Lodewijk XIV

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 3208 woorden
  • 25 oktober 2004
  • 160 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
160 keer beoordeeld

Lodewijk XIV Hoofdvraag: Hoe groot was de invloed van Lodewijk XIV op de samenleving?

Deelvraag 1: Hoe kwam Lodewijk XIV aan zijn macht?

Op 5 september 1638 werd Lodewijk XIV geboren als zoon van Lodewijk XIII en Anna van Oostenrijk. In mei 1643 overleed Lodewijk XIII en werd hij koning, hij was toen pas 5 jaar oud. Zijn moeder, Anna van Oostenrijk zou zolang de taken waarnemen totdat Lodewijk oud genoeg was om het zelf te doen. Zij riep de hulp van kardinaal Mazarin in, die op die manier officieel de minister-president van Frankrijk werd.

Toen Mazarin regeerde waren er heel veel opstanden in het land, de “frondes”genoemd. Lodewijk heeft 3 keer moeten vluchten voor de rebellen en 1 keer heeft hij zich slapende moeten houden terwijl de rebellen door zijn slaapkamer liepen. Door deze ervaringen nam de jonge Lodewijk zich voor op een krachtige vorst te worden.

In 1651 werd Lodewijk meerderjarig, maar hij nam toen nog niet daadwerkelijk deel aan de regering. Dat deed hij pas toen Mazarin op 9 maart 1661 overleed. Een dag later werd Lodewijk de koning van Frankrijk. Lodewijk nam zijn werk als koning bijzonder serieus en besteedde ongeveer 8 uur per dag aan regeringszaken. Hij bouwde vooral voort op het werk van Mazarin en de grote adviseur van de vorige regering, kardinaal Richelieu. Zij hadden het begin gemaakt voor het absolutisme, het absolute gezag over regering en land. Hij kreeg wel hulp van enkele ministers, maar uiteindelijk deed Lodewijk toch alles zelf, en terecht vond hij. Een bekende zin van Lodewijk is dan ook: L’État, c’est moi ( De staat, dat ben ik) Alles moest om Lodewijk draaien, zo liet hij zich graag de Zonnekoning noemen door de hovelingen en vergeleek hij zichzelf met Romeinse keizers.

Maar voordat hij echt mocht gaan regeren werd er een vrouw voor hem gezocht. In Spanje vond men een geschikte kandidate, Maria Theresa, de dochter van de Spaanse koning. Het huwelijk werd zeker niet uit liefde gesloten. Het echtpaar had elkaar nooit persoonlijk ontmoet, hoewel ze neef en nicht waren. Alleen de portretten waren uitgewisseld. Maria Theresa schijnt na de eerste huwelijksnacht wel verliefd op Lodewijk zijn geworden maar dit was niet wederzijds. Het huwelijk was om politieke redenen gesloten en er moest voor wettige nakomelingen gezorgd worden. Met Maria Theresa aan zijn zijde kon Lodewijk dan echt beginnen.

Deelvraag 2: Hoe groot was zijn macht op politiek gebied?

In 1661 werd Lodewijk XIV koning van Frankrijk door erfelijk recht. Hij riep zichzelf uit tot koning bij gratie van God, en plaatsvervanger van God op aarde. Lodewijk XIV was een absolute vorst, dat wil zeggen dat niemand anders dan hij de macht had in het land. Kardinaal Richelieu en Mazarin hadden hiervoor een begin gemaakt. Het Franse parlement, de Staten-Generaal, had in feite geen macht en ook de minister hadden maar te luisteren naar Lodewijk. Gedacht wordt dat hierin de traumatische ervaring van de Fronde (de burgeroorlog) een belangrijke rol heeft gespeeld. Lodewijk wilde graag voorkomen dat anderen ooit zoveel macht zouden kunnen krijgen dat zij de rust in het koninkrijk konden bedreigen. Mazarin was de politieke peetvader van Lodewijk. Hij liet veel geld na en een testament met adviezen die Lodewijk kon gebruiken voor zijn koningschap: - Handhaaf religie en kerk in hun tradities en rechten - Eerbiedig de adel en behandel deze met goedheid - Verlicht de financiële lasten van het volk. (wat Lodewijk slechts tijdelijk lukte) - Laat u adviseren door betrouwbare dienaren - Laat merken dat Lodewijk de enige heerser is - Wie de koning niet goed dient of zonder diens bevel handelt, moet verwijderd worden.

