Noord-conflict

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 4156 woorden
  • 6 december 2003
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
61 keer beoordeeld

Inhoud

- Inleiding - Het begin - Act of Union - De grote hongersnood
o Opsplitsing van Ierland - Problemen nog niet voorbij
o In het zuiden
o In het noorden  Verzet en geweld - Algemene conclusie - logboek - Bronnen

Inleiding Er hebben een paar factoren meegespeeld in mijn keuze voor een onderwerp. Het onderwerp Ierland sprak mij persoonlijk het meeste aan, omdat ik er al wat van af wist en er zeker meer over wilde weten. Ook heb ik meer interesse gekregen in het onderwerp, omdat we op school bij Engels hier wat over gehoord hebben. We hebben stukjes uit (Noord-)Ierse films gezien en we gaan ook op het gebied van literatuur, boeken uit Ierland lezen.

De Noord-Ierse samenleving is een samenleving van diepgewortelde tegenstellingen. Het is al lang geleden dat de conflicten zijn begonnen. Het begon in de twaalfde eeuw, toen Engeland zich voor het eerst met Ierland ging bemoeien. Sindsdien is er een strijd tussen de katholieken en de protestanten. Het conflict tussen de voorstanders van één verenigd Ierland (nationalisten) en de Noord-Ieren die per se bij Groot-Brittannië willen blijven (unionisten) is al eeuwen bezig. En niemand weet hoelang het nog zal doorgaan.

Wij hebben voor onze praktische opdracht de volgende hoofdvraag bedacht: - Hoe komt het dat de conflicten in Noord-Ierland maar niet tot een einde komt?

Zoals in het plan van aanpak te zien is heeft ieder van ons groepje 1 deelvraag met de daar bijhorende subdeelvragen. Mijn deelvraag is: - Wat is het verloop van de gebeurtenissen tot nu toe?

Mijn subdeelvragen zijn: - Hoe is het conflict ontstaan? - Wat zijn keerpunten in de geschiedenis van het conflict?

Ik ga in mijn praktische opdracht antwoord geven op deze vragen. Dat ga ik doen door de geschiedenis van het conflict vanaf het begin goed te bestuderen en er een chronologisch en overzichtelijk verhaal van te maken. Hierin zal ik duidelijk de keerpunten in de geschiedenis aangeven.

Het begin

Het conflict tussen Engeland en Ierland is al heel vroeg te vinden in de geschiedenis, en heeft vanaf het begin een basis in de religie. Het katholicisme in Ierland dateert al uit de vijfde eeuw na Christus. In het jaar 430 stuurde de paus de eerste katholieke missionaris, genaamd Palladius, naar Ierland. Maar dat was niet de voornaamste rede van het katholicisme in Ierland, de Schot Saint Patrick speelde de belangrijkste rol bij de vestiging van het katholicisme. Deze Schot leefde enige tijd als slaaf in Ierland voordat hij ontsnapte naar Frankrijk. Hier ontmoette hij een bisschop die hem priester maakte. In het jaar 432 maakte de paus Patrick, de Schot, bisschop. Patrick kreeg de taak de Ieren tot geloof te brengen, en stichtte in 455 een kerk in het Ierse Armagh. Het lukte Patrick bijna de gehele Ierse bevolking te bekeren.

In 1169 gaan de Britten zich voor het eerst bemoeien met Ierland. In dat jaar viel Engeland Ierland aan met een klein leger. Op dat moment was Henry II koning van Engeland. Ook Engeland was in die tijd katholiek. Maar in de ogen van de paus was Ierland sterk afgedwaald van het Roomse geloof. Daarom gaf de paus Henry II het bevel de Ieren tot goede katholieken te bekeren. In die tijd koloniseerde Engeland Ierland. Ierland kwam in Engelse handen en de Engelse wetgeving werd ingevoerd. Uit deze tijd dateren de eeuwenlange gevechten tussen Ierland en Groot Brittanië.

