Een eenmanszaak

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vmbo | 5194 woorden
  • 8 januari 2005
  • 75 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
75 keer beoordeeld

Inleiding

Als je een eigen zaak wilt beginnen moet je jezelf eerst afvragen, wat voor een zaak je eigenlijk precies wil, je hebt verschillende soorten zaken een paar voorbeelden daar van zijn: een eenmanszaak waar ik het in dit werkstuk over ga hebben, een BV Besloten vennootschap, een VOF een vennootschap onder firma. Ik wil het in dit werkstuk hebben over een eenmanszaak omdat dat mij het makkelijkst lijkt als je een eigen bedrijf wil beginnen. Bij een eenmanszaak komen meer dingen kijken als je denkt, en om dat duidelijk te laten worden wat er allemaal gedaan moet worden. Heb ik mijzelf een hoofdvraag opgesteld en de hoofdvraag gaan als volgt: Welke dingen komen er bij kijken bij het oprichten van een eenmanszaak. Met deze hoofdvraag hoop ik dat het allemaal duidelijk word wat er precies allemaal gedaan moet worden bij het oprichten van een eenmanszaak.
Ik doe mijn werkstuk over dit onderwerp omdat het mij wel interessant leek om te kijken wat er bij een eenmanszaak nodig is. Ook lijkt het mij leuk om in de toekomst een eenmanszaak te beginnen en dat is nu dus een uitgelezen kans om nu vast te kijken wat er allemaal nodig is voor een eenmanszaak.
Om deze hoofdvraag te beantwoorden heb ik de hoofdvraag verdeeld in 6 kleinere deelvragen die deelvragen gaan als volgt:

Deelvraag 1: Wat houd een eenmanszaak precies in?
Deelvraag 2: Welke andere soorten bedrijven zijn er voor een eenmanszaak?
Deelvraag 3: Hoe financier ik mijn eenmanszaak?
Deelvraag 4: heb ik als ondernemer erg met de belasting dienst te maken?
Deelvraag 5: Wat zijn de belangrijkste dingen voor een goede interne
Organisatie?

Deelvraag 1: Wat houdt een eenmanszaak precies in?

De eenmanszaak is veruit de eenvoudigste ondernemingsvorm. Veel middenstandszaken worden in deze vorm gedreven. Ook al doet de naam eenmanszaak anders verwachten, maar als men een eenmanszaak heeft hoeft dat niet betekenen dat men als enige in de onderneming werkzaam is. Het betekend wel dat je de enige eigenaar bent van de onderneming en dat je zelf de zeggenschap bezit, je zelf de verantwoordelijkheid draagt, je zelf het eigen vermogen heeft ingebracht, je zelf het ondernemersrisico loopt en dat je de enige is die over de winst uit het bedrijf geniet. Over deze winst betaal je gewoon inkomstenbelasting. Ook heb je recht op bepaalde voordelen zoals de zelfstandigen aftrek, starters aftrek en meewerkaftrek. Ook val je net als de meeste andere inwoner van Nederland onder de volksverzekeringen zoals de Algemene ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (Anw), de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) en de Algemene kinderbijslagwet (AKW). ). Bovendien val je ook onder de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz), een basisverzekering voor het geval dat men als ondernemer arbeidsongeschikt wordt. Als het belastbaar inkomen onder de € 19.059,- komt, dan is men verplicht verzekerd voor het Ziekenfonds.
Omdat men geen werknemer is, komt men helaas niet in aanmerking voor de werknemersverzekeringen zoals de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Werkloosheidswet (WW).
Een groot nadeel van de eenmanszaak is dat er geen verschil is tussen het vermogen van de onderneming en het privé vermogen. Dit kan toch gevolg hebben dat op een moment dat het niet zo goed gaat met de zaak schuldeisers kunnen eisen dat men met privé-vermogen schulden afbetaald. Andersom kan ook, dus als men privé-schulden niet kan voldoen kan een schuldeiser aanspraak maken op het vermogen van de onderneming. Als je getrouwd bent kan ook het vermogen van de echtgenoot of echtgenote worden aangesproken door schuldeisers. Alleen door het aangaan van huwelijkse voorwaarden kan men er voor zorgen dat in bepaalde situaties het privé-vermogen van de echtgenoot of echtgenote buiten schot blijft.

Antwoord op de deelvraag
De eenmanszaak is de simpelste vorm waarin een onderneming gedreven kan worden. Omdat het niets kost om een eenmanszaak op te richten is het veruit de populairste ondernemingsvorm onder startende ondernemers. Een andere reden om te kiezen voor de eenmanszaak is het feit dat men de enige eigenaar van de onderneming is. Men is dus de enige die de winst ontvangt en men kan het bedrijf besturen op de eigen manier. Een derde reden waarom er voor de eenmanszaak gekozen kan worden is omdat men recht heeft op fiscale voordelen en omdat men onder de volksverzekeringen valt.
Het grote nadeel van de eenmanszaak is het feit dat men als eigenaar 100% privé aansprakelijk is voor schulden gemaakt in de onderneming. Mislukt de onderneming, dan kan dit privé grote gevolgen hebben.

