Inhoudsopgave
Voorwoord
Welkom in Egypte
Geschiedenis
Goden
Dynastieën
Farao’s
Dagelijks leven
Seizoenen & kalender
Het schrift
Het leger
Wonen
Economie & handel
Geografie
Flora & fauna
Godsdienst
Taal
Bestuur
Onderwijs
Voedsel
Sport
Vrije tijd
Kunst
Feiten & getallen
Nawoord
Literatuurlijst
Voorwoord
Ik heb het onderwerp Egypte gekozen omdat het mij echt heel erg interessant leek om over tempels en piramides te schrijven. Vooral de uitgebreide cultuur en bouwkunst interesseren me heel erg. Ik verwonder me ook over al die hiërogliefen die ze vroeger gemaakt hebben. En het is natuurlijk toeval dat ik op de Piramide zit. Wil je meer weten over Egypte, lees dan maar verder. Ik ga nu schrijven over het “Land van de farao’s”.
Welkom in Egypte
Egypte staat bekend om zijn piramides, tempels, mummies, mooie beelden en gebouwen. Als je meer wilt weten over deze schatten en kunsten, blader dan snel verder.
De geschiedenis
Het begin van de Egyptische geschiedenis wordt vaak opgeschreven als 3100 voor Christus, terwijl er al veel eerder mensen leefden, ongeveer 25.000 v. C. Toen werden de grasvlaktes woestijnen, dat kwam door het klimaat van toen. Vanaf 3400 tot 3100 v. C. begonnen de farao’s te regeren over Egypte.
De eerste farao was Aha Menes, hij verbond Noord- en Zuid-Egypte met elkaar. Dertig dynastieën (koningshuizen) achter elkaar regeerde Egypte, maar toen viel in 330 v. C. de Griekse aanvoerder Alexander de Grote, Egypte binnen. Ongeveer 600 jaar later versloegen de Romeinen Cleopatra VII en zo werd Egypte een deel van het Romeinse Rijk.
De godsdienst, de Islam, is in het land gekomen door de Arabieren die in 639 Egypte opnieuw binnenvielen. Daarom hoorde Egypte toen bij het Turkse Ottomaanse Rijk
Vanaf de 18de eeuw tot aan de 20ste eeuw regeerde de Britten Egypte. Een deel van Egypte vroeg in 1922 onafhankelijkheid aan en dat kregen ze van Groot-Brittannië. Egyptische nationalisten (mensen die trouw zijn aan hun land) richtte de organisatie de Wafd op. Dat was om ervoor te zorgen dat heel Egypte onafhankelijk werd.
Maar in 1952 was het zover, Egypte werd onafhankelijk. Dat kwam omdat Gamal Abdel Nasser de succesvolle revolutie (gewelddadige ommekeer in de staatkunde) had geleid. Tevens werd hij 2 jaar later in 1954 president van Egypte. In 1970 ging Nasser dood en toen werd Anwar al-Sadat president.
Toen de oorlog tussen Israël en omliggende landen was uitgebroken wou Sadat dat er vrede kwam. De vredesonderhandelingen vonden plaats in Camp David gelegen in Amerika. In 1979 werd het vredesverdrag getekend.
In 1981 werd Sadat gedood bij een aanslag van een groep die van de Egyptische samenleving een islamitische samenleving wou maken. Toen werd Hosni Mubarak president en hij bleef strijden voor de vrede in het Midden-Oosten.
Goden
De Egyptenaren geloofden in verschillende goden. Zoals de god Osiris. Ze dachten dat hij mensen het eeuwige leven schonk. Sommige priesters dachten dat vroeger de wereld een enorme watermassa was, nun. Ze geloofden dat Re-Atum de mensen hadden geschapen en ze dachten dat hij twee wezens had uitgespuwd. Ze geloofden ook dat Ptah van Memphis god had geschapen. De Egyptisch goden bestonden uit half mens en half dier. De god Thoth had bijvoorbeeld een ibiskop, dat is een vogel met een hele lange snavel. En de god Horus had een valkenkop. In ongeveer elke stad geloofden iedereen weer iets anders.
