Wat is een prion?
Een Prion is een ziekteveroorzakend eiwit. Het is een heel bijzondere ziekteverwekker. Dit is omdat het geen erfelijke materiaal (DNA) heeft. De onderzoeker bedacht de term: prion voor proteineachtig infecterend deeltje= on. Prionen komen voor in de hersencellen of in het zenuwstelsel van elk soort zoogdier. Prionen zijn infectieuze eiwitdeeltjes. Wanneer zo’n prion zich anders gaat ‘vouwen’, kunnen we ze niet meer afbreken. Deze vorm kan spontaan ontstaan of er wordt een gezonde prion besmet door een fout prion. Zo kan er dus heel snel een kettingreactie ontstaan van foute prionen. Dit verschijnsel kan zeer ernstige gevolgen kunnen hebben. Prioneiwitten van diverse diergroepen vertonen maar hele kleine verschillen. Onderzoekers spreken hierbij over ‘prionstammen’. Dat wil zeggen dat een ‘fout’ prion alleen een goed prion van zijn eigen soort kan besmetten. Prionen zijn zeer krachtig en niet gevoelig voor warmte of kou. Ontsmetting is daarom niet gemakkelijk.
Wat is het prion-gen?
Alle zoogdieren hebben een prion-gen. Het maakt hierbij niet uit of ze wel of niet gezond zijn. Dit gen ligt op chromosoom 20 en codeert voor een eiwit van 253 aminozuren. Ze bevinden zich dus in de gewone cellen van ons lichaam. Ze zitten vooral in de hersencellen, maar ook in hart, longen, milt, nieren en delen van het zenuwstelsel. De eerste 23 aminozuren van het eiwit worden afgesplitst. Hierbij ontstaat er dus een prion-gen. Er zijn 2 vormen van bekend; PrPc ( PrP= prionproteine) en PrPsc het ‘foute’ prion. Dit zijn eigenlijk twee dezelfde eiwitten, alleen hebben ze een andere structuur. Het foute eiwit PrPsc kan de goeie eiwitten in zijn buurt dwingen om ook te vervormen.
Wat kunnen de gevolgen zijn van ‘foute prionen’?
Infecties kunnen het gevolg zijn van prionen. Al deze ziektes veroorzaken hersenletsel met ernstige neurologische gevolgen. Foute prionen kunnen in de hersenen veranderingen veroorzaken waardoor het hersenweefsel afbreekt. Een goed voorbeeld hiervan is BSE. Hierbij word bij koeien het hersenweefsel zodanig afgebroken dat zij zich raar gaan gedragen; vandaar ook de bijnaam ‘de gekke koeien ziekte’. Er zijn ook andere vormen van dit soort ziektes ( in totaal 9 onder de dieren) als gevolg van foute prionen, waaronder scrapie ( dit komt voor bij schapen) en Creutzfeld-Jakob ( CJD), een ziekte bij mensen.
Wat houdt scrapie in?
In 1982 werd een zenuwziekte bij schapen ontdekt, deze ziekte wordt scrapie genoemd. Deze ziekte bleek besmettelijk te zijn voor gezonde dieren. De enige behandeling tegen deze ziekte was met eiwitsplitsende enzymen - proteasen.
Wat is BSE nou eigenlijk en sinds wanneer is het bekend?
In 1986 werd de ziekte BSE voor het eerst geconstateerd in Groot-Brittannië. BSE, ook wel de gekke koeien ziekte genoemd, staat voor Bovine Spongiforme Encephalopathie. Het tast bij rundvee het centrale zenuwstelsel aan. Spongiform wil zeggen; sponsvorming. Dit zegt eigenlijk al wat de symptomen zijn; de ziekte veroorzaakt microscopische kleine holten in de hersenen van besmet vee. Die microscopische kleine holten in de hersenen worden veroorzaakt door de prionen. In de hersencellen hopen de prionen zich op en dit heeft dan als gevolg een sponsachtige verandering van de hersenen. De hersencellen sterven af. Hierdoor veranderd het gedrag van het besmette vee (schrikreacties, overgevoeligheid voor licht) en bewegingsstoornissen. Vandaar de naam gekke koeien ziekte, omdat de dieren zich dus ‘gek’ gaan gedragen.
Waar komt de ziekte BSE vandaan en hoe verspreidt het zich?
