeds meer door meisjes bezocht.

Aletta zorgde er ook voor dat de werkomstandigheden van winkelmeisjes beter werden. Zo mochten winkelmeisjes gaan zitten als er geen klanten kwamen. Aletta zorgde ook ervoor dat voorbehoedsmiddelen kwamen voor arbeidsvrouwen.

De werkomstandigheden van vrouwen waren ook vernadert. Ze werden beter behandelt en ze konden uit meer beroepen kiezen, mede doordat ze naar een vervolgopleiding konden.

De eerste feministische golf had dus grote successen geboekt. Vrouwen hadden nu namelijk ook kiesrecht, recht op een opleiding en het kiezen van een beroep.

Wat houdt de tweede feministische Golf in?

De tweede feministische golf is echter moeilijker te beschrijven dan de eerste feministische golf, omdat er in deze golf verschillende stromingen met verschillende gedachten ontstonden. Je kunt heel grof een scheiding maken tussen twee groepen;

1) De reformisten; deze groep wilde, door middel van actie voeren druk uitoefenen op instellingen.

2) De revolutionairen; deze groep zocht naar deeloplossingen.

In de jaren zestig vertoonde zich de eerste verschijnselen van de tweede internationale feministische golf, waarvan het hoogtepunt in de jaren zeventig lag. De tweede golf was een nieuwe fase in de sociale beweging, vooral gericht op maatschappelijke emancipatie en zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. Het recht om over hun eigen lichaam te beschikken dat rouwen niet hadden wanneer ze een abortus wilden laten doen, is een duidelijk voorbeeld van een vernieuwingsideaal. Nu de vrouwen juridische gelijkheid hadden, sinds het verkrijgen van het algemeen kiesrecht, streven ze nu ook naar de opheffing van alle gedragspatronen die de achterstelling van de vrouw ten opzichte van de man veroorzaken. In de tweede feministische golf was het recht op zelfbeschikking een belangrijk strijdpunt van de vrouwenbeweging.

Deze tweede golf werd vanaf 1965 in de Verenigde Staten en vanaf 1967 in West-Europa ingeluid. Na de eerste feministische golf was het voor vrouwen eindelijk mogelijk opleidingen en zelfs vervolgopleidingen van goede kwaliteit te volgen. Weliswaar was het recht op volledige deelname van vrouwen aan onderwijs, arbeid en politiek veroverd, maar de mogelijkheid om van dit recht gebruik te maken was er nog steeds niet. Om een aantal redenen was de toetreding tot de arbeidsmarkt voor vrouwen vanaf de jaren vijftig gemakkelijker geworden. Het kindertal daalde doordat anticonceptie werd toegepast waardoor vrouwen op latere leeftijd voor kinderen konden kiezen. Dankzij elektrische apparaten, zoals de wasmachine, werd het huishouden minder zwaar en tijdrovend. Ook de vraag van de arbeidsmarkt veranderde na de Tweede Wereldoorlog. De dienstensector maakte een snelle groei door. Er ontstond een nieuw type banen die zowel door mannen als door vrouwen gedaan konden worden. Beroepsarbeid door gehuwde vrouwen werd in de jaren vijftig en zestig wel door meer mensen geaccepteerd, maar over het algemeen had men toch de mening dat het gezin hier niet onder mocht lijden. Buitenshuis werken betekende voor vrouwen met een gezin in de praktijk een dubbele belasting (werk én huishouding). In hun beroepsuitoefening werden vrouwen geconfronteerd met het feit dat zij, ook als zij even hoog
of zelfs hoger opgeleid waren dan hun mannelijke collega\'s, vaak genoegen moesten nemen met minder goede banen.

Aan de basis van het nieuwe feminisme stonden overwegend jonge, goed opgeleide vrouwen. Zij ervoeren de maatschappelijke maar ook de culturele eisen waaraan zij moesten voldoen als tegenstrijdig. De culturele en maatschappelijke overheersing van mannen had ertoe geleid dat vrouwen uitsluitend in relatie tot mannen per definitie gezien, beoordeeld en benoemd werden tot de ‘andere’ of ‘tweede’ sekse.