Dynastieën
Dynastieën zijn periode’s een aantal periode’s vormen een soort tijd, een tijd bestaat uit 2 t/m 6 dynastieën. Er waren 30 dynastieën. 1ste en de 2de dynastie Vroegdynastieke Periode 3100 t/m 2686 v. C. 3de t/m de 6de dynastie Oude Rijk 2686 t/m 2181 v. C. 7de t/m de 10de dynastie Eerste Tussen Periode 2181 t/m 2055 v. C. 11de t/m de 14de dynastie Middenrijk 2055 t/m 1650 v. C. 15de t/m de 17de dynastie Tweede Tussenperiode 1650 t/m 1550 v. C. 18de t/m de 20ste dynastie Nieuwe Rijk 1550 t/m 1069 v. C. 21ste t/m de 24ste dynastie Derde Tussenperiode 1069 t/m 715 v. C. 25ste t/m de 30ste dynastie Late Tijd ` 715 t/m 332 v. C.
De farao’s
Farao’s zijn een soort koningen. De farao’s lieten veel tempels bouwen. En langs de Nijl zetten ze reusachtige beelden neer. Er zijn veel bekende farao’s zoals Toetanchamon. Toetanchamon werd op zijn tiende farao, hij is vermoord rond zijn vijftiende. Toetanchamon is niet beroemd geworden omdat hij zo’n grote farao was, maar omdat vele potten en gouden dingen van hem bewaard zijn gebleven.
Roversbende’s roofden haast alle grote piramides leeg, behalve die van Toetanchamon want dat was een kleine piramide ergens achteraf. Omdat belangrijke farao’s een grote piramide kregen, kreeg Toetanchamon een kleine en zo zijn dus alle schatten van hem bewaard gebleven. Farao’s streden vele oorlogen, dus moesten ze wel weten wat ze deden, daarom streed Toetanchamon haast geen oorlog want hij was nog erg jong. Om oorlog te voeren wezen de dienaren of de farao’s mensen aan, maar dat werd later anders. Als een farao dood was werd hij begraven en daarna in een graftombe gelegd, maar eerst werd hij gemummificeerd. Er is laats nog een mummie van
Ramses І terug gehaald uit een Amerikaans museum.
Het dagelijkse leven van de oude Egyptenaren
De basis van alle maaltijden bestond uit brood en bier. Hiermee betaalde men ook bijvoorbeeld de arbeiders. Van twee soorten graan is aangetoond dat deze verbouwd werden: gerst en spelt. Om de verschillende deegsoorten verschillend te laten smaken voegde men vruchten toe en gebruikte men volkoren- of tarwebloem. Een belangrijk onderdeel van de voeding waren groentes zoals peulvruchten. De menukaart van de rijkere mensen vertoonde meer afwisseling. Hierop vinden we een veelheid van groenten zoals waterkers, postelein, latuw, uien, knoflook en pompoenen maar ook wortelstok, zaadjes van de lotus en delen van de papyrusplant. Geliefde fruitsoorten waren wijndruiven, vijgen, dadels en noten van de doempalm. Sinds het Nieuwe Rijk (een deel van een aantal dynastieën en dynastieën zijn periode’s) aten ze ook granaatappels. Dit was een geïmporteerde fruitsoort uit Azië maar als snel ging men over tot het zelf kweken hiervan. De oude Egyptenaren namen een bad in de Nijl of kanalen en vijvers. Alleen de rijken konden zich in huis een bad of douche veroorloven. In de kamer waar het bad was bevond zich meestal ook het toilet. Als zeep gebruikte men natron of speciale waspasta’s die tegelijkertijd een huidverbeterende werking hadden. Ze bestonden uit dierlijke of plantaardige vetten, vermengd met kalksteen of krijt. Voor het kwijtraken van een onaangename lichaamsgeur gebruikten de Egyptenaren vooral aromatische stoffen zoals wierook, aluin en mirre. Deze werd vervolgens gewoon op de huid gewreven. Voor een frisse adem waren er een soort pillen. Deze zogenaamde kyphi-pastilles bestonden uit de gemalen zaadjes van de hoornklaver vermengd met wierook, mirre, jeneverbes, het gomhars mastiek, rozijnen en honing. De Egyptenaren droegen het liefst linnen stoffen, hoewel ze ook wol gebruikten en grove weefsel van bast. Er zijn verhalen bekend dat deze stoffen ook nog eens gebleekt werden voor een extra wit resultaat. Na het wassen legde men de kleding vervolgens in de zon. Naast het bleken kenden de Egyptenaren ook het verven van kleding. Standbeelden van de koningen en burgers geven een goed beeld van de veranderende mode. In het Oude Rijk en het Middenrijk droegen vrouwen eenvoudige en nauwsluitende jurken, de mannen knie- tot kuitsluitende voorschoten. Sinds het Nieuwe Rijk gaf men echter de voorkeur aan wijd zittende tunica’s (een soort jurken). Vrouwen droegen grote wikkeljurken van een grote lap rechthoekig stof. Bij officiële gelegenheden droegen mannen en vrouwen een pruik in verschillende lengtes en kapsels. In alle periodes was het voornaamste schoeisel de sandaal. Sandalen werden vervaardigd uit plantaardige grondstoffen zoals palmbladeren, grassoorten, bies of papyrus. Ze werden waarschijnlijk niet gemaakt in werkplaatsen maar door de vrouwen thuis. Er bestond ook een duurdere variant, deze werden van leer vervaardigd en waren duurzamer dan de goedkopere variant.
