Inca's

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 3608 woorden
  • 1 mei 2003
  • 211 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
211 keer beoordeeld

Inhoud
Inleiding
Wie waren de Inca’s, hoe leefde ze en waar?
Wat hield de Inca cultuur in en hoe kwam deze tot stand?
Conclusie
Nawoord
Literatuurlijst
Logboeken
Tijdplannig

Inleiding
We hebben bij deze praktische opdracht gekozen voor het onderwerp de Inca’s. Onze keuze was zeer snel gemaakt het leek ons erg interessant omdat we de Inca’s alleen als begrip kende. We wilden namelijk wat meer te weten komen over de inca cultuur. We zijn begonnen met een planning te maken en niet te vergeten de hoofd- en deelvragen We hebben er voor gekozen dat ieder een eigen deelvraag uitgebreid moest uitwerken. Dit leek ons het verstandigst zodat iedereen zich op één bepaald onderdeel kon richten.

Wie waren de Inca’s, hoe leefde ze en waar?

De Inca’s zijn een oude en erg bekende Indianenstam die tot 1532 in Peru (Zuid-Amerika) leefden. Het rijk van de Incas werd in het Inca gebied \"Tawantinsuya\" genoemd. Tawaintisuyu is een samengesteld woord dat bestaat uit 3 onderdelen:
Tawa: Vier, de vier richtingen/elementen.
Inti: De zon, de vader van het leven, de koningster
Suyu: Land, rand
De vier landen binnen het incarijk waren: Chinchaysuyu, Kontisuyu, Antisuyu en Kollasuyu. Chinsaysuyu is het deel naar Equador toe, Antisuyu is het deel dat naar de uitgestrekte Amazonevlakte leidt, Kontisuyu lag ten zuidwesten van Cusco naar de Stille Oceaan toe en Kollasuyu lag ten zuiden van Cusco naar het Titcacameer toe met een groot deel van Chili en een stukje Argentinië. In het Incarijk waten onder meer woestijnen, tropisch regenwoud, vruchtbare dalen en hoge bergen. De Incas waren heerser over een bevolking die vroeger bestond uit honderden verschillende gemeenschappen die uiteenlopende talen spraken. Het Incarijk heeft maar zo’n kleine 100 jaar bestaan van 1438 tot 1532. In deze korte tijd hebben de Incas het grootste rijk gevormd in die tijd van Amerika voor de komst van de Europeanen. Op het hoogtepunt van het Inca-rijk waren er in het rijk ongeveer 20 miljoen inwoners.. Het rijk lag in het westen van Zuid Amerika en strekte zich uit over meer dan 4500 kilometer. Het gebied omvatte delen van het nu bekende: Colombia, Equador, Peru, Chili, Bolivia en het noorden van Argentinië. Het was zo groot als België, Nederland, Luxemburg, Zwitserland, Italië en Frankrijk samen. De stad Cuzco in het zuiden van Peru was de hoofdstad van het Inkarijk.
Hieronder zie je een plaatje waar heel duidelijk te zien is waar het Incarijk precies lag.

Het Bestuur:
De Inca’s hadden een heel groot rijk en daarom was het rijk opgesplitst in kleine provincies en over elke provincie had een gouverneur het voor het zeggen. De gouverneurs hadden ambtenaren in dienst. Zij regelden alles in naam van de koning, bijvoorbeeld: inwoners tellen en belastingen bijhouden. De adellijke Inca’s hadden de macht in het Inca rijk zij waren de afstammelingen van een bevolking die in een vallei bij Cuzco woonden. De mythologisch voorvaderen heette Manco Capac en Mama Occla. De inca\'s leefden heel anders dan de mensen in Europa in die tijd. Er was bij de Inca\'s niet sprake van 1 koning die alle macht had, maar van meerdere politieke beslissers. In de inca cultuur was er wel sprake van een keizer. De keizer genaamd Sapa Inca ( “Dit betekent in het Nederlands: enige Inca”) woonde in de hoofdstad Cuzco. Hij werd vereerd als de zoon van de zonnegod. Iedereen moest gebogen bij de keizer komen en men mocht van dichtbij hem niet recht aankijken men draaide dan het hoofd en de schouders opzij. De keizer trouwde altijd met zijn eigen zus om het Incabloed zuiver te houden. De zus waar hij mee trouwde werd de COYA of keizerin genoemd. Als de koning stierf, dan bleef de familie in het paleis wonen en de nieuwe koning bouwde een nieuw paleis in een pas veroverd gebied. Allen de zoon van de zuster kon de nieuwe keizer worden. De overwonnen stamhoofden werden naar Cuzco gebracht daar werden ze geïndoctrineerd. Als ze gehoorzaam waren en de ideeën van keizer Sapa Inca opvolgden mochten ze weer terug om hun eigen volk te regeren. Dit is een lijst van de 13 Incaleiders in volgorde van bestaan:
1. Manco Capac
2. Sinchi Roca
3. Lloque Yupanqui
4. Maita Capac
5. Capac Yupanqui
6. Inca Roca
7. Yahuar Huacac
8. Inca Viracocha
9. Pachacuti-Inca-Yupanqui
10. Topa Inca Yupanqui
11. Huayna Capac
12. Huascar
13. Atahuallpa

