Inleiding
Deze Praktische opdracht gaat over het verzekeren. Iedereen loopt in zijn leven risico’s. Als jou, of iets wat van jou is, iets overkomt kun je schade oplopen. Als iemand, of iets anders iets overkomt door jouw schuld, ben jij verantwoordelijk voor die schade. Dit kan jou, of die andere persoon, uiteindelijk een hoop geld kosten dat misschien niet beschikbaar is. Om dit probleem op te lossen zijn de verzekeringen in het leven geroepen.
Ik denk dat het verzekeren een zeer interessant onderwerp is. Iedere Nederlander heeft wel een idee over wat een verzekering is en krijgt er in zijn leven mee te maken. Maar, er zijn nog veel vragen en onduidelijkheden over verzekeringen. Veel mensen in onze leeftijdscategorie weten waarschijnlijk niet eens precies wat een verzekering inhoudt, of wat ze zouden moeten verzekeren als ze over niet al te lange tijd 18 zijn en misschien wel een eigen onderkomen kopen of huren. Bovendien is uit recent onderzoek van de verzekeraar Independer gebleken dat maarliefst 40% van de Nederlanders is onderverzekerd voor hun huis en bezittingen. Daaruit blijkt al hoe lastig het is om precies te bepalen wat je wel en niet moet verzekeren. Daarom ga ik het verzekeren wat verder uitdiepen. Om meer mensen(en dan vooral met als doelgroep mijn eigen leeftijdscategorie) een idee te geven hoe deze manier van jezelf indekken tegen hoge kosten als gevolg van schade in elkaar zit.
Hieronder mijn hoofd- en deelvragen. Met nog een kleine extra uitdieping van de vraag.
Hoofdvraag en Deelvragen
Waarom zijn er verzekeringen en hoe zijn ze ontstaan?
- Welke risico’s bestaan er?
Iedereen loopt risico’s in zijn leven. Wat zijn de belangrijkste?
- Hoe zijn verzekeringen ontstaan?
Verzekeringen hebben niet altijd bestaan. Wanneer is het verzekeren begonnen en hoe is dat gegaan? Wat zijn de veranderingen geweest in de loop der tijd?
- Wat is een verzekering?
Hoe zit een verzekering in elkaar en wat houdt een verzekering precies in?
- Welke doelgroepen zijn er?
Verzekeraars kunnen en willen niet iedereen en alles verzekeren. Wat zijn hun doelgroepen en waarom is dat zo?
- Welke soorten verzekeringen zijn er?
En welke soorten verzekeringen bestaan er? Het aanbod is overweldigend. Een overzicht van de belangrijkste.
- Hoe worden verzekeringen verkocht?
Een verzekeringsmaatschappij is geen winkel. Hoe worden verzekeringen dan verkocht? En hoe koop je er als consument één?
- Hoe kies je een goede verzekering?
Hoe kom je erachter welke verzekeringen jij het beste af kunt sluiten? En waar?
- Hoe gaat een verzekeringsmaatschappij te werk bij de aanvraag van een nieuwe verzekering?
Wat gebeurt er vanaf het moment dat de verzekeringsmaatschappij jou aanvraag binnenkrijgt totdat jij je polis wel/niet binnenhebt?
Welke risico’s bestaan er?
Het woord risico betekent letterlijk: kwade kans. Het woord kans duidt op onzekerheid. Het is niet zeker dat een risico zich werkelijk voordoet. Het woord kwade duidt op de nare gevolgen. Iedereen loopt in zijn leven risico’s. Waar je je ook bevindt, een ongeluk zit altijd in een klein hoekje. Je hebt dagelijkse dingen, zoals het laten vallen van een bord of een lekke band. Deze kleine ongevallen kun je niet verzekeren. Maar ook een bal door de ruit of een kras op je auto zijn kleine schades die vrijwel iedereen in zijn leven wel een keer meemaakt. Of erger: je huis brandt af, of je krijgt een langdurige ziekte. Risico’s zitten overal. Ook bijvoorbeeld in het buitenland, waar je ziek kunt worden en medicatie nodig hebt. Of als je partner overlijdt en je halsoverkop allerlei dingen moet regelen, waar op dat moment je hoofd absoluut niet naar staat. Voor al deze risico’s kun je je verzekeren.
In principe zijn risico’s te verdelen in drie groepen.
- Risico’s die je kunt verzekeren;
- Risico’s die je moet verzekeren;
- Risico’s die je niet kunt verzekeren.
Risico’s die je kunt verzekeren
Verzekerbare risico’s hebben te maken met leven, dood en gezondheid of bezit en vermogen.
Het overlijden van bijvoorbeeld een familielid kan je een hoop geld kosten. Je hebt de begrafenis of crematie, en eventueel minder inkomen als het familielid kostwinnaar was. Maar ook als je te oud bent om te werken heb je geld nodig. Het is handig om naast de AOW zelf voor een oudedagsvoorziening te zorgen. Als je gezondheid verslechterd kun je bijvoorbeeld medische behandeling nodig hebben, of extra kosten hebben om normaal verder te kunnen leven. Bijvoorbeeld een aangepaste woning of een huishoudelijke hulp.
Je kunt ook schade oplopen aan je bezit en vermogen. Dit heet zaakschade. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld brandschade, waterschade en diefstal. Maar stel dat je bijvoorbeeld met je auto tegen een andere auto aanrijdt ben je verplicht de schade aan de eigenaar van de andere auto te vergoeden. Hierdoor vermindert je vermogen ook.
Risico’s die je moet verzekeren
Voor een aantal hele grote risico’s heeft de overheid een verzekeringsplicht ingesteld. Als je niet verzekerd bent ben je strafbaar. Het is bijvoorbeeld verplicht om je motorvoertuigen te verzekeren. Iedereen die een motorvoertuig heeft is verplicht deze te verzekeren. Je bent verplicht een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Deze zorgt ervoor dat als je een ander aanrijdt de schade gedekt wordt door de verzekering.
Je bent ook verplicht om een aantal sociale verzekeringen af te sluiten. Bijvoorbeeld voor werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid. Ook ben je verplicht een zorgverzekering af te sluiten. Je mag wel zelf kiezen bij welke verzekeringsmaatschappij je dat doet.
Niet te verzekeren risico’s
Niet alles is natuurlijk te verzekeren. Meestal gaat het dan om kleine risico’s, bijvoorbeeld als je een bord laat vallen. Maar het kan ook om grotere bedragen gaan. Zo kun je je bijvoorbeeld niet verzekeren voor winkeldiefstal. Dit vooral omdat het gewoon heel erg moeilijk is om te bewijzen wie dan de schuldige is, en of het wel werkelijk gestolen is(en niet bijvoorbeeld achterovergedrukt). Bovendien doet dit voorval zich zo vaak voor dat er dan bijna geen sprake meer is van een onzeker voorval.
Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld een vaatwasmachine die eerder stukgaat dan je had verwacht. Reparatie is dan erg duur, maar je kunt dit niet verzekeren. Dit omdat dit voorval onder slijtage valt. Stel dat jij je vaatwasmachine 5 keer per dag draait, slijten de onderdelen veel sneller dan dat je hem 1 keer per dag zou draaien en dus heb je dan veel meer kans dat er iets stukgaat. Slijtage kun je niet verzekeren, omdat bijna alle producten slijten. Dit is dus geen echte ‘kans’ maar meer een zekerheid.
Natuurlijk hoef je als persoon niet alles te verzekeren wat je kunt verzekeren. Als je dat zou willen zou je gemakkelijk je hele jaarsalaris op kunnen maken aan het verzekeren van je spullen. Natuurlijk doet niemand dat. Je past je verzekeringen af op je behoeften, naast de verzekeringen die wettelijk verplicht zijn.
Er is ook nog een andere groep niet te verzekeren risico’s. Dit zijn de zogeheten catastroferisico’s. Hieronder vallen onder andere schade door:
- Oproer of burgeroorlog;
- Atoomkernreacties;
- Aardbevingen;
- Vulkanische reacties;
- Overstroming.
Hoe zijn verzekeringen ontstaan?
Verzekeringen zijn dus ontstaan uit risico’s. Maar daarmee is niet de hele geschiedenis van het verzekeren verteld. Het verzekeren is natuurlijk niet altijd al geweest zoals het nu is. Verzekeringsmaatschappijen zoals wij ze nu kennen bestaan namelijk niet al vanaf het begin. Sinds de eerste echte verzekeringspolis in de 14e eeuw is uitgevonden in Genua(Italië) is er dus nog heel wat gebeurd…
Babyloniers, Grieken en Monarchen
Om naar het begin van de geschiedenis van het verzekeren terug te gaan moeten we naar het Babylonië(een land uit het oude gebied Mesopotamië, waar nu Irak ligt) rond 500 voor Christus. Rond die tijd werd daar veel handel gedreven. Er vonden echter onderweg veel berovingen plaats en veel handelaren stonden dan ook vaak op de plaats van bestemming met lege handen. De vaak welgestelde mensen die de spullen hadden besteld en vaak al vooraf betaalden beschuldigden de handelaren ervan dat ze de spullen express achterover drukten, en zo veel winst maakten. Om te laten zien dat dit echt niet zo was stelden ze een wet op. De Code van Hammurabi. Hierin stond dat de handelaren leningen namen om de spullen die ze kochten te betalen, en pas nadat de spullen veilig hadden afgeleverd hun geld terugkregen. Hiermee namen ze dus hun eigen risico’s op zich.
De Grieken en Feniciërs(leefden in Fenicië, wat nu het huidige Libanon en Syrië vormt, en noemden hun eigen land kanaän) pasten later een gelijke soort overeenkomst toe op hun zeehandel. De scheepseigenaren leenden geld voor hun overzeese reizen en gaven hun schip als onderpand. Als het schip na de reis terugkeerde moest de eigenaar de lening en de rente terugbetalen, maar als het schip niet terugkeerde besloot de ‘verzekeraar’ dat terugbetalen niet nodig was. Zo ontstond een soort mengeling van verzekeren en bankieren.
Rond 350 voor Christus waren de Achaemenidische Monarchen(het koningshuis van het toenmalige Oud-Perzische rijk) de eersten die hun volk echt verzekerden en dit ook echt vastlegden in Notariële ‘verzekeringskantoren’. Het was een traditie die elk jaar werd uitgevoerd in Nourouz, wat het begin van het Iraanse Nieuwjaar is. De bevolking gaf cadeaus aan de monarch, die een bepaalde waarde hadden. Alle cadeaus werden vastgelegd in een archief met hun bijbehorende waarde. Als iemand in de problemen kwam, en zijn cadeau aan de monarch had een waarde van de toenmalige 10.000 derrik of meer, dan kreeg diegene het dubbele uitgekeerd en werd hij door het hof uit de problemen geholpen. Natuurlijk is deze manier van verzekeren heel relatief omdat de meeste mensen niet rijk genoeg waren om zulke dure cadeaus aan de monarch te schenken, maar het was wel de eerste herkenbare vorm van het verzekeren.
Daarna valt er een groot gat in de verzekeringsgeschiedenis. Enkel de oude Grieken en Romeinen ontwikkelden al snel begrafenis en levensverzekeringen. De Romeinen gebruikten begrafenis verenigingen als een vorm van levensverzekering, ze zorgden voor begrafeniskosten voor de leden en later betalingen aan de overlevenden, waarmee ze voor een bepaalde zekerheid voor de nabestaanden zorgden.
Van de middeleeuwen tot nu
Rond het eind van de 14e eeuw bloeit de Italiaanse handel en industrie op. Dit was een echte impuls voor het verzekeren, want alle verre reizen, spullen en expedities moesten natuurlijk verzekerd worden. Zo werden de eerste gescheiden verzekeringscontracten uitgevonden in Genua, Italië. Dit houdt in dat het het eerste contract was dat niet met een lening, investeren of bankieren in verband stond. Het bleek al snel heel gunstig voor de zeevaart, waar het al snel om grote bedragen ging. Doordat de steden explosief groeiden en veel meer mensen zich aan begonnen te sluiten bij groepjes en clubjes(in die tijd gilden genoemd) die een bepaald product maakten ontstond er een soort ondernemerschap. De leiders van die gilden wilden proberen hun leden te beschermen tegen bijvoorbeeld schipbreuk en brandschade. Zo kwam het dat het eerste echte contract tegen het midden van de 14e eeuw in Genua werd afgesloten. Binnen een razendsnelle tijd werd het verzekeren een begrip in de zeevaart.
Vanaf toen volgden de ontwikkelingen zich in een heel snel tempo op. In 1693 maakte Edmond Halley de eerste sterftecijfertabel. Hoewel deze later nog wel gecorrigeerd werd door Joseph Dodson, kon deze wel worden gebruikt om uit te rekenen wat iedere leeftijdscategorie personen aan premie moest betalen. Dit was een grote ontwikkeling, omdat er nu een werkelijke prijs was voor een verzekering. Een goed voorbeeld uit die tijd was Lloyd’s Coffee House. Dit was een ontmoetingsplek voor zakenlieden en verzekeraars om te handelen. Dit groeide al snel uit tot een van de eerste moderne verzekeringsmaatschappijen.