Deelvraag 2: Welke alternatieven zijn er voor een eenmanszaak?

Veel bedrijven in Nederland zijn een eenmanszaak. Toch zijn lang niet alle bedrijven een eenmanszaak. In dit hoofdstuk wil ik kort wat vertellen over de alternatieven die men als startende ondernemer heeft. Het gaat hierbij om de vennootschap onder firma (VOF), de besloten vennootschap (BV) en de commanditaire vennootschap (CV), maatschappij.

Hier heb ik een stukje tekst van de internetsite www.kvk.nl

De rechtsvormen:

Er zijn verschillende soorten rechtsvormen.
De vier rechtsvormen die in het midden - en kleinbedrijf het meest voorkomen zijn:

1.De Vennootschap Onder Firma (VOF)
2.De Maatschap
3.De Commanditaire Vennootschap (CV)
4.De Besloten Vennootschap (BV)

Er bestaat ook nog een NV, maar die is verder niet van belang
en wordt daarom ook niet verder behandeld.

1.Vennootschap Onder Firma (VOF):
De VOF is een ondernemingsvorm waarin je samen met een of meer partners onder een gemeenschappelijke naam een bedrijf voert.
Je bent dan samen met je partners vennoten, ook wel firmanten genoemd.
Iedere vennoot brengt iets in het bedrijf in:
Geld,goederen,arbeidskracht en/of goodwill (goede naam en relaties).
Fiscaal en wat betreft de sociale verzekeringen is de situatie voor de firmanten vergelijkbaar met die van de eigenaar/ondernemer van de eenmanszaak.
Als je samen met je man/vrouw een bedrijf start, kun je kiezen voor de VOF.
Beide partners zijn dan volledig aansprakelijk, ook al zijn ze op huwelijkse voorwaarden getrouwd.
Als je een VOF begint, is het sterk aan te bevelen van tevoren een contract op te stellen over de samenwerking tussen de vennoten.
Zo\'n contract zorgt voor duidelijkheid en kan later veel problemen voorkomen.
In het contract kun je bijvoorbeeld afspraken maken over:
- De bevoegdheden van de vennoten
- Het doel van de VOF
- De voorwaarden waaronder in- en uittreden mogelijk is.
- De gevolgen van overlijden van een van de vennoten.
- De bepaling van het aandeel dat elke vennoot in de vennootschap heeft.
- Afspraken over de winstdeling.
Je kunt het firmacontract laten opstellen door een notaris,maar je kunt het ook zelf doen.
Een modelcontract is verkrijgbaar bij de Kamer van Koophandel.

2.Maatschap:
Voor een maatschap geldt in grote lijnen hetzelfde al voor een VOF.
Er zijn echter ook een paar belangrijke verschillen:
- Je kunt alleen een maatschap oprichten als de maten werkzaam zijn in een vrij beroep.
- Een maatschap wordt niet ingeschreven in het handelsregister.
- Bij een VOF zijn alle vennoten voor de volle 100 % aansprakelijk.
Bij een maatschap zijn de maten dat slechts voor een gelijk deel.
Als een van de maten zijn verplichtingen niet nakomt, kan de schuldeiser dat dus niet bij de anderen komen verhalen.

3.Commanditaire Vennootschap (CV):
De Commanditaire Vennootschap is een bijzondere vorm van de VOF.
Het belangrijkste verschil is dat er bij een CV twee verschillende soorten vennoten zijn, namelijk beherende vennoten en commanditaire vennoten
(geldschieters).
De beherende vennoot is persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf.
De commanditaire vennoot (ook wel de \'stille\' vennoot genoemd) is slechts aansprakelijk tot het bedrag dat hij heeft ingebracht.
Hij vervult de rol van geldschieter voor de CV.
Een \'stille\' vennoot moet echter wel aan een aantal eisen voldoen.
Zo mag hij naar buiten toe niet optreden als beherende vennoot.
Verder mag de naam van de \'stille\' vennoot niet in de naam van de CV voorkomen.
Wanneer de \'stille\' vennoot zich niet aan deze afspraken houdt,
kan hij net als de beherende vennoten aansprakelijk gesteld worden voor de schulden.
Ook voor de CV kan een firmacontract opgesteld worden.

