Toerisme in Afrika (Zuid-Afrika en Kenia)

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 6340 woorden
  • 21 juni 2004
  • 403 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
403 keer beoordeeld

1. Algemeen: het toerisme in het zuiden van Afrika

Vele regeringen in het zuiden van Afrika tonen toenemende interesse in het toerisme als bron van groei en voor de gescheidenheid. Uit recente studies is gebleken dat het toerisme goed bijdraagt aan de economische ontwikkeling. Hiervoor zijn vier hoofdredenen : 1) Internationaal toerisme heeft een redelijk grote groeiindustrie. 2) Het verlicht de armoede van het land, daarmee ontstaat er een mogelijkheid om natuurlijke hulpbronnen te beschermen en de culturele erfgoederen te bewaren, mits het natuurlijk goed geleid is. 3) Van alle toelatingsbarrières in de internationale markt zijn kleiner dan bij andere landen. 4) Toerisme is een goede stimulans voor de andere productie en dienstensectoren.

Uit een recent onderzoek (tabel 1) is gebleken dat er steeds meer toeristen naar het zuiden van Afrika gaan. Het is namelijk in de periode van 1990 tot 2003 verdrievoudigd. Dit heeft waarschijnlijk ook te maken met de terroristische aanslagen in 2001 op het World Trade Centre. Afrika was in dat jaar dan ook het enige continent waarin het aantal toeristen toenam. Dit is eigenlijk wel opmerkelijk, want in veel Afrikaanse landen zijn problemen, wel hun eigen problemen. Kijk bijvoorbeeld naar de rebellen in Noord Tsjaad, de economische crisis in de Centraal Afrikaanse Republiek, de moeilijke economische en politieke toestanden in Togo en Zimbabwe, de onzekerheid in het noordelijke deel van Oeganda, overstromingen in Mozambique en burgeroorlogen in Kongo, Ethiopië en ook in Burundi. Dit zijn voorbeelden van dingen die eventuele bezoekers zouden kunnen ontmoedigen. Maar er is ook een aantal positieve ontwikkelingen bij dit continent geweest, deze dingen zouden het toerisme wel versterken. Het belangrijkste voorbeeld is toch wel de NEPAD (New Partnership For Africa’s Development).

Tabel 1
Aankomsten van toeristen in miljoenen Procentuele groei
1990 1995 2000 2003 1990-2000
Afrika 15 20 27,4 30,5 103,3% Zuiden v. Afrika 6,5 12,7 17,4 19,8 200%

Bron: World Tourism Organisation (WTO), 2004

De Wereldbank heeft ook een speciaal rapport gemaakt over het toerisme in Afrika, daaruit volgde interessante resultaten. Deze organisatie kwam op het volgende uit, alle banen wereldwijd in de toeristische sector leveren gemiddeld 8 procent van het BBP (bruto binnenlands product) op, maar in Afrika is dat aantal veel hoger. In het zuiden van Afrika is het ongeveer 10% van het BBP, dit is dan wel niet alleen toerisme, maar ook het reizen.

Zuid-Afrika is het enige land van dit gebied dat in de hoogste veertig toeristenbestemmingen opgesomd is, dat was in 1997, ze stonden toen op de 28ste plaats. Toeristen in Afrika verwachten geen hele luxe vakantie te hebben, dat is in tegenstelling tot andere landen. Vele landen proberen immers aan de rijke toeristen veel te verdienen, ze bieden ze de meest luxe vakanties aan, dat doet Afrika niet. Het meeste Afrikaanse toerisme is gebaseerd op de natuur en de dieren in het wild, ook in landen zoals Kenia en Zuid-Afrika.

De meeste toeristen brengen, wat eigenlijk logisch is, veel geld mee met hen, dat geven ze tijdens hun vakantie weer uit. Dit zorgt ervoor dat er banen ontstaan (denk hierbij aan banen in hotels, restaurants, plaatselijke winkels) en natuurlijk vereist toerisme ook vervoer, telecommunicatie en financiële diensten en er ontstaan ook nog verbindingen naar landbouw, visserij, verwerkende voedsel voor de toeristen omdat zij natuurlijk ook moeten eten. Maar toerisme is ook weer erg kwetsbaar. Er zijn schommelingen in de vraag naar toerisme en ze schijnen minder erg te zijn dan voor de export waar vele Afrikaanse landen van afhangen.

Bijna overal zit wel iets negatiefs aan, zo ook aan het toerisme. De watervervuiling, de verstoringen van de ecologische systemen, vele ophopingen van verslechterde, gebouwde fabrieken en verlagingen van de kwaliteit van de grond, deze worden vaak geassocieerd met het slechte plannen van het toerisme. Als het beter gepland zou zijn zouden vele dingen voorkomen kunnen worden. Helaas kan alleen de staat actie ondernemen in deze kwestie, en dat wordt helaas nog niet erg gedaan.

Zoals tabel 1 al vertoont, neemt het toerisme in Afrika snel toe. Sinds vele landen ten zuiden van de Sahara in Afrika hun onafhankelijkheid hebben, is een aankomst van toeristen begonnen. Deze aankomsten zijn steeds meer en ze blijven groeien. Ten zuiden van de Sahara is een groei voorspeld van 5,5% elk jaar en dat terwijl het wereldgemiddelde 4,1% is (figuur 1). Dit duidt voor dit gebied ten zuiden van de Sahara hele goede vooruitzichten voor de toekomst aan. Ook onderstreept de WTO de vier, eerdergenoemde argumenten van Elizabeth Crompton.

Figuur 1
Bron: World Tourism Organisation (WTO), 2002 (Dit figuur kon ik helaas niet in het Nederlands maken, mijn excuses hiervoor.)

2. Informatie over Kenia en Zuid-Afrika.

Bij dit deel van het werkstuk kijken we naar de ligging, het landschap, het klimaat, de bevolking, de godsdienst en de taal.