Nog een leuk voorbeeld van een min of meer manier van verzekeren zoals wij dat nu doen is de manier van Nicholas Barbon. Nicholas Barbon was aannemer van een bouwbedrijf. In 1966 verwoestte een enorme brand in Londen zo’n 13.200 woningen. Omdat nog heel weinig mensen verzekerd waren draaide dit uit op een ramp, omdat niemand geld had de gigantische schade te herstellen. Nicholas Barbon besloot om een slimme zet te doen in deze tijd van nood. Hij zette een verzekeringsbedrijfje op, dat houten en stenen huizen tegen brand verzekerde. De bevolking wilde dit natuurlijk nooit meer en vrijwel iedereen sloot meteen zo’n verzekering af. En natuurlijk mocht het bouwbedrijf van Barbon de huizen weer herbouwen als er iets gebeurde.
In 1871 vond er nog een grote brand plaats in Chicago. Hierna beseften de mensen dat een dichtbebouwde stad zowieso relatief brandgevaarlijk is, en dat het altijd verstandig is een reserve in te bouwen voor grote verliezen. Daarvoor werd het Herverzekeren in het leven geroepen, waarbij grote schadebedragen worden verdeeld over verschillende bedrijven. Zo voorkom je dat je bedrijf na een ramp meteen failliet is. In 1897 werd de Workmen’s Compensation Act ingevoerd. Deze verplichtte werkgevers hun werknemers te verzekeren tegen ongelukken in de industrie. Een andere hele belangrijke wet kwam in 1880 al, die mensen aanmoedigde een Aansprakelijksheidsverzekering aan te schaffen. Dit werd vooral heel belangrijk toen de auto opkwam, vanwege de vele ongelukken.
Sinds het eind van de vorige eeuw heeft zich nog een andere belangrijke ontwikkeling voltrokken in de verzekeringswereld. Toen de staat zichzelf steeds meer ontwikkelde tot een verzorgingsstaat ging de overheid zich ook steeds meer met sociale zekerheid bemoeien. Denk bijvoorbeeld aan een uitkering als je werkeloos bent, of arbeidsongeschikt. Of bijvoorbeeld de AOW, voor als je te oud bent om nog te kunnen werken. Deze werd ingevoerd door de toenmalige Minister van Sociale zaken en Gezondheid, J.G Suurhoff.
Wat is een verzekering?
Als je het woord verzekering opzoekt in het woordenboek De Van Dale, vind je dat een verzekering een overeenkomst is waarmee men zorgt voor vergoeding door schade door het betalen van een premie aan degene die verzekert.
Een verzekering is een overeenkomst tussen de verzekeringnemer en de verzekeraar. De verzekeringnemer betaalt een maandelijkse of jaarlijkse premie aan de verzekeraar. Hier staat dan tegenover, dat in bepaalde situaties dat zich een bepaald ongeval voordoet, de verzekeraar een bedrag uitkeert aan de verzekerde persoon. De verzekeraar en de verzekeringnemer bepalen dan ook in welke situaties dat moet zijn. Hiervoor heb je verschillende verzekeringen.
Op het moment dat de verzekering wordt afgesloten staat natuurlijk niet vast dat de verzekeraar ooit een uitkering zal uitbetalen. Ook staat het niet vast hoe hoog de uitkering zal zijn. Dit heeft alles te maken met het feit dat het niet te voorspellen is of een bepaald risico zich überhaupt ooit wel zal voordoen.
De reden waarom een verzekeringsmaatschappij jou een bedrag uit kan keren dat misschien wel hoger ligt dan de premie die je betaalt, is omdat er heel veel mensen een premie betalen. Niet iedere verzekerde die premie betaalt krijgt ook werkelijk schade. Zo heeft de verzekeringsmaatschappij dus voldoende geld om aan iedereen die wel een schade krijgt voldoende geld uit te keren. Een verzekeraar is op zo’n moment dus de risicodrager.
Stel je voor. Een man neemt contact op met een verzekeringsmaatschappij en wil zijn peperdure Ferrari van 250.000 euro verzekeren. Als verzekeringsmaatschappij moet je natuurlijk verstand van zaken hebben om zo’n aanvraag te accepteren. Want, zo’n groot risico neem je niet zomaar. Zit er genoeg beveiliging op de auto? Maar ook: is het huis goed genoeg beveiligd? Het is namelijk algemeen bekend dat de gemakkelijkste manier om een dure auto te stelen, inbreken in het huis is om vervolgens met de sleutels de auto mee te nemen. Als blijkt dat de persoon in kwestie niet aan deze voorwaarden voldoet kan een verzekeringsmaatschappij de aanvraag dus afwijzen.
Als verzekeringsmaatschappij kies je dus je te specialiseren in een bepaalde doelgroep. Een bepaalde doelgroep mensen, maar ook een bepaalde branche waarin je dat gaat doen. Of in ieder geval welke objecten je NIET wilt verzekeren, omdat je er als maatschappij niet genoeg kennis over hebt. Want kennis werven over ALLE objecten die te verzekeren zijn kost veel geld. Je moet mensen vinden, die moet je betalen, en zonodig ook opleiden en cursussen laten volgen. Het is dus een kwestie van keuzes maken.
Zo zijn er talloze van dit soort voorbeelden te noemen. Iedere verzekeringsmaatschappij stelt zijn eigen acceptatievoorwaarden op. Natuurlijk zijn er verschillende doelgroepen mensen. Jongeren hebben andere verzekeringen nodig dan ouderen. Maar er wordt ook veel verschil gemaakt in klasse. Waarde van spullen. Rijke mensen hebben vaak spullen van veel waarde. Om deze te verzekeren zonder al te veel risico te lopen als maatschappij moet je dus weten waar je mee bezig bent.
Je hebt dus verschillende doelgroepen. Hieronder een paar voorbeelden van doelgroepen onder mensen:
- Jonge mensen
Deze hebben over het algemeen nog niet zo veel geld en worden dus gemakkelijk bij veel verzekeringsmaatschappijen geaccepteerd. Een flatje en een Golf Volkswagen doen veel verzekeringsmaatschappijen niet zo moeilijk over;
- Rijke mensen.
Mensen die veel spullen aan waarde hebben en deze willen verzekeren, zoals een duur huis, een dure auto of veel waarde aan inboedel moeten vaak aan strengere voorwaarden voldoen. Betere beveiliging op hun huis bijvoorbeeld. De verzekeringsmaatschappij heeft daar dan ook meer kennis voor nodig.