Wanneer Lodewijk de adviezen uit het testament zou gebruiken, zou hij een goed bestuurder worden. In de eerste jaren na de dood van Mazarin deed hij dat ook. Hij had een verstandige bestuurstechniek, dankzij het uitstekende werk van Mazarin en kardinaal Richelieu. Als ambtenaren benoemde hij vooral mensen uit de burgerstand. Hun salaris en uitzicht op beter werk verzekerden Lodewijk dat ze hem trouw bleven. De adel diende hem in het leger, maar voor alle eens zo machtige graven, hertogen en baronnen bedacht hij een figuratie aan het hof. Ook bedachten Lodewijk en zijn adviseurs een nieuw systeem om Frankrijk welvarend en machtig te maken: het Colbertisme. Door de uitvoer te vergroten en de invoer zo laag mogelijk te behouden kwam er veel geld naar Frankrijk. Dit zorgde voor een flinke goudstroom. Maar de gewone burgers werden hier niet veel rijker van. Van het geld liet Lodewijk een voortreffelijk leger organiseren door Louvois. Lodewijk betrok Frankrijk bij heel veel oorlogen toen hij eenmaal een leger had, waarvan hij de meeste zelf begon. Tot 1666 hield hij zich nog een beetje in, omdat zijn moeder, Anna van Oostenrijk, toen nog leefde. Maar daarna begon hij dan met zijn oorlogen, aangezien hij graag de baas wou worden van de Zuidelijke Nederlanden. Allereerst ter verdediging van Frankrijk en natuurlijk om zijn gebied uit te breiden. De Franse grenzen schoof hij op tot de rivier de Rijn en tot in het huidige België. Een van de belangrijkste vijanden van Lodewijk was de Protestantse Verenigde Provinciën der Nederlanden. Lodewijk slaagde erin om bondgenootschap te kopen met Karel II van Engeland. Engeland vocht aan de kant van Frankrijk toen tegen de Hollanders. Alle oorlogen kostten een hoop en Lodewijk keek niet echt naar de levensomstandigheden van zijn volk, zolang hij het maar goed had. Het koninkrijk wat hij geërfd had was vol van glorie, maar volledig failliet. De belastingen werden betaald door degene met het minste geld: de boeren en de middenstanders. De rijke edelen hoefden geen belasting te betalen. Ongeveer 75 jaar na de dood van Lodewijk zag men daar pas het resultaat van: de Franse Revolutie. Op elke aanval van Lodewijk op de Nederlanden werd steeds gereageerd door een verbond met andere Europese staten samen met de Verenigde Provinciën der Nederlanden. Het lukte Lodewijk dus nooit om deze helemaal te krijgen. Hij slaagde er niet in om het machtsevenwicht in Europa in zijn voordeel te doen doorslaan. Op zijn sterfbed sprak Lodewijk XIV tot zijn kleinzoon die hem in Frankrijk zou opvolgen: “Probeer in vrede te leven met je buurlanden. Ik heb te veel van oorlog gehouden. Volg mijn voorbeeld daarin niet.”

Deelvraag 3: Hoe groot was zijn macht op godsdienstig gebied?

Lodewijk was een absoluut vorst, wat betekende dat hij ook op godsdienstig gebied alles te zeggen had. Toen hij gekroond werd tot koning pakte hij de kroon en kroonde zichzelf. Daarmee gaf hij aan dat hij ook in de kerk alles te zeggen had.

