De beurs: Futures/Aandelen/Opties

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 5094 woorden
  • 25 april 2005
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
57 keer beoordeeld

Handel op de beurs.

Inhoudsopgave

Handel op de beurs
Inhoudsopgave
Aandelen
Soorten aandelen
Aandelen aan toonder
Dividend
Handel
Opties
Verschillende soorten opties
Hieruit volgt het volgende schema
Vervaldata
Een grotere winst behalen met een optie
Verkoop opties zonder uitoefening
Opties, altijd winst?
Margins
Optie strategieën
Bullspread
Bearspread
Futures
Financiële producten en goederen
Hoe een financiële future in de praktijk werkt
Margins
Hoe zit het met de risico’s?
Short en long gaan
Barings Bank, en toen ging het goed mis
Wat ging er mis?
Handelswijze Barings
Wat kan men hiervan leren
Obligaties
Soorten obligaties
Rente
Aflossen
Conclusie
Hoe kunnen koersen plotseling fluctueren en welke invloed heeft nieuws hierop?
Hoe boekt een belegger succes en wat is de invloed van “verstandig beleggen”?
Waaruit bestaat de handel op de beurs?
Logboek
Bronvermelding

Aandelen

Een aandeel is een bewijs van deelname in het vermogen van een bedrijf. De bezitter van een aandeel, een zogenoemde aandeelhouder, bezit dus een stukje van het bedrijf. Omdat hij/zij een deel van het bedrijf bezit, heeft de aandeelhouder recht op medezeggenschap en op een deel van de winst. De medezeggenschap houdt in dat aandeelhouders mogen stemmen over belangrijke beslissingen van het bedrijf. Dat gebeurt op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), welke een bedrijf dat aandelen uitgeeft jaarlijks moet houden.

Soorten aandelen

Er zijn twee verschillende soorten aandelen om een onderverdeling te maken in hoeveel medezeggenschap een aandeelhouder heeft: prioriteitsaandelen en certificaten van aandeel. De bezitter van een prioriteitsaandeel heeft een grotere zeggenschap dan een gewone aandeelhouder. De prioriteitsaandelen houdt een onderneming of het bestuur dan zelf. Vaak brengt men de prioriteitsaandelen onder bij een stichting. De bestuurders van de onderneming zijn dan vaak ook bestuurders van de stichting en houden zo zeggenschap over de onderneming. Een andere manier om onderscheid te maken tussen de zeggenschap van aandeelhouders, is de uitgifte van certificaten van aandeel.

De aandelen van de onderneming worden dan ondergebracht bij een administratiekantoor, dat voor elk aandeel een certificaat uitgeeft. De bezitter van een certificaat krijgt gewoon dividend over zijn aandeel, maar zij hebben er geen recht mee op medezeggenschap in de onderneming. Er is nog een onderscheid tussen royeerbare en niet-royeerbare certificaten. Een royeerbaar certificaat kan omgewisseld worden voor een origineel aandeel, bij een niet-royeerbaar certificaat kan dit niet. De beurs neemt nieuw uitgegeven niet-royeerbare certificaten van aandeel niet meer in de notering, omdat ze de rechten van de certificaathouder te veel beperken.

Aandelen aan toonder

Aandelen aan toonder zijn aandelen die niet op naam staan en daardoor snel van eigenaar kunnen wisselen, wat gebeurt via de beurs. Van deze aandelen bestaat een papier, een fysiek stuk. De houder van dit stuk is de eigenaar van het aandeel. Aandelen aan toonder zijn onder te verdelen in K-stukken, CF-stukken en Global Notes.

K-stukken zijn de klassieke stukken. Ze bestaan uit een mantel en een dividendblad. De mantel is het aandeel zelf, met hierop onder andere de ondernemingsnaam, de vestigingsplaats en de nominale waarde, maar die waarde heeft tegenwoordig niet zoveel betekenis meer. Het dividendblad bestaat uit dividendbewijzen. Als een onderneming dividend uitkeert, gebeurt dat altijd op een bepaald dividendbewijsnummer. De aandeelhouder knipt dan het dividendbewijs met dit nummer van het dividendblad en levert dit in bij zijn bank, en ontvangt dan zijn dividend. Dit systeem wordt tegenwoordig nog maar zelden gebruikt.