Radicale feministen
Tijdens de tweede feministische golf ontstond een nieuwe vorm van feminisme; het radicale feminisme. Dit soort van feminisme was vooral uit op snelle veranderingen van het patroon tussen mannen en vrouwen. Er wordt uitgegaan van een mannenheerschappij over vrouwen. Vrouwen worden hierbij onderdrukt. Binnen deze stroming van het feminisme werd veel gebruik gemakt van praatgroepen; binnen deze praatgroepen spraken acht tot twaalf vrouwen met elkaar over hun persoonlijke situatie. De praatgroeponderwerpen waren meestal gebaseerd op dingen die in het leven van de vrouw centraal stonden; opvoeding, ervaringen in het werk, seksualiteit, kinderen krijgen, het uiterlijk, enzovoort. De praatgroepen waren vooral gebaseerd op bewustwording van de problemen, niet zo zeer op de oplossingen.

Vanaf de tweede helft van de jaren zeventig werd er binnen de vrouwenbeweging een soort scheidslijn getrokken tussen emancipatie en feminisme. Emancipatie stond voor het streven naar gelijkberechtiging en gelijke kansen voor beide seksen. Feminisme daarentegen, doelde op de bevrijding van mannenonderdrukking.

Het feminisme is ten einde gekomen toen de \'Wet van Gelijke Behandeling\' werd ingediend. Dit gebeurde aan het einde van de jaren \'80. Theoretisch gezien betekent dit dat mannen en vrouwen nu een gelijke positie in de maatschappij hebben.

Hoe is de tweede feministische golf op gang gekomen en door wie?

Door de chaos na de Tweede Wereldoorlog gingen er veel mensen scheiden. Maar er gingen ook veel mensen trouwen met als ‘resultaat’ een geboorte golf in 1946-1947. Er kwam meer jeugdcriminaliteit. Buitenshuis werkende vrouwen kregen hier de schuld van omdat zij hun gezin verwaarloosde volgens de mannen. Vrouwen werden na de oorlog massaal ontslagen en moesten weer terug naar hun gezin als huisvrouw en moeder. Vrouwen leggen gedwongen zich bij deze beslissing neer. De leerplicht werd verlaagd tot zeven jaar zodat ook hele jonge kinderen konden gaan werken, maar géén gehuwde vrouwen. Annie Romein-Verschoor verzette zich tegen het feit dat gehuwde vrouwen niet meer mochten werken. Na de vele ontslagen werd het Comité tot Verdediging van de Vrijheid van Arbeid voor de Vrouw, het CVVVAV, heropgericht. Het verschil met voor de oorlog is wel dat nu ook confessionele vrouwenorganisaties meededen. Vrouwen zochten niet alleen naar werken voor hun eigen emancipatie, maar ook omdat ze anders financieel niet rondkwamen. Dit was vooral voor zwarte vrouwen zo. Werken was maatschappelijk noodzakelijk. Vrouwen zochten een baan voor bijvoorbeeld de studie van hun kinderen, luxe in huis of een tweede auto.

Corrie Tendeloo diende na de verandering van de arbeidsmarkt in 195 een motie in. Tendeloo was tweede kamerlid van de Partij van de Arbeid fractie. De motie zag er als volgt uit: ‘Alle vrouwen (gehuwd of ongehuwd) hebben recht op benoeming van alle takken van overheidsdiensten. Ook moet er een verbod komen op het ontslaan van getrouwde ambtenaressen’. De motie werd aangenomen.

In de jaren 50 volgenden vrouwen hoger onderwijs en kregen meer inzicht in de maatschappij en hun rol daarin. Ze werden mondiger. In de jaren 60 bundelen ze hun krachten in de strijd voor concrete maatschappelijke veranderingen. Dit zou het begin zijn van de Tweede Feministische Golf. Via een modern communicatiemiddel als de televisie maakten vele vrouwen kennis met de opvattingen van jongeren. Zij kwamen in verzet tegen tradities en gezag en gaven gehoor aan hun ideeën. Vrouwen begonnen zich te bezinnen op ideaal en werkelijkheid. Ze trokken de vernieuwingswaarden door naar hun eigen situatie en ontdekten dat ondanks verbeteringen namen ze nog steeds de tweederangs positie in. Vrouwen waren op veel terreinen formeel gelijk gesteld aan de man, maar in de praktijk was gelijkheid ver te zoeken. De tweede feministische golf kwam voort uit het inzicht dat de gelijke rechten waarvoor vrouwen (en mannen) tijdens de eerste feministische golf hadden gestreden, nog geen gelijke kansen betekenden. Er was van voltooide emancipatie weinig sprake. Een goed voorbeeld hiervan is de politiek. De politiek was een echte mannenzaak In 1957 waren van de 50 fractieleden van de Partij van de Arbeid 43 mannen en dus maar 7 vrouwen. Tot eind jaren 60 kwam dit aantal nooit boven de 10%.

