VOORWOORD
Wij hebben het onderwerp BSE gekozen voor onze praktische opdracht van ANW. We hebben dit onderwerp gekozen om er meer over te weten te komen (we wisten er nog niet veel van af) en ook omdat het de laatste tijd weer in het nieuws was met al die nieuwe maatregelen tegen BSE die begin 2001 genomen werden. BSE was de laatste tien jaar het belangrijkste agrarische onderwerp (nu is Mond- en Klauwzeer trouwens het belangrijkste onderwerp), omdat het gevaren kan opleveren voor de volksgezondheid en omdat er veel maatregelen getroffen moesten worden.
Wij hebben van een kameraad van [naam] het advies gekregen om op de site van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te kijken, daar zou een heel goed dossier over BSE te vinden zijn. [naam] is nog van plan om in het tijdschrift De Boerderij te gaan kijken, want daar zou vast ook nog wel wat staan.
De relatie met het vak ANW is heel duidelijk: We hebben het hier over een ziekte, die niet alleen gevaarlijk voor dieren is maar ook gevaarlijk voor mensen kan zijn.
HOOFDSTUK 1: WAT IS BSE?
BSE wordt vaak ook wel gekke-koeienziekte genoemd. BSE staat voor Bovine Spongiforme Encephalopatie. Het is een ziekte die bij runderen voorkomt, maar men denkt dat de dodelijke variant van de ziekte Creutzfeldt-Jakob (vCJD) een menselijke variant is van BSE. De ziekte van Creutzfeldt-Jakob is een zeer zeldzame vorm van dementie waar men uiteindelijk aan dood gaat. Mensen zouden die ziekte kunnen krijgen als ze met BSE besmet vlees eten (vooral hersenen en ruggemerg). Daarom is men er ook zo bang voor en worden er heel erg veel maatregelen getroffen.
BSE is geen virus of een bacterie zoals veel mensen denken. De BSE-besmetting tast het centrale zenuwstelsel aan. Het woord \'spongiforme\' (sponsvormig) zegt iets over een van de symptomen van BSE: de ziekte zorgt er voor dat er hele kleine holtes ontstaan in de hersenen van besmet vee net zoals een spons heel veel kleine holtes heeft. Die holtes worden gemaakt door zogenaamde \'prionen\'. Dat zijn vervormde en afwijkende eiwitten die andere \'gewone\' eiwitten kunnen vervormen tot nieuwe prionen. De hersencellen, waar de prionen zich in ophopen barst uiteindelijk open en de prionen komen weer in andere cellen terecht, die uiteindelijk dan ook openbarsten. De gevolgen van het afsterven van hersencellen zijn gedragsveranderingen.
De BSE-koeien vertonen vaak een van de volgende symptonen:
- over-alert zijn op normale voorwerpen en activiteiten op het bedrijf
- overgevoeligheid voor prikkels (sensorisch, geluid en licht)
- afwijkende gang (ataxie, hanentred, vallen).
Van de gevonden BSE-koeien vertoonde 97% minstens één van deze symptomen.
BSE-koeien worden meestal gevonden, doordat de veehouder de dierenarts laat komen omdat het gedrag van zijn koe(ien) is veranderd. De dierenarts constateert dan die afwijkingen in gedrag, gevoeligheid en/of gang tijdens zijn onderzoek en dan wordt getest of de koe(ien) echt BSE heeft. Vaak wordt de dierenarts ook om andere redenen bij de BSE-koe geroepen (zie tabel 1, 2, 3 op de volgende pagina).