Kenia

Kenia grenst in het noorden aan de woestijnen van Somalië, Ethiopië en Soedan, in het zuiden en westen aan Tanzania en Uganda en in het oosten aan de Indische Oceaan. De oppervlakte van Kenia is ongeveer 583.000 m² en de kustlijn is ongeveer 430 km. De grond in het midden van Kenia is groen en vruchtbaar, er zijn veel koffie- en theeplantages. In het noorden zit een woestijn (dus onvruchtbaar en dunbevolkt), voor de rest bestaat Kenia nog uit grasvlakten, savannen, bossen, meren en bergen (de hoogste berg is Mount Kenya, deze berg is 5199m). Dwars door Kenia loopt de Great Rift Valley (gedeelte van de grote scheur in de aardkorst). Ook zijn er daar grote meren, bijvoorbeeld het Victoriameer.

De temperaturen zijn gematigd, geen grote uitschieters, dit komt omdat het grootste gedeelte van Kenia rond de evenaar ligt. Er zijn wel regenperiodes. De korte periode is in november, de lange periode begint eind maart en eindigt begin juni. De regen valt meestal laat in de middag. In het woestijngebied is het natuurlijk droog en heet, dat het droog is logisch voor een woestijngebied. Tropisch vochtig en warm is de kuststrook (26-32º C.). Nairobi en de hooglanden kunnen ’s avonds koud zijn, vooral in juli en augustus. Dat komt omdat deze plaatsen hoger liggen.

In Kenia wonen veel verschillende stammen, enkele bekende voorbeelden hiervan zijn de Masais en Samburu’s. Sommige stammen zijn nomaden die hun eeuwenoude tradities nog steeds naleven. Ook leven er nog kleine Europese en Aziatische gemeenschappen in Kenia. Er wonen in totaal ongeveer 31 miljoen inwoners in Kenia.

De Kenianen zien religie als een manier om te leven en te overleven. De meeste religies zijn monotheïstisch (ze geloven in één god). De meeste Kenianen zijn christenen, dit komt doordat vele kerken uit Europa vroeger zendelingen hebben gestuurd, zo stroomde het christelijke geloof naar Kenia. Ook kent het land moslims, die voornamelijk langs de kust wonen. En er zijn natuurlijk bij de stammen ook veel natuurreligies, sommige daarvan gaan ook samen met een ander geloof.

Door de vele stammen worden er vele talen gesproken in Kenia. De meest gesproken talen zijn toch wel Engels en Swahili. De eigen stamtaal wordt ook gesproken en meestal wordt de taal van een naburige stam ook gesproken.

Zuid-Afrika

Zuid-Afrika ligt op het uiterste punt van het continent Afrika. In het oosten grenst dit land aan de Indische Oceaan en in het westen aan de Atlantische Oceaan. De buurlanden van Zuid-Afrika zijn: Namibië, Botswana, Zimbabwe, Mazambique en Swaziland. Het landschap is gevarieerd. Er zijn golvende hoogvlakten (van 1000m tot 1800m hoog), deze vlaktes dalen in het noorden geleidelijk af naar het grote Kalahiri-bekken. Daar begint de woestijn. Aan bijna alle kanten van deze hoogvlakte grenst het aan bergketesn, behalve in het zuidwesten, daar gaan de hoogvlaktes over in een rotsige halfwoestijn. Ook zijn er vele verschillende flora en fauna. Zuid-Afrika is dus een landschap met vele variaties, graslanden, savannen, steppen en woestijnen etc.

Het klimaat is heel het jaar relatief goed. Hoewel het een uitgestrekt land is, zijn de klimaatverschillen niet zo heel groot. Het land kan in twee zones worden opgedeeld. 1) De kuststrook (van Kaapstad noordwaarts tot aan de monding van de Oranje Rivier en in de oostelijke richting via de “Tuinroute” naar Port Elizabeth). De zomers (die gaan van september tot april) zijn er droog en zonnig. De meeste regen valt in de winter (juli-augustus), waarbij het over het algemeen ook mooi weer is. Sneeuw en vorst komen er bijna niet voor. 2) De hoger gelegen binnenlanden (het berglandschap van Natal tot aan de kust en het laagveld tot aan het Krugerpark. Voor deze gebieden geldt dat de regen in de zomer (hier dus ook onze winter), valt bij hoge temperaturen. Meestal valt de regen hier laat in de middag. ’s Avonds is het wel koud en helder, dus het koelt dan snel af.

Zuid-Afrika telt ongeveer 44 miljoen inwoners uit diverse bevolkingsgroepen. Er zijn vier grote groepen te verdelen: de zwarten, de blanken (afstammelingen van kolonisten), de kleurlingen en de Aziaten (nakomelingen van contractarbeiders).

Het land kent drie gereformeerde kerkgenootschappen, de Nederduits Gereformeerde Kerk, de Anglicaanse kerkgenootschappen en De Rooms-katholieke kerkgenootschappen. De meeste mensen zijn er protestant, verder is er nog een groep mensen die zich bekeert tot het Hindoeïsme en er zijn nog rond de 200 Joodse gemeenten.

3. Wat zijn de economische gevolgen van toerisme in Kenia en Zuid-Afrika?

Hierbij kijken we naar: a) De opbouw/het ontstaan van de toeristische stromingen. b) Hoe belangrijk het land voor Afrika is. c) BBP per hoofd en andere onderzoeken. d) Het nieuwe millennium en de gevaren voor het toerisme. e) Populaire plaatsen.

3.1 Hoe zijn de toeristische stromingen opgebouwd/ontstaan?

Kenia Tabel 2
Jaar Aankomst(*1000) Ontvangsten van toerismeK£m. US$m.* 19631964196519661967196819691970197119721973197419751976197719781979198019811982198319841985198619871988 110,2120,8147,4188,7225,5257,1276,0338,8399,7428,4388,1397,6386,1424,2344,4333,3347,2362,6352,2362,4324,4358,5541,2604,0662,1676,9 9,09,410,814,314,717,316,718,523,927,324,326,533,441,148,360,062,082,590,0118,0122,0190,0209,0249,0292,0349,0 ========================== 25,226,330,240,041,248,446,851,866,976,469,474,298,2116,7155,3155,3165,9222,4113,9148,1195,3210,2249,3313,0344,2404,7
Op 12 december 1963 werd o.a. Kenia onafhankelijk verklaard door het Britse “East Africa”. Vanaf toen heet het land Kenia en zal het land alle politieke en financiële zaken zelf moeten regelen. Een van de belangrijkste bouwstenen van de economie is de toeristische sector, vooral omdat de mensen in het buitenland het geld heeft dat het inheemse volk mist en nodig heeft.