In 1598 had de Franse koning Hendrik IV het Edict van Nantes uitgevaardigd. Hierin stond dat hugenoten recht kregen op uitoefening van hun geloof en garnizoensrecht in een paar Zuid-Franse steden. Maar in 1629 ontnam kardinaal Richelieu de hugenoten hun rechten weer.

Aanvankelijk had Lodewijk geen interesse in religies, maar blijkbaar wilde hij geschiedenis maken als de vorst die van Frankrijk weer een katholiek land maakte. In 1685 trok Lodewijk het edict dus definitief in, en bepaalde dat het katholicisme weer een staatsgodsdienst was. Het gevolg daarop was dat duizenden hugenoten naar de Nederlanden vluchten, wat weer te voelen was in de schatkist aangezien de hugenoten vrij veel geld hadden.

Deelvraag 4: Hoe groot was zijn macht op economisch gebied?

Lodewijk had natuurlijk op economisch gebied een grote macht, dat hoorde bij zijn manier van regeren, bij het absolutisme. Lodewijk wou graag andere landen overheersen, maar daarvoor moest hij eerst een groot leger hebben. Om dat te verkrijgen verhoogde hij de belastingen bij de werkende massa, de boeren. De adel was vrijgesteld van belastingen. Op een gegeven moment had hij genoeg geld en kon hij beginnen met veroveren, wat niet lukte.

Lodewijks minister Colbert slaagde er toch wel in om de economie van Frankrijk te verbeteren ten opzichte van zijn 2 belangrijkste concurrenten, namelijk Engeland en Holland. Voor het betalen van de dure hofhouding en de vele oorlogen was er een hoge belastingdruk op het volk. Door het constant verliezen van oorlogen en maar geld uit blijven geven ontstonden er toch grote financiële problemen.

Deelvraag 5: Hoe groot was zijn macht op cultureel gebied?

Paragraaf 1: Dans en toneel Er werd aan het hof heel veel gedanst, al door Lodewijks vader. Onder Lodewijks bewind volgde de Franse danscultuur het Italiaanse voorbeeld. Dans aan het hof was niet alleen een pleziertje, maar door de streng aan etiquette gebonden variatie leek het wel een wetenschap met eigen voorschriften. In 1661 werd een eigen academie opgericht, de Koninklijke Academie voor Dans. Aan die academie werden de basisposities voor de academische ballettechniek ontwikkeld die nu nog steeds worden gebruikt. Door het oprichten van de Academie zorgde Lodewijk ervoor dat het dansen een verplicht tijdverdrijf voor hovelingen werd.

Lodewijk was zelf een enthousiast danser. Hij deed aan niet minder dan 27 balletten mee. Het beroemdste ballet is wel Ballet de la Nuit uit 1653, waarin Lodewijk met de stralenkrans van de zon als le Roi Soleil optrad, en verder danste in de rollen van Apollo en Jupiter. Aan dit ballet heeft Lodewijk zijn bijnaam ‘de Zonnekoning’ te danken. Lodewijk danste in balletten tot 1670, daarna hebben ze hem ervan kunnen overtuigen dat het beter was ermee op te houden. Toen heeft Lodewijk besloten dat alleen beroepsdansers nog aan het hof mochten dansen. Aan een reden daarvoor wordt gedacht dat Lodewijk het niet kon verkroppen dat andere mensen in grote rollen zouden dansen die hij eigenlijk anders zou gedanst hebben, het was dus meteen ook een zelfbescherming dat niemand anders zo ‘groot’ als Lodewijk kon worden.

