De positie van de vrouw in het boeddhisme

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • Klas onbekend | 1119 woorden
  • 25 mei 2001
  • 234 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
234 keer beoordeeld

De positie van de vrouw binnen het Boeddhisme.

Als mensen uit het Westen na denken over de positie van de vrouw binnen andere culturen en godsdiensten zoals het Hindoeïsme, de Islam en het Boeddhisme zal bijna iedereen denken aan een ondergeschikte positie, de vrouw moet de man dienen. Iedereen kent waarschijnlijk wel de verhalen van Indiase meisjes die met een veel te oude man moeten trouwen en na zijn dood levend mee verbrand worden bij zijn crematie om hem ook in het hiernamaals te kunnen dienen. Maar hoe zit dat in het Boeddhisme. De vraagstelling is dus: wat is de positie van de vrouw binnen het Boeddhisme? Om hier achter te komen heb ik drie boeken geraadpleegd, twee vanuit een Westers, niet Boeddhistisch oogpunt en één uitgegeven door de Nederlandse Buddha-Dhamma Stichting. Ik zal beginnen met de eerst genoemden.

Het uitgangspunt van de Boeddhistische leer is dat iedereen de mogelijkheid van het goddelijke en dus van verlichting in zich heeft. Maar in eerste instantie mochten de vrouwen niet toetreden tot sangha, dat is de monnikengemeenschap. Boeddha had geen hoge dunk van de vrouw. Het woord iedereen moet dan ook anders worden geïnterpreteerd. Met iedereen wordt bedoeld mannen uit alle soorten kaste en van verschillende herkomst. Dit was al behoorlijk revolutionair in vergelijking tot het Hindoeïsme waar mensen uit de laagste kaste niet eens aangeraakt mogen worden. Gezien de tijd en in vergelijking tot het Christendom vond ik het niet mogen toetreden tot de sangha van de vrouw niet erg vreemd, inde bijbel was de vrouw ook niet gelijk aan de man. En de vrouwen emancipatie waar wij het nu over hebben is ook nog niet zo lang aan de gang. Toch denk ik dat vrouwen binnen het christendom beter af waren en zijn. ‘Men moet zich hoeden voor vrouwen. Op één verstandige vrouw bestaan er duizend domme en slechte vrouwen. Het karakter van de vrouw is net zo onduidelijk als de weg die een vis in het water gaat. Zij is wild en achterbaks als een struikrover en spreekt zelden de waarheid; voor haar zijn waarheid en leugen hetzelfde’, zei Boeddha. Ik vind deze ideeën echter toch wel begrijpelijk aangezien de Boeddhistische leer zegt dat begeerte de oorzaak van lijden is, om van het lijden verlost te worden moet je je los maken van de aardse lust en begeerte. De cultuur van toen ging uit van de man en dus zag Boeddha de vrouw als de oorzaak van de lust en begeerte en dus van het lijden. Het celibaat is vooral voor monniken dus erg belangrijk, dat blijkt ook uit het volgende gesprek tussen Boeddha en een van zijn leerlingen. Anande: Hoe moeten zij ons gedragen ten opzichte van vrouwen? Boeddha: Niet naar hen kijken. Ananda: En als we naar hen moeten kijken? Boeddha: Niet tot hen spreken. Ananda: En als we tot hen moeten spreken? Boeddha: Houd je gedachten dan goed in bedwang. Later moest hij op zijn uitspraken terugkomen, zijn stiefmoeder wees hem erop dat vrouwen ook levende wezens zijn die ook in staat moeten zijn de verlichting te bereiken. Uiteindelijk werden vrouwen toch toegelaten in de kloosterorde maar er waren zeer strenge regels. Een non moest bijvoorbeeld altijd voor een monnik opstaan en buigen, het maakte niet uit hoe oud ze was. Dit gold ook als de monnik nog jong was en zich net bij de orde had aangesloten. Ook mochten nonnen geen kritiek leveren op andere kloosterlingen. Ondanks de uitspraak van zijn stiefmoeder was Boeddha er niet over eens of vrouwen in staat waren verlichting te bereiken. Het schijnt dat hij hierover eindloos gediscussieerd heeft met zijn leerlingen. De conclusie daarvan was dat de balans tussen goed en kwaad in vorige levens wel zo slecht moest zijn geweest dat het gevolg daarvan was te reïncarneren als vrouw, en dus de kans op verlichting kleiner was. Er werd dus per definitie van de man uitgegaan. De ‘afkeer ‘ van vrouwen ging zelfs zo ver dat monniken niet op een merrie of een ezelin mochten rijden. In sommige plaatsen geld dat nu nog, en tot niet te lang geleden mochten monniken in sommige delen van de wereld niet met een voertuig meerijden als er een vrouw aan boord was. Dit zijn redenen waarom er vrij weinig boeddhistische nonnen zijn. Hun kloosters liggen vaak afgelegen en ze werken niet in de hoofdtempel. Vaak alleen in dienst van monniken om te koken of kleding te naaien. Het Boeddhisme blijkt toch niet een pot nat te zijn zoals vaak wordt gedacht. Net als in het christendom zijn er grote verschillen tussen stromingen. In bepaalde groeperingen in Tibet mogen monniken trouwen en wordt seksuele omgang met een vrouw als noodzakelijk gezien om de verlichting te bereiken.