In 1536, toen Henry VIII aan de macht was braken de Engelsen met de katholieke Kerk en werd het protestantse geloof de staatsgodsdienst. Vervolgens gingen de Engelsen een streng beleid ten opzichte van Ierland voeren. Omstreeks 1540 voerden de Engelsen voor de Ieren wetten in die o.a. het Gaelic (de Ierse taal) en de Latijnse Katholieke mis verboden. Degenen die weigerden zich aan deze wetten te houden werd hun land afgenomen. Het afgepakte land werd aan protestantse kolonisten gegeven die trouw waren aan Engeland. In de eeuwen die volgden bleven de Engelsen de Ieren vervolgen. Deze vervolgingen waren nog gematigd, maar toen de protestantse Elizabeth I aan de macht kwam in 1558 veranderde dat. De vervolgingen werden heftiger. Uiteindelijk leidde het antikatholieke beleid van de Britten in 1641 tot een opstand onder de Ieren waarbij 12 000 kolonisten uit Engeland werden vermoord. Deze gebeurtenis is in het geheugen van de protestantse Ieren gegrift. Tot op de dag van vandaag leeft onder hen de angst voor katholieke overheersing.

In 1649 namen de Britten wraak en stuurden ze Oliver Cromwell naar Ierland. Hij was van plan met veel geweld orde op zaken te gaan stellen. Dit resulteerde in massamoorden onder de katholieke Ieren. Tweederde van de Ieren werd vermoord. De overigen verdreef Cromwell naar het noorden. Ook verwoestte Cromwell de steden, Drogeha en Wexford en verbande hij landeigenaren naar het onherbergzame westen. De haat van de Ieren tegen de Engelsen was voorgoed een feit.

In 1685 werd de streng katholieke Jacobus II koning van Engeland. De Ieren vatten de hoop op dat een katholieke Engelse koning rust voor Ierland zou betekenen, maar hun verwachtingen kwamen niet uit. De Engelsen vonden namelijk dat Jacobus II absolutistische trekjes vertoonde en wilden van hem af. Engeland riep de hulp van de Nederlandse stadhouder Willem III in. Ze vroegen hem het protestantse geloof in Engeland weer te herstellen en Jacobus II te verdrijven.Willem III versloeg Jacobus II in 1691 bij de slag van Boyne, en hij werd tot koning van Engeland gekroond.

Met de kroning van de protestantse Nederlander tot koning van Engeland was de protestantse dominantie in Ierland compleet. De katholieken hadden het zwaar door deze protestantse overmacht. Er werden strenge wetten gemaakt, katholieken werden beperkt in hun recht op onderwijs en ze mochten absoluut geen publieke functies vervullen. Deze laatste regel werd ondersteund door de Test Act. Dit was een regel zodat alle mensen in publieke ambten communie moesten doen in de Anglicaanse kerk. Deze Testact maakte het dus onmogelijk voor katholieken om publieke functies te vervullen. De wetten werden na een tijdje niet meer zo streng nageleefd, maar er bleef een enorme haat tussen katholieken en protestanten bestaan.

De Act of Union

In 1800 wordt de Act of Union opgesteld en wordt Ierland officieel vanuit Londen bestuurd. Vanaf dat moment zijn Engeland en Ierland dus officieel, als één land, met elkaar verbonden. Een heleboel Ieren waren het hier natuurlijk niet mee eens. In de eeuw die volgde, groeide het nationalistische gevoel onder de Ieren sterk en ontstonden diverse partijen die een onafhankelijk Ierland wilden. Een belangrijke nationalistische partij was, en is nog steeds, Sinn Féin. Deze partij streefde naar een onafhankelijk Ierland. Sinn Féin was een partij die verandering wilde doorbrengen in Ierland doormiddel van politieke invloeden. Ze gaven geen tegenstand door geweld te plegen, maar door een politieke partij op te richten. In Ierland werden nationalistische partijen vaak sterk gestimuleerd door katholieke boeren. Die katholieke boeren waren vooral tegen de protestantse grootgrondbezitters. De landbouwprijzen waren door de komst van deze grootgrondbezitters dramatisch gedaald, en de boeren konden de pacht die ze moesten afleggen niet meer betalen. Hierdoor waren ze zonder medeleven verjaagd door de eliteraire grootgrondbezitters. De verjaagde boeren richtten de Land League op, omdat ze meer rechten wilden. De Land League streed voor landhervormingen in Ierland en voor de zogenaamde Home Rule, de invoering van een Iers parlement dat verantwoordelijk was voor binnenlandse zaken. Overal werd actie gevoerd door de Land League en dit leidde uiteindelijk tot het afschaffen van het pachtsysteem. In 1907 werden de boeren helmaal tevreden gesteld, want na een serie landwetten mochten de meeste Ierse boeren weer vrij land huren, waren er vastgestelde prijzen en mochten zij weer grond aan hun zonen doorgegeven.