Na de bovenstaande informatie gelezen te hebben, is het niet zo raar dat toerisme één van de top drie bronnen van inkomsten was in Kenia, samen met de export van koffie en thee in de periode 1963- 1980. De inkomsten van het toerisme namen sneller toe dan de andere exportproducten in die tijd. Dat is ook heel erg te zien in de gegevens die Rebecca Summary heeft gemaakt. Haar onderzoek heet “Tourism’s contribution to the economy of Kenya” en dateert uit 1987. Van 1963 tot 1975 was er een zichtbare toename van export met een gemiddeld jaarpercentage van over de 10%, terwijl toeristische *De cijfers van de dollars zijn afkomstig van het IMF.ontvangsten doorgroeide tot over Bronnen: Economic survey & IMF
de 11% per jaar. Tijdens 1976 tot 1980 zijn de inkomsten van buitenlandse toeristen toegenomen met bijna 19% per jaar, dat in tegenstelling tot de exportinkomsten die ongeveer 8% toenamen. . Tabel 2 bevestigt dat steeds meer toeristen naar Kenia komen, dit is in vergelijking met de grafiek over het algemene deel, waar wij zagen, dat het toerisme in alle continenten heel snel toenam. Hoe de toeristen helpen met de opbouw wordt verteld in één van de volgende subcategorieën.

Het land is zo populair omdat er vele verschillende volken wonen en je er gemakkelijk doorheen kan trekken. En via Kenia kun je ook kennis maken met het Arabië. En natuurlijk is het land ook nog heel mooi met zijn natuurreservaten etc.

De Keniaanse regering heeft in de jaren ’80 bekend dat het noodzakelijk was, dat er binnenlands toerisme kwam. De regering wilde daarom de Kenianen aan te moedigen hun vakanties door te brengen in een eigen land. Binnenlands toerisme houdt in dat de mensen wel in hun eigen land blijven, maar dan naar andere delen gaan of andere plaatsen dan de eigen woonplaats. Deze soort van toerisme heeft vooral een economische gedachtegang. Volgens Isaac Sindiga, die de economische gedachten hierachter bedacht heeft en in 1996-onderzoek, dat “Domestic Tourism in Kenya” heet heeft opgeschreven. Het is natuurlijk duidelijk dat dit binnenlands toerisme wordt ontwikkeld door gedeeltelijk seizoensschommelingen, waarbij de overvloedige capaciteit in de overzeese vraag naar het land een toerismeproductie liet ontstaan en daardoor ontstond weer meer werkgelegenheid. In andere Afrikaanse landen verliezen vele mensen hun baan tijdens het laagseizoen. In Kenia is dat dus niet het geval.

Maar er zijn ook andere redenen tot het bevorderen van het binnenlands toerisme. Met de wereldeconomie bijvoorbeeld ging het slecht, dit zou kunnen leiden tot een afname van het aantal bezoekers die naar Kenia willen.

Ten tweede is het internationaal toerisme heel erg kwetsbaar voor slechte publiciteit, als mensen bij het nieuws zien dat het daar onveilig zou zijn of als ze dit lezen in kranten, weerhoudt het hen ervan om naar dat land te gaan. Bij dit probleem gaat het vooral over dat mensen, op welke manier dan ook, vernemen dat er in het land een interne onveiligheid is, armoedige infrastructuur waardoor toerisme moeilijker is (met infrastructuur worden zowel wegen als communicatie bedoelt.)

Op de derde plaats komt er dan nog eens concurrentie bij. Vooral concurrentie voor de overzeese toeristen met andere landen groeit erg snel. Vooral de concurrentie van Zuid-Afrika en de landen bij Zuid-Afrika in de buurt, bijvoorbeeld Oeganda, bieden veel concurrentie. Deze landen zijn voor Kenia een geweldige uitdaging als het om toerisme gaat, vooral omdat zij ongeveer gelijke dingen aanbieden aan de toeristen.

Ten vierde, het binnenlands toerisme zou als een basis moeten worden bevorderd van het internationaal toerisme. Als het binnenlands toerisme beter wordt, wordt het voor de overzeese toeristen ook beter. En dat levert weer meer vraag op, dus ook meer arbeid.

Als laatste economische reden: binnenlands toerisme door de Kenianen zelf kan een vervangingsmiddel zijn voor buitenlands toerisme. En het zou kunnen leiden tot een soort van spaargeld in vreemde valuta. Dit nieuwe beleid werkt. Vooral omdat bijna een miljoen bezoekers in Kenia, zelf Kenianen zijn. Dit voorbeeld maakt erg duidelijk dat in de toeristische sector het niet altijd noodzakelijk is om buitenlandse toeristen aan te trekken. Het volk zelf, dus de inheemse toeristen zijn natuurlijk ook een potentiële bron van inkomen. Maar buitenlands toerisme is nog steeds hard nodig om het BBP tot stand te houden en eventueel te verhogen. Deze mensen hebben immers geld, dat is iets waar de inheemse mensen minder van hebben om uit te geven aan en tijdens hun vakanties.

Zuid-Afrika.

Wat Zuid-Afrika nu zo interessant maakt, is, volgens mij, de rijke geschiedenis. Met de vele inwoners in het land die wel 11 verschillende talen spreken heeft het land iets aparts. Maar Zuid-Afrika heeft ook een donkere kant, een geschiedenis van oorlogen, apartheid en ongelijkheid. Maar toch is het misschien wel vanwege de geschiedenis dat mensen naar Zuid-Afrika gaan. Nog een reden is het klimaat.

In het voorwoord stond al dat ik bij dit land keek na 1994, dit komt wegens het feit dat Zuid-Afrika door vele landen is geboycot vanwege zijn slechte beleid en regering voor 1994.