De tweede feministische golf werd ingezet in 1966 naar aanleiding van de staking van de arbeidsters van FN in Herstal voor ‘gelijk loon voor gelijk werk’. Het sloeg snel aan in geheel België, vooral omdat de traditionele vrouwenorganisaties te weinig dynamisch en te sterk verzuild waren. De eerste feministische groepen waren o.a. Dolle Mina (1969), Marie Mineur (1970), Actiecomité Gelijk loon voor gelijk werk (1969).

Het succes van de tweede feministische golf in de Verenigde Staten en veel Europese landen kan mede verklaard worden doordat er al een soort bodem bestond voor feministische ideeën. In Frankrijk, de Duitse Bondsrepubliek, Groot-Brittannië en Nederland gaf de maatschappelijke vernieuwingsbeweging van de jaren zestig een belangrijke impuls aan het nieuwe feminisme. Veel vrouwen ontdekten dat niet alleen hun sociale klasse, leeftijd of status hen uitsloten van politieke en maatschappelijke machtsposities, maar ook hun geslacht. Bijvoorbeeld binnen de “Civil Rights Movement”. Veel – blanke – vrouwen werden er via deze beweging mee geconfronteerd dat ook zij het slachtoffer van discriminatie waren, op grond van hun sekse. Voor zwarte vrouwen lag de kwestie complexer, omdat zij zich in eerste instantie vooral identificeerden met de strijd tegen rassendiscriminatie. Blanke vrouwen, maar ook blanke mannen werden door zwarte vrouwen in de eerste plaats als onderdrukkers gezien. Zij richtten daarom eigen organisaties op zoals de “Black Women Organized for Action” (1973) en de “National Black Women Feminist Organization” (1973).

In november 1967 werd Man-Vrouw-Maatschappij (MVM), de eerste actiegroep van de tweede golf, opgericht door Joke Kool-Smit en Hedy d\'Ancona. Het comité werd opgericht nadat de respons op het artikel van Joke Kool-Smit in ‘de gids’ zo groot was. Dit artikel ging over de achterstand van vrouwen en het recht op vrije abortus. Het lidmaatschap stond open voor vrouwen én mannen. 12% van de leden waren mannen en 82% van de leden waren vrouwen. De eerste vrouwen die lid werden, waren in het algemeen goed opgeleid. In 1971 telde MVM 2000 leden. Centrale actiepunten van MVM waren de doorbreking van traditionele rolpatronen voor zowel vrouwen als mannen. Beide seksen dienden gelijke ontplooiingsmogelijkheden te krijgen en hadden evenveel recht op betaalde arbeid. MVM streed daarom voor betere opleidingskansen voor meisjes (actie ‘Marie wordt wijzer’), kinderopvang, herverdeling van arbeid, algemene werktijdverkorting en gezinsplanning, met abortus inbegrepen. De MVM oefende druk uit op de overheid, politieke partijen en maatschappelijke organisaties. MVM behoorde dus tot de revolutionairen. Ze wilden de bestaande Nederlandse samenlevingsvorm vanuit feministische optiek veranderen. Dit deden ze onder andere door middel van brieven van verzoek en protest en werkgroepen. MVM streed ook voor de 5-urige werkdag om de volgende redenen: - Het werk binnenshuis en buitenshuis kon eerlijk verdeeld worden over mannen en vrouwen - Evenveel vrouwen als mannen in ieder beroep - Eerlijk verdelen van de macht.

De Amerikaanse vrouwenbeweging moet deels gezien worden als een uitvloeisel van verschillende, vaak informele politieke en sociale netwerken van de jaren zestig. De belangrijkste feministische organisatie, de National Organisation for Women (NOW), die in 1966 door o.a. Betty Friedam werd opgericht, is hiervan een voorbeeld. NOW en de National Women\'s Political Caucus (NWPC) hebben zich vooral op blanke vrouwen en vrouwen uit de middenklassen gericht.