De grote hongersnood

De politieke problemen in Ierland kwamen van 1845 tot 1848 grotendeels op de achtergrond te staan, door een nationale ramp: de aardappelziekte. In korte tijd waren gezonde aardappels veranderd in stinkende zwarte drab. Hele oogsten werden hierdoor verpest. Ondertussen werkten de Engelsen dit ook nog eens verschrikkelijk tegen. Nu alle aardappeloogsten verpest waren, moesten de Ieren het hebben van de graanoogst. Maar dit Ierse graan werd onder dwang naar Engeland geëxporteerd en daar kregen ze lang niet genoeg geld voor. Vooral de gewone, arme Ieren hadden toen weinig meer om van te leven, aangezien graan en aardappels hun voedsel was. Er brak dus een enorme hongersnood uit. In die tijd braken er veel ziektes uit. Door de honger en de ziektes kwamen miljoenen Ieren om het leven. Andere Ieren waren genoodzaakt te emigreren. De meeste vertrokken naar Amerika. In New York, waar velen zich gevestigd hadden, werden de Ieren zwaar gediscrimineerd. De Amerikanen zagen de Ieren als minderwaardige, agressieve en veel drinkende boeren. Zij konden dus alle rottige klussen opknappen. Na drie jaar is de hongersnood langzaam overgegaan, maar niet zonder gevolgen. De haat tegenover de Engelsen werd nog meer versterkt, want de Engelsen hebben de Ieren op geen manier geholpen in de moeilijke tijd. En hebben hen soms zelfs verschrikkelijk tegengewerkt. In die tijd werden er in Ierland veel geheime genootschappen gevormd, die met geweld Ierland onafhankelijk wilden maken. In 1858 werden de Ierse Revolutaire Broederschap (IRA). Beide partijen werden in New York opgericht. De IRA was gekoppeld aan de politieke partij Sinn Féin. Het verschil tussen Sinn Féin en de IRA was, dat de IRA met geweld veranderingen wilde doorbrengen, en Sinn Féin via de politiek. Maar ze hadden allebei het zelfde doel.