Een een paar voorbeelden van doelgroepen onder speciale spullen:
- Rieten huizen.
Wat doe je met een huis dat bij de minste of geringste vuurpijl of vonk in brand vliegt? Er zijn maar enkele verzekeringsmaatschappijen die zulke huizen verzekeren, nadat ze speciale eisen hebben gesteld. Bijvoorbeeld grotere waterleidingen, zodat de brandweer sneller kan blussen, en andere blusmiddelen op verschillende plekken in het huis.
- Jachten
Een boot is heel inbraakgevoelig. Aan wat voor eisen moet een boot voldoen om te worden geaccepteerd door een verzekeraar? Wat als de boot van de kade wordt gelost en verdwijnt? Dit is ook weer een typisch geval van kennis hebben van wat je verzekert.
Welke soorten verzekeringen zijn er?
We hebben het nu continue over verzekeringen gehad. Je weet hoe de geschiedenis eruitziet, wat een verzekering is en dat een verzekeraar bepaalde doelgroepen heeft. Maar, er zijn heel veel verschillende verzekeringen. In het hoofdstuk ‘Welke Risico’s bestaan er?’ hebben we deze in grote lijnen even ingedeeld in de categorieën leven, dood en gezondheid en bezit en vermogen. Maar dit is natuurlijk wel erg kort door de bocht. Als je op internet het woord ‘verzekeringen ’intypt bij Google, vliegen de verzekeringen je om de oren. Welke verzekeringen bestaan er dan allemaal?
Om te beginnen kun je verzekeringen indelen in twee groepen.
- Sociale verzekeringen. Deze worden verplicht gesteld door de overheid voor de gehele bevolking of een bepaalde groep daarvan. Als een sociale verzekering verplicht wordt gesteld voor de gehele bevolking wordt deze ook wel een volksverzekering genoemd.
- Vrijwillige particuliere verzekeringen. Deze nemen naast de sociale verzekeringen een hele belangrijke plek in als risicodrager. Dit zijn vaak de verzekeringen die niet verplicht zijn, maar soms wel noodzakelijk.
De overheid: sociale verzekeringen
Vrijwel alle sociale verzekeringen zijn verplicht voor alle Nederlanders. Maar, als je geen werk hebt vallen er een aantal verzekeringen af. Als werkeloze of huisvrouw -man heb je dus minder verplichte verzekeringen. Voor de rest van de bevolking gelden een aantal verplichte sociale verzekeringen. De premies hiervan worden door de overheid vastgesteld en deelname gaat vaak automatisch. De verplichtingen voor iedere sociale verzekering staan vastgelegd in een wet: de socialeverzekeringswet. De volksverzekeringen worden ook wel ‘A-verzekeringen’genoemd, omdat ze altijd met de letter A beginnen. De meest bekende voorbeelden van volksverzekeringen zijn:
- De Algemene Ouderdomswet(AOW).
Deze wet regelt dat je bij ouderdom(65 jaar en ouder) een uitkering krijgt van de overheid. Dit bedrag bedraagt voor getrouwde stellen en samenwonenden 50% van het minimumloon en voor alleenstaanden 70%;
- De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten(AWBZ).
Deze wet zorgt ervoor dat je als je bijvoorbeeld langdurig in het ziekenhuis moet liggen of in een inrichting verblijft deze kosten vergoed krijgt. Ook vallen bijvoorbeeld een blindegeleidehond of de kosten voor een abortus onder deze wet.
- De Algemene Nabestaanden Wet(ANW)
Deze wet regelt dat je naaste familieleden een uitkering krijgen als je overlijdt. Deze uitkering bedraagt maximaal 70% van het minimumloon. Hiervoor moet je wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Je moet bijvoorbeeld voor meer dan 45% arbeidsongeschikt zijn of geboren zijn vóór 1950.
Zoals al gezegd zijn er dus ook verzekeringen die alleen voor werkende mensen, werknemers, gelden. Dat zijn de werknemersverzekeringen. Een voorbeeld van een werknemersverzekering is de WAO(Wet Arbeidsongeschiktheid). Deze wet is op 29 december 2005 vervangen door de WIA(Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). Deze wet zorgt ervoor, dat als je als werknemer niet in staat bent om te werken je een uitkering krijgt van de overheid. De wetsinhoud is veranderd omdat de WAO volgens de overheid mensen te snel een uitkering verschafte. In de WAO kreeg je als je voor 15% arbeidsongeschikt was al een uitkering. Met de WIA is dit percentage verhoogd naar 35%. Er wordt met de WIA niet meer gekeken naar onmogelijkheden maar naar mogelijkheden. Dus er wordt niet gekeken naar wat je niet meer kan, maar naar wat voor werk je eventueel nog wel zou kunnen doen. Dit zorgt ervoor dat veel mensen die eerst in de WAO zaten nu toch weer aan het werk zijn.
Vrijwillige particuliere verzekeringen
Alle risico’s die niet (verplicht) gedekt worden door de overheid moet je zelf indekken als je dat wilt. Hiervoor kun je particuliere verzekeringen afsluiten. Dit kun je doen bij heel veel verschillende verzekeraars. Maar, al die verzekeraars bieden bepaalde verzekeringen aan. Alles wat niet onder de sociale verzekeringen valt, maar wel te verzekeren valt, kun je verzekeren in de particuliere sector. Ook deze sector valt weer te verdelen in een aantal subgroepen. Deze subgroepen worden in de verzekeringswereld branches genoemd. Eigenlijk zijn er drie verschillende branches:
- Brand;
- Transport;
- Varia.
De branches hierboven slaan op schadeverzekeringen. Deze gaan dus over het bezit en vermogen. Je hebt, zoals in het hoofdstuk ‘Welke risico’s bestaan er’, gelezen dat er ook verzekeringen worden aangeboden op basis van leven, dood en gezondheid. Dit noemen we levensverzekeringen. Omdat deze niet verder worden onderverdeeld wordt dit de ‘vierde’ branche.