In de tijd van Lodewijk had de componist Jean-Baptiste Lully een heel belangrijke rol. Hij werd de hofcomponist van Lodewijk. Lully ontwikkelde voorstellingen waarin een doorlopend verhaal werd verteld. Dat was voor die tijd nog helemaal niet normaal, meestal werden er thematische balletten gespeeld. Muziek en dans werden een logisch bestanddeel van het blijspel. Lully ontwikkelde ook de balletopera, waarin het traditionele ‘ballet de court’ en het recitatief samen werden gevoegd.

Paragraaf 2: Muziek Muziek was voor Lodewijk erg belangrijk. Hij nodigde daarom veel componisten uit in zijn paleis om voor hem te spelen en muziekstukken te schrijven. Een aantal keer per weer vonden er verschillende soorten uitvoeringen plaats. Vaak deed de koning daar zelf ook aan mee. Meestal werden er dansstukken gespeeld, zoals het menuet, de sarabande en de gavotte. De violen en de klavecimbels namen een belangrijke plaats in de muziekensembles in. Deze dansstukken werden op feestavonden vaak samengevoegd tot op zichzelf staande orkestsuites, waarop het hof en de koning dansten.

Paragraaf 3: Schilderkunst De schilderkunst was de barok, er was een kleine bloeiperiode maar hij begon aarzelend in Frankrijk. Lodewijks favoriete schilder was Lebrun. Samen met Colbert coördineerde hij verschillende kunsttakken en de kunstindustrie. Lebrun was de stichter van de Koninklijke Academie voor de Schilderkunst. Zijn meesterwerk was Versailles, wat onder zijn leiding tot stand kwam.

Paragraaf 4: Bouwkunst Hier ontstond de Lodewijk XIV-stijl, een streng symmetrische stijl met zware ornamenten. In de barok worden doorgaans vrij klassieke elementen gebruikt, maar in de Franse barok word deze zo zuiver mogelijk toegepast; rechte lijnen en klassieke elementen in hun oorspronkelijke vorm overheersen en moeten op een waardige wijze uitdrukking geven van Lodewijks onaantastbaarheid. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is Versailles.

Subdeelvraag 6: Hoe groot was zijn invloed op het hofleven?