Verschillende factoren leiden tot de scheiding van Ierland. Naast het Ierse verzet gebaseerd op geweld was er dus ook verzet dat met behulp van de politiek veranderingen probeerde af te dwingen. De belangrijkste vertegenwoordiger van die laatste groep was Charles Stewart Parnell. Hij was een Iers protestant politicus en was lid van de Land League. Ook was Parnell de leider van de Home Rule Party. Deze partij streefde naar zelfbestuur voor Ierland. De invoering van Home rule voor Ierland verliep niet zonder problemen. De eerste twee Home Rule wetten kwamen niet door het Britse parlement. Dit wekte de woede op van een groep Ieren, die zich voortaan Ierse nationalisten zouden noemen. Zij sloten zich aan bij Sinn Fein. Toen een derde keer de Home Rule wetten werden geprobeerd door te voeren, kon het Britse Hogerhuis de Home Rule wetsvoorstellen niet nog een keer verwerpen en nam de wet uiteindelijk aan in 1914. De Ierse protestanten zagen dit als een eerste stap in de richting van katholieke overheersing. Dat wilden ze natuurlijk niet. Daarom richtten zij toen de Ulster Volunteer Force op die zich verzette tegen de Home Rule. Als reactie hierop richtten de nationalisten de Irish Volunteers op. Ondanks dat de derde Home Rule wet was aangenomen, werd die niet nageleefd. Doordat de eerste wereldoorlog was uitgebroken, werd een opstand daar tegen nog uitgesteld. Veel Ieren steunden de Britten namelijk in de strijd tegen de Duitsers. Er zaten ook ongeveer 200 000 Ieren in het Britse leger. Maar er was ook een kleinere groep, die de oorlog juist een goed moment vonden om een opstand te beginnen. Dit waren voornamelijk leden van de IRB en de Irish Volunteers. Zij wilden juist tijdens de eerste wereldoorlog een opstand beginnen, omdat de Britten dan al bezig waren met de srijd tegen de Duitsers, zodat ze minder aandacht en weerstand konden bieden tegen Ierse revolutionairen. Op paasmaandag 1916 bezetten 150 opstandelingen belangrijke publieke gebouwen in Dublin. Dit kwam voor de Britten, maar ook voor de Dubliners en andere Ieren zelf, erg onverwacht. Ondanks dat het onverwacht aankwam, werden de opstandelingen vijf dagen later gedwongen zich over te geven. Omdat het allemaal erg snel gebeurde, hadden de Ieren zelf niet echt door gehad wat er allemaal gebeurd was. Pas toen de leiders van de opstand werden geëxecuteerd drong het echt tot de Ieren door. Dit leidde tot opleving van de IRA. In een paar jaar was de IRA sterk gegroeid. In 1919 waren ze sterk genoeg om een guerrilliaoorlog te starten. De Britse regering was toen genoodzaakt om de hulp in te roepen van de Black and Tans, ex-militairen, en Auxiliaries (letterlijk: hulptroepen). Maar deze troepen waren niet goed georganiseerd en waren niet onder controle te houden. De Black and Tans schoten in het wilde weg mensen dood, dus ook veel onschuldige mensen. Dit soort ongeorganiseerde acties leidden tot veel geweld. En toen het geweld nog verder toenam, nam de Britse regering een besluit, de Government of Ireland Act. Hierin stond dat Ierland, voorlopig, zou worden opgedeeld in twee delen. Een zelfstandig, overwegend katholiek, zuidelijk deel (de vrijstaat), dat bestuurd zou worden door een Iers parlement in Dublin. Formeel gezien erkende de vrijstaat nog steeds de koning van Engeland, maar Engeland had in de praktijk bijna niks te maken met Zuid-Ierland. Het andere deel was het overwegend protestantse Noord-Ierland, dit werd bestuurd vanuit Belfast, maar had ook een vertegenwoordiging in het Britse Parlement.

Problemen nog niet voorbij

Hiermee leken de problemen voor een groot deel opgelost te zijn, maar in de toekomst zou Ierland het zwaar te verduren krijgen, zowel in het zuiden als in het noorden.

Problemen in het zuiden Een eerste gevolg van de opsplitsing was een duidelijk meningsverschil tussen de mensen binnen de IRA. Een deel was tevreden met de opsplitsing, maar het andere deel was het er absoluut niet mee eens. Deze laatste groep, onder leiding van Eamon De Valera, wilde helemaal zelfstandig zijn. Ze wilden volledige onafhankelijkheid, waarbij Noord-Ierland niet van Zuid-Ierland gescheiden was. Dit deel van de IRA bezette in 1922 het gebouw van de Four Courts, een overheidsgebouw in Dublin. Dit was het begin van een kortdurende, maar heftige burgeroorlog. In april 1923 werd de opstand neergeslagen door een leger van de Vrijstaat, onder aanvoerderschap van Michael Collins. Maar hiermee waren de problemen nog lang niet afgelopen.

De burgeroorlog in Dublin liet diepe littekens achter in de Ierse samenleving, die vandaag de dag nog steeds zichtbaar zijn. Maar ook andere factoren speelden mee voor het barre bestaan van de Ierse bevolking. Sinds de vrijstaat ontstaan was, ging het economisch gezien niet goed met Zuid-Ierland. Er was veel werkloosheid en een gebrek aan goed ontwikkelde industrie.

Om Ierland er boven op te helpen wilden de IRA en Sinn Féin in de vrijstaat veranderingen doorvoeren op economisch en sociaal gebied. Maar de regering van de vrijstaat koos voor conservatisme en luisterde niet naar de IRA of Sinn Féin. Deze partijen konden ook niet wettelijk tegen de regering in opstand komen, omdat ze weigerden in het Ierse parlement, de Dail, plaats te nemen. Door deze conservatieve regering ontstond er veel ontevredenheid bij verschillende groeperingen, en raakte Ierland in verval.