4.Besloten Vennootschap (BV)
De BV is een vennootschap waarvan het kapitaal in aandelen is verdeeld.
De aandelen zijn in handen van een of meer aandeelhouders.
De BV is een eigen rechtspersoonlijkheid, dat betekent:
De BV kan zelfstandig rechten hebben en verplichtingen aangaan.
Aandeelhouders zijn in principe maximaal aansprakelijk voor het kapitaal dat zij in de BV hebben ingebracht, tenzij er sprake is van wanbeleid.
Voor het oprichten van een BV moet de notaris een akte opmaken.
Bovendien moet bij de ministerie van justitie een zogenaamde \'verklaring van geen bezwaar\' worden aangevraagd.
De oprichters van de BV moeten op de rekening van de BV een kapitaal storten van ten minste ƒ 40.000.
Dit bedrag mag gebruikt worden binnen de BV, maar mag niet opgenomen worden voor prive-doeleinden.
In de praktijk zal de directeur - de startende ondernemer - zich ook nog eens persoonlijk borg moeten stellen om bij een bank een krediet te krijgen.
Als je directeur/grootaandeelhouder van een BV bent,
ben je in loondienst bij je eigen BV.
Je valt echter niet onder de werknemersverzekeringen.
De BV is verplicht een jaarrekening op te stellen en die jaarlijks in te leveren bij de Kamer van Koophandel.

Antwoord op de deelvraag
Er zijn duidelijk een aantal alternatieven voor de eenmanszaak. De VOF komt uiteraard niet in aanmerking, omdat iemand die een eenmanszaak opricht in zijn eentje is en er voor de VOF minimaal twee personen nodig zijn.
De BV is een goede ondernemingsvorm. Het grote probleem echter is dat er een groot startkapitaal nodig is om een BV op te richten. Voor de meeste beginnende ondernemers is €18.000,- een onhaalbaar bedrag. Veel bedrijven beginnen dan ook in de vorm van een eenmanszaak of VOF, en worden later als het bedrijf goed loopt omgezet in een BV. Voor een BV is het namelijk veel makkelijker om aan een groot kapitaal te komen.
De CV is alleen een optie in het geval dat men iemand kent die commanditaire vennoot wilt zijn voor de onderneming. Er zijn weinig ondernemers die zoveel geluk hebben.

Deelvraag 3: Hoe financier ik mijn eenmanszaak?

Een van de belangrijkste dingen bij een eenmanszaak is uiteraard de financiering zonder geld ben je nergens. Er bestaan veel verschillende manieren om geld te krijgen, ik heb hieronder 5 punten opgeschreven waar je je geld vandaan zou kunnen halen. Ook hier heb ik een stukje van internet vandaan gehaald dit keer van de internet site www.startendeondernemers.nl

Hieronder staan een aantal voorbeelden waar je het geld vandaag kunt gaan halen.

1. Lenen bij familie of vrienden
2. Geld lenen in het kader van de Borgstelling MKB Kredieten
3. Lenen bij de bank
4. Risicokapitaal betrekken van een participatiemaatschappij
5. Leasen

1. Familie en Vrienden

Het is handig om je familie en vrienden te vragen om wat geld te lenen. De belastingdienst geeft particulieren die geld lenen aan starters belastingvoordelen. Ook kunnen particuliere geldschieters aanspraak maken op de ondernemersvrijstelling wanneer het gaat om vermogensbelasting. Het moet hierbij wel gaan om een lening van ƒ 50.000 (22.700 euro). Als de startende ondernemer het geld niet terug kan betalen, dan mag de geldschieter het verlies aftrekken van zijn of haar belastbaar inkomen.

2.Geld lenen bij de bank

Banken zijn graag bereid geld uit te lenen aan startende ondernemers, maar dan willen ze wel zekerheden hebben en stellen ze dus eisen. De bank verwacht dat men zelf een bepaald kapitaal inbrengt, je moet een goed ondernemingsplan hebben, en je moet een onderpand hebben. Dat onderpand kan bestaan uit bijvoorbeeld een huis, of andere bezittingen.

3. Geld lenen in het kader van de Borgstelling MKB-kredieten

Als je onvoldoende onderpand heeft om de gewenste lening van de bank te krijgen, kan je in aanmerking komen voor de regeling Borgstelling MKB – kredieten. De Nederlandse Staat staat dan voor de startende ondernemer garant bij de bank. Om voor de borgstelling in aanmerking te komen, moet de onderneming wel aan een paar eisen voldoen:
· de activiteiten moeten gericht zijn op handel, industrie, en dienstverlening. Branches als de landbouw en medische beroepen zijn dus uitgesloten;
· men betaalt in Nederland inkomsten - of vennootschapbelasting;
· er is sprake van een tekort aan zekerheden (onderpand) voor de bank en dit tekort is niet groter dan de borgstelling;
· het bedrijf is rechtmatig gevestigd;
· met behulp van het borgstellingkrediet moet een gezonde financiële structuur ontstaan;
· de vooruitzichten op voldoende rendement zijn aantoonbaar;
· de startende ondernemer mag niet beschikken over een lening of een ander staatsgegarandeerd krediet bij een andere bank.