Wie de laatste onafhankelijke Incaleider was is nog steeds niet helemaal bekend. Nadat Huayna Capac gestorven was in 1527, begonnen twee van zijn zonen, Huascar en Atahuallpa, een successieoorlog . Huascar had de steun van de sociale bovenlagen van de Inca’s en Atahuallpa had steun van het leger dat onderleiding stond van Huayna Capac.

Het leger:
De omvang van een Inca leger was afhankelijk van het geen dat ze moesten ondernemen. Er waren gemiddeld tussen 70.000 en 250.000 soldaten. Wanneer een oorlog onbeslist was of ongunstig verliep zorgde een rotatiesysteem ervoor dat een deel van de soldaten tijdelijk naar huis konden terugkeren om te herstellen en hun huishouden en landbouwgrond te onderhouden. Discipline was streng, ongeacht de rang. Een voorbeeld hiervan ging over generaal Capac Yupanqui, hij overwon een provincie aan de grenzen van het rijk zonder hiervoor bevelen te hebben gehad en ondanks zijn succes werd hij geëxecuteerd omdat hij was afgeweken van de bevelen.

Het Geloof:

De Inca’s vonden het geloof belangrijk en daarom waren er ook veel tempels en werden er vaak mensen geofferd. Bij het volgende hoofdstuk wordt er meer over de tempels en de offers verteld. Inca’s geloofde dat alles wat er op aarde leefde en gebeurde het werk was van goden. Daarom gaven ze ook om veel soorten goden, maar dat wordt ook nog uitgebreider verteld.

De Taal:

Quechua was de officiële taal en werd in het hele rijk gesproken, hoewel zeker 20 andere talen in verschillende delen van het rijk bekend waren. Deze taal wordt nu nog in de Andes door ongeveer 10 miljoen mensen gesproken. De Inca’s kenden zelf geen geschreven taal maar hadden de Quipu, dat is een koord waaraan gekleurde koordjes hingen met op bepaalde plaatsen knopen erin. Dit gebruikte ze om bepaalde dingen te onthouden en te tellen. Elk verticaal koord staat voor een specifieke rubriek bijvoorbeeld maïs, lama’s etc. De kleur bepaalt de rest van de informatie: geel kan bijvoorbeeld goud aanduiden of maïs maar dit heeft te maken met de rest van de informatie die erover bekend is. Voor elke soort goederen was er daarom een speciale ambtenaar, die de betekenis kende en de gegevens doorgaf. Met deze Quipus konden de Inca’s een nauwkeurige kalender bijhouden. Deze kalender is nu nog steeds erg bekend.