Brand
Eigenlijk is de naam ‘Brand’ heel misleidend. Je zou namelijk denken dat de verzekeringen in de branche Brand dus alleen slaan op schade die ontstaan is door brand. Dit is niet zo. Onder de branche Brand valt de verzekering van alle gebouwen(dus ook je huis), inboedels(alles wat zich in je huis bevindt), inventaris, enzovoort. Maar, verzekeringen voor je huis of je inboedel dekken vaak niet alleen schade als gevolg van brand. Vaak worden ook risico’s als inbraak, storm en waterschade gedekt. Dat hangt af in hoeverre je een uitgebreide verzekering hebt afgesloten. Zo is bijvoorbeeld je inboedel niet verzekerd als er schade aan je huis plaatsvindt. Daarvoor moet je een inboedelverzekering afsluiten. Zelf kun je dan weer bepalen of je deze voor alleen brand, brand en inbraak, uitgebreid, extra uitgebreid of meest uitgebreid afsluit. Voor elk van deze verzekeringen betaal je premie. Hoe uitgebreider je verzekering, hoe hoger de premie, maar hoe zekerder je bent van een uitkering bij een ongeval.
Transport
Het klinkt misschien raar, maar veel particulieren hebben niet met deze branche van verzekeringen te maken. Onde de branche Transport vallen alle verzekeringen die met vervoer van zaken te maken hebben. Als die zaken onderweg schade oplopen of zoek raken, kost dat geld. Daarvoor kun je een goederenverzekering afsluiten. Ook kan het vervoermiddel beschadigd raken, maar daar heb je weer aparte verzekeringen voor. Ook die verzekeringen vallen onder de branche Transport. Het gekke aan deze branche, is dat vervoermiddelen als vliegtuigen en auto’s er niet onder vallen. Dit heeft een historische achtergrond. Vroeger werden namelijk bijna alle goederen per schip vervoerd. Dit heeft tot gevolg gehad dat auto’s en vliegtuigen, die pas de laatste 100 jaar bij goederenvervoer betrokken zijn, niet onder de branche Transport vallen. Maar, als je bijvoorbeeld een zeilboot voor recreatie bezit valt dit wel onder Transport.
Varia
Dan heb je nog de branche Varia. Eigenlijk vallen onder deze brache alle verzekeringen die niet onder de eerder genoemde twee vallen. Ondanks dat dat er heel veel zijn, zijn ook daar weer een aantal hoofdgroepen in aan te wijzen:
- Enkele medische verzekeringen. Hieronder vallen alle verzekeringen die niet onder de levensverzekeringen vallen. Bijvoorbeeld ziektekosten van artsen, specialisten of het ziekenhuis, maar ook de ongevallenverzekering;
- De verplichte zorgeverzekering;
- De (verplichte) motorrijtuigverzekering(als je een motorrijtuig hebt). Daaronder vallen weer de verzekeringen die schade aan het voertuig zelf dekken en je aansprakelijkheidsverzekering(WA) die de schade aan anderen vergoedt;
- Aansprakelijkheidsverzekeringen voor allerlei andere particulieren, instellingen of bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan school: iedereen kan een fout maken waar iemand schade aan overhoudt. Als de gymleraar je net niet goed genoeg vangt en je breekt een been is de school verantwoordelijk;
- Alle andere Variaverzekeringen. Bijvoorbeeld je reisverzekering die ervoor zorgt dat als je al je spullen verliest in het buitenland je daar een vergoeding voor krijgt. Maar ook als je dure schilderijen of juwelen in je huis hebt hangen die je wil verzekeren. Deze vallen namelijk weer niet onder je inboedelverzekering.
Leven
Dit is de zogenaamde ‘vierde’branche, omdat hij niet verder in te delen is. Hieronder vallen alle verzekeringen die te maken hebben met een lang leven leiden of vroeg te overlijden komen. Er zijn heel veel verschillende levensverzekeringen. Je kunt je bijvoorbeeld verzekeren voor hoge kosten op je begrafenis. Je kunt ook levensverzekeringen afsluiten om te sparen, bijvoorbeeld voor studerende kinderen of het aflossen van schulden of een hypotheek.
Een twijfelgeval is de ongevallenverzekering. Hier is een tijdlang onduidelijkheid over geweest. Want, waar behoort een ongeval toe? Je zou het kunnen rekenen tot een schade, die jij jezelf of iemand anders hebt toegebracht. Maar als je erdoor overlijdt of er levensbeperkingen aan overhoudt kan het ook onder de levensverzekeringen vallen. Er is besloten dat hoewel er ook een overlijdensdekking onder valt we de ongevallenverzekering toch rekenen tot de branche Varia.
Hoe worden verzekeringen verkocht?
Als je een nieuwe broek wil kopen ga je naar een kledingwinkel. Voor een reis ga je naar een reisbureau. Maar verzekeringen kun je niet zomaar in een winkel kopen. Er zijn verschillende manieren om als consument een verzekering aan te schaffen.
Er zijn twee manieren om als bank of verzekeraar een verzekering aan te bieden:
- Rechtstreeks contact tussen aanbieder en de consument(ook wel Direct Writing genoemd)
- Hij kiest voor een Intermediairmaatschappij. De verkoop gaat dan via een tussenpersoon.
Direct Writing
In het geval van Direct Writing is er een direct contact met de verzekeraar. Dit gebeurt dan bijvoorbeeld door een advertentie in de krant of telefonisch. Er is dan dus geen deskundig advies aan vooraf gegaan. Je krijgt een aanbod van de verzekeraar en moet er vanuit gaan dat dit een goed aanbod is.
Intermediairmaatschappij
De verzekeringnemer kiest in dit geval voor een tussenpersoon. Deze helpt de consument bij het kiezen van een goede verzekering. Vaak zijn deze tussenpersonen deskundigen op het gebied van verzekeringen hebben ze goed hoogte van het aanbod op dit moment. Daarmee maken ze de keuze vaak een stuk gemakkelijker en voorkomen ze dat de consument veel te veel voor een bepaalde verzekering gaat betalen. Ook zijn deze tussenpersonen vaak niet alleen gespecialiseerd op het gebied van verzekeringen maar weten ze ook alles af van sparen, beleggen en lenen. Op het moment dat er een schade heeft plaatsgevonden bij de verzekeringnemer, zal dezelfde tussenpersoon die de verzekering destijds heeft aangemeten ook weer als tussenpersoon optreden tijdens de onderhandelingen over de schadevergoeding. Er zijn drie verschillende soorten tussenpersonen:
- De onafhankelijke tussenpersoon
- De gebonden tussenpersoon
- De loondientsagent
De onanfhankelijke tussenpersoon
Een onafhankelijke tussenpersoon bemiddelt tussen de verzekeraar en de verzekering-nemer.Hij is niet gebonden aan een bepaalde verzekeraar en kan dus alle producten van alle verzekeraars aanbieden. Meestal doet hij dat echter niet omdat dat veel te veel wordt. Meestal maakt een tussenpersoon zijn eigen selectie.