Tabel 1 Beginklacht zoals gemeld door de veehouder bij naderhand bewezen BSE-gevallen in Engeland. |
Klacht |
frequentie |
nerveus (voorheen niet) |
30% |
slaan (voorheen niet) |
20% |
afwijkende gang |
13% |
gewichtsverlies |
11% |
daling melkproductie |
8% |
bang voor nauwe doorgangen |
7% |
gedragsverandering |
5% |
Vallen |
4% |
over-alert |
3% |
Tabel 2 Frequentie van gedragsveranderingen zoals vastgesteld door de dierenarts tijdens klinisch onderzoek bij naderhand bewezen BSE-gevallen in Engeland. |
gedragsverandering |
frequentie |
over-alert |
86% |
Algemene gedragsverandering |
78% |
abnormaal gedrag |
64% |
abnormaal orenspel |
60% |
bang voor nauwe doorgangen |
42% |
tandenknarsen |
38% |
Agressief |
30% |
Tabel 3 Klacht waarmee de eerst negen Nederlandse BSE-gevallen bij de dierenarts werden aangemeld voor visite. |
geval |
Klacht |
1 |
dikke knieën en hakken |
2 |
\'doet het niet\' |
3 |
dikke voorknie |
4 |
liggende koe |
5 |
\'doet het niet\' |
6 |
afwijkend gedrag |
7 |
onbenaderbaar bij afkalven, afkalven vordert niet |
8 |
dikke voorknie |
9 |
verzoek tot euthanasie, vastgelegen in ligbox, kan niet overeind |
Zoals je in Tabel 2 kunt zien vertonen de koeien vaak meerdere symptonen van de ziekte BSE
HOOFDSTUK 2: HOE WORDT BSE VEROORZAAKT?
Er zijn meerdere manieren hoe een koe BSE kan krijgen. De belangrijkste oorzaak is besmetting via veevoer. Nog niet zo heel lang geleden, nog maar een paar jaar, was het normaal dat er in het voer van de koeien resten van andere afgemaakte koeien zat. De kans dat daar resten van BSE-koeien in zaten was dus aanwezig en als dat zo was konden andere koeien ook resten van die prionen binnenkrijgen (die prionen zitten vooral in de hersenen, ruggemerg en ook in de ingewanden van de koe). Die koeien werden dan ook besmet en zouden dan ook uiteindelijk sterven aan deze ziekte.
Koeien kunnen het ook aan hun nageslacht meegeven. Een met BSE besmette koe kan de ziekte tijdens de zwangerschap overbrengen op haar kalf. Dit kan alleen als de kalf hier genetische aanleg voor heeft en dan nog is de kans hierop heel klein.
Tenslotte moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat een gezonde koe spontaan BSE krijgt door erfelijke aanleg. Bij de mens is dat het geval bij ouderdoms-CJD (dementie).
De ziekte BSE bestaat nog niet erg lang. Het eerste geval is voor het eerst geconstateerd in 1986 op een rundveehouderij in Groot-Brittanië. Het is nog niet helemaal zeker hoe het eerste geval is besmet. Men denkt dat het komt omdat het dier is bijgevoed met eiwitten uit slachtafval van schapen (diermeel). Deze zouden besmet zijn geweest met scrapie. Scrapie is een ziekte die wel een beetje lijkt op BSE en is bij schapen al langer bekend, maar is niet besmettelijk voor de mens.
Sinds 1986 is het aantal BSE-koeien heel erg toegenomen. Dit was vooral in Groot-Brittanië.
Daar werden in 1992 zelfs 1000 gevallen per week ontdekt. Waarschijnlijk is dit grote aantal veroorzaakt doordat in Groot-Brittannië het destructieproces van kadavers gewijzigd werd. Toen werd er nog maar één hitte-behandeling met stoom gedaan, terwijl het daarvoor nog twee hitte-behandelingen waren. De BSE-prionen zijn bestand tegen hoge temperaturen en worden bij één hittebehandeling niet gedood. Op deze manier kwamen de prionen in het diermeel terecht zodat de BSE besmetting zich weer verder uitbreidde.
HOOFDSTUK 3:
WAAR EN HOEVEEL KOMT HET VOOR?
In Nederland is BSE voor het eerst in 1997 bij een bijna zesjarige koe op een bedrijf in Wilp geconstateerd. totaal zijn er inmiddels veertien gevallen:
Wilp (21 maart 1997)
Kollum (7 april 1997)
Vrieschelo (26 augustus 1998)
Heeten (22 oktober 1998)
Maartensdijk (7 januari 1999)
Markelo (17 maart 1999)
Eibergen (16 november 2000)
Punthorst (29 december 2000)
Olst (11 januari 2001)
Mill en St. Hubert (31 januari 2001)
Lunteren (8 februari 2001)
Zelhem (14 februari 2001)
Didam (23 februari 2001)
Losser (1 maart 2001)
Sinds 1 januari van dit jaar worden alle runderen ouder dan 30 maanden bij de slacht op BSE getest. Het gaat om het testen van enkele duizenden runderen per dag (mogelijk tot 700.000 per jaar). Voorheen werden alleen koeien die symptomen van BSE vertoonden, getest. Daarnaast werd er steekproefsgewijs getest. Mogelijk worden door de nieuwe intensieve aanpak de komende tijd meer BSE-koeien gevonden dan we gewend waren. De uitkomsten zullen de komende laten zien hoeveel BSE gevallen er werkelijk in Nederland zijn.