CF-stukken bestaan alleen uit een mantel, maar die is kleiner dan bij K-stukken en heeft geen dividendblad, omdat je geen dividendbewijs meer in hoeft te leveren bij de bank. In plaats daarvan houdt het Centrum voor Fondsenadministratie bij op welk dividendbewijs er dividend is uitgekeerd. De eigenaar van het aandeel ontvangt zijn dividend automatisch.
Een Global Note is één verzamelbewijs voor meerdere aandelen. Dat is handig, omdat aandelen tegenwoordig niet meer fysiek verplaatst worden als ze van eigenaar wisselen, maar alleen giraal, dus alleen overboekingen van de ene effectenrekening naar de andere zonder werkelijke verplaatsing van stukken. Hierdoor lijkt een fysiek stuk overbodig, maar er moet wettelijk een fysiek bewijs van een aandeel zijn, door meerdere aandelen op één fysiek stuk te zetten, wordt er veel ruimte bespaard in de kluis waar de aandelen liggen. Volgens de wet is het verplicht een aandeelhouder zijn fysieke stukken te leveren als hij dat wil. Aangezien dat niet mogelijk is bij een Global Note, kan de aandeelhouder een recht op naam krijgen, hij komt dan in het aandeelhoudersregister van de onderneming.

Dividend

Het deel van de winst die een aandeelhouder krijgt heet: ‘dividend’. Een bedrijf keert alleen dividend uit als het winst maakt. Er zijn verschillende soorten dividend: Cashdividend, stockdividend en keuzedividend. Bij cashdividend wordt het dividend uitgekeerd in een bepaald geldbedrag per aandeel. Met stockdividend krijgt de aandeelhouder het dividend uitgekeerd in aandelen. Voor elk bepaald aantal aandelen krijgt hij dan een nieuw aandeel uitgekeerd. Bij keuzedividend kan de aandeelhouder zelf kiezen of hij het dividend in aandelen of geld krijgt uitgekeerd. Er is ook nog een verdeling in interim-dividend en slotdividend. Interim-dividend wordt uitgekeerd voordat een bedrijf zijn precieze jaarcijfers weet, de hoogte van het dividend wordt bepaald via de geschatte cijfers, en het verschil wordt verrekend met het slotdividend.

Handel

Je kunt je aandelen houden, maar je kunt ze ook verkopen. Dat gebeurt op een effectenbeurs. De aandelen op een beurs zijn altijd van een Naamloos Vennootschap (N.V.), omdat die aandelen niet op naam staan, maar ze zijn van degene die het eigendomsbewijs kan laten zien. Aandelen in een Besloten Vennootschap (B.V.) staan op naam, die zijn dus niet

makkelijk te verhandelen. Een onderneming waarvan de aandelen zijn genoteerd aan een beurs noem je een fonds. De prijzen van fondsen op de beurs staan niet vast. Is er veel vraag naar een aandeel, dan zal de prijs van dit aandeel stijgen. Mensen die de aandelen bezitten zullen namelijk een steeds hogere prijs vragen waartegen zij willen verkopen. Is een aandeel niet populair meer bij beleggers, dan is er steeds meer aanbod van deze aandelen en zal de prijs dalen. Een aandeel is populair als een bedrijf winst draait, of als beleggers denken dat een bedrijf binnenkort winst gaat maken. Beleggers verkopen de aandelen van een bedrijf als dat verlies gaat maken.

Opties

Een optie is het recht tot aan- of verkoop van een aandeel in de toekomst. Het kopen van een optie geeft het recht tot een bepaalde vervaldag een bepaald aantal aandelen te kopen of verkopen tegen een van tevoren vastgestelde prijs. Voor dit recht betaalt diegene die de optie koopt een bepaalde premie.

Enkele verschillende opties zijn:

- Aandelen
- Indexen
- Valuta
- Obligaties

In dit verslag verhandelen wij enkel de aandelen opties.

Verschillende soorten opties

Er zijn twee verschillende soorten opties verhandelbaar. Een call optie en een put optie. Het is mogelijk een optie uit te schrijven en er een te kopen. Eerst gaan we in op het kopen.