De gebonden tussenpersoon
Een gebonden tussenpersoon heeft een aantal contracten gesloten met verschillende verzekeraars. Deze tussenpersoon kan dus niet alle verzekeringen aanbieden maar alleen degene van de verzekeraars waarmee hij een contract heeft. Verder is deze tussenpersoon dus niet in loondienst, maar zelfstandig ondernemer.
Loondienstagent
De naam zegt het al, deze tussenpersoon is wel in loondienst bij een bepaalde verzekeraar. Hij verkoopt en adviseert dus alleen producten van die verzekeraar.
Hier zijn de mogelijkheden van de consument nog verwerkt in een schema.(niet zichtbaar op scholieren.com, neem contact op wil je dit schema toch graag ontvangen)
Niet iedere consument voelt zich aangetrokken tot dezelfde verkoopmanier. Maar, verzekeraars willen wel op de interesse van iedere consument inspelen. Dit heeft tot gevolg dat veel verzekeraars hun verzekeringen op verschillende manieren aanbieden. Het verzekeringsconcern Achmea heeft bijvoorbeeld een aantal verzekeraars, waaronder FBTO en Avéro. FBTO biedt zijn verzekeringen rechtstreeks aan, terwijl Avéro met een tussenpersoon werkt. Eén concern, meerder verkoopmanieren.
Wat ook steeds meer voorkomt is de samenwerking tussen banken en verzekeraars. Dit maakt de keuze er voor consumenten vaak niet makkelijker op. Banken bieden steeds vaker verzekeringen aan, terwijl verzekeraars ook steeds vaker komen met bijvoorbeeld leningen.
Hoe kies je een goede verzekering?
We hebben nu al veel informatie over verzekeringen. Maar, hoe kies je nou een goede verzekering op basis van je eigen gegevens? Welke verzekering past nu het beste bij jou? Welke verzekeringen moet jij wel en niet afsluiten? Het is heel moeilijk om je precies voldoende te verzekeren. Uit een onderzoek van de verzekeraar Independer blijkt dat meer dan 40% van alle Nederlanders bijvoorbeeld niet goed verzekerd is voor huis en inboedel. Dit kan je een hoop geld kosten. Maar aan de andere kant kost het je ook een hoop geld als je jezelf oververzekert. Want dan betaal je geld voor iets wat jou hoogstwaarschijnlijk nooit zal overkomen.
Je kunt natuurlijk een tussenpersoon gebruiken om uit te vinden welke verzekeringen je af moet sluiten. Maar dan nog is het belangrijk dat je eerst zelf overwegingen maakt. Natuurlijk heb je je eventueel verplichte verzekering(en), bijvoorbeeld voor je motorvoertuigen. Daarnaast heb je dan alle dingen die je eventueel kunt verzekeren. Enkele daarvan zijn echter meestal noodzakelijk. Een inboedelverzekering, een opstalverzekering als je een eigen huis bezit en een ziektekostenverzekering zijn vrijwel onvermijdelijk. De kans dat je daarin iets overkomt is namelijk altijd aanwezig.
Aan de hand van een voorbeeld is dit allemaal wat beter duidelijk te maken. Stel, je bent straks achttien jaar en je gaat uit huis wonen. Je koopt of huurt een flatje en je koopt een auto’tje. Vanaf je achttiende jaar ben je volwassen. Je bent dan ook verantwoordelijk voor je eigen hebben en houden, en dus ook voor je eigen verzekeringen. De consumentenbond heeft een schema samengesteld waarmee je prima kunt bepalen wat voor jou belangrijk is om te verzekeren. Hieronder behandel ik twee delen van het schema aan de hand van het voorbeeld.
Op de vorige pagina zie je een schema afkomstig uit een project van de Consumentenbond. Hiermee kun je zelf gemakkelijk bepalen wat voor jou nodig is en wat niet. Zoals te zien gaat dit stukje over de AansprakelijksheidsVerzekering voor Particulieren. Als je in je eigen flatje woont ben je een alleenstaande en is het dus handig om een AVP voor alleenstaanden af te sluiten. Dit zorgt ervoor dat als je iemand anders schade toebrengt, bijvoorbeeld in het huis van je vriendin een dure vaas breekt, deze schade wordt vergoedt.
Goed, we doen er nog één:
Hieronder zie je een schema dat te maken heeft met je opstal. Je flatje dus.
Op dit schema hierboven kun je gemakkelijk bepalen wat voor jou belangrijk is. Je hebt je flatje gekocht. Je bewoont een eigen woning, en woont aan een drukke winkelstraat. De waarde ligt echter niet boven de 100.000 euro, dus voldoet een Opstalpolis met glasdekking.
Het is heel lastig om te bepalen hoe je perfecte verzekeringspakket er precies uit moet zien. Daarom is deze test heel handig. Om de gehele test van de consumentenbond te doen kun je het boekje ‘De verzekeringsgids’ bestellen op de site van de consumentenbond: www.consumentenbond.nl, of eventueel huren in de bibliotheek.
Hoe gaat een verzekeringsmaatschappij te werk bij de aanvraag van een nieuwe verzekering?
Het is nu duidelijk dat verzekeringsmaatschappijen dus niet zomaar iedere aanvraag kunnen accepteren. In dit laatste deelonderwerp lopen we het hele traject af vanaf wanneer je besluit dat je een verzekering wil kopen tot het moment dat er wel of geen overeenkomst wordt gesloten.
Aanvraagprocedure
De contactmogelijkheden zijn al uitgebreid besproken. Als je hebt besloten of je een Direct Writer wilt of een tussenpersoon, kan de aanvraagprocedure beginnen. Een aanvraag wordt gezien als een teken dat jij bereid bent waarheidsgetrouwe informatie te verstrekken, evenals jij dat van de verzekeraar verwacht. De eventuele tussenpersoon is een soort verlengstuk van de verzekeraar. Deze werkt dan als aanvrager.
Als je er zeker van bent dat je een verzekering wil afsluiten moet je een aanvraagformulier invullen. Als je een tussenpersoon hebt ingeschakeld helpt deze met het invullen. Je bent echter wel altijd zelf verplicht het formulier te ondertekenen. Dat mag niemand anders doen.
Een aanvraagformulier heeft een aantal functies:
- Het laat aan de verzekeraar zien dat de persoon een verzekering wil sluiten. Het is een vorm van wilsuiting;
- Op het aanvraagformulier moeten alle gegevens worden ingevuld voor het beoordelen van het risico. Hiermee bepaalt de verzekeraar dus of hij een overeenkomst aan wil gaan;
- Op het aanvraagformulier verklaart de aanvrager de verplichtingen die hij heeft na te komen.