In de Europese Unie heeft 99% van alle BSE-gevallen zich voorgedaan in Groot-Brittannië. Daar zijn sinds 1986 ruim 180.000 runderen met BSE aangetroffen. Door drastische maatregelen loopt het aantal gevallen er inmiddels sterk terug van bijna 1000 per week in 1992 naar 25 per week in 2001.
In andere Europese landen zijn de aantallen aanzienlijk kleiner. Portugal vond tot nu toe bijna 500 BSE-koeien. In Frankrijk zijn in 2000 ruim 160 BSE-gevallen geconstateerd, tegenover 31 in 1999. Een deel daarvan werd gevonden bij het testen van grote aantallen runderen met snelle BSE-testen. Deze toename heeft veel onrust over de veiligheid van rundvlees veroorzaakt en heeft geleid tot aanvullende Europese maatregelen tegen BSE: het testen van alle runderen ouder dan 30 maanden bij de slacht en vooralsnog een totaal verbod op het gebruik van diermeel.
Buiten de Europese Unie heeft Zwitserland veel BSE-koeien gevonden. Buiten Europa zijn tot nu toe geen gevallen van BSE gevonden.
HOOFDSTUK 4: CREUTZFELDT-JAKOB
De ziekte Creutzeldt-Jakob is een ziekte die vooral de hersenen en de zenuwen aantast. De ziekte wordt niet alleen gekenmerkt door een vrij snel voortschrijdende dementie, maar ook door loop en coordiantiestoornissen. De ziekte komt voornamelijk voor na het 30ste levensjaar en is na enkele jaren dodelijk. De oorzaak van het ziektebeeld is waarschijnlijk een infectieus eiwitdeeltje, een prion. Dat prion zorgt ervoor dat er holtes ontstaan in de hersenen van de mens. De hersencellen waar de prionen zich in bevinden barsten uiteindelijk open en zo tasten ze ook andere hersencellen aan die uiteindelijk ook weer openbarsten. Zo wordt de ziekte steeds erger.
Het is zo goed als zeker dat de variant van Creutzfeldt-Jakob (vCJD) veroorzaakt wordt door het eten van vlees dat met BSE besmet is. Deze variant werd voor het eerst vastgesteld in 1996 in Groot-Brittannië, en komt in grote lijnen overeen met Creutzfeldt-Jakob zoals wij die kennen, een snel voortschrijdende dementie die uiteindelijk ook kan leiden tot verlamming van bepaalde lichaamsdelen. Een verschil is dat het niet alleen oude mensen maar ook jonge mensen aantast. Sinds 1996 hebben 89 meest jonge mensen de ziekte gekregen: 85 in Groot-Brittannië, 3 in Frankrijk en 1 in Ierland. Doordat weinig bekend is over de incubatietijd, de periode tussen de besmetting met BSE en de eerste symptomen van vCJD, is niet nauwkeurig te voorspellen hoeveel gevallen van vCJD zich in de toekomst nog zullen voordoen..
HOOFDSTUK 5:
MAATREGELEN TEGEN BSE
In de loop der jaren zijn er meerdere maatregelen tegen BSE genomen. Deze zijn door de EU opgesteld of door de Nederlandse overheid. Voor een deel zijn die maatregelen gericht op de veiligheid van het voedsel en voor een deel om BSE te voorkomen en proberen uit te roeien. De voornaamste maatregelen zijn:
Het opsporen van zieke of verdachte runderen (1989).
Vanaf 1989 is iedere eigenaar en dierenarts verplicht aangifte te doen bij de overheid als hij of zij een rund vindt dat verschijnselen vertoont die lijken op BSE. Ook moet bij het slachthuis, voorafgaand aan de slacht, de gezondheid van de dieren beoordeeld worden.
Een verbod op het gebruik van diermeel in diervoer voor alle landbouwhuisdieren (1989).
De overheid probeerde het probleem BSE vooral aan te pakken door de belangrijkste besmettingsbron (verontreinigd diermeel) te verbieden. Sinds 1989 is het in Nederland verboden om herkauwers (koeien, schapen en geiten) te voeren met voer dat resten van andere herkauwers kan bevatten.