Paragraaf 1: de mode aan het hof Lodewijk had heel veel invloed op het hofleven. Allereerst natuurlijk in de mode. Lodewijk droeg zelf een pruik om zijn kaalheid te verbergen. Zelfs s\'nachts hield hij zijn pruik op. Aangezien Lodewijk ook een pruik droeg, volgde het hele hof. Geleidelijk aan werden de pruiken steeds groter. Het was op een gegeven moment niet meer mogelijk om een hoed te dragen, dus hielden de mannen de hoed maar onder de arm of in de hand. In een koets stappen werd soms ook een hele kunst. De koetsen werden dus steeds hoger gemaakt om de pruiken bij het in en uitstappen niet te beschadigen. Voor de man heette deze pruik een Allongepruik en voor de vrouwen was het de Fontangepruik. Deze periode word ook wel aangeduid met de Pruikentijd. In het begin hadden ze een gewone, natuurlijke kleur maar aan het begin van de 18e eeuw kwam de witte pruik in de mode. Deze pruiken werden wel gemaakt van natuurlijk haar maar werden gebleekt met chloor. Het enige probleem hierbij was dat de pruik snel vergrijsde en daarom vuil leek. Daarom werd de pruik met een dikke laag poeder bedekt. Een voordeel van de pruik was dat kaalheid als gevolg van ziektes als syfilis bedekt konden worden. Een andere modegril was een dikke laag poeder op de huid of handschoenen. Een gezonde kleur deed namelijk teveel denken aan het gewone volk of de boeren die de hele dag in de buitenlucht werkten. Daar wilde je als adel niet mee vergeleken worden. Daarom bleef iedereen zoveel mogelijk uit de zon en ze maakten hun huid nog bleker met behulp van poeder. De vlekken op de huid die ook door syfilis veroorzaakt werden konden dan ook verborgen worden. Vrouwen droegen een zo laag mogelijk uitgesneden jurk waarbij de schouders en een groot deel van de borst werd vrijgelaten zodat er een diep decolleté ontstond. Om de aandacht op bepaalde delen te vestigen werden zogenaamde assassins of mouches (schoonheidspleisters) aangebracht. De taille moest ook zo smal mogelijk lijken. Om die wespentaille te verkrijgen, moesten vrouwen een korset dragen met ingenaaide stalen baleinden. De heupen moesten juist weer heel breed lijken want dan was toen belangrijk. Hoe breder de heupen, hoe belangrijker je was. Door paniers werden de heupen verbreed. Een panier was een ovale rieten versteviging, vastgemaakt in de taille en gedragen tussen de tweede en derde onderrok, daarbij zat ook nog de hoepelrok. Over de jurk kon ook nog een \'manteau\' (mantel) worden gedragen. Ondergoed werd nog bijna niet gebruikt en het harde korset werd dan ook zo op de blote huid gedragen. Een voordeel hiervan was dat tijdens de lange ontvangsten waarbij niet gezeten mocht worden de vrouwen heel makkelijk hun behoefte doen. Ook het gebruik van zakdoeken was niet normaal op de manier zoals wij die nu gebruiken. Zakdoeken waren meer een siervoorwerp die gebruikt werden om nare luchtjes te vermijden. Voor het snuiten van de neus werden gordijnen of tafelkleden gebruikt. Als laatste kon aan de garderobe voor de vrouw vliesdunne handschoentjes en een parasol toegevoegd worden. De mannen droegen de kleren van de adel, de strakke Justuacorps in de koninklijke tinten hemelsblauw met rode omslagen. Kleuren moesten willekeurig worden gekozen, bruin was alleen voorbehouden aan Lodewijk. Bij het justuacorps hoorde een vest in een andere tint, een culotte (kniebroek), kniekousen van zijde in de meest uiteenlopende tinten en gespschoenen met hoge hakken die ook gekleurd waren. De edelen aan het hof liepen op de alleen voor hen toegestane hoge rode hakken.

Paragraaf 2: de etiquette De hele hofhouding moest zich aan een lange reeks gedragsregels en staatceremonieën houden. Onder Lodewijks voorgangers was dit al de gewoonte maar Lodewijk bouwde het systeem uit. Het was een manier om de adel onder controle te houden, en zeker toen het economisch steeds slechter ging met Frankrijk. Hoe dichter men de koning mocht naderen, hoe hoger men in rang was. Een bekend voorbeeld daarvan was het opstaan van de koning, het \'lever\'. Dit gebeurde als volgt:Ook hier gold hoe hoger men in rang was hoe eerder men bij het opstaan aanwezig mocht zijn. Het opstaan gebeurde als volgt: rond 8 uur werd de koning gewekt door de eerste kamerdienaar die aan het voeteneinde van zijn bed lag. De deur werd geopend om de kamerpages binnen te laten die de keuken waarschuwden dat het ontbijt klaargemaakt kon worden. Ondertussen werd de eerste twee belangrijke groepen binnen gelaten, dit waren meestal de directe familieleden (entreé familière) met de eerste dokter en de eerste chirurg en een aantal edellieden die zich goed gedragen hadden (grand entreé). De koning kwam dan uit bed terwijl zijn kleding werd klaar gelegd. De derde groep werd nu geroepen (premiere entreè) de voorlezers en de mensen die verantwoordelijk waren voor het vermaak van de koning. Zij zagen hoe Lodewijk zijn schoenen aandeed. Voor het verdere aankleden werd nu ook groep 4 binnen gelaten (entreé de la chambre) bestaande uit ministers, staatssecretarissen, hoofdaalmoezenier, hoge officieren en maarschalken van het leger en de lijfwacht. Het nachthemd werd nu uitgetrokken door de twee hoogste vertegenwoordigers van de adel die aanwezig waren. Een de linkermouw en de ander de rechtermouw. Het daghemd werd aangereikt door een van de prinsen of door de opperkamerheer. Ook hier werden de mouwen door twee dienaren vastgehouden. Daarna werden de schoenen vastgemaakt, de degen omgedaan en de mantel aangetrokken. Terwijl Lodewijk aangekleed werd, sprak de aalmoezenier een kort gebed uit. Ondertussen wachtte het gehele hof in de grote galerij voor de slaapkamer op de koning. \'s Avonds bij het naar bed gaan ging het ook op die manier en ook bij de koningin vond dezelfde ceremonie plaats. Het luisterde erg nauw wie wat deed. Zo kon het gebeuren dat de hofdame van dienst net de jurk aan de dame du paleis had aangereikt, meestal een prinses. Plotseling kwam de hertogin van Orléans binnen. Zij was hoger in rang dus moest de jurk weer terug naar het kamermeisje. Van het kamermeisje werd de jurk weer aan de hertogin van Orléans overhandigd. Op dat moment kwam de gravin van de Provence binnen die op haar beurt weer boven de hertogin stond. Op nieuw ging de jurk weer terug naar het begin om opnieuw aangereikt te worden aan de gravin. Al die tijd stond de koningin in haar blootje te wachten op haar kleren. Lodewijk had dit ceremonieel niet zelf bedacht. Zijn voorgangers gebruikten dit al om de adel aan zich te verplichten, maar Lodewijk heeft het wel verder ontwikkeld. Iemand die aan het hof een rol van betekenis wilde spelen moest zich houden aan de gang van zaken. Bij elk ding, bijvoorbeeld het ontbijt, middageten en het slapen ging het in stukjes. Iedere persoon mocht 1 ding doen voor de koning.