Voorlopige dekking
Tussen het moment dat de aanvrager het formulier invult en het moment waarop de verzekeraar bepaalt of hij de aanvraag accepteert ligt een bepaalde periode. In deze periode ben je dus niet verzekerd, en kun je dus nog schade oplopen. Hier is een oplossing voor gevonden.
Veel tussenpersonen hebben het recht om een voorlopige dekking te ondertekenen. Dat betekent dat je tijdens de aanvraagprocedure wel verzekerd bent. Verzekeraars doen dat vaak alleen als er in die tussentijd geen hele grote risico’s zijn. Bijvoorbeeld bij de verzekering van een auto. Het is wel toevallig als er in de paar dagen van de aanvraagprocedure ineens een grote schade plaatsvindt. De tussenpersoon bepaalt het aantal dagen dat de voorlopige verzekering geldt, bijvoorbeeld 14 dagen.
De voorlopige dekking betekent niet dat de verzekeraar al besloten heeft dat hij de aanvraag heeft geaccepteerd. Als de aanvraag wordt afgewezen wordt er vaak een brief gestuurd dat de aanvraag niet is geaccepteerd en dat de voorlopige dekking nog 5 dagen doorloopt. In die tussentijd heb je dan nog de tijd om ergens anders een verzekering te zoeken. Na die 5 dagen zit de verzekeraar nergens meer aan vast en loopt geen risico meer.
Acceptatie
Als het aanvraagformulier is aangekomen bij de verzekeraar wordt het bekeken door de acceptatieafdeling. Hier wordt nagekeken hoe groot het risico is, en of het binnen het beleid van de verzekeringsmaatschappij past. Als het om een heel groot risico gaat, bijvoorbeeld van een grote winkel, dan wordt er soms nog een nader onderzoek ingesteld. Dit wordt gedaan door een inspecteurt van de verzekeraar of een expert van een expertisebureau.
Als de aanvraag wordt geaccepteerd wordt er gesproken van een wilsovereenkomst(tussen de consument en de verzekeraar). Daarmee is de verzekeringsovereenkomst gesloten. Als de aanvraag wordt afgewezen krijg je daar bericht van en wordt er uitgelegd waarom de aanvraag niet is geaccepteerd.
Zoals al is besproken in het deelonderwerp ‘welke doelgroepen zijn er?’ is het soms moeilijk te bepalen hoe groot een risico is als je als verzekeraar de aanvraag accepteert. Zeker als het om speciale gevallen gaat, zoals een hele dure auto of een huis met een rieten dak. Op het moment dat de verzekeraar moet kiezen tussen wel accepteren of niet accepteren is er nog een derde mogelijkheid. Soms wil de verzekeraar dan wel een overeenkomst sluiten, maar onder bepaalde voorwaarden. Deze kunnen bijvoorbeeld inhouden:
- Een hogere premie;
- Een eigen risico(wat betekent dat er een deel van de schade zelf vergoedt moet worden);
- Meer maatregelen om het risico te verkleinen(in het geval van de Ferrari uit deelonderwerp ‘Welke doelgroepen zijn er?’ bijvoorbeeld een beter inbraakalarm).
Om nog heel even iets dieper in de gaan op het accepteren, kijken we nog even naar waarop een verzekeraar zijn beslissing baseert. In principe zijn er twee groepen factoren die belangrijk zijn bij de beslissing:
- Morele risicofactoren
- Materiële risicofactoren
Morele risicofactoren
Het morele risico hangt af van het karakter van de persoon. Als je weet dat de persoon in kwestie bijvoorbeeld vaak onder invloed autorijdt, is het waarschijnlijk om aan te nemen dat hij ook andere normen en waarden niet heel serieus neemt. Natuurlijk is het heel moeilijk om te bepalen of een persoon moreel gezien een slecht risico vormt. Daarom wordt er in het aanvraagformulier wel vaak nog gevraagd naar strafrechtelijk verleden, of een weigering van een vorige verzekering bij een andere verzekeraar.
Materiële risicofactoren
Het is logisch dat het financieel minder aantrekkelijk is om een huis van hout te verzekeren dan een huis van baksteen. Het huis van hout is immers veel kwetsbaarder. Dit is een voorbeeld van een materieel risico. Dit geldt voor een hoop dingen. De bestemming kan ook meespelen. Een snackbar of een benzinestation zijn veel brandgevaarlijker dan een bloemenwinkel bijvoorbeeld. Bij een autoverzekering wordt ook heel erg gekeken naar de staat van de auto en naar de leeftijd ervan.
De polis, premie en kosten
Als er een overeenkomst is gesloten wordt er een schrijftelijk document gemaakt, de polis. Hierin staan alle rechten en plichten van de verzekeringnemer en de verzekeraar. Ook staat hierin de hoogte van de premie die de verzekeringnemer moet betalen. Als je eenmaal een polis hebt afgesloten, loopt de verzekeraar vanaf dat moment het risico, maar heeft hij het recht op premie. De polis wordt vaak opgestuurd nadat de eerste premie is betaald.
De premie verschilt voor iedere verzekering, maar voor eenvoudige en veelvoorkomende risico’s zijn vaak vaste premies opgesteld die je ook kunt vinden in de tarievenboekjes van de verzekeringsmaatschappij. De verzekeraar heeft wel het recht van deze premie af te wijken als hij dat nodig vindt. De premie bedraagt meestal een bepaald percentage van het verzekerde bedrag, of gewoon een bedrag in euro’s. Als de verzekering is afgesloten via een tussenpersoon zit in de premie ook de provisie voor deze tussenpersoon. De kosten zijn voor de verzekeraar. Dat betekent dat de verzekeraar een deel van de premie dus af moet staan aan de tussenpersoon.
Behalve de kosten van de premie worden vaak nog poliskosten in rekening gebracht. Dit zijn de kosten die worden gemaakt bij het opmaken voor de polis. Je betaalt ook weer poliskosten als er iets verandert in de verzekering en deze moet worden aangepast.
Daarnaast heb je de incassokosten. Dat zijn kosten die de verzekeraar maakt voor het incasseren van de premie, zoals het versturen van acceptgirokaarten.