Per startende onderneming bedraagt het borgstellingkrediet maximaal ƒ 2.000.000 (+ 908.000 euro)

4. Risicokapitaal betrekken van een participatiemaatschappij

In sommige gevallen willen banken, bedrijven, en instellingen ook wel deel nemen aan een bedrijf door het verstrekken van zogenaamd risicokapitaal. Aangezien risicokapitaal tot het eigen vermogen van een onderneming behoort volgt er bij een faillissement geen terugbetaling. Risicokapitaal wordt daarom meestal alleen verstrekt aan BV\'s met een grote financieringsbehoefte (meer dan ƒ 50.000 / 23.000 euro).
Deze vorm van financiering is voor kleinere starters moeilijk of niet toegankelijk. Als kleine starter kan men wel terecht bij Particuliere Participatie Maatschappijen (PPM\'s) en Informal Investors, ofwel vermogende particulieren. Zij nemen deel in het kapitaal van de onderneming of verstrekken zogeheten achtergestelde leningen.
Een achtergestelde lening betekent dat zij bij een faillissement van de onderneming pas als laatste van de schuldeisers worden terugbetaald.

5. Leasen

Wie geen geld heeft om investeringen uit eigen middelen te betalen, kan kiezen voor een leaseconstructie. Er bestaan twee vormen van leasen, namelijk financiële leasing en operationele leasing.
Financiële leasing is een geldlening voor de aanschaf van een bedrijfsmiddel. Het bedrijfsmiddel wordt dan eigendom van de onderneming.
Bij operationele leasing worden de bedrijfsmiddelen geen eigendom. Het bedrijfsmiddel wordt gehuurd van de leasemaatschappij, inclusief de exploitatiekosten van het bedrijfsmiddel.
Als men een bedrijf heeft dat opereert in een branche waar de technische ontwikkelingen elkaar snel opvolgen, dan is een leasecontract meestal veel flexibeler dan wanneer men het zelf koopt.
Eenvoudig gezegd: als je huurt dan kun je meestal makkelijker vernieuwen dan wanneer men koopt.

Antwoord op de deelvraag

Er zijn duidelijk veel verschillende manieren om een eigen bedrijf te financieren. Ook in het geval dat een bank niet mee wilt werken aan het verschaffen van krediet, is het idee voor de eigen zaak nog niet afgeschreven. Er zijn dan nog veel verschillende opties mogelijk om aan een startkapitaal te komen, zoals geld lenen in het kader van de Borgstelling MKB-kredieten. Het leasen van bijvoorbeeld productiemiddelen is altijd een goede optie. Veel productiemiddelen zijn een dure investering. Als men door middel van leasing de aanschaf van een duur productiemiddel een aantal jaar kan uitstellen totdat de onderneming een groter vermogen heeft, is dat mooi meegenomen. Hierdoor is waarschijnlijk een veel kleiner startkapitaal nodig.

Deelvraag 4: In hoeverre heb ik als ondernemer met de belastingdienst te maken?

Iedere ondernemer heeft te maken met de belastingdienst. Als ondernemer kan je te maken krijgen met omzetbelasting (BTW), inkomstenbelasting, en eventueel vennootschapsbelasting in het geval dat de onderneming een BV of NV is. En dus niet bij een eenmanszaak. Over al deze vormen van afdracht zal ik het in dit hoofdstuk hebben.
Omdat ondernemers een belangrijke functie in onze economie hebben en voor een groot gedeelte van de werkgelegenheid zorgen, promoot de overheid het ondernemerschap. Dit wordt gedaan door speciale belastingregels voor ondernemers. Wil men hiervan gebruik maken, dan moet men aan een aantal criteria voldoen. Als men aan deze criteria voldoet, kan men rekenen op onder andere zelfstandigenaftrek, startersaftrek en investeringsaftrek. Ook over deze vormen van belastingvoordeel zal ik het in dit hoofdstuk gaan hebben. Deze informatie heb ik van www.belastingdienst.nl

1. Belasting afdracht
Leuk is het niet. Maar helaas ontkomt niemand er aan: belasting afdracht. Over iedere euro die in Nederland wordt verdiend wordt belasting betaald. Voor ondernemers kent Nederland een aantal soorten belasting. De bekendste is BTW. Verder bestaat er ook nog inkomstenbelasting, en voor het geval dat de rechtsvorm een BV of NV is, bestaat er vennootschapsbelasting. Omdat ik niet gekozen heb voor de rechtsvorm van een BV of NV zal ik de vennootschapsbelasting niet behandelen.