In het boek dat door de Boeddhistische stichting is uitgegeven kwam ik hele andere dingen tegen. Dit zijn enkele uitspraken uit de Boeddhistische literatuur. De vrouw is de verlegenheid van de man. De moeder en het moederland zouden meer gerespecteerd moeten worden dan de hemel zelve. Een vrouw is een raadsel waarvan de uitkomst het kind is. Toch blijkt hieruit dat de vrouw toch vanuit andere ogen wordt bekeken als in onze maatschappij. Dit is een citaat over hoe een goede vrouw moet zijn. Wat is een goede vrouw? Een engel van licht die zich van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat voor anderen inspant, geschenken met zich meedraagt naar de deur van de hut, vereerd en geliefd in de harten van de armen . . . Er is liefde in haar blikken, er is balsem in haar glimlach, haar lippen ademen geen lasterpraat, haar hart kent geen valsheid. Dit is totaal het tegenover gelstelde van wat Boeddha zei. Ik denk dat in het Boeddhisme de moeder wel gerespecteerd word aangezien zij kinderen kan baren en dus de oorsprong van het leven is. Je zag ook dat Boeddha op zijn uitspraken over vrouwen terug kwam onder anderen doordat de vrouw die na de dood van zijn moeder altijd voor hem gezorgd had het er niet mee eens was. Als hij geen respect voor haar had gehad had hij niets van haar aangenomen. Uit de uitspraken blijkt wel de erg zorgende positie van de vrouw en dat de mogelijkheid kinderen te kunnen baren belangrijk is. Vanuit onze ogen is dat misschien een wat ouderwetse opvatting. Een vrouw in een belangrijke positie als politicus of organisator of als directrice is in het boeddhisme denk ik nauwelijks mogelijk.

Ik denk dat het voor een Nederlandse vrouw moeilijk zou zijn in een boeddhistische samenleving te leven omdat het minder geëmancipeerd is maar ik vraag me af of een vrouw die in die cultuur geboren is het als een zeer ondergeschikte positie ervaart wat ik wel doe.

REACTIES

M.

M.

Hallo..

Ik had een vraagje, geen commentaar dus,
maar ik moet ook een werkstuk voor levensbeschouwing maken en ook over dit onderwerp. Nouw was mijn vraag: weet jij misschien nog site's waar ik hiervoor informatie kan vinden?! Ik hoop dat je me kan helpen want ik heb echt op verschillende wite's gezocht, maar kan niks vinden...

Al vast dank je wel... Groetjes, Mandy

22 jaar geleden

L.

L.

Heeey man! Het was egt een goed verslag man! Heb ik heel veel aan gehad! Errug bedankt..
Dikke zoen lissie

21 jaar geleden

L.

L.

hoi,
Ik vind je verslag heel goed en ik hb hem ook gebruikt voor mijn PO. Ik zou allen meer over die twee boeken waar je het over hebt willen weten. Ik mis de bronvermelding namelijk.

20 jaar geleden

K.

K.

dat over die indiaase meisjes en de crematie is helemaal niet zo hoor dat ze mee moeten dus ga niet praten

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.