Seizoenen en Kalender
Het is niet zo moeilijk om te vertellen wat de seizoenen van Egypte zijn. Egypte heeft maar twee seizoenen, het hete seizoen dat loopt van mei tot oktober en dan kan het op sommige plaatsen wel 52 °C worden. En het koele seizoen duurt vanaf november tot april, de temperatuur kan dan uiteen lopen van 13 °C tot 21 °C. De oude Egyptenaren waren zeer geïnteresseerd in de astronomie; de sterrenkunde. Al vele eeuwen geleden wisten zij onderscheid te maken tussen sterren en planeten. Zij konden de planeten Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus herkennen en zelfs de bewegingen die deze hemellichamen maakten. De wetenschap van deze planeten resulteerde in de kalenders die de Egyptenaren maakten. De Egyptenaren hebben verschillende kalenders gemaakt. De eerste kalender was gebaseerd op de sterren. De belangrijkste ster was Sirius. De Egyptenaren noemden deze ster ook wel Sopdet en in het Grieks was het Sothis. Ze hadden ontdekt dat Sirius zich in een constante baan om de aarde begaf. Het gevolg van deze constante baan was dat de Egyptenaren de conclusie trokken dat als Sirius op een bepaalde plek stond de Nijl weer begon te overstromen. Op basis van het feit dat Sirius op deze bepaalde plek stond zag men dat dit de eerste dag van het nieuwe jaar was. De tweede kalender leek erg veel op de eerste maar dan gingen ze niet af op de Sirius maar op de maan. De Egyptenaren deelden net als wij het jaar op in weken. Alleen bij de Egyptenaren kenden één week tien dagen. Drie weken vormden vervolgens één maand (30 dagen). Op zijn beurt vormden vier maanden weer één seizoen (120 dagen). En aangezien het jaar uit drie seizoenen (360 dagen) bestond, hadden de Egyptenaren het problemen dat ze vijf dagen te kort kwamen. Dit losten ze op door het toevoegen van vijf heilige dagen. Deze heilige dagen gebruikte ze als de verjaardagen van Osiris, Isis, Seth, Nephtys en Horus, een aantal belangrijke goden. Al deze dagen werden op het einde van het jaar toegevoegd en publiek gevierd als zijnde een feestdag. Dit gold overigens ook voor de tiende dag van de week, dit was een soort weekend. Nu hebben de Egyptenaren de zelfde kalender als wij nu kennen.
Het schrift van de oude Egyptenaren
De Egyptenaren ontwikkelde rond 3000 voor Christus een beeldschrift, ook wel hiërogliefenschrift genoemd. In het begin werd ieder ontwerp precies in beeld gebracht. Geleidelijk aan werden er symbolen gevonden voor klanken waarmee men woorden kon vormen.
Het leger
In de periode voorafgaand aan het Nieuwe Rijk had Egypte geen vast leger. Het leger bestond in die dagen uit mensen die aangewezen werden om te dienen op het moment dat er behoefte was aan een leger. De aanvoerders van deze legers bestonden uit personen die in het dagelijkse leven ook de meerdere van de aangewezen personen waren. De bewapening van dit leger bestond uit knotsen, strijdbijlen en dolken. Als lange afstandswapens hadden de Egyptenaren lansen, slingers en pijl en boog. Als schilden gebruikten de mannen een houten raamwerk dat met dierenhuiden bespannen was. Toen de tijd van het Oude Rijk aangebroken was, veranderde heel wat. Er werden voor het eerst huursoldaten ingehuurd. Kortom het eerste beroepsleger was gevormd. Als soldij kregen de soldaten een stuk land om te kunnen voorzien in hun onderhoud. Daarnaast vielen beloningen in de vorm van goud te verdienen. Echt grote veranderingen dienden zich pas aan ten tijden van het begin van het Nieuwe Rijk. De Hyksos (een Aziatisch volk) hadden zojuist jaren lang de zeggenschap in Egypte gehad omdat zij in die tijd over een machtig wapen beschikte. Dit Aziatische volk had het Egyptische leger verslagen omdat hun al de beschikking hadden over paard en wagen. Toen de indringers weer verdreven waren werd het belang van paard en wagen bewezen en het leger kon niet meer zonder. De Egyptenaren hadden een voorkeur voor lichte strijdwagens. Een dergelijke strijdwagen werd door twee paarden getrokken en had twee personen aan boord, de wagenmenner en een boogschutter. De boogschutter had het beste materiaal als het ging om de pijlen en de boog waarmee hij moest schieten. Steeds meer werden er huursoldaten gebruikt. Nu heeft Egypte net als elk ander land een leger met opgeleide soldaten die zich in het leger hebben gevestigd.