De Levenswijze:
De meeste Inca’s waren boeren die het land bewerkten. De belangrijkste producten waren dan ook aardappelen, maïs, meloenen, tomaten, bonen, pinda\'s en maniok dat is een boom waarvan de wortels gebruikt werden om meel te maken. In de bergen legden de boeren de velden trapsgewijs tegen de bergen aan. Hiernaast zie je zo’n groot boerendorp met grote terrassen. Door het aanleggen van aardewerk goten en pijpen konden ze water vervoeren naar de akkers. Muurtjes zorgden ervoor dat tijdens hevige neerslag de goede grond niet wegspoelde. Als je in het rijk woonde moest je ook belasting betalen. De meeste mensen betaalden hun belasting in nature. Hiermee wordt bedoeld dat de mensen iets moeten doen, sommige mensen werkten in de goudmijnen, andere mensen stonden een deel van hun oogst af en weer anderen werkten voor de koning . Zo had iedereen dus ander werk. De Inca’s vonden het niet erg om het geld af te staan aan hun koning, omdat ze geloofden dat hun koning een zoon van de zon en de maan was. En voor de Inca’s waren de zon en de maan de allerbelangrijkste goden. Dus de koning was ook een god en werd als een god behandeld. De belasting die men moest afstaan werd meestal gebruikt voor het bouwen van nieuwe steden of men gaf het aan het leger. Door een goed leger konden namelijk de steden goed verdedigd worden.

De vervoermiddelen:
Renboden (genaamd Chasqui) brachten boodschappen over via de verbindingswegen. Verder waren er niet veel vervoersmiddelen in het Incarijk het wiel was toen namelijk nog niet uitgevonden. Wel maakte ze gebruik van dieren (voornamelijk Lama’s) om goederen te vervoeren. De inca\'s kenden twee soorten vervoermiddelen te water. Namelijk het balsavlot en rietboten Het Balsavlot werd gebruikt op zee en werd gemaakt van balsa dat is een zeer lichte houtsoort. Besturen werd gedaan via een systeem van steekzwaarden. Balsavlotten zijn door de regering verboden omstreeks 1900. De rietboten werden vaak gebruikt vlak bij het strand of op de bergmeren deze boten werden gemaakt van totora-riet. Om deze boot te maken koste geen geld. Deze boten varen nu nog steeds op het Titicacameer en zijn nu nog erg bekend bij de toeristen.

De ‘infrastructuur’ in het Incarijk:
De steden van de Inca’s bestonden vaak uit een centraal plein waar belangrijkste gebouwen stonden daaruit liepen brede hoofdstraten met daar tussen smalle zijstraten, ook dwars door de bergen liepen goede wegen. Vaak leiden de hoofdstraten in de steden naar een tempel. De steden waren heel belangrijk voor de Inca\'s. Alle goederen uit mijnen en van het platteland werden daar verhandeld of verkocht. Heel het Inca gebied stond met elkaar in verbinding door een netwerk van wegen met een bepaald systeem van wachtposten, forten, bruggen en andere dorpen. Er werden ook tunnels gegraven, zodat de mensen door bergen konden en over rivieren of ravijnen werden bruggen gebouwd. De wegen waren bij elkaar ongeveer 25.000 km lang ze werden gebruikt voor het vervoer van goederen en mensen maar vooral voor hun legers. De Inca’s bedachten een soort postvervoersysteem die gebruik maakte van dit wegennetwerk. Langs de wegen bouwden ze om de 2 km Tambos, dat is een soort herberg.
In elke herberg huisden twee \"chaspui\" (lopers). In elke tambos waren er 2 koeriers, hardlopers die boodschappen moesten overbrengen. Als een koerier een tambo naderde, blies hij op een trompetschelp. De gewaarschuwde volgende renner ging dan naast hem lopen om de boodschap te horen en van buiten te leren en rende zo naar de volgende tambo. De lopers konden met een aflossingssysteem tussen de posten een afstand van 400 km overbruggen in een dag over een landschap met een hoogteverschil van 3300 meter. Soms namen de hardlopers verse vis uit de Stille Oceaan mee, die de keizer dan de volgende dag kon eten. Om goederen te vervoeren gebruikte men de lama want die is zeer goed aangepast voor de grote hoogte in het Andes gebergte . De lopers hadden natuurlijk voorrang op alle andere weggebruikers en droegen opvallend geruite uitrusting zodat ze snel herkend werden.