In december 1969 werd in Amsterdam de actiegroep Dolle Mina heropgericht. De groep kreeg deze naam door de bijnaam van Wilhelmina Elizabeth Drucker. De oprichtingsgroep onderhield banden met de studentenbeweging en de “Socialistische Jeugd”. Dolle Mina is vooral bekend geworden door acties, zoals de ‘Baas in eigen buik’-actie voor het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen voor abortus.

Dolle Mina had concrete eisen die ze in 1970 publiceerden onder de naam ‘Tien geboden’.

1) Gelijke opvoeding van jongens en meisjes
2) Gelijke leer- en studiemogelijkheden voor jongens en meisjes
3) Gratis crèches en overblijfgelegenheden
4) Gelijke lonen voor gelijkwaardige arbeid
5) Recht op arbeid voor iedereen
6) Geen discriminatie van ongehuwde moeders
7) Legalisering van abortus
8) Herziening van de huwelijkswetgevingen
9) Gemeenschappelijke woonvoorzieningen tegen kostprijs
10) Opheffing van de dubbele seksuele moraal

Om deze eisen kracht bij te zetten en bekendheid te geven bij vrouwen voerde Dolle Mina in korte tijd zeer veel acties. Een van de eerst was het bestormen van het opleidingsinstituut Nijenrode, waar toen alleen mannen werden toegelaten. De Mina’s werden van het terrein verwijderd, maar de actie was het begin van een grote stroom aan publiciteit. Ook hebben zij actie gevoerd voor meer crèches, overblijfmogelijkheden, damestoiletten en het uitdelen van condooms ter voorkoming van ongewenst moederschap. Deze vorm van protesteren hadden zij een beetje afgekeken van de Provo\'s (een actiegroep die protesteerde tegen de verburgerlijkte samenleving).

Vanaf 1971 kwam het verschijnsel ‘consciousness-raising groups’ (praatgroepen) vanuit de Verenigde Staten naar Nederland. De achtergrond van deze praatgroepen was het radicaal-feminisme. Hierin werd vrouwenonderdrukking beschouwd als de primaire vorm van onderdrukking. Deze opvattingen werden vertolkt door o.a. de Amerikaanse feministes Kate Millett en Shulamith Firestone. De praatgroepen waren uitsluitend voor vrouwen toegankelijk. Onder het motto ‘het persoonlijke is politiek’ werd in de groepen duidelijk gemaakt dat veel problemen waarmee vrouwen kampten, niet privé of individueel van aard waren, maar juist algemeen maatschappelijk en politiek bepaald. Paarse September was een goed voorbeeld van radicaal feminisme. Paarse September werd opgericht in 1972 en richtte zich vooral op homofiele en lesbische relaties. Volgens Paarse September was de heteronorm nu juist de oorzaak van de ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen. Omstreeks 1972 ontstond een autonome vrouwenbeweging, die haar hoogtepunt beleefde in de tweede helft van de jaren zeventig, toen vrouwenhuizen, vrouwenkranten, allerlei vrouwenbedrijven, vrouwengezondheidscentra, Blijf-van-m\'n-lijf-huizen (voor man of vriend geslagen vrouwen) opgericht werden. Naast nieuwe organisaties bestonden ook de zogenaamde traditionele vrouwenorganisaties, merendeels tijdens de eerste feministische golf opgericht. Zij telden samen ca. 600.000 leden. Via het lanceren van ‘Rooie-Vrouwenplannen’ trok men de aandacht van de media. Langzaam ontwikkelden de Rooie Vrouwen, zoals zij vanaf 1975 heetten, zich binnen en buiten de partij tot een zelfstandige politieke machtsfactor. De Rooie Vrouwen waren om een paar redenen succesvol: Door samenwerking met MVM stonden ze steviger in hun schoenen en Ze konden het beginselprogramma van de Partij van de Arbeid beïnvloeden

Wat is er bereikt door de tweede feministische golf?

Vrouwen hadden niets te zeggen in het gezin. De man was de baas en liet dit duidelijk merken. Pas in 1969 kwam de afschaffing dat de man het hoofd is van de echtvereniging. Dit was een hele opluchting omdat dit vrouwen meer inspraak gaf in het gezinsleven. Ze mochten zelf aankopen gaan doen wat voor 1957 niet mogelijk was. Zij waren voor deze tijd handelingonbekwaam.