Wonen.
In de meeste gevallen lag de keuken in het achterste gedeelte van het huis, bij grote villa’s soms in de bijgebouwen. Omdat men vooral op open vuur kookte was de keuken niet overdekt. In een hoek bevonden zich een maalsteen voor het malen van graan en meel, een kleine oven voor het bakken van brood en een gemetselde vuurplaats voor het koken of grillen. Grote en kleine aardewerken kruiken dienden voor het bewaren van de voorraden. Men bewaarde hierin niet alleen drank, maar ook graan, meel, vet of olie en geconserveerd vlees. Voor beperkt houdbare levensmiddelen was in het huis een kleine lage voorraadkelder, die men via enkele traptreden vanuit de keuken kon bereiken. Er zijn echter nauwelijks restanten van meubels gevonden in huizen. De meeste kennis weten we te halen aan de hand van grafvondsten. Daaruit zou blijken dat de muren bekleed waren met wandtapijten die kleurrijk geschilderd waren. Op de vloer lagen matten van gevlochten plantenvezels. Deze gebruikte men soms ook als matras. In het Nieuwe Rijk schijnen stoelen te hebben behoord tot de gebruikelijke meubelen van het ambtenarendom. Er waren allerlei vormen van stoelen; van het eenvoudige lage krukje en de klapstoel tot de stoel met rug- en armleuningen. Vaak werden er kussens op de zittingen gelegd om het comfort te verhogen. De prijs van een eenvoudige stoel lag rond de 4 tot 8 stukjes of stukken koper. Tafels en kasten complementeren de inrichting. Als materiaal gebruikte men vaak hout maar ook wel stevig vlechtwerk. Echte grote tafels kent men niet, afgaande op tekeningen die gevonden zijn in verschillende graven. Bij grote maaltijden had iedereen een eigen tafeltje of een plaat die steunde op een houten onderstel. Om de kleding en andere persoonlijkheden te beschermen tegen kruipende dieren bewaarde men dit in nissen (golfende holtes in bijvoorbeeld een muur) in het huis of in grote houten kisten. Zelf sliepen de mensen ook op een verhoging om zichzelf ook van kleine dieren te vrijwaren.
Economie en handel
Het is eigenlijk moeilijk een goed beeld te krijgen over de vroege periodes wat betreft de handel en de economie. Er is simpelweg niet veel bewaard gebleven of niet gedocumenteerd. Pas vanaf het Nieuwe Rijk krijgen we er een goed beeld van. Dit is te danken aan Deir el-Medina. Deze stad was speciaal voor de arbeiders gebouwd in Thebe-West. In deze stad werkten ongeveer 120 families aan graven en tempels die speciaal voor de heersers gebouwd moesten worden in het Dal der Koningen. Deze arbeiders leefden eigenlijk alleen op de bouwplaats of in het dorp zelf dat afgescheiden lag van het Nijldal. De handel die ze dreven werd vaak vastgelegd in het hiëratisch (een geschrift) op kalksteen of aardewerkscherven. Op deze zogenaamde ostraca (een soort contract) werden de goederenprijzen vermeld of bijvoorbeeld het verhuur van de ezels of zelfs de verstrekking van een krediet. Als de tekst achterhaald was, bijvoorbeeld de huur van de ezels was afgelopen, wierp men deze scherven en stenen in de put. In het begin van de 20ste eeuw werden er verschillende putten gevonden door archeologen die samen een goed beeld gaven van de handel die gedreven werd. De economie was strak geleid in het oude Egypte. Men kende het principe van een vrije beroepskeuze niet. De zoon volgde het beroep dat zijn vader deed en zo kon de vader direct als leermeester fungeren. De kinderen van de ambtenaren werden naar de weinige scholen gestuurd om hier te leren lezen en schrijven. Hierdoor konden zij later hun vader opvolgen. Ook het vrije ondernemersschap kende men niet in het oude Egypte. Het loon was door de jaren heen altijd constant. Geld kende men niet. De Grieken maakten sinds