Een call optie geeft de koper de kans aandelen in de toekomst tegen een vastgesteld tarief te kopen. Dit tarief is meestal de prijs die de aandelen nu hebben. De koper hoopt dus dat de aandelen zullen stijgen. Een put optie geeft de koper het recht aandelen tegen een vastgestelde prijs in de toekomst te verkopen. De koper hoopt dus dat de aandelen zullen dalen zodat hij ze kan verkopen tegen de hogere afgesproken prijs.
AEX optie – en aandeelbrokers
Voorts is er ook nog een “koesthouder”. Deze persoon heeft de optie uitgeschreven en verhandelt deze om een premie te ontvangen. De koesthouder heeft deze naam gekregen omdat hij niets kan doen behalve wachten. De koper van de optie heeft immers het recht de optie uit te oefenen of niet. Wordt de optie niet uitgeoefend (door te hoge of lage koersen) dan strijkt de koesthouder de premie op en kan dit rekenen als winst.

Hieruit volgt het volgende schema

Verwachting: Voordeel: Nadeel:
Kopen van Call optie
De koersen gaan stijgen. Tijdens de looptijd aandelen tegen een lage prijs kopen. Bij hoge koersen de premie betalen zonder de optie te gebruiken.
Kopen van Put optie
De koersen gaan dalen. Veiligstelling van de winst bij een dalende koers. Dus dubbel voordeel. Gaan de koersen stijgen dan kost dat de optie prijs.
Verkopen Call optie
De koersen zullen dalen of gelijk blijven. Incasseren van premie voor de optie. Als de optie wordt uitgeoefend dan moeten de aandelen verkocht worden tegen lagere prijs.
Verkopen Put optie
De koersen zullen gelijk blijven of stijgen. Incasseren van premie voor de optie. Als de optie wordt uitgeoefend dan moeten aandelen gekocht worden tegen een hogere prijs.

Vervaldata

Bij het opstellen van een optie wordt er altijd een uiterste uitoefendata afgesproken. De kortste optie mogelijk is 8 dagen en de langste optie kan 9 maanden duren. De vervaldata van opties vallen altijd op de derde vrijdag van de maanden januari, april, juli en oktober van hetzelfde jaar. Opties de in de maanden oktober, november en december gekocht zijn vervallen.

Het gevaar dat schuilt in verkopen op de vervaldata is dat veel optiehandelaren zich genoodzaakt voelen hun opties uit te oefenen. Dit kan een aantal dagen voor of tijdens de vervaldatum zorgen voor prijsveranderingen van de aandelen omdat er een overvloed aan aanbod is. Een handelaar doet er vaak goed aan een aantal dagen van te voren zijn optie uit te oefenen.

Een grotere winst behalen met een optie

In de jaren 1982- 1986 konden aandeelhouders veel verdienen door koerswinsten. Iemand die toen aandelen Akzo kocht in 1983 voor FL 35 kon ze in april 1986 verkopen voor 180,- wat hem dus 145 gulden opleverde. Ongeveer 400% winst.

Deze zelfde handelaar had echter ook op 8 oktober 1985 callopties kunnen kopen voor een premie van 4,80 gulden met welke hij het recht had tot 17 januari 1986 aandelen Akzo te kopen voor 120 gulden. Op 17 januari waren deze aandelen al gestegen naar 168 gulden en had de optiehandelaar dus 48 gulden winst met een inzet van 4,80. Dat is ruim 1000%.

Verkoop opties zonder uitoefening

De optie geeft het recht tot verkopen of kopen van een aandeel. Echter kan een handelaar ook besluiten zijn recht (de optie) ook voor de vervaldatum door te verkopen en winst te nemen.
We zullen dit met een voorbeeld toelichten:

Een handelaar koopt op 31-08 2005 1000 opties Aegon tegen een uitoefenprijs van 10,41 Euro een optieprijs van 1,50 Euro en een vervaldatum van 16-01-2006 .

Optieprijs 1000 x 1,50 = 1.500 Euro
Provisie = 35 Euro
Totaalbedrag = 1.512 Euro

De koers moet op de vervaldatum een stuk boven de koers van 10,41 zitten wil het contract uitgeoefend kunnen worden. Stel dat op 31-10 de koers al op 15 Euro staat. De waarde van de optie is inmiddels gestegen naar 6 euro (verschil waarde + verwachting). In dit geval kan de optiehandelaar zijn opties verkopen voor (1000 x 6) 6000 Euro!
6000 Euro – 1512 Euro – 25 Euro (verkoop provisie) is 4463 Euro winst. Binnen 2 maanden is zo een winst van bijna 200% gerealiseerd.

Opties, altijd winst?