De leider van de IRA, Eamon De Valera, wilde hier verandering in brengen, niet met geweld, maar toch door wettig tegenstand. Hiervoor richtte hij een politieke partij op. Die partij kreeg de naam Fianna Fail, wat soldaten van het lot betekent. Hij leidde deze partij het parlement in en vormde in 1932 een regering. Deze regering bracht veel economische veranderingen tot stand. De partij wilde hiermee Ierland weer economisch op gang brengen.

Maar behalve de economie veranderde Fianna Fail ook de relatie met Engeland. De oorzaak hiervan was vooral een nieuwe grondwet die in 1937 werd ingevoerd. In deze grondwet stond dat het nationale grondgebied van Ierland, heel Ierland, zowel Noord- als Zuid-Ierland omvatte. Met deze grondwet kwam er een eind aan de trouw die Ierland af moest leggen aan de Kroon. De voorstanders van een zelfstandig Zuid-Ierland veranderden de naam van deze staat. Voortaan heette de Vrijstaat Eire, een Keltische term voor Ierland. Niet iedereen in het zuiden was het eens met het standpunt van Fianna Fail. Een groot deel van de Zuid-Ieren vonden de Ierse onafhankelijkheid pas volledig als Noord Ierland niet meer tot Engeland behoorde. Deze groep Ieren hielden vast aan de grondwet van 1937 waarin stond dat het nationale Ierse grondgebied zowel Noord- als Zuid Ierland omvatte.

Problemen in het noorden In Noord-Ierland was maar een derde van de bevolking katholiek. De protestantse meerderheid van de Noord-Ieren wilde bij Engeland blijven, omdat de meesten daar protestants waren. De partij van deze protestantse meerderheid was de Ulster Unionist Party (UUP). Deze partij was in 1920 ontstaan uit de Irish Unionist Party die zich in de jaren 1880 verzette tegen de Home Rule. Toen in 1920 de verdeling van Ierland tot stand kwam met de Government of Ireland Act. Splitste de Irish Unionist Party zich op in de Unionisten van de Ierse Vrijstaat, en de Noord-Ierse vleugel, de Ulster Unionist Party.

De Ulster Unionist Party kreeg de macht in het parlement van Belfast. De partij vertegenwoordigde de protestantse meerderheid. De katholieke minderheid in Ulster werd zelfs al in de wetgeving gediscrimineerd, dit gaf hen dus onmogelijk een kans om verder te komen in de Noord-Ierse samenleving. Ze konden moeilijk werk krijgen en konden zich ook niet in de bevolking mengen, omdat de protestanten hen op geen manier accepteerden. Zo werden de katholieken ook uitgesloten van het Noord Ierse parlement. En bleef het katholieke deel van de bevolking jarenlang economisch en sociaal achter.