In de periode na 1994 beleefde de hoeveelheid van buitenlandse aankomst een enorme groei, van ongeveer 3,5 miljoen in 1994 en het liep in de loop van de jaren op tot 6,5 miljoen in 2002. Deze groei wordt afgebeeld in figuur 2. Vooral goed te zien is dat het toerisme snel toenam aan het begin van de jaren 90, dat was het gevolg van een verbetering van het politiek milieu in Zuid-Afrika. Figuur 2

Bron: Stats SA, 2003

Wat opvalt is dat er in 2001 een afname is van wel ongeveer 100.000 mensen, dat in vergelijking met het jaar 2000. Waarschijnlijk komt dit door wat er op 11 september 2001 in Amerika is gebeurd. Dat heeft namelijk voor een grote afnamen van vluchten gezorgd. Waarom dat dan ook invloed had op Zuid-Afrika is heel logisch, want ongeveer 10% van alle overzeese aankomsten in Zuid-Afrika is afkomstig uit het Amerika. (Wat ook in figuur 3 te zien is).

Ongeveer twee derde deel van de aankomsten vanuit het buitenland is over het vaste land en bijna één derde is overzees. De landen die Zuid-Afrika vooral overzees bereiken zijn o.a. het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten, zij worden gevolgd door Frankrijk en Nederland (Zie figuur 3).

Figuur 3
Bron: Stats SA, 2003

Figuur 4

De meeste mensen die Zuid-Afrika bezoeken hebben daar relatief lange vakanties (80%) en voor zaken (8%), dat is in figuur 4 te zien.

Bron: Stats SA, 2003

Conclusie
In allebei de landen is de toeristische sector pas echt gegroeid nadat het land onafhankelijk werd. Voor Kenia was dit dus in 1963. In Zuid-Afrika was dat pas veel later, aangezien dit land te kampen had met problemen met de regering en het beleid. Ook is het land gevoeliger omdat er veel overzeese toeristen komen met vliegtuigen na de aanslagen op 11 september. In tegenstelling tot Kenia waar juist het binnenlands toerisme gestimuleerd wordt (rond 1980), wordt dat in Zuid-Afrika niet zo erg. Zelfs nu nog staat de Zuid-Afrikaanse toeristische sector in de kinderschoenen, want het begon pas echt in 1994.

3.2 Hoe belangrijk is het land voor Afrika?

Kenia

In tabel 3 kun je zien dat Kenia in de tijd tussen 1981 en 1987 bijna ieder jaar belangrijker is geworden voor Afrika (hiermee wordt het hele continent bedoeld) dan het jaar ervoor. In het jaar 1986 was er een hoogtepunt, toen behaalde de inkomsten uit toerisme in Kenia 52% van de totale inkomsten van Oostelijk Afrika. En ook nog eens meer dan 10% van heel Afrika. Dit cijfer is binnen 6 jaar verdubbeld. (In 1981 waren deze cijfers slechts 26% en 4,4%.) Tabel 3 toont dit duidelijk aan.

Tabel 3

US $ Miljoenen
1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987
A. Kenia 113 148 195 210 249 313 344
B. Oostelijk Afrika 437 446 420 446 480 595 700 (A/B)% 26% 33% 46% 47% 52% 53% 49% C. Afrika 2546 2548 2589 2571 2604 3020 3619 (A/C)% 4,4% 5,8% 7,5% 8,2% 9,6% 10,3% 9,5%

Bronnen: ILO (1986), WTO (1989)

We wisten al dat Kenia een aantrekkelijk land was voor mensen uit Europa en uit de Verenigde Staten. De successen worden toegeschreven aan verschillende oorzaken. Volgens Dieke omvatten deze de afname van de Zuid-Afrikaanse markt, die van nature innig verbonden is met de markt van Kenia. Dit had het gevolg dat het Keniaanse product versterkt werd.

De vernieuwingen zouden ook een belangrijke rol bij de markten spelen door individuele reizen en de relatieve trouwheid van belangrijke Europese markten.

De derde oorzaak is de toegenomen bereikbaarheid die Keniaanse bestemmingen met de internationale markten verbindt.

Als vierde komt de reclame-inspanning er nog bij, die heeft immers ook de toename in het groeiniveau gedeeltelijk op zich genomen. Daarvoor heeft Kenya Tourist Development Corporation (KTDC). KTDC heeft buiten Kenia nog 9 toeristische kantoren, hoofdzakelijk in de hoofdsteden van de Verenigde Staten, van Europa en de hoofdsteden van Verre Oosterse landen. Gedeeltelijk door deze reclameactiviteit komen er vele nationaliteiten naar Kenia. De aankomsten van de hoofdlanden duiden een relatief belang aan van verschillende markten. (Tabel 4 op de volgende bladzijde laat zien hoeveel nachten er zijn overnacht in hotels.) Daarin is te zien dat uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Frankrijk en de Verenigde Staten de meeste toeristen komen. De meeste toeristen komen naar Kenia voor de kusten. Strandtoerisme was heel erg populair vooral in vorige eeuw. Het traditionele safaritoerisme is ook nog steeds heel erg populair en deze mensen hebben er veel geld voor over om foto’s te maken van de wilde dieren of om in het gezicht van een wild dier te kunnen kijken in een speciaal natuurreservaat in het westen van het land. En zoals al eerder genoemd, is er ook veel binnenlands toerisme, wat erg opvalt in de tabel.