Al kan de optiehandelaar grote winsten behalen, de risico’s zijn veel groter. Een koper van een call optie verwacht dat de aandelen zullen gaan stijgen. Echter moeten deze wel zo zoveel stijgen dat de basisprijs plus de premie overschreden worden binnen de looptijd. Mocht dit niet gebeuren dan zijn de opties waardeloos en raakt de optiehandelaar zijn geld kwijt. Gemeten over de laatste paar jaren wordt slechts 30% van de opties ook daadwerkelijk uitgeoefend.

Margins

Zoals in het schema hierboven uitgebeeld zijn er twee soorten aanbieders van opties. De verkoper van call opties hoopt op koersdalingen of gelijke prijzen en de verkopen van put opties hoopt op stijgingen en gelijke prijzen. In dit geval strijken zij beide de premie op.

We nemen nu de put optie verkoper als voorbeeld. Wanneer de koersen erg dalen zal hem dit veel geld kosten. Banken dekken zich in ten opzichte van de verkoper van een put optie. Dagelijks wordt er op de optie markt een margin berekend welke voldaan dient te worden in vorm van deposito’s of waardepapieren. Dit om te garanderen dat als de opties worden uitgeoefend ook geld is om de aandelen te kopen. Mocht de verkoper door zware verliezen niet meer in staat zijn de margin te voldoen dan lijdt de bank alleen een eenmalige margin als verlies.

Optie strategieën

Bij het handelen in opties zijn er een aantal verschillende strategieën. Wij zullen er twee verder toelichten. In dit geval gaan wij uit van Koninklijke olie met een koers van 40 Euro.

Bullspread

Verkoop put mei 40,00 tegen € 1,00

Koop put mei 38,00 tegen € 0,45

Winst: Als het aandeel boven de € 40,00 blijft. De geschreven put loopt dan waardeloos af. De premie (€ 1,00 is verdiend)

De aankoop van de put 38 dient als verzekering als het aandeel zou dalen. Het maximale risico is dan € 2,00 omdat de geleverde aandelen voor € 40,00 dan altijd nog kunnen worden verkocht voor € 38,00 dankzij de put 38. (Deze € 200,- moet bij de bank als margin worden aangehouden.)

Bearspread

Verkoop call mei 40,00 tegen € 1,00
Koop call mei 42,00 tegen € 0,45
Winst: Als het aandeel onder de € 40,00 blijft. De geschreven call loopt dan waardeloos af. De premie (€ 1,00 is verdiend)

De aankoop van de call 42,00 dient als verzekering als het aandeel zou stijgen. Het maximale risico is dan € 2,00 omdat de te leveren aandelen tegen € 40,00 dan altijd nog kunnen worden gekocht voor € 42,00 dankzij de call 42. (Deze € 200,- moet bij de bank als margin worden aangehouden.)

Deze strategieën geven ook het principe aan van een gedekte optie. Het risico is hierbij beperkt gehouden. Met deze methode is het mogelijk grotere geldbedragen in te zetten zonder hierbij een groot gevaar te lopen. Verder in werkstuk zullen wij nog een voorbeeld toelichten waarbij ongedekt handelen uitliep op een ramp.

Futures

Uit de naam blijkt al een beetje wat het inhoudt. Bij een future gaat het om de toekomstige prijs van een onderliggende waarde. Dit kan een onder andere een vat olie, een index of een aandeel zijn. Belangrijk is de manier van afrekening, elke dag wordt aan de hand van de slotkoers en de onderliggende waarde een bedrag af of bij gestort op de rekening. Instappen in een future is gratis.

De Euronext houdt als officiële definitie aan:

Een futurecontract (termijncontract) is een gestandaardiseerde overeenkomst tussen twee partijen, waarbij de verkoper van het contract zich verplicht een zekere hoeveelheid van een bepaalde onderliggende waarde (goederen, aardappels, metalen, financiële producten) te leveren tegen een prijs die nu is gefixeerd en de koper zich verplicht deze hoeveelheid af te nemen. De daadwerkelijke betaling vindt plaats op de leveringsdatum.

Bij het afsluiten van een futurecontract worden de volgende dingen afgesproken:

- De te verhandelen hoeveelheid van het product
- De kwaliteit
- Het tijdstip en de plaats van levering

In het geval van een financieel product gaat kwaliteit niet geheel op, dit wordt echter wel gewoon vastgelegd.