De strijd voor de legalisering van abortus werd in 1981 een einde gemaakt door een wet waarin de mogelijkheid tot het laten verrichten van abortus vastgelegd was. Voor abortus hebben wij vergeleken met andere landen een goede en fatsoenlijke regeling. Bijvoorbeeld in Ierland is abortus nog niet eens mogelijk.

Na de legalisering van abortus richtte de aandacht zich vooral op de bestrijding van allerlei vormen van seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes. Op het punt van het verzet tegen de heteroseksuele norm, vonden de vrouwen en de homobeweging elkaar. Door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder het feminisme maar ook de beschikbaarheid van een relatief betrouwbaar voorbehoedmiddel als de anticonceptiepil, werd het huwelijk algemeen minder zaligmakend geacht. Er werd minder getrouwd, meer samengewoond. De samenstelling van huishoudens onderging wijzigingen; er kwamen meer alleenstaanden en ook woongroepen raakten ingeburgerd. Met de acceptatie van het gebruik van voorbehoedmiddelen hadden vrouwen zelfbeschikkingsrecht over hun vruchtbaarheid bereikt. Kinderen werden niet langer alleen in huwelijksrelaties voortgebracht en opgevoed, maar ook in lesbische relaties, in woongroepverband of door alleenstaande moeders (de zogenaamde Bom-vrouw = Bewust Ongehuwde Moeder). Een belangrijke vooruitgang na de tweede feministische golf zijn de ontwikkelingen in het onderwijs. In 1975 startte de eerste “dagmavo” voor volwassenen, ook wel de moedermavo genoemd omdat vooral vrouwen dit onderwijs volgden. Via vormings- en scholingswerk konden feministische ideeën ook minder hoog opgeleide vrouwen bereiken. Belangrijk waren de VOS(= Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving)-cursussen. In het hoger onderwijs kwamen vanaf 1974 vrouwenstudies tot ontwikkeling. In de jaren tachtig werd ook begonnen met het uitbouwen van ‘vrouwenstudies’ (onderwijs over en onderzoek naar vrouwenthema\'s) binnen bestaande universiteitsfaculteiten.

De vrouwen haalden in hun feministische strijd hun gelijk met het in werking gaan van de “Wet Gelijke Behandeling” in 1992. Deze wet houdt in dat er geen verschil mag
zijn tussen mannen en vrouwen als het gaat om personeelsadvertenties, sollicitatieprocedures, arbeidsvoorwaarden, bij promoties, ontslag, beroepskeuzevoorlichting en toegang tot opleidingen. Dat betekende echter niet dat er ook praktisch een einde kwam aan de achterstelling van vrouwen. Op het gebied van de beloning en ook wat de kansen op promotie en leidende functies betreft, laat nog veel te wensen over. Het Europese Hof moest eraan te pas komen om vrouwen die in het verleden parttime werk hadden verricht van hun recht op een pensioen te verzekeren. Vrouwen en mannen die vinden dat ze niet behandeld zijn zoals het in de wet staat, kunnen een klacht indienen bij de Commissie \'gelijke behandeling\'. Deze commissie kan dan een onderzoek doen over het onderwerp waar het om gaat. Als de resultaten van het onderzoek vertellen dat er onwettig onderscheid is gemaakt tussen de man en de vrouw, dan wordt dit gerapporteerd aan ministers en als het nodig is ook aan ondernemingsraden die een aandeel hebben. De Commissie kan bemiddelen tussen werkgever en klager en de Commissie kan gevraagd worden door de rechter om een onderzoek in te stellen als de rechter een klacht te ingewikkeld vindt. De dubbele belasting van vrouwen die naast hun baan de verantwoording hebben voor een huishouden en voor kinderen, blijkt een handicap te zijn voor een carrière. Ook leidt het hardnekkige vooroordeel met betrekking tot capaciteiten van vrouwen ertoe dat velen halverwege hun carrière blijven steken. De onzichtbare – uiterlijke en innerlijke – belemmeringen op weg naar de top worden aangeduid als ‘het glazen plafond’. Om die reden is in de jaren negentig de discussie vooral gericht op de herverdeling van zorgtaken in de privé-sfeer en op voorzieningen voor de opvang van kinderen van werkende moeders. Maar van een brede feministische beweging of een ‘feministische golf’ is in de jaren negentig geen sprake meer. Massale feministische acties vinden niet meer plaats.