Tabel 4

Nairobi Coast Lodges Andere Total (*1000) Permanente bewoners 44,4 26,8 0,8 10,1 82,1
Duitsland 65,1 1241,5 93,6 29,9 1430,1
Zwitserland 18,9 310,4 27,4 6,4 363,1
Verenigd Koninkrijk 152,3 551,8 73,2 36,5 813,8
Italië 32,1 399,9 29,7 6,5 468,2
Frankrijk 56,9 340,9 81,7 38,0 517,5
Scandinavië 36,4 59,5 15,6 9,8 121,3
Rest Europa 87,2 229,2 48,4 23,9 388,7
Kenia 183,3 404,5 62,7 224,4 894,9
Oeganda 22,7 12,8 3,7 8,3 47,5
Tanzania 26,0 23,4 0,6 2,1 52,1
Rest Oost-Afrika &Midden-Afrika 47,5 24,7 0,5 2,2 74,9
West-Afrika 16,5 10,1 0,7 1,6 29,2
Noord-Afrika 10,3 3,8 1,5 1,5 17,1
Rest Afrika 61,3 65,4 3,8 4,8 135,3
Verenigde Staten 124,4 117,2 89,8 54,7 386,1
Canada 43,0 23,6 8,4 6,0 81,0
Rest Amerika 10,4 8,1 4.1 5,1 27,7
Japan 23,6 12,3 10,9 5,2 52,0
India 20,5 15,1 4,5 2,7 42,8
Midden-Oosten 15,2 12,9 9,4 2,5 40,0
Rest Azië 14,4 20,0 3,3 7,4 45,1
Australië & Nieuw Zeeland 20,5 14,1 7,2 4,3 46,1
Alle andere 15,7 11,6 2,7 2,2 32,2
Totaal 1148,9 3939,6 584,2 516,1 6188,8

Zuid-Afrika

In Zuid-Afrika heeft men als valuta de Rand. In de eerste tien jaar na de eerste democratische verkiezingen had het land een duidelijke economische groei en inflatiedaling. Maar een paar jaar geleden daalde de waarde van de Rand. Langzaam is de Randkoers teruggeklommen naar een niveau dat het niveau van 200 nadert.

Nederland is een grootste investeerder in Zuid-Afrika. Het land is immers één van de rijkste landen van Afrika, dat heeft ook wel met de geschiedenis te maken, daar gaan we later in deze subvraag op in. Ook heeft dit land een goede infrastructuur en kent vele groeisectoren. Het is ook, door de ligging (Kaart 1) als het ware een poort naar het Zuidelijke Afrika.

Kaart 3 Bron: http://www.vrijetijd.com/img/maps/afrika.zuidafrika.gif

Het begon met de VOC, Verenigde Oost-Indische Compagnie. Ze voeren per schepen naar Nederlands-Indië. In 1652 waren er een paar Nederlanders die in Zuid-Afrika op Kaap de Goede Hoop een steunpunt voor de VOC wilde opzetten. Dit steunpunt zou gebruikt worden om de schepen opnieuw te bevoorraden van voedsel en om de zeelieden te laten uitrusten en te laten herstellen van ziektes. De noodzaak om vers eten op de schepen te hebben was om de bemanning gezond te houden en ze te behouden voor scheurbuik. De mensen die er oorspronkelijk woonden, werden verdreven en gezien als barbaren.

De mensen die er woonden waren vooral mensen van de VOC, slaven uit Afrika en contractarbeiders uit Indië. De blanke mensen gingen ook verder het binnenland in. Maar de Britten kaapten de kaap. Onder een Britse regering werd het oorspronkelijke volk erg onderdrukt en hun rechten werden geschonden. Dat was de aanleiding van de grote trek, de Afrikaners vluchtten hierbij verder het binnenland in. Maar daar woonden al mensen, zo ontstonden er conflicten. Er kwam zelfs een oorlog (1899-1902)tegen de Engelsen en de boeren verloren deze oorlog. De leider van de Britten stuurden de Afrikaanse vrouwen en kinderen hierbij zelfs naar concentratiekampen. Hierdoor werden ze zich meer bewust van hun Afrikaanse nationaliteit. Dat is nu in de cultuur nog terug te vinden, ze verheerlijkten namelijk hun cultuur. Het hoogtepunt is wel dat ze de grote Trek over gingen doen, er werd zelfs een monument in Pretoria gebouwd.

Een hele tijd later pas kreeg Zuid-Afrika haar onafhankelijkheid terug. Maar toen was nog niet alles opgelost. Neem de apartheid, zoals duidelijk is uit het voorgaande stukje leven in Zuid-Afrika zwarte en blanke mensen samen. Daarvoor waren er weinig problemen tussen de verschillende inheemse bevolking. Dat duurde ongeveer tot de Europeanen kwamen.

Toen de blanke partij aan de macht kwam, begon het pas. In 1913 werd er een wet aangenomen, in die wet stond dat 100.000 zwarte Afrikanen moesten verhuizen naar speciale gebieden, de zogenaamde “zwarte plekken”. Alles werd ook streng gescheiden gehouden. Er waren bijvoorbeeld speciale bussen voor zwarten, en natuurlijk ook voor de blanken. De zwarte bevolking liet dit niet toe en er ontstonden grote acties, waarbij soms zelfs geweld werd gebruikt. Uiteindelijk kwam de speciale partij voor de achtergestelde zwarten aan de macht (ANC). Hun doel was een eind te maken aan de rassenwetgeving. Dat lukte, Nelson Mandela werd president van Zuid-Afrika, de eerste zwarte president.

Of het nu goed ging? Nee, want de partijen voor zwarte mensen werden verboden. Nelson Mandela heeft zelfs een tijd vastgezeten, maar kwam in 1990 weer vrij. Dat was nadat in 1989 de Nasionale Party een nieuwe leider kreeg, Frederik Willem de Klerk. Alles veranderde snel. Dat kwam ook wel omdat hij door de binnenlandse druk tot concessies werd gedwongen.

Na de vrijlating van Nelson Mandela schafte hij ook de meeste apartheidswetten af en wat misschien nog wel belangrijker is, werden de “verboden” partijen (zoals het ANC) weer legaal.

Toch bleef het niet echt goed gaan, want de regering en het beleid waren nog al een puinhoop. Tot 1994 werd Zuid-Afrika namelijk geboycot. Maar na 1994 ging het snel beter met het land. Want Zuid-Afrika is nu een van de rijkste landen. Dus het land haalt het BBP van Afrika omhoog. En via Zuid-Afrika kan men makkelijk naar andere landen reizen. Dus heeft Afrika veel aan dit land.

Conclusie
Beiden landen zijn goed voor Afrika omdat ze een goede toeristische sector hebben of hadden. De toeristische sector van Zuid-Afrika is in de laatste jaren flink gegroeid, wat goed is voor de economie. Ook vroeger was Zuid-Afrika belangrijk voor de economie omdat de ligging van dit land makkelijk te bereiken is. Helaas ging het niet helemaal zo, dat het goed was voor de inheemse bevolking. Maar dat ik na 1994 weer goed gekomen. Kenia is elk jaar (in de periode 1981-1887) wel belangrijker geworden voor Afrika zoals uit tabel 3 af te leiden is. Ook het binnenlands toerisme valt in Kenia erg op.