Dit verbod is meerdere keren aangescherpt: Sinds 1994 mag het voer voor herkauwers geen diermeel meer bevatten dat afkomstig is van zoogdieren (eerst was het nog herkauwers), en sinds 1 januari 2001 is voer met diermeel van zoogdieren niet alleen verboden voor herkauwers, maar voor alle landbouwhuisdieren, dus ook voor varkens en kippen. Dit is een Europese maatregel die geldt tot 1 juli 2001, maar die misschien nog wel langer zal blijven gelden.
Deze laatste maatregel is getroffen, omdat het voer voor varkens en kippen (waar in 2000 en eerder, dus nog wel diermeel in mocht zitten), in de fabriek, tijdens het transport of op de boerderij per ongeluk in het voer voor de herkauwers terecht zou kunnen komen. In Nederland waren ze daar in 1999 al mee bezig, er kwam toen namelijk een strikte scheiding tussen de produktie van het voer voor herkauwers en het voer voor varkens en kippen.
Het verwijderen van de risico-organen bij de slacht (1997).
De belangrijkste maatregel om de consument te beschermen tegen BSE is dat de risico-organen bij de slacht moeten worden verwijderd. De ziekteverwekkende prionen komen namelijk lang niet in het hele dier voor. Ze concentreren zich in hersenen, ruggenmerg en enkele andere risico-organen. Deze organen worden bij de slacht verwijderd en zo wordt voorkomen dat ze geconsumeerd worden (zo wordt voorkomen dat iemand besmet raakt en de ziekte van Creutzfeldt Jacob krijgt). ze worden na verwijdering verbrand. Spiervlees (zoals biefstuk en runderlappen) worden niet weggehaald omdat daar de ziekteverwekkers nog nooit in gevonden zijn.
De volgende risico-organen worden bij de slacht verwijderd en vernietigd bij runderen, schapen en geiten, die ouder zijn dan 1 jaar:
-Hersenen
-Ruggenmerg
-Ogen
-Amandelen
Bij alle runderen:
-Darmen
Bij alle schapen en geiten:
-Milt
Het verwijderen van risico-organen is in Nederland sinds 1997 verplicht en sinds 1 oktober 2000 geldt dit voor alle Europese lidstaten.
Het testen van alle slachtrunderen ouder dan 30 maanden op BSE(1 jan 2001)
Sinds 1 januari van dit jaar worden alle runderen ouder dan 30 maanden bij de slacht op BSE getest. Dat is mogelijk doordat nog niet zo lang geleden nieuwe, snelle BSE-testen zijn ontwikkeld die al na één dag uitslag geven.
Helaas geven de nieuwe, snelle testen geen 100% zekerheid. Ze kunnen namelijk geen beginnende BSE vaststellen. De ziekte kan met deze test alleen worden aangetoond bij dieren die in het laatste half jaar van hun incubatieperiode verkeren. De totale incubatieperiode (de tijd tussen het moment van besmetting en het moment dat de ziekteverschijnselen bij de koe zichtbaar worden) is bij BSE gemiddeld 4,5 jaar. Daarom is het verwijderen en vernietigen van risico-organen bij alle koeien die voor de consumptie worden geslacht van groot belang omdat die niet zichtbaar met BSE besmet kunnen zijn.
Om deze test uit te voeren wordt bij de koeien een stukje hersenstam weggenomen. Geeft de uitslag aan dat het dier BSE heeft, dan is dat nog niet 100% zeker. Dan wordt het dier nog verder onderzocht om zekerheid te hebben. De snelle test is trouwens wel heel erg betrouwbaar.
Als blijkt uit de snelle test dat het dier BSE heeft wordt om te beginnen hersenweefsel naar ID- Lelystad gestuurd voor het microscopische onderzoek. De rest van het dier, dat apart moet worden gehangen tot de uitslag van de snelle test bekend is, wordt direct vernietigd, zodat het vlees zeker niet in de consumptie terecht komt.
Verder worden tot de definitieve uitkomst van het weefselonderzoek bekend is de volgende maatregelen genomen:
- Het bedrijf (of de bedrijven) waar het dier vandaan komt wordt (worden) geblokkeerd. Dit zijn de bedrijven waar het dier de besmetting met BSE kan hebben opgelopen. Gezien de incubatietijd zijn dat de bedrijven waar het dier meer dan twee jaar geleden heeft gestaan.