Financiële producten en goederen

De grootste groep futures op de beurs betreft financiële varianten. Het gaat hier vooral om winst in vorm van geld te maken. Een future is in zijn begin vorm eigenlijk bedoeld als zekerheid voor de toekomst. Bedrijven die in de toekomst voor een zekere prijs leveringen van goederen willen veiligstellen doen er goed aan opties te kopen. De schommelingen in de koersen zijn dan niet van belang. Met deze future contracten wordt echter nauwelijks gehandeld omdat dit niet het doel is van de koper. We zullen ons dan ook gaan toeleggen op de financiële futures waar een grote handel in is.

Hoe een financiële future in de praktijk werkt

Er zijn een aantal categorieën waar een future op af te sluiten is. Hieronder zijn er een aantal genoemd.

- Rente
- Obligatie
- Valuta
- Aandelen
- Index-futures

We nemen de Index-futures als voorbeeld omdat daar de meeste handel in is.

Een futurehandelaar voorspelt dat de AEX binnenkort zal gaan stijgen en wil daar graag een future op sluiten. De AEX staat op 29 maart op 369,56 punten. De handelaar koopt AEX op 369,56 punten met een standaard contract grootte van 10 maal de index. Stijgt de index met 10 punten dan krijgt wordt er meteen 100 Euro bijgeschreven. Daalt de index de volgende dag met 5 punten dan wordt er weer 50 Euro afgeschreven. Bij handel in een future hoeft er geen premie betaald te worden.

Dit houdt in dat de risico’s erg groot kunnen worden als de futurehandelaar, niet tegengehouden door premies, een te grote future afsluit.

Margins

Zoals bij de opties er een margin is voor schrijvers van een put, wordt er bij futures altijd een marge aangehouden. Bij handel van stockfutures op de AEX is de margin 500 Euro. Dit bedrag moet op de rekening staan welke is opgegeven voor de future. De verliezen en winsten worden elke dag op deze rekening af of bijschreven.

Hoe zit het met de risico’s?

Daalt de index in bovenstaande voorbeeld met 50 punten dan is de handelaar in een klap alles kwijt. De bank zal dan opbellen met de melding dat er weer 500 euro bijgestort moet worden.

Wordt er de volgende dag niet aan de margin voldaan dan is de bank verplicht de positie de volgende dag bij opening te sluiten. Daalt de index voor het sluiten nog meer dan schiet de bank dit bedrag even voor maar wordt het hierna gevorderd op de handelaar. De verliezen kunnen hierbij oneindig groot zijn afhankelijk van het product.

Short en long gaan

Een aandeelhouder heeft een heel mooi pakket aandelen alleen verwacht dat de beurs in zijn geheel zal gaan zakken. Hij kan dan besluiten short te gaan met futures AEX. Dit houdt in dat hij in theorie aandelen eerst verkoopt en ze na de verloopdatum terugkoopt. Het verschil in prijs is de winst. Dit wordt ook wel hedgen genoemd. Mochten de aandelen toch stijgen dan heeft de handelaar beperkt verlies van zijn future omdat zijn koers toch toenemen is (afhankelijk van hoe groot de positie was in verhouding met het aandelenpakket).

Barings Bank, en toen ging het goed mis

Op 26 februari 1995 ging de Britse merchant bank Barings failliet door transacties van slechts één persoon; de 28-jarige Nick Leeson. Deze handelaar verloor in een zeer kort tijdsbestek ongeveer £ 600 miljoen, meer dan het totale eigen vermogen van de bank. Dit door enkel te handelen met futures…

Wat ging er mis?

Op donderdag 23 februari kan kantoor Barings Futures niet meer voldoen aan haar margin verplichtingen. De verantwoordelijke man, Nick Leeson, is dan inmiddels verdwenen, ontzetting grote futures achterlatend. Deze futures blijken zwaar verliesgevend, op 27 februari werd het verlies geschat op £ 600 miljoen. Waarvan het grootste deel futures op de Nikkei index 225.

Om zijn verliezen van vorige futures terug te winnen sloot Leeson ruim 61.000 ongedekte contracten af op de Nikkei 225 index. De index stond op dat moment op 19.000 punten. Geheel onverwacht deed er zich een aardbeving voor in Kobe waardoor de koers met een sneltreinvaart daalde naar 17.600 punten.
Door deze ontzettend grote verliezen kon Barings niet meer aan zijn margin verplichtingen voldoen en ging uiteindelijk failliet miljoenen mensen geschokt achterlatend hoe zoiets had kunnen gebeuren.