Antwoord op de hoofdvraag: Hoe groot was de invloed van Lodewijk XIV op de samenleving?

Lodewijk was een absoluut vorst, wat betekend dat hij alle macht in handen had. Politiek en godsdienstig was zijn invloed alles. Niemand anders kon er wat van zeggen.

Cultureel lag het iets anders, dat is nog niet meteen gezegd dat iedereen naar je luistert. In Lodewijks geval was dit echter wel zo, ook cultureel had hij alles te zeggen. Hij bepaalde wat voor kleding je droeg, wat voor liedjes je zong, wat voor toneelvoorstelling je keek, wat je danste, welk schilderij er bij jou in huis hing, hoe je huis eruit zag of hoe je haar zat.

In alle opzichten was Lodewijk dus een absoluut vorst, hij had een grote invloed op de samenleving. Iedereen keek naar wat Lodewijk deed, want dat was modieus en dan hoorde je erbij. Mensen gaven al hun geld om maar tot de adel te behoren en een deel te kunnen zijn van Lodewijks leven. Het deed ze er niet toe dat ze dan geen geld meer hadden, maar ze hoorden er wel bij. Mensen leefden boven hun stand en deden alles voor 1 bepaalde persoon.

Samengevat was Lodewijk XIV bepalend voor de tijd waarin hij leefde en hij heeft een grote stempel gedrukt op alle facetten van de samenleving.

REACTIES

C.

C.

eey]
zou jij misschien jouw literatuurlijst(bronvermelding) willen geven
thx cliff

19 jaar geleden

C.

C.

eey
kun jij mij misschien vertellen waar je alle informatie vandaan hebt hehaald?
alvast bedankt
v.g cliff

19 jaar geleden

L.

L.

Heey, geweldig verslag over Lodewijk XIV. Ik gebruik er heel veel van voor mijn profiel werkstuk! :)

15 jaar geleden

R.

R.

Misschien heb ik het niet goed gelezen, maar heb jij informatie over de berechting van Lodewijk?

13 jaar geleden

S.

S.

ik hoop dat deze scholier geen historica is geworden; het staat vol kemels

12 jaar geleden

J.

J.

tof

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.