De feministische acties verliepen achteraf ontzettend traag. Dit komt mede doordat er zaken veranderd moesten worden in het bestuur. Maar in het bestuur zaten alleen mannen, en die gaven niet snel op. Een goed voorbeeld hiervan is dat pas na 100 jaar strijd de wet voor gelijke beloning er kwam. Maar hij kwam er wel!

Vanzelfsprekend maken tegenwoordig grote aantallen vrouwen carrière in het bedrijfsleven en in de politiek. De wet ‘gelijke behandeling’ heeft hier veel aan bijgedragen. Een ander blijk van vooruitgang is dat het zogenaamde Eerste Paarse Kabinet in 1997 bestaat uit maar liefst negen vrouwen als minister of staatssecretaris. Wellicht wat voorbarig en tot grote teleurstelling van vele vrouwen werd per 1 mei 1997 de in 1981 opgerichte Emancipatieraad opgeheven.

Heeft het feminisme nog toekomst?

Alleen een aantal vrouwen die zich ‘De Harde Kern’ noemen doen af en toe van zich spreken door kritiek te uiten op de nog steeds bestaande achterstelling van vrouwen. In 1993 werd door een groep studentes en gesteund door het tijdschrift Opzij geprobeerd om een ‘Derde Feministische Golf’ te maken. Het probleem was dat menige Tweede Golfer feminisme alleen herkent als het er net zo uitziet als haar eigen feminisme. Er komt dus geen gemeenschappelijke groep. De buitenwereld klaagt over een gebrek aan opvallende acties en zichtbare leiders, en heeft de neiging het feminisme ‘dood’ te verklaren. Het woord feminisme heeft een slecht naam gekregen. Men associeert het met slecht geklede dikke lesbiennes en denkt: daar wil ik niet bijhoren. Volgens een onderzoek van een paar jaar gelden wilde tweederde van de Amerikaanse vrouwen inderdaad geen feminist genoemd worden. Baumgardner en Richards, beide auteurs van feministische boeken, vermoeden dat feminisme tegenwoordig minder zichtbaar is, juist omdat het overal aanwezig is.

Het is aanwezig als vrouwen opdringerige mannen afpoeieren, als ze op kantoor vertikken steeds de koffie te zetten of als ze tv-series bekijken met krachtige vrouwen als Xena of Buffy the vampire slayer in de hoofdrol. Het was aanwezig op de tribunes van het WK voetbal voor vrouwen waar duizenden meisjes in Mia Hamm-shirts zaten, met verwijderbare tatoeages op hun armen. Het activisme van de Derde Golf is terug te vinden in die ene vrouw die de oppas organiseert op verkiezingsdag, zodat aan huis gebonden moeders ook kunnen stemmen. Of in die vrouw die protesteert tegen de onverschillige behandeling door een mannelijke arts. Vrouwen zijn in de grondwet nog steeds niet gelijk aan mannen. Vrouwen krijgen nog steeds minder geld voor vergelijkbaar werk. Uit onderzoek bleek dat dit 26% minder was. Er bestaan diverse websites waarbij je klachten kan melden, zoals bij Feminism.com. Deze klachten gaan vaak over onrechtvaardige behandeling zoals door een chef die het recht op promotie in een winkel ontkent met de opmerking dat ‘een vrouw nu eenmaal achter de kassa hoort’ of door een school die meisjes verbiedt lid te worden van het worstelteam. Al die vrouwen beseffen dat er sprake is van een onrechtvaardige situatie, maar ze hebben niet in de gaten dat er nog steeds, of opnieuw, een beweging is die verandering nastreeft. Ook de man-vrouwrelatie is nog een probleem. Beide seksen hebben een aangename baan totdat er kinderen komen; dan krijgt zij het gevoel dat ze meer thuis moet zijn. Maar of dit nu zal gaan lijden tot feministische acties op straat?

Een bijwerking van het gebrek aan grote thema’s is dat er geen krachtige beweging ontstond zodat dit initiatief voor een Derde Feministische Golf beetje bij beetje afstierf. Er was geen actieve achterban en geen duidelijke doelen. Er bestaan nog steeds vrouwenbewegingen en instellingen die voor de rechten van de vrouw opkomen, alleen spelen deze in de huidige samenleving nog maar een hele kleine rol.