Handelswijze Barings

Barings Bank kon winsten maken op futures door in te springen op kleine koersverschillen tussen verschillende regio’s. Alle posities in future werden gedekt door een tegen future zodat het verlies altijd beperkt bleef tot het verschil van deze twee. Ook handelde Barings in opdracht van haar klanten, zolang zij hun margins zouden voldoen was er uiteraard geen probleem.

Echter bleek dat Leeson met error account 888888 futures kocht in naam van cliënten terwijl deze de bank zelf bleken te zijn. Deze error account is normaal bedoeld om fouten in middelen te storten totdat deze verhaalt kunnen worden. Echter kon Leeson hier zijn grote verliezen van de futures op storten. De winsten kwamen wel op een openbare rekening, waardoor hij een groot aanzien kreeg door zijn hoge rendement. Om eerdere verliezen op deze account terug te winnen sloot Leeson bijzonder risicovolle en ongedekte futures af. Door fraude met papieren wist Leeson de margin voor deze verliesgevende futures te dekken door Barings de indruk te geven dat ze enkel margins van cliënten aan het voorschieten waren.

Achteraf toen deze futures zoveel geld verloren hadden en Barings erachter kwam bleek dat de verliezen groter waren dan het totale bezit van de bank. Waarna ze uiteindelijk aan ING zijn verkocht voor de symbolische waarde van 1 pond.

Wat kan men hiervan leren

Over Barings is in de periode hierna veel discussie geweest. Hoe was het mogelijk dat Barings een positie kon toe-eigenen (Barings bezat meer dan 50% van alle contracten aan de SIMEX) met zoveel risico zonder dat iemand daar alarm om sloeg? Het klopt dat Barings niet wist dat deze posities ongedekt waren maar een dergelijke schandaal als dit mocht nog meer in de toekomst voorkomen. Deze discussie gaat nog veel verder in detail, dit kunnen wij echter niet meer in dit verslag behandelen.

Obligaties

Een obligatie is een schuldbewijs, uitgegeven door een onderneming of de overheid. Beleggers kopen een obligatie en ontvangen er jaarlijks een rentevergoeding over. De hoogte van de rentevergoeding kan vaststaan, maar bij sommige soorten obligaties kan hij veranderen.

Soorten obligaties

Er zijn naast de gewone obligaties verschillende soorten obligaties, namelijk achtergestelde obligaties, zero-couponbond, converteerbare obligaties, of convertible, en reverse convertible. Een achtergestelde obligatie is een lening die een failliet bedrijf alleen terugbetaalt als er nog geld over is na het betalen van andere schulden. Een houder van dit soort aandelen heeft een grotere kans om zijn geld kwijt te raken, maar hij krijgt wel een hogere rente over de lening.

Een zero-couponbond vergoedt op het eerste gezicht geen rente. Hiertegenover staat, dat je de obligatie goedkoper kunt kopen dan de waarde van de lening, je krijgt de rente dus eigenlijk bij de aflossing van de lening. Een converteerbare obligatie (convertible) is gedurende een van tevoren vastgestelde periode om te wisselen in aandelen van het bedrijf die het geld geleend heeft. De houder van zo’n obligatie kan dus in ruil voor zijn obligatie tegen een vaste koers, de conversiekoers, aandelen kopen. Als dit soort obligaties uitgegeven wordt, is de conversiekoers altijd hoger dan de beurskoers, inwisselen is dan dus niet interessant. Maar als de koers van de aandelen stijgt gedurende de looptijd van de obligatie, stijgt dus ook de waarde van de obligatie.

Maar als de waarde van het aandeel daalt, kan de waarde van de obligatie niet beneden de vastgestelde waarde zakken. De rente op dit soort obligaties is wel lager dan op normale obligaties. Een reverse convertible is het tegenovergestelde van een convertible; bij een reverse convertible bepaalt de uitgever van de obligatie of hij de lening aflost in geld of in aandelen. Hierbij is het risico dus precies andersom: als de waarde van de aandelen van het bedrijf daalt, keert een bedrijf de lening uit in aandelen, omdat dat hun minder geld kost, en heeft de obligatiehouder verlies geleden. Pas als de koers van het aandeel gelijk is of hoger dan de koers ten tijde van het afsluiten van de lening, krijgt de obligatie-houder zijn volledig uitgeleende bedrag terug. Tegenover dit risico staat een hogere rente-vergoeding dan bij normale obligaties.