Als allerlaatst betaal je over je premie vaak nog 7% assurantiebelasting. De verzekeraar moet namelijk ook belasting betalen. De belasting wordt berekend over de premie, poliskosten, administratiekosten, e.d. Er zijn wel een aantal vrijstellingen. Bijvoorbeeld voor:
- Levensverzekeringen
- Herverzekeringen
- Ziekte- en ziektekostenverzekeringen
Conclusies
Korte samenvatting deelonderwerpen
De hoofdvraag van dit PO was: ‘Waarom zijn er verzekeringen en hoe zijn ze ontstaan?’ In dit werkstuk hebben we het verzekeren uitgediept. Dit door middel van verschillende deelvragen.
Eerst heb je een stukje kunnen lezen over de risico’s die wij zoal in ons leven kunnen lopen en wat we er aan kunnen doen. Er zijn risico’s die je kunt verzekeren, risico’s die je moet verzekeren en risico’s waar je niets mee kunt. In de geschiedenis van het verzekeren is dieper ingegaan op waar het verzekeren uit is ontstaan. Hoe de achterdochtigheid van rijke mensen ertoe leidde dat handelaren hun eigen risico’s op zich namen, en hoe het verzekeringswezen zich ontwikkelde met de gebeurtenissen die zich voordeden in de 17e en 13e eeuw, de branden in Londen, en Chicago. En, hoe tenslotte onze staat in een verzorgingsstaat veranderde door sommige verzekeringen verplicht te stellen.
We zijn dieper ingegaan op wat verzekeren inhoudt. Een verzekering is een overeenkomst tussen een verzekeraar en een verzekeringnemer, waarbij de verzekeringnemer premie betaalt, en de verzekeraar jouw risico’s op zich neemt. Een verzekeraar heeft ook bepaalde doelgroepen, en verzekert niet zomaar alles, maar alleen dingen die binnen het kennisgebied van de verzekeringsmaatschappij bevinden.
In het deelonderwerp waar we de soorten verzekeringen hebben besproken hebben we gevonden dat er twee soorten verzekeringen bestaan, de sociale verzekeringen en de vrijwillige particuliere verzekeringen. Deze konden we weer opsplitsen in vier branches: brand, Transport, Varia en Leven. Verzekeringen moeten ook worden verkocht. Dit gebeurt via twee manieren. Met een tussenpersoon of via een Direct Writer, wat inhoudt dat er direct contact is tussen de consument en de verzekeraar.
Hoe je een goede verzekering kiest komt aan bod in het deelonderwerp ‘hoe kies je een goede verzekering?’Omdat dit heel persoonlijk is wordt het boekje ‘De verzekeringsgids’ van de consumentenbond aangeraden voor een goede keuze. Ook is gebleken dat het heel erg van je situatie afhangt welke verzekeringen je wel en niet nodig hebt.
In het laatste deelonderwerp hebben we de aanvraag van een nieuwe verzekering bekeken vanuit de ogen van een verzekeringsmaatschappij. De aanvraag, de acceptatie en de premie en overige kosten.
Conclusie
Een verzekering is iets wat in het tegenwoordige leven niet meer te missen valt, want risico’s zijn overal. Verzekeringen zijn ontstaan uit risico’s. Er zijn verzekeringen om mensen te beschermen tegen risico’s die soms schade tot gevolg hebben die ze zelf niet kunnen dekken. Maar ook om andere mensen en hun bezittingen te beschermen, die de dupe kunnen zijn van risico’s van anderen. Ook uit de geschiedenis van het verzekeren is gebleken dat verzekeringen zijn ontstaan uit risico’s. Primitieve vormen van verzekeren werden al lang geleden gebruikt om mensen en bezittingen in te dekken tegen risico’s. De ontwikkeling van het verzekeren heeft geleid tot de oprichting van het verzekeringsmaatschappijen die mensen helpen zich te beschermen tegen risico’s van alledag.
Het verzekeren is een prachtige manier van jezelf en anderen indekken tegen hoge financiële kosten. De ontwikkeling van het verzekeren heeft geleidelijk plaatsgevonden en gaat nog altijd door. Ook in de toekomst zullen de verzekeringen verder uitbreiden, aangepast naar misschien wel nieuwe risico’s. Verzekeringen zullen altijd een belangrijke rol spelen in het leven van de mens. Omdat iedereen het liefst zo veel mogelijk risico’s uitsluit. Nu, en in de toekomst.
Einde
Bronnenlijst
Ik heb voor dit PO heel veel verschillende bronnen gebruikt. Hieronder allemaal op een rij:
Internetbronnen:
1. Alles over verzekeren en verzekeringen. (z.d.) Geraadpleegd op 08-11-2007. http://www.bentugoedverzekerd.nl/
2. Stoomcursus verzekeren: de geschiedenis van het verzekeren. (2007) Geraadpleegd op 8-11-2007. http://www.youngdynamic.nl/ (>verzekeren>geschiedenis van het verzekeren)
3. Ik wil of heb een verzekering. (2007) Geraadpleegd op 8-11-2007. http://www.afm.nl/consumenten/default.ashx?FolderId=664
4. Informatie over verzekeren: Independer: Vormen en Soorten (2007) Geraadpleegd op 11-11-2007. http://www.independer.nl/thema/common/coco.asp?location=woonhuis.vormensoorten
5. Verzekeren. (18 Oktober 2007) Geraadpleegd op 11-11-2007.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Verzekering
6. Consumentenbond: Boeken over geldzaken. (2007) Geraadpleegd op 11-11-2007 http://www.consumentenbond.nl/webshop/boeken/geld/
7. Werken naar vermogen: WAO naar WIA. (2007) Geraadpleegd op 11-11-2007.
http://www.werkennaarvermogen.nl/
Boeken:
8. Consumentenbond (2000). Verzekeringsgids. Utrecht/Antwerpen: Z&K Uitgevers
9. Dom, G (2007). Consumentenbond 250 Gouden Verzekeringstips. Den Haag: Consumentenbond.
10. Sikkel-Spierenburg, C (2005). Uw financiële levensloop: Alles tot na uw pensioen goed geregeld. Den Haag: Consumentenbond
11. Nibesvv( Nederlands Instituut voor het Bank-, Verzekerings en Effectenbedrijf) (2004). B-Particulieren Opleiding. Amsterdam.
Verzekeringen
6.6- Praktische opdracht door een scholier
- 5e klas vwo | 7202 woorden
- 20 januari 2009
- 36 keer beoordeeld
6.6
36
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.434 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Ver reizen? Zo gaan wij naar school!
Student Hanne en scholier Naomi over studiekeuzes: 'Het is jouw toekomst'
Amarins (26) studeert Scheikunde in Amsterdam: 'Ik wil graag weten hoe de wereld werkt'
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
thanxx, heeft me veel geholpen bij het maken van mn werkstuk!
12 jaar geleden
Antwoorden