Het feminisme zal waarschijnlijk geen toekomst meer hebben door het gebrek aan mensen die hier interesse voor hebben. De levensomstandigheden van de vrouw in Nederland zijn zo uitstekend geregeld dat er geen behoefte meer zal zijn voor acties. De vrouw van tegenwoordig heeft ontzettende goede kansen om carrière te gaan maken. Zowel mannen als vrouwen krijgen een goede opleiding en het blijkt zelfs dat vrouwen gemiddeld een hogere studie doen dan mannen. Vrouwen gaan het weer waarderen als een man een deur openhoud. Dit is wel eens anders geweest. Veel carrièrevrouwen kiezen langzamerhand weer voor het gezinsleven. Thuis bij de kinderen, maar nu dus vrijwillig! Zou er alsnog iets in de weg komen van de eigentijdse vrouw, zullen zij mondig genoeg zijn om dit tegen te gaan.

Conclusie

Ongeveer honderd jaar geleden was de positie van de vrouw heel anders dan nu. De vrouwen leefden als tweederangsburgers. De onderwijsmogelijkheden waren slecht, op politiek gebied had de vrouw niets te zeggen, de situatie op de arbeidsmarkt was slecht en thuis moesten de vrouwen alleen zorgen voor de kinderen en het huishouden. Door dit alles gingen vrouwen zich organiseren in vrouwenbewegingen, om zich te verzetten tegen de maatschappij. Tijdens de eerste feministische golf heeft men bereikt dat vrouwen opleidingen en zelfs vervolgopleidingen konden gaan volgen. Aletta Jacobs heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Als eerste vrouw op een Universiteit was zij een voorbeeld voor alle vrouwen. In de eerste feministische golf is bovendien bereikt dat vrouwen kiesrecht kregen. In 1917 eerst passief kiesrecht en later, in 1919 ook actief kiesrecht. De actiegroep Dolle Mina heeft een belangrijke rol gespeeld voor de situatie van de vrouw op de arbeidsmarkt. Omdat het feminisme na de eerste golf nog steeds niet echt helemaal goed was aangeslagen, ontstond een tweede feministische golf. Deze golf verliep wat ingewikkelder. Met deze tweede golf wilde men vooral bereiken dat het traditionele rollenpatroon werd doorbroken en dat vrouwen en mannen gelijke kansen op de arbeidsmarkt zouden krijgen. Tijdens de tweede golf ontstonden veel kleine bewegingen die deze strijdpunten wilden bereiken. Rond de jaren \'80 verzette men zich vooral tegen seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes. Toen de \'wet van gelijke behandeling\' eindelijk werd ingevoerd, kwam het feminisme min of meer tot zijn einde. Het is dus de samenloop van omstandigheden geweest die de huidige positie van de vrouw in Nederland heeft bereikt. Het feminisme heeft dus wel degelijk invloed gehad op de huidige positie van de vrouw. Vrouwen hebben tegenwoordig stemrecht, kunnen gaan studeren op universiteiten en hoge scholen, kunnen deelnemen aan het bestuur van belangrijke organisaties, worden niet meer in een hoekje gedrukt en hoeven niet langer thuis te blijven om voor de kinderen te zorgen. Kortom: vrouwen zijn minder afhankelijk van mannen en hebben een grotere rol gekregen in deze samenleving.

Nawoord

De samenwerking verliep goed. We hadden de taken goed en duidelijk verdeeld. Qua informatie was gebrek. We hebben veel boeken gevonden over het feminisme en op internet was er ook veel informatie beschikbaar. Hierdoor was het beantwoorden van de deelvragen goed te doen. We hebben veel van dit onderwerp geleerd. We hebben een beter inzicht gekregen over waar we deze positie waarin we nu verkeren aan te danken hebben. Je denkt niet zo snel na over dat

Bronvermelding

Internet - www.absofacts.com/geschiedenis/data/feminisme.shtml - www.geschiedenis.net - www.agaler.be/code/nl/news_arc.cfm - www.groene.nl/200/0047/js_femiboen.html - www.renatedorrestein.nl

Boeken - J. Berting & H.G. Lamberts, Maatschappij problemen, Leiden: Spruyt, van mantgem & de Does, 1982 - Grote Winkler Prins encyclopedie deel 24, Elsevier 1990 - Mirjam Cornelis & Margot Hinderunk, Vrouwen in Nederlands en de Vs; de geschiedenis vanaf 1929, Fibula - J.C. Boogman, C.A.Tamse, Emancipatie in Nederland, Den haag: Nijhoff, 1978

Cd-rom’s - Encarta encyclopedie op cd-rom

Video´s - Documentaire over de positie van de vrouw van 1929 tot 1969

REACTIES

A.