Rente

De rente van een obligatie is onder andere afhankelijk van de uitgevende instelling, de soort obligatie en de rentestand. De uitgevende instelling is belangrijk omdat het uitmaakt of een bedrijf de lening nog wel terug kan betalen. Zo is geld lenen aan de overheid of aan grote multinationals minder riskant dan geld lenen aan kleine, onbekende bedrijven, waardoor de rente hoger is bij een lening aan zo’n bedrijf dan bij een lening aan de overheid of aan een groot bedrijf. De soort obligatie is belangrijk voor de hoogte van de rente, omdat het belangrijk is hoeveel risico er aan een lening zit.

Hoe hoger het risico, hoe hoger de rente. De rentestand is belangrijk, omdat als de rente op de kapitaalmarkt hoog is, de rente op obligaties ook hoog moet zijn, omdat anders niemand obligaties koopt. De rente op een obligatie en de kapitaalmarktrente zijn van invloed op de obligatiekoers. De koers van een obligatie is altijd uitgedrukt in procenten van de waarde van de lening. Als een obligatie met een nominale waarde van € 1000,- dus een koers heeft van 109 %, is de waarde van de obligatie op dat moment 109 procent van € 1000,- is € 1090,-. Deze obligatiekoers verandert vaak, en dat komt door veranderingen van de rente op de kapitaalmarkt. Obligaties met een lange looptijd reageren sterker op rentewijzingen, mede doordat ze door de lange looptijd meer geld opbrengen, daardoor meer in trek zijn en dus sterker reageren op een verandering in de vraag naar obligaties. Als een obligatie doorverkocht wordt, is de winst voor de koper niet het vaste rentepercentage dat vastgesteld was bij het afsluiten van de obligatie, omdat hij meer voor de obligatie betaalt heeft dan het geleende bedrag.

Het rendement dat de koper van de obligatie haalt, heet het couponrendement. Omdat de koper meer betaalt dan het geleende bedrag, krijgt hij aan het eind van de looptijd minder terug dan hij ervoor betaalt heeft, wat zijn rendement verder verlaagt. De waarde van een obligatie stijgt elk jaar dat hij loopt, doordat de rente uitgekeerd wordt over de lening. Als een obligatie halverwege het rentejaar wordt gekocht, krijgt de verkoper ervan, naast het geleende bedrag van de obligatie, de tot dan vergaarde rente vergoedt, terwijl de koper ervan deze rente moet betalen. Kopers van obligaties houden de datum waarop rente uitgekeerd wordt dan ook goed in de gaten.

Aflossen

Het aflossen van een obligatie kan op drie verschillende manieren: ineens aflossen, geleidelijke aflossing en geen aflossing. Bij ineens aflossen wordt, zoals de naam al zegt, aan het einde van de looptijd van de obligatie de hele lening in één keer terugbetaald. Dit wordt ook wel een bullet-lening genoemd. Bij een geleidelijke aflossing wordt gedurende de looptijd elk jaar een gedeelte van de lening afbetaald, zodat aan het eind de hele lenig afbetaald is. Bij geen aflossing duurt de lening eeuwig, en de houder ervan kan zijn geld dus alleen terug krijgen door zijn obligatie te verkopen op de beurs. Dit soort obligaties komt niet vaak voor.

Conclusie

Hoe beïnvloeden aandelenkoersen en bedrijfsprestaties elkaar?
De koers van een aandeel hangt af van hoeveel winst het betreffende bedrijf maakt, maar het is ook belangrijk hoeveel de winst het bedrijf in de toekomst gaat maken. Als een bedrijf met negatieve jaarcijfers naar buiten komt, zal de koers van het aandeel waarschijnlijk dalen. De daling zal minder zijn als er verwacht wordt dat de winst in de nabije toekomst weer toeneemt, maar sommige beleggers zullen dan toch het zekere voor het onzekere nemen en hun aandelen verkopen. Het omgekeerde kan ook: in het specifieke geval van Shell was de schatting van de grootte van de olievoorraad verkeerd, ze waren erachter gekomen dat er veel minder olie beschikbaar was dan ze dachten. Omdat dit een winstrisico op de lange termijn kan betekenen, verkochten veel beleggers aandelen Shell, waardoor de koers daalde, en een nog groter verlies voor Shell betekende.