de 8ste/7de eeuw voor Christus al gebruik van munten en introduceerde dit principe pas vier eeuwen voor Christus in het oude Egypte. Om een loon uit te betalen gaf men de medewerker in een zak van vastgestelde grootte graan (gerst of spelt). Aan de hand van rekenwaardes kon men dit omzetten in zilver en koper. Een voorbeeld: de twee voormannen en de schrijver van Deir el-Medina kregen als loon 2 zakken gerst en 5½ zak spelt. Eenvoudige werklui ontvingen een ½ zak gerst en 4 zakken spelt. De ongeschoolde medewerker ontving nog veel minder. De inhoud van een zak graan bedroeg 77 liter. De rekeneenheid van koper was de zogenaamde ‘deben’, één deben was 91 gram. Het dure zilver werd in ‘sjenati’ (7,6 gram) of ‘kite’ (9,1 gram) afgewogen. De waardeverhoudingen van het graan ten opzichte van het edelmetaal was onderhevig aan aanzienlijke fluctuaties. Gemiddeld kreeg een arbeider graan ter waarde van 7 deben koper terwijl een voorman voor gemiddeld 9,5 deben ontving. Het loon was vastgesteld en daaraan ook de arbeidstijd die ervoor gewerkt moest worden. Het gevolg was dat als een arbeider ziek werd, deze tijd ingehaald moest worden. Het bijhouden van de arbeidstijd gebeurde op lijsten die regelmatig vergeleken werden met de planning. Prijzen die in Egypte betaald werden voor goederen werden dus vastgelegd op de zogenaamde ostracon. Hieruit kwam voort dat bijvoorbeeld levensmiddelen 1200 jaar voor Christus het goedkoopst waren. Voor een kip moest ongeveer ¼ deben betaald worden. Een halve liter vet moest het dubbele van de prijs opleveren. Manden, voorschotels en eenvoudige amuletten waren te koop voor 1 deben. Een klerenkast kostte een oude Egyptenaar hooguit 5 deben, een voetenbankje 2, een stoel kon wel 8 deben opleveren en bedden waren er tot 20 deben. Vee was nog duurder in die tijd. Een varken leverde 7 deben op, een rund kostte je 140 deben terwijl een ezel maar 30 deben kostte. Een hemd werd verkocht voor maximaal 5 deben maar de kostbare gewaden liepen zeker tot in de 60. Het is gemakkelijk een conclusie te trekken; sommige goederen waren gewoon onbetaalbaar of moesten op afbetaling gekocht worden. Voor de begrafenis werden er onvoorstelbare hoge bedragen betaald. Een graf voor een arbeider kostte al snel 25 deben terwijl de voormannen voor hun versierde grafkisten zeker 200 deben neer moesten tellen. Een extra als een mummiemasker bracht zeker 40 deben op en een sarcofaag was nog aanzienlijk duurder. Maar een graf bestond natuurlijk uit meer. Kleding, meubelen, levensmiddelen, kruiken, beelden en andere voorwerpen maakten deel uit van de begrafenis. Je kunt er dus vanuit gaan dat een begrafenis van een simpele arbeider al snel 200 deben moest kosten. Omgerekend is dat toch zeker 30 maanden loon. Een schrijver of een eenvoudige ambtenaar stelde hogere eisen aan zijn begrafenis en was al snel 1000 deben kwijt. Een farao was het toppunt. Als we ter vergelijking alleen de ongeveer 100 kilo zware gouden grafkist van Toetanchamon nemen moet je ongeveer denken aan 35.000 maandlonen van een arbeider. Om dan nog maar niet te spreken over de overige voorwerpen die in het graf van deze jonge koning gevonden zijn. De waarde hiervan gaat eigenlijk nu nog ons voorstellingsvermogen te boven. De economie functioneerde ondanks de strakke organisatie lang niet altijd goed. De eerste meldingen van stakingen komen dan ook uit Egypte. Omstreeks 1150 voor Christus verenigden de arbeiders uit Deir el-Medina zich en bezetten de grafkelders waarin zij aan het werken waren omdat er een betalingsachterstand was door problemen met de voedselvoorziening. De hoogste ambtenaar, de vizier, beloofde beterschap en men ging weer aan het werk. Omdat