2. Omzetbelasting
De omzetbelasting is beter bekend als de BTW (Belasting over Toegevoegde Waarde). Dit houdt in dat men als ondernemer belasting is verschuldigd over de gehele omzet. Wel mag men de BTW die andere ondernemers in rekening hebben gebracht daar weer vanaf trekken. In feite betaalt men dus belasting over de waarde die men toevoegt: het verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs. Over zowel goederen als diensten wordt BTW geheven, mits de levering van deze goederen of deze dienstverlening in Nederland plaatsvindt. Gebeurd dit in het buitenland, dan hoeft men hierover geen BTW te betalen in Nederland. Men valt dan onder de belastingregels van dat betreffende land. Verder is men juist wel BTW verschuldigd als men goederen invoert uit niet-EU-landen of verwerft in EU-landen. De BTW van de leverancier is dan verlegd naar de afnemer.
Normaal gesproken wordt er het algemene BTW-tarief van 19% geheven. Op bepaalde andere diensten of goederen wordt het verlaagde tarief van 6% geheven. Ook bestaat het 0% tarief, dat geldt in het geval van export.
Tot het verlaagde tarief van 6% behoren onder anderen goederen als voedingsmiddelen, geneesmiddelen, water, boeken, dagbladen en agrarische goederen. De diensten die tot het verlaagd tarief behoren zijn onder anderen het herstellen van fietsen, het herstellen van schoeisel en kledij, het verhuren van boeken en dagbladen, de diensten van kappers, het verstrekken van voedingsmiddelen voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf, en het verlenen van toegang tot onder anderen bioscopen, attractieparken en dierentuinen.
De BTW is een aangiftebelasting. Dit houdt in dat men zelf berekent hoeveel BTW er moet worden afdragen aan de belastingdienst. Dit bedrag berekent de ondernemer en die geeft het op in de aangifte Omzetbelasting. Vervolgens betaalt men de verschuldigde BTW aan de belastingdienst. Meestal moet men aangifte doen over een kwartaal.
3. Inkomstenbelasting:
Nederland kent het zogenaamde boxenstelsel voor de inkomstenbelasting. De inkomstenbelasting van iedere Nederlander is gebaseerd op een stelsel dat niet bestaat uit één, maar drie belastbare inkomens. Deze inkomens zijn ondergebracht in de drie boxen. Iedere box heeft op zijn beurt weer een eigen tarief. Elke euro die men verdient, wordt ondergebracht in één van de drie boxen. Zo is het onmogelijk dat een soort inkomen in twee verschillende boxen valt. Het boxenstelsel bestaat uit de volgende drie boxen:
· Box 1: belastbaar inkomen uit werk (ook eigen bedrijf) en woning (progressief tarief);
· Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (vast tarief van 25%);
· Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (vast tarief van 30%).

Box 1: werk en woning
Tot box 1 behoren de volgende inkomsten:
· Loon uit dienstverband, of winst uit onderneming;
· De eigen woning die hoofdverblijf is (huurwaardeforfait verminderd met hypotheekrente);
· Inkomsten uit overige werkzaamheden, zoals freelancerwerkzaamheden;
· Periodieke uitkeringen en verstrekkingen, zoals alimentatie;
· Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen, zoals een teruggaaf van. Dit boxenstelsel hebben we laatst ook in de les Economie behandeld.
4. lijfrentepremies.

Tot box 1 behoren de volgende aftrekposten:
· Uitgaven voor inkomensvoorzieningen, zoals lijfrentepremie;
· Uitgaven voor kinderopvang;
· Persoonsgebonden aftrek, zoals startersaftrek of zelfstandigenaftrek;
· Te verrekenen verliezen uit werk (ook eigen bedrijf).
Schijf Tarief Belastbaar inkomen
1 32,35% 0 - € 15.331
2 37,85% € 15.331 - € 27.847
3 42,00% € 27.847 - € 47.745
4 52,00% vanaf € 47.745

Hoeveel geld men moet afdragen aan de belastingdienst wordt in box 1 berekend aan de hand van het schijvenmodel.

Box 2: aanmerkelijk belang
In deze box worden de inkomsten uit aanmerkelijk belang ondergebracht. Hiervan is sprake in het geval dat men minimaal 5% van de aandelen van een BV of NV bezit.

Box 3: inkomen uit vermogen
In deze box wordt het inkomen uit vermogen, zoals sparen en beleggen, belast.
5. Mogelijke problemen
Als men te maken krijgt met de belastingdienst kan men altijd tegen problemen aanlopen. Zo is het mogelijk dat het heel lang duurt voordat de belastingdienst een aanslag oplegt. Het kan gebeuren dat dit twee of zelfs drie jaar duurt. In dit soort gevallen is het belangrijk dat men genoeg geld reserveert, want bij de belastingdienst vergeten ze nooit iemand. Het is goed mogelijk dat er dan toch ineens na een aantal jaar een aanslag op de mat ligt. Het zou vervelend zijn als zo\'n late aanslag men in verlegenheid brengt. Raadzaam is om een speciale spaarrekening te openen om het geld voor de belasting opzij te zetten.
Een ander probleem er als men om één of andere reden niet, of te laat betaald hebt. Op iedere aanslag of aangifte staat een datum vermeld waarop men uiterlijk betaald moet hebben. Heeft men voor deze datum niet betaald volgt onvermijdelijk een geldboete.
6. Zelfstandigenaftrek
Zelfstandigenaftrek is een bedrag die men van de winst mag aftrekken. Om in aanmerking te komen voor deze aftrek moet men aan het urencriterium van 1225 uur voldoen, zelf de onderneming drijven en tussen de 18 en 65 jaar oud zijn. Des te hoger de winst, des te lager de zelfstandigenaftrek.