Als een bedrijf verlies maakt, betekent dat niet altijd dat de aandelen zullen gaan dalen. Het verlies kan ook veroorzaakt worden door, bijvoorbeeld, investeringen van het bedrijf, die de kans op winst in de toekomst kunnen vergroten. De beleggers die erop gokken dat de investeringen ook echt voor winst zorgen, zullen aandelen in het bedrijf kopen, waardoor het aandeel stijgt. Ook geruzie onder de leiding van een bedrijf kan de aandelenkoers beïnvloeden.
De koers van de aandelen van een bedrijf hangen dus niet alleen af van hoe het op dit moment gaat met het bedrijf, maar vooral ook van het toekomstperspectief van het bedrijf.

Hoe kunnen koersen plotseling fluctueren en welke invloed heeft nieuws hierop?
Belangrijke nieuwsberichten kunnen een koers snel laten veranderen, zowel laten stijgen als laten dalen. Een koers van een aandeel kan bijvoorbeeld snel veranderen als het nieuws van een overname door of van het bedrijf bekend wordt, omdat dat grote invloed kan hebben op de winst-perspectieven van het bedrijf. Ook een winstwaarschuwing kan een plotselinge daling van de aandeelkoers veroorzaken, omdat beleggers dan bang zijn dat het aandeel gaat dalen, verkopen ze hun aandelen, waardoor het aandeel ook echt daalt. Het weggaan van een topbestuurder kan ook invloed hebben op de koers, omdat het een slechte bestuurder was en de beleggers weer aan winst denken, of omdat het een goede bestuurder was en de beleggers bang zijn voor daling van de winst.

Hoe boekt een belegger succes en wat is de invloed van “verstandig beleggen”?

Een belegger boekt het meeste succes door goed voorbereid te beleggen. Voordat hij aandelen van een bedrijf koopt, zou hij zich eigenlijk moeten verdiepen in alle documenten en ideeën van het bedrijf voordat hij er aandelen van koopt. Maar als hij dat zou moeten doen voor elk bedrijf waar hij eventueel aandelen in gaat kopen, is hij veel te veel tijd kwijt. Daarom zijn er bedrijven die beursexperts in dienst hebben, die alle beursrisico’s en veranderingen in bedrijven in de gaten houden, en advies geven over of en zo ja welke aandelen je, volgens hen, moet kopen. Natuurlijk zitten zelfs de experts er wel eens naast, maar zo ontstaat er een veel beter beeld van welke bedrijven een groter risico zijn om in te investeren, en welke niet.

Waaruit bestaat de handel op de beurs?

Uiteindelijk valt te concluderen dat de handel op de beurs voornamelijk bestaat uit aandelen, futures opties en obligaties. Hierbij zijn er grote verschillen in risico en winst mogelijkheden. Ons is duidelijk geworden dat er met futures het meeste winst te maken is met het minste kapitaal. De risico’s zijn echter zeer groot. Vooral wanneer er sprake is van ongedekte posities. Wij geven toch de voorkeur aan obligaties en aandelen voor mensen die niet te veel tijd willen besteden aan hun kapitaal. Voor de experts ofwel mensen die veel weten van de beurs en deze ook op de voet volgen zijn opties en futures een goede manier om hun kapitaal te vergroten.

Logboek

Naam Doel Datum Tijd
Dirk en Maurits Plan van Aanpak maken 4-2-2005 50 min.
Dirk en Maurits Informatie zoeken Tijdens Econmie lessen 300 minuten
Dirk Informatie over aandelen verwerken 20-3-2005 150 minuten
Dirk Informatie over Obligaties verwerkt 21-3-2005 200 minuten

Maurits Informatie over opties opgezocht en verwerkt 18-03-2005 180 minuten
Maurits Informatie over futures verwerkt 26-03-2005 140 minuten
Maurits en Dirk Layout werkstuk, samenvoegen delen. Laatste controle 31-03-2005 240 minuten

Bronvermelding

Wij hebben gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

www.futuresmag.com
www.wikipedia.org
www.iex.nl
www.aex.nl
Werkstuk : Euronext, lespakket scholieren.
Boek : Geld verdienen op de beurs.

REACTIES

A.

A.

ik hou van deze shit

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.