de lonen nog steeds niet uitbetaald werden ging men echter weer in staking. Pas toen de burgemeester zelf met de salarissen in de vorm van graan en koper aan kwam, ging men weer aan het werk. De eerste staking wereldwijd was een groot succes, zeker ook omdat de overheid af zag van sancties tegen dezelfde arbeiders. Het is waarschijnlijk dat de ontwikkeling van de Egyptische economie parallel liep aan de ontwikkeling van de staat. De voorraadeconomie en de beginnende arbeidsverdeling staat ook in Egypte aan het begin van de geschiedenis. In het Oude Rijk werden talrijke nieuwe beroepen uitgevonden. Het productieproces volgens de arbeidsverdeling maakte zelfs de bouw van de piramiden en de reusachtige tempelcomplexen mogelijk. De immense betekenis van de landbouw kan men aflezen aan het feit dat in vrijwel elk graf was wel iets te vinden over de akkerbouw. De basis van de economie was ongetwijfeld de landbouw. Het is daarom waarschijnlijk ook niet verwonderlijk dat de farao vrijwel alle grond in zijn bezit had. En daarbij hoorden alle mensen die op die grond woonden. De farao gaf aan verdienstelijke ambtenaren grond ter exploitatie. Kwam hij op zijn besluit terug dan onteigende hij die persoon weer en verstootte hem ook uit de stand van grondbezitter. In latere tijden veranderde dit echter en kwamen er steeds meer stukken grond in het bezit van families. De farao hield echter wel zoveel over dat hij in ieder geval gegarandeerd was van inkomsten. Ondanks de strakke planning van de economie was deze toch flexibel genoeg om van een lang leven beschoren te zijn. Maar misschien is dat ook wel te danken aan het feit dat iedereen in deze economie bij wet verzekerd was van een baan en daardoor zelfs tot een bescheiden welvaart kon reiken. Of anderzijds misschien het feit dat iedereen onder streng toezicht stond van ongewenst gedrag zwaar en hard werd gestraft.
De gemiddelde Egyptenaar verdiende in 1997 ongeveer 1100 dollar per jaar. De arme mensen noemen ze in Egypte fellahin. In de landbouwindustrie werkt ongeveer 40% van de bevolking. Er is ook nog 30% van de bevolking in dienst van de regering. En 20% werkt in de industrie, 10% van de mensen is werkeloos. De munteenheid van Egypte is het Egyptische pond, afgekort LE. Één pond is tussen de 10 en de 15 eurocent waard. Één pond is 100 piasters. Er zijn munten van 5, 10, 20 en 25 piasters. De munten worden vooral gebruikt als fooi. Er zijn bankbiljetten van 25 en 50 piasters en er zijn bankbiljetten 1, 5, 10, 20, 50 en 100 Egyptische pond. Nu gaan we het hebben over de handel. De belangrijkste export artikelen zijn katoen, aardolie en aluminium. Katoen wordt vooral verbouwd in het Nijldal. De Egyptenaren importeren vooral meel, vlees, auto’s en staal. Het Suezkanaal is één van de drukste vaarroutes van de wereld en dus een bron van inkomsten voor Egypte.
Geografie
Egypte ligt in de noordoost hoek van Afrika. Egypte beslaat een gebied van ongeveer 1.001.449 vierkante kilometer. Het land verbindt Afrika met Azië en Europa. De hoofdstad van Egypte is Caïro. Egypte bestaat voor een grootdeel uit woestijnen namelijk 90%. Je hebt een Oostelijke en een Westelijke woestijn. De grens van de Oostelijke en Westelijke woestijn is de rivier de Nijl. De Westelijke woestijn is een deel van de Sahara. De Westelijke woestijn bestaat uit kale rotsen en er is bijna geen plantengroei. Aan de kust van de Rode Zee licht een stuk van de Oostelijke woestijn in dat gedeelte staan vooral veel bergen. De Nijl is met 6648 km de langste rivier ter wereld. Hij stroomt vanuit Centraal Afrika en hij mondt uit in de Middellandse Zee. De Nijl overstroomt vaak en dammen helpen om alles onder controle te houden.