Hoogte van de winst: Aftrek:
lager dan € 12.110,- € 6.331,-
€ 12.110,- tot € 14.050,- € 5.895,-
€ 14.050,- tot € 15.995,- € 5.495,-
€ 15.995,- tot € 45.805,- € 4.879,-
€ 45.805,- tot € 47.745,- € 4.464,-
€ 47.745,- tot € 49.685,- € 4.006,-
€ 49.685,- tot € 51.620,- € 3.549,-
€ 51.620,- en hoger € 3.135,-

7. startersaftrek
Beginnende ondernemers hebben het recht op startersaftrek. Hierop heeft men recht als men voldoet aan de eisen voor de zelfstandigenaftrek en als men in de eerste vijf jaar van de onderneming niet meer dan twee keer deze aftrek hebt toegepast. De startersaftrek bedraagt € 1.829,-

8. Investeringsaftrek
Als men voor een bedrag tussen € 1.900,- en € 270.000,- hebt geïnvesteerd in de onderneming, dan kan men in aanmerking komen voor de investeringsaftrek. Bij de investeringsaftrek geldt des te minder men heeft geïnvesteerd, des te groter de investeringsaftrek.

Investeringen in 2002:
Meer dan: Niet meer dan: Investeringsaftrek:
€ 1.900,- € 31.000,- 26,5%
€ 31.000,- € 61.000,- 22%
€ 61.000,- € 90.000,- 19%
€ 90.000,- € 120.000,- 16%
€ 120.000,- € 150.000,- 13%
€ 150.000,- € 180.000,- 11%
€ 180.000,- € 210.000,- 8%
€ 210.000,- € 240.000,- 5%
€ 240.000,- € 270.000,- 3%

9. Fiscale oudedagsreserve
De fiscale oudedagsreserve is een bedrag dat een ondernemer opzij mag zetten om te sparen voor een oudedagsvoorziening. Deze regeling houdt in dat men over 12% van de winst nog geen belasting betaald, met een maximum bedrag van € 10.178,-. Dit houdt in dat men nu langer de beschikking hebt over dit geldt. Dat heeft als voordeel dat er bijvoorbeeld nog extra rente op verdiend kan worden. Belangrijk om te weten is dat het hierbij gaat om een uitstel van betaling, en dat men op een gegeven moment toch nog dit bedrag moet betalen aan de belastingdienst.

10. De kleine ondernemingsregeling
Voor kleine ondernemingen is er de kleine ondernemingsregeling. Dit houdt in dat ondernemers die minder dan € 1.883,- per jaar aan BTW afdragen, dit bedrag geheel of gedeeltelijk mogen houden en dit dus niet hoeven af te dragen aan de belastingdienst.

Antwoord op de deelvraag
Als ondernemer heb je duidelijk veel te maken met de Belastingdienst. Iedere ondernemer moet in ieder geval belasting afdragen. In het geval dat de onderneming een BV of NV is, wordt er vennootschapbelasting afgedragen. In de andere gevallen zoals bijvoorbeeld de eenmanszaak wordt er inkomstenbelasting afgedragen. Waar iedere onderneming ook mee te maken heeft is de belasting toegevoegde waarde (BTW).
Om ondernemen aantrekkelijk te maken zijn er in Nederland een aantal wetten die het mogelijk maken om ondernemers belastingvoordeel te verlenen. Het kan hierbij gaan om onder andere startersaftrek, investeringsaftrek en de zelfstandigenaftrek.

Deelvraag 5: Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten voor een goede interne organisatie?

De Drie belangrijkste aandachtspunten voor een goede interne organisatie:
1. Deugdelijke administratie
2. Personeelszaken op orde
3. Goed geregelde huisvesting
Deze informatie heb ik bij www.startendeondernemers.nl vandaan

1. Administratie
Als ondernemer is men wettelijk verplicht een deugdelijke administratie te voeren die is afgestemd op de aard van het bedrijf. Het is aan te bevelen om al voordat het bedrijf werkelijk van start gaat met een administratie te beginnen. Een administratie voeren is echter meer dan een plicht. Een goed opgezette administratie is onmisbaar voor de bedrijfsvoering, het biedt inzicht in de kosten,winst en omzet van de onderneming. Daarmee kan je beter inspelen op bedrijfsontwikkelingen.
Tot de administratie van een bedrijf behoren:
· financiële aantekeningen, zoals inkoop- en verkoopboek, facturen, offertes;
· tussentijds gemaakte controleberekeningen;
· bank- en giroafschriften;
· contracten, overeenkomsten en andere afspraken;
· agenda\'s en afsprakenboeken;
· software en databestanden.
De Belastingdienst stelt ondernemers verplicht om hun administratie minimaal zeven jaar te bewaren.