3.3 Wat is het BBP per hoofd?

Kenia

Een van de meest gebruikte gemeenschappelijke indicator om landen economisch te vergelijken met elkaar in economische opzicht is het Bruto Binnenlands Product per hoofd van de bevolking (BBP).

Eerst had de agrarische sector het grootste deel in het BBP, maar dat is de afgelopen veertig jaar geleidelijk afgenomen. Toch wordt de economie in Kenia voor het grootste deel gedomineerd door deze sector.

Ook neemt een toerisme een sterke positie in, in de economie van Kenia, zoals al uit andere deelvragen van dit onderzoek te zien is.

Het BBP per hoofd van de bevolking is in dit land 1.022 US dollar (1999).

Nog een andere ontwikkelingsindicator die ik tegenkwam is de Human Development Index (HDI). De HDI is een sociaal-economische indicator. Bij deze indicator wordt naar 3 dingen gekeken die met de menselijke ontwikkeling te maken hebben: 1) Een lang en een gezond leven, gemeten met een levensverwachting vanaf de geboorte. 2) Kennis, gemeten met volwassen literatuur en gecombineerd met primaire, secondaire en tertiaire registratieratio. 3) Een fatsoenlijk leven, gemeten met het BBP per hoofd van de bevolking in US dollar.

De HDI gaat van 0 tot 1, hierbij is 0 het slechts en 1 het best. In Kenia was dit in 1975 nog maar 0.442, in 1980 was dat al 0,488, nog 5 jaar later (in 1985 dus) was dit al 0,551. In 1990 steeg dit getal nog eens naar 0,531, daarna daalde het weer, in 1995 tot 0,521 en in 1999 tot 0,514. Hieruit kun je ook weer opmaken dat het vooral in de jaren 90 goed ging. In 1999 stond het land op de 123ste plaats.

Zuid-Afrika

Het BBP per hoofd van de bevolking was in 1999 8.908. In 2002 was het BBP in Zuid-Afrika $10.000,-. Dat betekent dat Zuid-Afrika een de middeninkomenland is. In 1994 wad het BBP $2.800,-. Zuid-Afrika stond toen 76de op de wereldstand in 1994, nu is zij beter, want staat ze 71ste genummerd. Dit betekent dat het niveau, als je enkel naar het BBP per hoofd kijkt, veel is toegenomen het vorige decennium.

Figuur 6 Bon: Stats SA, 2002 (hierbij ook mijn excuses voor het Engels.)

In figuur 6 is te zien wat het groeicijfer van 1993 tot 2001 is op jaarbasis. In deze grafiek zijn alle industrieën te zien, met en zonder agrarische industrieën. Het toerisme hoort hier natuurlijk bij de niet agrarische industrieën. Ook is te zien dat de niet agrarische industrieën de grootste invloed hebben op het BBP in Zuid-Afrika. Vroeger was dit verschil groot. Maar tegenwoordig steeds kleiner, zoals duidelijk te zien is. Dit onderzoek gaat over toerisme, het is dus ook logisch dat we nu gaan kijken naar de uitwerking van de economische ontwikkelingen van Zuid-Afrika die veroorzaakt zijn door het toerisme. Hiervoor heb ik een onderzoek gevonden, het Gini-Coëfficiënt. Deze coëfficiënt is een gemeenschappelijk gebruikt statistisch gegeven tussen de 0 (perfect gelijke verdeling van inkomens) tot 1 (oneerlijke verdeling van inkomens).

Ik heb alleen het Gini-Coëfficiënt gevonden van 1995, dat was 0,56 en ook die van 2000, die was 0,57. De ongelijkheid kan ook in figuur 7 worden gezien, waar de inkomensverdeling in een Lorenz-curve voor het jaar 1995 en 2000 weergegeven is. De bocht van 2000 is verder weg van de rechte lijn in het midden, dan de bocht van 1995. (De rechte lijn in het midden staat gelijk aan een perfect gespreid inkomen.)

Figuur 7
Deze grafiek is cumulatief.

Voor de duidelijkheid zal ik er een tabel bijvoegen die de cumulatieve waarde aangeven. 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
1995 0,00 0,47 1,87 4,15 7,25 11,38 16,35 24,24 35,05 53,18 100
2000 0,00 0,42 1,63 3,48 6,08 9,72 15,01 22,97 35,13 54,85 100
Rechte lijn 0,00 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

In meer recentere gegevens heb ik nog het Gini-Coëfficiënt gevonden van 2003, dit was 0,58, nog hoger dan in 2000. De verdeling van inkomens in Zuid-Afrika wordt dus steeds ongelijker vanaf 1994. De kloof tussen arm en rijk wordt dus groter.

Voor Zuid-Afrika vond ik de volgende cijfers: in 1990 0,714, In 1995 0,724 en in 2000 0,695. Op de wereldranglijst van de HDI stond Zuid-Afrika nummer 94, dat was in 2001, in 2002 stond Zuid-Afrika 107 en in 2003 is het land gezakt naar de 111 plaats. Het ziet eruit of Zuid-Afrika een economische top heeft gehad in de tweede helft van de jaren 90 en dat het nu weer slechter gaat. Maar uit recentere gegevens bleek dat de aankomsten nog steeds toenemen, hoewel dat in kleinere getallen gebeurt dan in de tweede helft van de jaren 90.

Conclusie
Uit de onderzoeken kunnen we goed halen dat het in Zuid-Afrika beter gaat als we kijken naar het HDI en ook als we naar het BBP kijken. Met Kenia gaat het slechter dan met Zuid-Afrika. Maar dit ligt natuurlijk niet alleen aan het toerisme. Helaas heb ik geen Gini-Coëfficiënt van Kenia kunnen vinden, dus kan ik daar weinig over zeggen welk land dat beter heeft.