Flora & fauna
Er zijn veel woestijnen in Egypte. Dat maakt de flora en fauna erg aantrekkelijk omdat er vele woestijndieren leven zoals schorpioenen. Schorpioenen zijn dieren die haast niets hoeven te drinken ze krijgen vocht binnen door insecten op te eten. Je hebt ook woestijnvossen die komen alleen s’nachts uit hun hol. Ze eten kleine insecten of zoogdieren die kunnen ze vangen door hun gehoor. Er komen ook cobra’s voor, die jagen overdag. Als hij zijn vijand ziet dan spuugt hij een soort gif in de ogen van zijn prooi. In de buurt van de Nijl leven ook verschillende soorten vogels. Zoals de purperkoet die hele lange poten heeft, zo kan hij lopen op de bladeren die in het water liggen. De purperkoet is een kleurige watervogel die zo groot is als een eend. Egypte ligt ook aan de Middellandse Zee en daar liggen ook kleine koraalrifjes, dat is ook een leefgebied voor veel vissen. In de Rode zee liggen ook een aantal koraalriffen. Wat zijn koraalriffen nou eigenlijk? Koraalriffen bestaan uit poliepen. Dit zijn kleine beestjes die in het koraalrif leven. De rode koraalbaars leeft in het koraalrif waar hij zich tussen al dat gekleurde koraal goed kan camoufleren. De blauwgevlekte lintstaartrog lijkt vrij veel op de rode koraalbaars maar dan groen met blauwgevlekt in plaats van rood met blauwgevlekt.
Godsdienst
De nationale godsdienst in Egypte is de islam. Maar ongeveer 84% van Egyptenaren is moslim. Ongeveer 15% van de bevolking is christen. De islam is niet zomaar een godsdienst het wordt ook nog gecombineerd met cultuur en morele waarden (dingen die wel of niet mogen). De moslims aanbidden Allah of God. Het heilige boek van de moslims is de Koran. Voor 312 na Christus was het christendom de nationale godsdienst. Dat was veranderd toen de Arabieren Egypte binnenvielen. De meeste Egyptische christenen behoren tot de Koptische kerk.
Taal
Tot aan de 17de eeuw was het Koptisch de officiële taal van Egypte. Daarna werd het Arabisch de officiële taal van Egypte. Nu spreken de Kopten en de Moslims allebei Arabisch. De spreektaal van Egypte is Egyptisch-Arabisch, dat komt omdat het in films, in de krant en op de televisie gebruikt wordt. De Koran is geschreven in klassiek Arabisch, dat schrijf je van rechts naar links. Er zijn verschillende stijlen van het Arabisch, één stijl daarvan is kaligrafie. Kaligrafie betekent “de kunst van het schoonschrijven”. Een aantal belangrijke Egyptische schrijvers zijn onder andere: Najib Mahfouz, Taha Husayn, Mahmud Taymur en Abbas al-Aqqad.
Bestuur
Egypte is een democratische republiek dus hebben ze geen koning aan het hoofd zitten maar een president. Die president heet Mubarak. Hij mag zich sinds 1981 president van Egypte noemen. De regering van Egypte bestaat uit drie afdelingen: de wetgevende, de uitvoerende en de gerechtelijke macht plus de consultatieve raad. De wetgevende macht ook wel de volksvergadering genoemd maakt wetten en keurt het staatsbeleid goed. In 1998 had de volksvergadering 454 leden. De president wordt benoemd door de volksvergadering en gekozen door het volk. De president benoemt de minister en benoemd ook de eerste minister, het hoofd van het kabinet. De consultatieve raad adviseert de regering een beetje. De president benoemd 70 leden en het volk benoemd 140 leden, dus er zitten 210 leden in de consultatieve raad.
Onderwijs
Iets meer dan de helft van de Egyptenaren boven de vijftien jaar kan lezen en schrijven. Ze maken gebruik van het Arabische alfabet, welke bestaat uit 28 letters en 14 symbolen. De regering wil hebben dat er nog meer kinderen naar school gaan. Arme gezinnen sturen niet al hun kinderen naar school maar in plaats daarvan moeten ze geld verdienen. Vanaf hun 5de jaar moeten de kinderen naar school. Na de basisschool volg je het middelbaar onderwijs en daarna is het afhankelijk van de leerresultaten of je naar een universiteit of naar een aangepaste school gaat. Daar kun je bijvoorbeeld iets in de techniek leren. De universiteit is gratis voor diegenen die het toelatingsexamen hebben gehaald.