De Bouwwerken:
De inca\'s zijn vooral bekend van de bouwwerken die we nu nog in de Andes kunnen vinden. Ze waren uitstekende ingenieurs and architecten. Om de diepe ravijnen in de Andes te kunnen overbruggen bouwden zij hangbruggen. Omdat er in bergen weinig vruchtbare grond beschikbaar was maakten de Inca’s tegen de hellingen van de bergen terrassen om zo meer voedsel te kunnen produceren. Ze bouwde grote paleizen en tempels zonder specie of iets dergelijks maar stapelde blokken steen op elkaar die zeer nauwkeurig in elkaar paste, alleen de gewone woonhuizen werden vaak ingebed met grond en klei De stenen waren vaak zo groot en zwaar dat zelfs tien sterke mannen ze niet konden optillen. Zelfs nu nog kunnen we in de Andes veel ruines van tempels vinden. De beroemdste ruïne van een Inca stad is Machu Picchu. Deze vesting stad werd pas in 1911 ontdekt. Het ligt boven op een berg aan de rand van het tropische regenwoud van Peru.

Hoe is men aan alle informatie van de Incacultuur gekomen?
Zoals je eerder dit verslag al hebt kunnen lezen konden de Inca’s niet schrijven. Hierdoor is het veel moeilijker geweest om informatie van de Incacultuur te achterhalen. Wat er overgebleven is aan informatie van die tijd zijn de honderden legendes die nu nog ‘leven’ in de Andes, aantekeningen van Spanjaarden (meestal waren dit monniken) die er toen waren en aantekeningen van een halfbloed Inca- Spanjaard; Inca Garcilaso de la Vega. Deze man is erg bekend hij heeft namelijk ook een erg bekend boek geschreven. In dit boek beschrijft hij wat hij zich nog herinnerd van wat zijn familie hem vertelde over de grootsheid, de geschiedenis en de werking van het incarijk. Dit boek heeft hij geschreven tussen 1589 en 1616. Maar ook door de bouwwerken en overblijfselen van de Inca’s is er veel bekend over hun levenswijze. Na vele jaren onderzoek is er door een combinaties van dit alles een goed beeld ontstaan van de Inca’s. En er zijn tegenwoordig vele boeken over te vinden.

Wat hield de Inca cultuur in en hoe kwam deze tot stand?
Begin eerder dit verslag heb je al kunnen lezen dat het geloof bij de inca’s heel belangrijk is. De inca’s namen veel mythen en legendes over van de Zuid-Amerikaanse stammen die zij veroverde en ze vormde ze om zodat ze bij hun eigen gebruiken en geloof pasten.

Het geloof:
Het geloof was bij de Inca\'s heel belangrijk. Vele malen per week werden er mensen, meestal jonge vrouwen, geofferd, door hun hart er uit te trekken, om de goden te vriend te houden. De Inca\'s geloofden dat alles wat er op aarde gebeurde het werk was van de goden. Zo hadden ze bijvoorbeeld de god van de zon (Inti) en de maan (Quilla). Andere belangrijke goden waren de onweers-, de regenboog- en de heldere sterren en planetengoden. De belangrijkste god die de Inca\'s hadden was \"Viracocha\". Hij werd gezien als een oude man met grijs haar en een baard en de Inca\'s dachten dat hij de wereld had gemaakt.

De inca’s hadden ook nog een geloof wat werd gedeeld met heel Zuid-Amerika. Volgens dit geloof hadden de bergen, rivieren, planten en dieren een bovennatuurlijke en magische waarden. De stammen hadden ieder wel hun eigen vertelwijze maar het thema was wel hetzelfde. De mythes en legenden van iedere stam kwamen bij deze vertelwijze duidelijk naar voor. Ook gebruikte ze aardewerk, stoffen en goud om uitdrukkingen aan te geven in het geloof.
De basis bestond uit de Zonnecultus, zoals die al vele eeuwen voor de opkomst van het Incarijk bedreven werd. Iemand die geprobeerd heeft inzicht te verschaffen in de compositie van de religie van de Inca\'s, was de schrijver Santacruz Pachacuti, die leefde in de periode rond 1615 (n.C) in de stad Cuzco.
Hieronder zie je een tekening, door hem gemaakt, die aangeeft welke en hoe belangrijk de verschillende aspecten waren:

1- Urcurara - de 4 sterren in het kruis van het sterrenbeeld Orion
2- Viracocha Pachayacha - de wereldschepper
3- Inti - de Zon
4- Quilla - de Maan
5- Luzero - Venus
6- Chuq chinchay Apachi ururi - sterrenbeeld
7- Suchu - de Pleiaden in de zomer
8- Pocoy - wintermist
9- Catachillay - sterrenbeeld met llama
10- Saramanca - maismaaltijd
11- Coramanca - onkruidmaaltijd door mislukte oogst
12- Chuquiylla o yllapa rayo - de bliksem
13- Coa , of chuquen chinchay - de hagel (puma met 2 stralen)
14- Regenboog
15- Pachamama - Aarde met bergen
16- Mamacocha - de Zee
17- Puqyo
18- Imaymana - de ogen van alle dingen
19- Mallqui - verplanten, of mummie , voorvader
20- Collcapata - de trap naar de voorraadschuur, bewerkte velden

Rituelen:
Een groot ritueel van de Inca is, het festival dat in verband staat met het verschijnen van de Plejaden. Dit is een belangrijk astronomisch feit en voor onze planeet een vitale energetische gebeurtenis. Het gebeurt bij volle maan in de maand juni. Er komen dan meer dan 300 000 mensen na een pelgrimstocht naar de witte bergtoppen van de Andes op een heilige plek, die zo’n 5500 meter hoogte liggen. Een grote energiestroom verbindt onze planeet met de sterren en daarom komen al deze mensen samen waarbij ze een hoge spirituele traditie delen.

Een voorbeeld van een belangrijke mythe:
Er was één boom op de wereld en daar groeide al het voedsel uit. Toen de boom werd omgehakt vielen allen verschillende vruchten van de takken. Uit de stam van deze boom ontsprongen alle wateren van de wereld.

Tot stand koming van het Incarijk
Wanneer en hoe het incarijk is ontstaan is niet precies bekend. Dit komt omdat de Europeanen namelijk helemaal geen contact hadden met volkeren die aan de andere kant van de wereld leefden. Tot nu toe zijn er ook geen boek of iets dergelijks teruggevonden uit die tijd. Rond 1200 na Christus waren de Inca’s nog maar een kleine stam in het Andesgebergte in het huidige Peru. Vanaf 1438 ging de Inca leider Pachutti Yupanqui op veroveringstocht en binnen een paar jaar hadden de Inca’s een erg groot rijk, in dit rijk bevonden zich zo’n 500 andere stammen die de Inca’s allemaal veroverd hadden. Bij het veroveren ging het vooral om steden, want die leverde meestal een voorraad op van bijvoorbeeld graan. Alles wat er veroverd werd in die tijd gebeurde lopend, want in die tijd was het wiel nog niet uitgevonden en ook waren er geen paarden om op te rijden in deze omgeving.

Tempels:
De Incatempels lagen prachtig in het landschap. Om er te kunnen komen moet je over oude Incawegen lopen die op veel plaatsen vrij smal zijn en vaak zitten er ook trappen in. Je kon deze wegen in het Andes herkennen aan een rechte streep. Langs deze wegen liggen terrassen die ook uit de Incatijd stammen, maar tegenwoordig worden deze niet meer bewerkt. Dat komt omdat op deze plaatsen niet genoeg boeren meer wonen door de trek naar de steden die zo’n 20 jaar geleden plaats vond.
De tempels zijn heel mooi, dat komt ook grotendeels doordat ze hoog in de bergen liggen. De tempels mochten vroeger alleen door Inca-elite bezocht worden, die in draagstoelen naar boven werden gedragen.

Gebed van de Inca\'s:
Hoor mij aan, vanuit de bovenzee waar je verblijft,
vanuit de onderzee waar je bent.
Schepper van de wereld boetseerder van de mens, Heer van alle Heren,
jou zoek ik met mijn ogen die wanhopig verlangen je te zien of louter begeren je te kennen
want als ik je zie, als ik je ken
als ik je beschouw,
als ik je begrijp,
zul jij mij zien en zul jij mij kennen.
De zon, de maan,de dag, de nacht, de zomer, de winter,
gaan niet vergeefs,
in vaste regelmaat,
naar de aangewezen plaats
en komen ter bestemder tijd aan
Je koninklijke scepter
neem je overal met je mee.
Hoor mij aan,
luister naar mij.
Laat mij niet moe worden,
laat mij niet doodgaan.