3.4 Hoe gaat het in het nieuwe millennium en wat zijn de gevaren voor het toerisme?

Kenia

Helaas heeft de Keniaanse economie last van terrorisme. Sinds de twee terroristische aanslagen in Kenia in 1998 op de Amerikaanse ambassade in november 2002, in Mombassa, op een hotel vol met toeristen, sinds toen reizen er minder toeristen naar Kenia. Ook sinds de aanslagen op 11 september in New York was het toeristenaantal nog dieper gedaald. En de laatste aanval in 2002 wordt ook wel een schot in de nek genoemd voor het toerisme in Kenia. De regeringen van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten gaven negatieve reisadviezen aan de burgers. Het Britse vliegtuigbureau British Airways stopte zelfs tijdelijk de vluchten naar Kenia. Volgens de Keniaanse minister van toerisme, Raphael Tuju, kost dit zijn land een miljoen dollar per dag, de geannuleerde vakanties en de internationale conferenties zorgden voor dit verlies.

Dit had het gevolg dat de toeristische sector sterk moest inkrimpen. Bijna 10.000 mensen verloren hun banen, dit alleen al in de hotelindustrie en daar komen de mensen met banen bij die indirect verbonden zijn met de toeristische sector, dat zijn ook nog eens 400.000 mensen die getroffen zijn door o.a de terreuracties. De bezettingsgraad van de hotels in 2003 was tussen de 15% en 20%. (Normaal zit de bezettingsgraad rond de 85%.) Dat is dus veel lager dan voor de bedreiging van het terrorisme. De toeristische sector, die bijna ieder jaar sinds de onafhankelijkheid (1963) gegroeid is en die heel positieve resultaten voor de economische ontwikkelingen had, stagneert, en daalt zelfs. Waar dit zal eindigen kan niemand ons vertellen, de toekomst zal ons het antwoord brengen…

Zuid-Afrika

Ook het toerisme in Zuid-Afrika is niet zonder gevaar. De globale kwesties zoals 11 september en de oorlog in Irak hebben negatieve resultaten op het toerisme over heel de wereld. Sommige mensen zijn bang voor het vliegen nu. Dit heeft als gevolg dat er minder toeristen naar Zuid-Afrika komen met het vliegtuig.

Nog een gevaar is de wereldeconomie. Wanneer mensen minder geld verdienen, wordt er minder geld uitgegeven aan vakanties, dus blijven ze meestal dichter bij huis, vakanties in hun eigen land of in een buurland etc., dat in plaats van een relatief dure reis naar Zuid-Afrika.

Een andere negatieve invloed op het aantal buitenlandse toeristen naar Zuid-Afrika is de misdadigheid. Met de enorme groei van het toerisme tijdens de jaren negentig is de misdadigheid precies evenveel gegroeid. In het Nationaal Geografisch tijdschrift herinner ik me nog een artikel over Johannesburg. In deze stad was het niveau van de misdaad zo hoog dat het gevaarlijker was daar te zijn dan in Chicago (terwijl dit land een slechter imago heeft en de gevaarlijkste stad van de Verenigde Staten is.

Conclusie
Beide landen hebben nadelen van het terrorisme. Zuid-Afrika vooral indirect, daarmee worden dus de vliegreizen bedoeld. In Kenia ligt het anders, in dit land zelf is er ook terrorisme. Een ander gevaar is natuurlijk de publiciteit. Vele mensen denken als ze aan Afrika denken aan aids en HIV en een arm land omdat dit zo vaak door de pers wordt genoemd. En ook de onveiligheid. Natuurlijk kunnen we niet alles geloven wat er in kranten geschreven wordt, maar het maakt de toeristen bang, dit heeft het gevolg dat de mensen in deze landen in de toeristische sector (direct en indirect) hun banen kwijt zijn. Natuurlijk heeft ook de wereldeconomie invloed op de vakanties, hoeveel de mensen nog uit kunnen en willen geven aan een vakantie. In Kenia vermindert het aantal aankomsten van toeristen, na het hoogtepunt in de jaren 90. In Zuid-Afrika groeit de sector nog wel, maar dan wel in mindere maten dan eerst.

3.5 Welke plaatsen zijn het populairst?

Kenia

Kenia is vooral een safari-land, vandaar dat de speciale nationale parken, zoals Masai Mara, Amboseli en Tsavo vaak bezocht worden. Dit zijn dan ook beroemde parken.

Als je niets voelt voor een safari, kun je in Kenia ook nog een strand vakantie houden. Er zijn namelijk mooie zilverwitte stranden. En ook de golvende savanne die zich van af het Victoriameer (in het westen) tot aan de stranden (in het oosten) zich uitstrekt. En natuurlijk zijn er ook de verschillende volkeren die er leven (bijvoorbeeld de Masai en de Samburu). Alle volken zijn te herkennen aan hun kleurige kleding en sieraden.

In de reisgidsen werd vooral Nairobi vaak genoemd en dan natuurlijk de nationale parken.

De mensen gaan naar dit land ook vooral voor vakanties. Want zoals al verteld, is er in dit land genoeg te zien en te doen. Veel verschillende dingen zodat er voor bijna iedereen wel iets is.

Zuid-Afrika Kaart 4

De meeste bezoekers van het vasteland Afrika komen van Lesoth (ongeveer 25%), Swaziland (ongeveer 17%) en Botswana (ook ongeveer 17%), dit wordt gevolgd door Zimbabwe met ongeveer 14% en Mozambique met ongeveer 13%. Deze cijfers zijn schattingen (bron: Stats SA, 2003). Buitenlands reizigers van het vasteland Afrika komen hoofdzakelijk over de wegen, met dezelfde percentages voor het doel van bezoek, als de overzeese reizigers (80% vakanties, 8% voor zaken).

Van de hierboven vermelde cijfers kunnen we berekenen dat er tegenwoordig ongeveer 88% (80% vakanties en 8% toerisme voor zaken) van alle buitenlandse reizende toeristen in Zuid-Afrika zijn. 80% van 6,5 miljoen mensen in ongeveer 5,7 miljoen mensen, dat zijn dus heel wat toeristen.

In de folders van het reisbureau staan vooral de volgende plaatsen: Johannesburg, Kaap de Goede Hoop, Kaapstad, Swaziland en Lesotho.