Voedsel
De Egyptische keuken is een mengeling van de Turkse, Griekse, Palestijnse, Libanese en de Syrische keuken. Het basisvoedsel is brood, foul en ta’miya. Foul is gemaakt van gekookte tuinbonen en ta’miya zijn balletjes met kikkererwten en tarwe. Het Egyptische brood is niet bol maar juist helemaal plat. De lunch is de hoofdmaaltijd van de dag en deze is dan uiteraard uitgebreider dan het diner. Het toetje of dessert bestaat uit pudding of zoete cakejes. Alle Egyptenaren, dus ook de arme mensen, verwelkomen je met een uitgebreide maaltijd en als je je bord helemaal leeg eet ben je onbeschoft, want dan denken ze dat je niet genoeg te eten hebt gekregen, dus je moet wel een restje laten liggen.
Sport
Je zou het niet denken maar voetbal is de populairste sport in Egypte, verder beoefenen de Egyptenaren graag polo, squash, basketbal, zwemmen en handbal. Voetbalfanaten kijken voetbal op de televisie of in het stadion zelf. Op de Egyptische scholen wordt niet zo vaak aan sport gedaan, behalve als het bijvoorbeeld door een amateur of een particuliere club wordt gesponsord. De belangrijkste voetbalclubs uit Egypte zijn beide afkomstig uit Cairo. De voetbalclubs heten al-Alhy Club en Zamalek Club. Een beroemde voetballer die ooit in Egypte en Nederland heeft gespeeld is Hossam Ali Mido. Hij heeft bij Ajax gevoetbald.
Vrije tijd
In de vrije tijd bezoeken de Egyptenaren graag hun familieleden. De mannen spelen in hun vrije tijd ook graag bordspelletjes in een café met kennissen en/of familieleden. ‘s Avonds laat zijn er in de grote steden, zoals Cairo, nog veel mensen aan het wandelen, stappen en eten. Daarom is het vrijwel altijd druk in de straten. De mannen doen in hun vrije tijd ook aan sport of kijken bijvoorbeeld naar voetbal.
Kunst
Egypte heeft veel kunstschatten die je ook kan bewonderen. Het is ook een kunst om al die piramides en tempels te bouwen. Vooral die piramides, die uit grote blokken bestaan, waarvan de mensen nog steeds niet weten hoe ze die blokken op elkaar hebben gestapeld. De muurtekeningen in de grafkamer van de farao gaan vooral over hem zelf en hoe groter hij er op afgebeeld stond des te belangrijker hij was. De schilders van afbeeldingen op andere muren proberen hun gevoelens te uiten en ziektes en ouderdom te vermijden.
Feiten & getallen
Officiële naam Arabische Republiek Egypte. Hoofdstad Cairo. Officiële taal Arabisch. Bevolking 63,6 miljoen. Oppervlakte 1.001.449 km². Administratieve indeling 26 provincies. Hoogste punt De berg Catherine: 2642 m. Grootste rivier De Nijl. Godsdienst Islam. Vlag Drie gelijke horizontale stroken rood boven wit midden en zwart onder. Op de witte strook staat de gouden adelaar afgebeeld. Staatsvorm Republiek. Staatshoofd President Mubarak. Nationale feestdag Herdenking van de Revolutie, 23 juli. Munteenheid Egyptische pond (1pond = 0,10 – 0,15 euro)
Nawoord
Egypte was een leuk onderwerp om over te schrijven, je kunt er boeken vol over schrijven maar ik heb ongeveer alle belangrijke dingen opgeschreven. Er is veel te vinden over Egypte omdat het zo’n uitgebreide historie en cultuur heeft. Er zijn veel boeken over Egypte geschreven en op internet zijn er veel plaatjes te vinden maar ook veel tekst. Op alle soorten zoekmachines zoals google krijg je veel resultaten als je Egypte in toetst. Ik heb er veel tijd ingestoken om dit werkstuk te maken, vooral de boeken doorlezen en de websites bekijken namen veel tijd in beslag. Ik vond het erg leerzaam en leuk.
Literatuurlijst
Boeken:
Reisgids Egypte, Jane Dunford
Met het oog op… Egypte, Nicole Frank
Egypte en het Midden - Oosten, Daniel De Bruycker
Encyclopedie voor de jeugd, Sue Unstead
In de tijd van Toetanchamon
Op ontdekking bij de farao’s in Egypte
Internet:
www.Egypte.com
www.landenweb.com/egypte
REACTIES
1 seconde geleden
V.
V.
Hossam Ali mido heeft bij psv gevoetbalt en niet bij ajax
18 jaar geleden
Antwoorden