Pinkuyllunaberg:
De Pinkuyllunaberg is een speciale berg die in Ollantaytambo staat. Deze berg is zo speciaal omdat je in de berg het gezicht van de inca’s kunt zien. Bij de berg hoort ook een mythe die deze bijzondere symboliek verduidelijkt.
De Zon werd door vele oude culturen en bij de Inca\'s gezien als het meest vitale element, de heerser en weldoener voor de Aarde, de Pachama. Het spreekt dan ook vanzelf dat er op Aarde een leider moet zijn die de kwaliteiten van de Zon bezit en over de mensen heerst als de Zon over de Aarde: majesteus en met wijsheid. De Inca\'s werden door de mensen als de Zonen van de Zon beschouwd. De legende van Chinpaccahua (de-man-die-vooruit-kijkt) legt de link tussen Inca en Zon als leiders van een goddelijke oorsprong. Hier volgt de legende:
\"Eens, in een ver verleden, was de hemel blauw en de wolken gaven voldoende regen. Maar op een dag kwamen deze te dicht bij het licht en de aarde werd donker, zonder bloemen of vruchten. Op een dag probeerde de leider van diegenen die nog overbleven (men zegt dat het de Inca was) hun lot te lezen in de drie laatst overgebleven cocablaadjes. Hij zag in deze dat de Pachamama ver weg was en door allen vergeten. Dus hij raadpleegde de Condor, die oud en wijs was, en vroeg hem hoe ze hun noodlot konden omkeren. De Condor zei dat hij een koppel moet toevertrouwen alles wat ze nog hadden van eten in het meer van Chaullaccocha te werpen. De mensen beefden alleen al door het idee dat ze het enig eten dat nog overbleef in het meer moesten gooien en ze weigerden de raad op te volgen. Dan, laat in de nacht, nam de Inca het voedsel en gaf het aan zijn enige twee kinderen en zei aan hen om het in het meer te gaan gooien. De dagen passeerden al treurende omdat ze nog niet teruggekeerd waren. De Inca beklom de top van de Pinkuylluna om te zien waar ze bleven. Van deze plek zag hij hen het meer ingaan en zinkende in het water veranderden ze in steen. Daarna weenden de wolken van het lachen waarna de zon kon terugkeren om zijn licht te geven en alles werd weer groen. Betreffende deze Inca zegt men dat hij soms schijnt met de pracht van de zonnestralen zelf en dat hij vanwaar hij is, over de handelingen van de mens kan zien.”

In veel legendes in de Andes verandert de held als hij zijn daad heeft volbracht in steen, waar hij dan blijft als bewijs dat hij ooit heeft bestaan in de werkelijke wereld. Voor de mensen daar hebben heldendaden en mensen in hun mythes en legendes geen intrinsieke waarde. Ze hebben enkel waarde omdat ze op een af andere manier deelnemen aan een transcendente realiteit. Zo komt het dat veel stenen in de Andes heilig genoemd worden, omdat ze ze deelnemen in een bepaald symbool of als deel van een mythische daad. Bijvoorbeeld de verschillende Intihuatana verspreid over de Andes bezitten in de ogen van de mensen een werkelijke kracht en worden alsdusdanig vereerd en worden zo gevuld met magische en religieuze krachten, voor de eeuwigheid.

REACTIES

J.

J.

Er staat de inca's en hun koning. maar de koning vd de inca's heet juist de Inca. dus het volk hete in de inca tijd anders, wij noemen ze nu inca's, terwijl dat alleen hun koning inca hete.

16 jaar geleden

S.

S.

er staan spellings fouten in!!!!!

16 jaar geleden

M.

M.

Mooi verslag

20 jaar geleden

M.

M.

heyyy brenda
nou ik heb je werkstuk gelezen en ik heb al jou info overgenomen hahhahahha.................
nou bedankt he meid.................hahhahhahah
groetjes mer

19 jaar geleden

M.

M.

Op dit moment zijn wij (een aantal mensen uit Maastricht) bezig met het schrijven van een "theaterstuk" over de Inca's en vonden het werkstuk zeer veel informatie die wij kunnen gebruiken. Waarvoor onze dank.

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.