- De \'familie\' van de zieke koe worden opgespoord: de moeder, haar nakomelingen en de eventuele nakomelingen van de koe zelf ook natuurlijk. Al deze dieren mogen in afwachting van de definitieve uitslag van het onderzoek ook niet worden afgevoerd van de boerderij waar zij zich bevinden.
- Ook wordt het \'geboortecohort\' opgespoord. Het \'geboorte cohort\' zijn de dieren die in het jaar voor en het jaar na de geboorte van de verdachte koe op hetzelfde bedrijf zijn geboren. Deze dieren hebben namelijk hetzelfde, mogelijk besmette voer gekregen als de BSE-koe. Ook deze dieren mogen niet worden afgevoerd van de plek waar zij zich bevinden.
Wordt de uitslag van de snelle test door het microcopische weefselonderzoek bevestigd, dan worden alle nog levende dieren van de net genoemde groepen door het Rijk opgekocht en vernietigd, nadat er monsters van hun hersenweefsel zijn genomen voor onderzoek op BSE.
HOOFDSTUK 6: SAMENVATTING EN CONCLUSIE
Samenvatting:
BSE is een ziekte die bij runderen voorkomt en leidt tot hersenen en zenuwen aandoeningen. De ziekte zorgt er voor dat er hele kleine holtes ontstaan in de hersenen. Die holtes worden gemaakt door zogenaamde \'prionen\'. Dat zijn vervormde en afwijkende eiwitten die andere \'gewone\' eiwitten kunnen vervormen tot nieuwe prionen. De hersencellen, waar de prionen zich in ophopen barsten uiteindelijk open en de prionen komen weer in andere cellen terecht, die uiteindelijk dan ook openbarsten. De meest vookomende symptonen van een met BSE besmette koe zijn:
- over-alert zijn op normale voorwerpen en activiteiten op het bedrijf
- overgevoeligheid voor prikkels (sensorisch, geluid en licht)
- afwijkende gang (ataxie, hanentred, vallen).
De oorzaak van BSE bij koeien is waarschijnlijk het eten van diermeel dat besmet is met BSE
Mensen die met BSE besmet vlees eten lopen het risico de variant van Creutzfeldt-Jakob te krijgen. Het is een ziekte die overeenkomt met BSE bij koeien.
De Nederlandse overheid en de Europese Unie hebben maatregelen genomen tegen BSE. De belangrijkste zijn:
- Het opsporen van zieke of verdachte runderen (1989).
- Een verbod op het gebruik van diermeel in diervoer.
- Het verwijderen van de risico-organen bij de slacht (1997).
- Het testen van alle slachtrunderen ouder dan 30 maanden op BSE(1 jan 2001)
In Nederland zijn reeds 14 BSE gevallen. De laatste maanden zijn er veel gevallen bijgekomen doordat alle runderen ouder dan 30 maanden nu op BSE getest worden. De verwachting is dan ook dat er de komende tijd nog meer BSE gevallen aan het licht komen.
Conclusie:
BSE is een ongeneselijke ziekte die de variant van Creutzfeldt-Jakob kan veroorzaken, wat ook een ongeneselijke ziekte is. Er zijn reeds voldoende maatregelen genomen tegen de verspreiding van BSE (zie H5) zodat we kunnen zeggen dat de kans op Creutzfeldt-Jakob na het eten van rundvlees praktisch 0 procent is.
BRONVERMELDING
Internetministerie van landbouw natuur en visserij, www.minlnv.nl
Internetzoekmachines, www.ilse.nl en www.altavista.nl
EncyclopedieEncarta 2000
Bibliotheekklein boekje over BSE gevonden, maar die informatie hadden we al
TijdschriftenDe Boerderij en andere landbouwbladen
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
Heeeeeeeeey,
cool werkstuk, zullen we veel aan hebben, wanneer is het eigenlijk geschreven. Veel dank vanwege je werkstuk. De groeten....................
23 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
nou, waar gaan we beginnen...
we moeten voor anw een praktische opdracht doen en we vonden jouw scriptie erg handig en goed te gebruiken.
bedantk he jongen.
xxxxxxx van ons
22 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Mag ik vragen welk boekje dat was van het werkstuk over BSE.(ik heb hem via scholieren.com
alvast bedankt, Frank Roorda
20 jaar geleden
Antwoorden