Verzet en geweld Het duurde nog tot 1969 voor de achtergestelde katholieken in opstand kwamen. In dat jaar leidde de jarenlange onvrede tot een uitbarsting in de vorm van een aantal protestmarsen. Het doel van het protest was dat men aansluiting wilde bij de Ierse republiek. Ook wilde men gelijke rechten voor protestanten en katholieken. De rellen tussen de katholieken en protestanten vonden vooral plaats in Londonderry. De Britten vonden dat er ingegrepen moest worden. Op 14 augustus 1969 werden Britse troepen ingezet in de Bogside, de katholieke wijk van Derry. Een deel van de IRA, maakte zich los en vormde de Provisional IRA. Deze partij koos voor de gewapende strijd tegen de Britten en de protestanten. In 1971 werden de eerste Britse soldaten vermoord. Vanaf dat moment verklaarde Londen dat iedereen die van terrorisme werd verdacht onmiddellijk gevangen zou worden genomen. De Provisional IRA was woedend en het geweld nam toe. De Britten probeerden een politieke oplossing te zoeken door evenredig kiesrecht voor katholieken en protestanten in te voeren, maar daar waren de protestantse extremisten het nog niet mee eens. Het geweld escaleerde steeds meer. Op een zondag in februari 1972 (Bloody Sunday) grepen Britse militairen in bij een demonstratie voor meer burgerrechten in Londonderry. Daarbij kwamen dertien katholieken om. Vanaf dat moment werden de Britse militairen doelwit van gewelddadige acties. Bij een bomaanslag in Aldershot kwamen zeven Britse soldaten om. Londen vond dat het uit de hand liep en eiste direct zeggenschap over Noord-Ierland. Het Noord-Ierse kabinet trad af onder protest. De aanslagen werden steeds bloediger, en het aantal doden nam aan beide kanten toe. Tussen 1974 en 1982 voerde de IRA aanvallen uit op Britse soldaten in Duitsland, op een legerbus bij Manchester, op café’s in Birmingham, in Hyde Park en Regent’s Park in Londen, en op de Royal Marine’s School of Music in Deal. Daarbij vielen 55 doden en 247 gewonden. Er volgden nog een bomaanslag tijdens een partijcongres van de Britse Conservatieven in 1984, een mortieraanval op de ambtswoning van de Britse premier in 1991, zware bomexplosies in de City van Londen in 1992 en 1993, en mortieraanvallen op luchthaven Heathrow. Kortom, overal, ook buiten Ierland en Engeland, was er veel geweld en vielen er vele doden en gewonden. Ondertussen sloegen de Britten terug en doodden o.a. drie IRA-leiders in Gibraltar. Het had alleen maar meer Iers geweld als gevolg. Premier Thatcher besloot de hulp in te roepen van de Ierse Republiek, en gaf Ierland inspraak in Noord-Ierse aangelegenheden. Maar ook met Ierland er bij konden de partijen het niet eens worden. Er volgden veel vredesinitiatieven. Geen van die initiativieven heeft echt geholpen. Het geweld was op sommige momenten wat minder, maar de conflicten en het geweld is tot vandaag de dag nog nooit helemaal gestopt. Iedereen op de wereld vraagt zich af of de conflicten ooit zullen ophouden, maar voorlopig ziet het daar niet naar uit. Maar misschien komt er ooit een dag dat het allemaal afgelopen is.

Algemene conclusie

In het volgende stuk worden de 4 deelvragen kort samengevat, om de hoofdvraag correct te kunnen beantwoorden.

Het protestante Engeland koloniseerde het katholieke Ierland. Sindsdien maakte het eiland Ierland deel uit van Groot-Brittannië. De katholieke Ieren voelden zich onderdrukt en achtergesteld door de protestantse Engelsen. Dit was vooral in de provincie Ulster (Noord-Ierland). De verhoudingen tussen de Ieren en de Engelsen waren lange tijd vijandig. Maar werden pas echt haatdragend toen de aardappelziekte Ierland trof rond 1845. Hierdoor brak een grote hongersnood uit. Mede doordat de Engelsen het graan voor eigen gebruik uit Ierland haalden. Doordat Engeland de oorzaak was van die grote hongersnood , wilden de Ieren een eigen onafhankelijke staat. Dit bereikten ze door de onafhankelijkheidsoorlog van 1916 tot 1921. Wel bleef de provincie Ulster bij Groot-Brittannië horen want de protestants gezinde bevolking voelde niks voor een aansluiting bij het katholiekgezinde Ierland. Toen begon de protestantse meerderheid de katholieke minderheid te discrimineren. Je kon dit zien in het feit dat de protestanten tot 1969 de politieke macht hadden en het beter hadden dan de katholieken. Onderling geweld zorgde er voor dat de Britse regering in 1969 ingreep. Ulster werd rechtstreeks bestuurd vanuit Londen. Ook zette de Britse regering troepen in die moesten zorgen dat alles vreedzaam zou verlopen. Eigenlijk leidde dit alleen maar tot meer geweldpleging.

Vele landen hebben geprobeerd, en proberen nu nog steeds, mee te helpen aan het versnellen van het vredesproces. Zo hebben Groot-Brittannië, de republiek Ierland, en de VS hun steentje bijgedragen. En ook organisaties als de ICCP (de Internationale ontwapeningscommissie) en de VN hebben meegeholpen. De VS heeft ook een belangrijke rol, vooral als president Clinton aan de macht komt. De katholieke krijgen meer hoop, als de VS hun problemen serieus nemen. Nu zouden ze misschien genoegen nemen met iets minder dan een verenigd Ierland.Zo werden ze beter aanspreekbaar voor vrede.