2. Personeel
Als men personeel wilt aannemen moet men als ondernemer met veel verschillende zaken rekening houden. Het begint met het aangaan van een arbeidsovereenkomst, die volgens de wet op papier moet worden vastgelegd. Als in de bedrijfstak een CAO is afgesloten, dan moet men bij het sluiten van individuele arbeidsovereenkomsten houden aan wat er in die CAO is bepaald. Een CAO geldt in principe voor de individuele arbeidsovereenkomst. Voor vragen over CAO\'s kan men terecht bij werkgeversorganisatie en de Arbeidsinspectie.
In een arbeidsovereenkomst moet in ieder geval het volgende zijn opgenomen:
· omschrijving van de functie;
· vorm van de arbeidsovereenkomst (vast of tijdelijk, oproepbasis);
· de duur van het dienstverband;
· de werktijden;
· het aantal vakantiedagen;
· het salaris;
· de regels rond verzuim;
· de arbeidsomstandigheden;
· de identificatieplicht;
· de regeling van de oudedagsvoorziening.

Men is verplicht om nieuw personeel aan te melden bij verschillende instanties:
· de belastingdienst: elke werknemer moet in Nederland over een sofi-nummer beschikken. De loonheffingen die worden ingehouden moeten aan de belastingdienst worden afgedragen.
· de uitvoeringsinstelling: men moet nieuwe werknemers binnen veertien dagen na hun dienstintreding aanmelden bij een van de uitvoeringsinstellingen van de werknemersverzekeringen. Deze instelling int de premies voor onder andere de WAO, het Ziekenfonds, en de Werkloosheid Wet (WW). Het GAK is de grootste uitvoeringsinstelling in Nederland.
· het ziekenfonds: als men een werknemer voor meer dan drie maanden in dienst neemt en het loon ligt onder de loongrens van het ziekenfonds, dan is men verplicht de werknemer aan te melden bij het ziekenfonds. Voor het aanmelden van werknemers met een dienstverband korter dan drie maanden of een dienstverband waarbij onregelmatig wordt gewerkt, kan men bij het ziekenfonds speciale formulieren krijgen.
· de Arbo-dienst: als men personeel in dienst heeft, is men verplicht zich aan te melden bij een erkende Arbo-dienst.

3. Onderpand
Als je een eigen onderneming opstart, heeft men een ruimte nodig waar je de onderneming runt: een bedrijfsruimte. je kan tussen een aantal mogelijkheden voor de huisvesting kiezen. Zo kan men bijvoorbeeld starten vanuit de eigen woning. Als voordeel heeft dit dat men geen duur bedrijfspand hoeft aan te schaffen. Toch zijn er ook een aantal nadelen. Niet alle ondernemers ervaren het als even inspirerend om het bedrijf vanuit huis te voeren, en wat ook een groot nadeel kan zijn is dat de klanten het idee kunnen krijgen dat het bedrijf onprofessioneel is.
Men kan er ook voor kiezen om te gaan werken in een bedrijfsverzamelgebouw. In zo\'n gebouw worden ruimtes van verschillende grootte verhuurd aan (startende) ondernemers. De huurprijzen zijn vaak laag en de huurcontracten hebben soepele voorwaarden. Bovendien bieden bedrijfsverzamelgebouwen ook diensten, zoals receptie, telefoon- en faxservice en is het vaak mogelijk vergaderruimten te huren.
Men kan er ook voor kiezen om een eigen bedrijfsruimte huren. Voordeel hiervan is dat de investeringen beperkt zijn, het onderhoud is voor rekening van de verhuurder, en het is makkelijker om te verhuizen dan wanneer men eigenaar is van een eigen ruimte. Nadelen hiervan zijn dat je vaak voor langere tijd huurcontracten moet aangaan, dat de huur jaarlijks stijgt, verbeteringen die je aanbrengt en investeringen die je doet in de inrichting zijn bij vertrek niet mee te nemen, en je profiteert ook niet van de waardestijging van het pand. Een goed idee kan dan ook zijn om bij het huren een koopoptie te afspreken.
Nog een andere optie is het kopen van een bestaand pand of een pand laten bouwen. De voordelen daarvan zijn dat bij de inrichting meer maatwerk mogelijk is, dat men als eigenaar profiteer van de eventuele waardestijging van het pand en je kan afschrijving, rente, en onderhoud als bedrijfskosten aftrekken. Nadelen van een eigen pand zijn dat het vermogen vast zit in het pand en is dus niet beschikbaar voor bedrijfsvoering, het onderhoud komt voor eigen rekening, en men legt zichzelf praktisch gezien voor langere tijd vast. Bovendien krijgt men bij nieuwbouw te maken met gemeentelijke eisen die de bouw vaak aanzienlijk kunnen vertragen.