A.

Hoi ik had ff een vraagje... welke school zit je en wanneer is deze werkstuk geschreven ik vindt hem namelijk heel goed

22 jaar geleden

M.

M.

Hey Brenda,

ik wil je even bedanken dat je jou werkstuk over feminisme op internet geplaatst hebt, want zonder jou werkstuk had ik het niet gered. Ik moet a.s maandag namelijk 3 verlagen inleveren en ik ben vandaag pas begonnen! Ik had nog even een vraagje, zou je mij misschien even willen mailen wat voor cijfer je ervoor had? Alvast bedankt,
groetjes Marjolein

22 jaar geleden

L.

L.

Heey hartstikke bedankt voor je stuk over het feminisme!! Ik ben nog niet helemaal klaar maar het ziet er goed uit en kan het inleveren voor me scriptie! je ben de beste!!

groetend Leroy

22 jaar geleden

H.

H.

Brenda je bent geweldig

21 jaar geleden

N.

N.

Mooi pws, wij doen het ook over dit onderwerp. Van wie is de documentaire die je hebt gezien? Die kunnen wij ook goed gebruiken!

15 jaar geleden

A.

A.

Ik vind dit een supergoed werkstuk. Ik met zelf ook een werkstuk over het feminisme maken en ik kan die van jou daar goed naastleggen. bedankt

14 jaar geleden

F.

F.

hoi brenda,
ik wilde je op deze manier heel erg bedanken, ik en mijn partner voor ons po hebben heel veel aan je werkstuk gehad. ik zou je graag in het echt willen ontmoeten

12 jaar geleden

S.

S.

Mooi werkstuk! Je hebt er veel tijd in gestoken.
In deze reactie geef ik je een beoordeling:
1. Hoofdvraag en deelvraag(en) duidelijk? JA
2. Nederlands taal (spelling) goed? VOLDOENDE
3. Is er een inleiding? JA
4. Is er een nawoord en bronvermelding? JA
5. Is er een conclusie? JA
6. Is er veel aandacht aan besteed? ZEKERS
7. Is er een duidelijke "verhaal lijn"? REDELIJK

Conclusie:
Je hebt veel tijd aan dit werkstuk besteed. De verhaallijn was iets minder, maar daardoor vond ik het werktuk nou niet slechter. Ook voldoet je werkstuk aan alle (mijn) eisen.

Ik geef je een 8,7

12 jaar geleden

E.

E.

gefeliciteert met uw goeden reaktie! Uw reaktie bevad het werkstuk goed. Ik heb er veel aan gehat

7 jaar geleden

N.

N.

hoi!
hoe kwam je aan deze boeken?
Ik ga mijn PWS hier ook overdoen.

10 jaar geleden

B.

B.

Leuk stuk.
Misschien belangrijk om te weten : hedendaagse feministen zijn niet meer bezig met het krijgen van gelijke rechten maar zijn ze meer bezig met irrationele anti man acties.
In het moderne Westen hebben vrouwen gelijke kansen, verdienen ze exact hetzelfde als mannen en hebben vrouwen in de meeste gevallen meer rechten dan mannen.
Dat vrouwen minder verdienen voor hetzelfde werk wordt vaak door moderne feministen in de mond genomen als argument wanneer er wordt gevraagd waarom zij feminist zijn, terwijl dit een bewezen leugen is.
Als vrouwen minder zouden verdienen voor hetzelfde werk, waarom zou een werkgever dan nog een man aannemen?
Mocht een man (of vrouw) wel meer verdienen voor hetzelfde werk dan komt dat door het feit dat mannen over het algemeen harder werken, minder vaak ziek zijn en vaak langer werken dan vrouwen.

9 jaar geleden

A.

A.

''Mocht een man (of vrouw) wel meer verdienen voor hetzelfde werk dan komt dat door het feit dat mannen over het algemeen harder werken, minder vaak ziek zijn en vaak langer werken dan vrouwen.''



En precies hier ligt het probleem. Jouw denkwijze en met jou samen nog ik weet niet hoeveel mannen die dezelfde mentaliteit als jou hebben.

8 jaar geleden

M.

M.

helemaal mee eens bob, goede reactie

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.