Ook de vele volkeren in Zuid-Afrika zijn heel speciaal. Er worden nog vele verschillende talen gesproken. En wat ook wel speciaal is aan het land, is dat het land drie hoofdsteden heeft, namelijk Pretoria (bestuurlijk), Kaapstad (uitvoerende macht) en Bloemfontein (rechtelijk).

Conclusie
De meeste mensen gaan naar de landen om een vakantie te vieren. In beiden landen kunnen de toeristen genieten van safari’s. In Kenia kunnen ze ook nog een strandvakantie hebben, dat is iets wat in Zuid-Afrika minder gewoon is.

4. Wat zijn de gevaren van het toerisme in deze landen?

In de toeristische sector wordt niet altijd evenveel rekening gehouden met het draagvlak van de natuur. In de parken komen bijvoorbeeld vele toeristen, ze vervuilen het park met auto’s en troep. Ook wordt zo het water vervuild.

In de ecologische systemen zijn ook veel verstoringen. Landschappen moeten plaatsmaken voor wegen, gebouwen etc. Zo wordt de biodiversiteit kleiner.

Omdat de landen veel op de toeristische sector gebaseerd zijn, is het niet zo raar dat de overheid meer wil investeren in toerisme dan in bijvoorbeeld oude fabrieken.

Meestal krijgt de lokale bevolking maar weinig banen in verhouding met buitenlandse mensen. De lokale bevolking woont voor een deel nog in stammen en leren dus andere dingen. Vooral buitenlandse mensen die gestudeerd hebben en vele talen kennen, worden eerder aangenomen.

Voor de stammen is er nog een nadeel, ze verliezen land aan de toeristen en sommige stammen worden bezocht, zo verwesteren ze en gaat de cultuur verloren. Wat nog niet verloren is gegaan door bijvoorbeeld de kolonisten etc. En persoonlijk lijkt het me ook niets als je als een soort van “barbaar” of “dier” wordt bekeken door een groep mensen.

Zoals al eerder genoemd is het ook niet zo slim om veel te investeren in het toerisme. Deze sector is erg kwetsbaar en als er, ergens in de wereld weer eens een terroristische aanslag is, merkt deze sector het erg snel. Ook de publiciteit moet positief zijn, anders schrikt het bezoekers af.

De publiciteit moet positiever worden, dat trekt het toerisme aan. Net zoals dat negatieve publiciteit toeristen afstoot. Dat wil niet zeggen dat niemand meer naar zo’n land gaat, want publiciteit blijft publiciteit, of het nu wel of niet positief is.

De staat kan dus natuurlijk wel een beetje ingrijpen, maar helaas doet ze dat te weinig. Een paar simpele ingrepen zouden al genoeg zijn, denk hierbij aan rapporten over de nationale parken, niet te veel richten in de toeristische sector omdat het nogal een kwetsbare sector is.

5. Wat zijn de verschillen en de gelijkenissen tussen de toeristische sectoren in deze landen?

De toeristische sector in beiden landen is, zowel in Kenia als in de Republiek van Zuid-Afrika, groot. Deze sector zorgt voor vele banen, direct en indirect. Ook zijn de landen allebei populaire vakantiebestemmingen voor Europeanen en mensen uit de Verenigde Staten en natuurlijk ook nog voor de mensen van het vasteland van Afrika. Voornamelijk in Kenia is het binnenlands toerisme ook een grote bijdrage voor de toeristische sector.

Bij beide landen hebben de toeristische stromen zowel voor- en nadelen. Allebei zijn veel toeristen goed voor de economie, ze zorgen voor banen etc. Maar de sector is heel erg afhankelijk van allerlei zaken, bijvoorbeeld de wereldeconomie, publiciteit en terrorisme. Ook dingen in het land zelf, zoals de onveiligheid in Zuid-Afrika en de terroristische aanslagen in Kenia.

Wat de landen daar aan kunnen doen blijft moeilijk. Meer controles voor terroristische, zou dat een oplossing zijn? Waarschijnlijk niet omdat de mensen dan hun privacy kwijt zijn. En voor de mensen die op vakantie willen genieten van bijvoorbeeld de natuur, is het ook niet fijn als ze, als het ware, bewaakt worden. Wel zou er harder kunnen worden opgetreden tegen de criminaliteit. Maar sommige dingen zijn gewoon niet te voorkomen.

Voor beide landen zou het goed zijn als er meer positieve publiciteit zou komen. Het liefst over Afrika over het algemeen, aangezien er erg verkeerde beelden van dit land over de wereld rondgaan.

Het grote verschil in de toeristische sectoren van Kenia en Zuid-Afrika zit in het feit dat het in Kenia slechter gaat, soms neemt deze sector zelfs af) en dat terwijl deze sector in Zuid-Afrika nog steeds regelmatig groeit, hoewel dat niet meer zoveel is dan in de jaren 90.

Bronvermelding

Boeken: Kenia – Allert de Lang
Verken de Wereld Kenia – Nelles guide
Kenia – Landenreeks
Zuid-Afrika- Landenreeks
Zuid-Afrika – Expert
Zuid-Afrika – Capitool reisgidsen
De Zuid-Afrika reisgids – Elmar Reisgidsen
Reisgidsen (Hieruit zijn ook de kaarten gehaald.)

Sites: http://www.nrc.nl
http://www.environment.gov.za/ http://www.evd.nl
http://www.undp.org
http://www.world-tourism.org
http://www.scholieren.com
http://www.nepad.org

REACTIES

L.

L.

zo lang ....

12 jaar geleden

A.

A.

hoi,
dankjewel ik zit op Tweetalig VWO 2 en ik heb er ook wat aan alleen moet ik het dan nog vertalen... dankjewel!!

11 jaar geleden

P.

P.

ik kan dit wel gebruiken alleen er staan super moeilijke woorden in. ik hou mijn project over Afrika. Weten jullie wat over toerisme?

alvast bedankt.

10 jaar geleden

P.

P.

wel heel erg bedankt voor de informatie want ik kon nergens wat vinden over toerisme in Afrika.

met vriendelijke groeten prive

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.