Al deze informatie heb ik van internet gehaald van de internet site:
http://eigenbedrijf.pagina.nl/ daar heb ik heel veel informatie kunnen vinden bij een paar links op die site

Antwoord op de deelvraag
Het is duidelijk dat de interne organisatie van de onderneming een belangrijk en tijdrovend onderdeel is. Het is van groot belang dat alle onderdelen zoals de administratie, de personeelszaken, de huisvesting en de verzekeringen goed geregeld zijn. Om al deze zaken te regelen komt men als ondernemer regelmatig in aanraking met overheidsinstanties. Over het algemeen is het zeer tijdrovend om met de overheid in contact te zijn. Ook kan men grote boetes opgelegd krijgen van de overheid als niet alle zaken in orde zijn. Hierbij kan men denken aan het niet aanmelden van personeelsleden of het geen zeven jaar bewaren van de administratie.

Een Weetje

Dit vond ik ook nog op het internet het gaat over hoeveel startende ondernemers het halen en niet halen. En welke opleidingen ze hebben gevolgd.

De cijfers & feiten over startende ondernemers:

- De gemiddelde leeftijd van de startende ondernemer is 36,5 jaar.
- 30 % van de starters is vrouw
- 40 % heeft een HBO of Universitaire opleiding.
- 75 % van de starters start vanuit loondienst
- 30 % van de starters bereidt zich voor met een ondernemingsplan.
- Het gemiddelde startkapitaal is ƒ 55.000 (24.958 euro)
- 30 % start met een lening van de bank.
- 35 % start vanuit huis
- De gemiddelde maandomzet is ƒ 12.500 (5.672 euro)
- 90 % van de starters heeft het eerste jaar geen personeel.
Bron: CBS, 1998

Conclusie:

Hoofdvraag: welke aspecten komen er kijken bij het oprichten van een eenmanszaak?

Zoals je waarschijnlijk al heb gelezen komt er ontzettend veel kijken bij het oprichten van een bedrijf en nou heb ik ook nog het minst moeilijke genomen een eenmanszaak. Het loopt zeer uiteen wat je allemaal moet regelen het gaat van een pand tot aan de leningen. Zodra je een ding niet voor mekaar hebt dan kan de rest zomaar allemaal in duigen vallen. Neem nou bv en leningen: als je de leningen niet voor mekaar hebt dan kun je net zo goed stoppen want zonder geld kom je nergens. En nergens komen is dus geen bedrijf. Maar toch is 1 ding niet het belangrijkste het moet op het eind dus wanneer je het bedrijf laat starten een heel mooi geheel vormen dus dat je alles heel goed voor mekaar hebt zowel het personeel als het onderkomen. Ik heb van dit werkstuk een hele boel geleerd. En tot mijn verbazing moet er meer gedaan worden dan je denkt. Ik dacht altijd dat een eenmansbedrijf opstarten niet zoveel moeite koste want mij is verteld dat het veruit de makkelijkste ondernemingsvorm is, maar ook daar komt een hele boel bij kijken. Dus of ik in de toekomst ook een eigen bedrijf op ga starten weet ik nog niet maar 1 ding weet ik wel dat het dan moeilijker word dan ik in het begin had verwacht. En toch als ik later een eigen bedrijf op ga starten dan heb ik een groot voordeel: dat ik nu zo’n praktische opdracht gemaakt heb want nu weet ik er veel maar ook echt veel meer vanaf dan eerst.

Bronnen:

Ik heb verschillende bronnen gebruikt maar ik heb bijna alles op het internet kunnen vinden hieronder staan verschillende sites die ik heb gebruikt om mijn werkstuk compleet te maken:
o www.google.nl
o www.startendeondernemers.nl
o www.kvk.nl
o www.belastingdienst.nl
o www.eigenbedrijf.pagina.nl
o www.starters.web-log.nl
o www.idema.nl
o www.nxtcapital.com

Maar ik heb ook informatie gebruikt van School: zoals ons eigen Economie boek, en het Werkboekje Belastingen Daar heb ik een deel van informatie over de Boxen uit gehaald

En ook heb ik informatie gebruikt uit een werkstuk: eigen bedrijf

REACTIES

P.

P.

Bieden geld te lenen aan mensen in dringende behoefte. 5000€ tot 6.000.000€. Voor meer informatie, contact met mij opnemen via mijn e-mail adres: (priskaschwab9@gmail.com)

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.