Je ziet dat de oorzaak van een conflict vaak ligt bij de onderdrukking van landen tijdens kolonisatie. De belangen van de partijen zijn hierbij diepgeworteld. Je ziet dat de haatgevoelens van generatie op generatie worden overgedragen. Dit zorgt ervoor dat het oplossen moeilijker wordt. Het probleem is niet alleen van religieuze aard,maar heeft zeker ook economische,culturele en geografische belangen. Ook de politiek is nodig bij het oplossen van dit probleem. De politieke takken van de twee groeperingen, de UUP van de protestanten en de Sinn Féin van de katholieken, proberen er dus voor te zorgen dat de belangen goed verdedigd worden. Ook spelen ze een grote rol in het voorkomen van gewelddadige aanslagen. Deze aanslagen zorgen er namelijk voor dat de vredesonderhandelingen zo traag verlopen. Er kan gezegd worden dat, met het nieuwe bestuur de weg naar vrede meer open ligt. Toch zijn er eigenlijk nog niet veel vooruitgangen geboekt. Steeds worden er akkoorden gesloten, zoals het Goede vrijdagakkoord in 1998, maar door een terreuraanslag heeft ook dit akkoord niet geleid tot de beoogde vrede.

Hoe komt het dat de conflicten in Noord-Ierland maar niet tot een einde komen?

Het conflict is dus nog niet geëindigd, omdat er door de vele aanslagen en gebeurtenissen een immense haat is ontstaan. Er zijn tijdens dit conflict, ook al is het geen oorlog, al vele mensen gesneuveld. Hierdoor is deze haat ontstaan, die van generatie op generatie is overgeheveld. De mensen hebben dus geheel andere ideeën en principes, die tegenover elkaar staan. Hierdoor is het moeilijk een tussenweg te vinden. Beide partijen hebben het idee dat ze capituleren als ze ook maar iets toegeven aan de tegenpartij. Ook zijn ze beiden zeer conservatief en niet van plan af te wijken van hun eigen idealen en overtuigingen. Hierbij speelt ook het religieuze verschil een rol. Dit verschil zorgt voor het goed kunnen praten van de vele geweldplegingen. Het eigenlijke conflict gaat niet over het geloof zelf, maar over het wel of niet willen aansluiten bij Engeland. Er kan dus eigenlijk wel gezegd worden dat, mits een van de partijen bereid is zijn ideaal op te geven, er nooit een einde zal komen aan het conflict.

Logboek

Week Activiteit en gemaakte keuzes (in te vullen door leerling) 40 Introductie praktische opdracht. Groepje gemaakt. 41 Onderwerp gekozen. Orienteren op het onderwerp. Plan van Aanpak gemaakt
42 Inleverdatum plan van aanpak op maandag 13 oktober 2003. Meer informatie gezocht. Begonnen met het schrijven van de inleiding. 43 Vakantie. Een klein begin gemaakt aan het beantwoorden van de deelvragen. 44 Grove indeling van het werkstuk gemaakt
Verder gegaan met het beantwoorden van de deelvragen. 45 Inleveren tussenevaluatie op woensdag 5 november 2003. De eerste hoofdstukken afgemaakt. 46 Inleveren verslag op vrijdag 14 november 2003. De laatste hoofdstukken afgemaakt. Conclusie gemaakt met het groepje (hoofdvraag beantwoord) Het werkstuk helemaal afgemaakt.

Bronnen

Dit zijn de informatiebronnen waar ik het meeste gebruik van heb gemaakt. Er zijn nog een aantal andere sites waar ik ook wat informatie vandaan heb gehaald, alleen heb ik daar niet het internetadres van opgeschreven. Dus deze lijst van informatiebronnen is niet helemaal compleet.

http://home.student.uva.nl/piet.potter/Historie/Charles_Parnell_en_zijn_Home_R/charles_parnell_en_zijn_home_r.htm

http://histoportal.com/20/paasopstand.htm

http://home.planet.nl/~hagen327/WillemIII/WillemIII.html

http://www27.brinkster.com/jannesvv/werkstukken/aardrijkskunde/ira

http://www.omroep.nl/nos/nieuws/index.html

http://www.landenweb.com/geschiedenis.cfm?LandID=34&IERLAND

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.