In Groot-Brittannië is de ziekte voor het eerst geconstateerd. De belangrijkste oorzaak is d.m.v. besmetting via het veevoer. Een tweede oorzaak is als een zieke koe de ziekte tijdens een zwangerschap overdraagt aan haar kalf. Een van de theorieën beweert dat d.m.v. bijvoeding met diermeel, geproduceerd uit slachtafval en kadavers van schapen die besmet waren met scrapie, een oorzaak is geweest. Of dit juist is weten we niet. Een andere belangrijke theorie zegt dat het veroorzaakt is door bijvoeding van runderen met diermeel, geproduceerd van slachtafval en kadavers van runderen die BSE hadden gekregen, door een zeer zeldzaam voorkomende spontane vorm van BSE. Men neemt alleen wel aan dat het grote aantal BSE-koeien in Groot-Brittannië veroorzaakt is doordat er een wijziging plaats vond in het vernietigingsproces van slachtafvallen en kadavers. Omdat in het vernietigingproces de prionen niet werden uitgeschakeld konden ze in het diermeel terecht komen.
Wat kan BSE voor gevolgen hebben voor de mens?
Het is bijna zeker dat er een verband bestaat tussen BSE en een variant, de menselijke dodelijke hersenziekte - Creutzfeldt-Jakob. Er worden daarom ook grote maatregelen genomen om de risico’s van BSE voor de mens te beperken.
Welke maatregelen worden genomen om de BSE epidemie te bestrijden?
De voornaamste maatregelen die worden getroffen om de epidemie vooral niet uit de hand te laten lopen zijn; - Het opsporen van zieke of verdachte runderen. Sinds 1989 is de eigenaar en de dierenarts verplicht om het aan de overheid aan te geven als zijn dier de verschijnselen van BSE heeft. - Bij het slachthuis word voorafgaand aan de slacht, de gezondheid van de dieren beoordeeld. - Alle slachtrunderen ouder dan 30 maanden worden verplicht getest op BSE. - Het verwijderen van risicoweefsel bij de slacht. - Een verbod op het gebruik van diermeel in diervoer voor alle landbouwhuisdieren (zoals runderen).
Wat is CJD en sinds wanneer is het bekend?
Een andere naam voor CJD is Creutzfeldt-Jakob. Deze ziekte kent verschillende vormen. - De langst bekende vorm is de sporadische/zeldzame vorm. Deze uiterst zeldzame ziekte tast de hersenen aan (d.m.v. de hersencellendodende prionen) en leidt uiteindelijk tot de dood. Deze ziekte komt meestal voor bij mensen ouder dan 55 jaar. Er is tot nu toe geen geneeswijze bekend. Dit omdat er geen duidelijke oorzaak van de ziekte bekend is. - Andere vormen die reeds langer voorkomen zijn de ‘erfelijke vorm’ en de zogenaamde ‘iatrogene vorm’ (het gevolg van een medische behandeling). - Een reeds nieuwe vorm van CDJ is de vorm waarmee BSE in verband word gebracht à vCDJ. Er is aangetoond dat de ziekteverwekker van vCDJ overeenkomt met die van BSE. Ook hierbij worden de hersenen aangetast en leidt dit uiteindelijk tot de dood. Deze variant werd voor het eerst vastgesteld in 1996 in Groot-Brittannië.
Waar komt de ziekte vCJD vandaan en hoe verspreidt het zich?
vCJD is voor het eerst geconstateerd in Groot-Brittannië. Aangenomen wordt dat de meeste mensen vCJD hebben gekregen door het eten van met BSE besmet voedsel in de periode dat bij de slacht de weefsels waarin de ziekteverwekkers zich ophopen nog niet werden verwijderd en vernietigd en slachtrunderen ouder dan 30 maanden nog niet werden getest op BSE. Over de incubatietijd ( de periode tussen de besmetting van BSE en de eerste symptomen van vCJD ) is nog niet veel bekend. Vast staat wel dat deze 10 jaar of langer is. Je kunt vCJD niet krijgen door iemand aan te raken die vCJD heeft. Mogelijke besmetting kan wel via menselijk bloed gaan.
Wat zijn de symptomen van CJD en vCJD en is er een behandeling voor?
CJD en vCJD beginnen dikwijls met kleine geheugenstoornissen, wisselende gemoedstoestanden en schokkende bewegingen in het gelaat. Na verloop van tijd doen zich andere symptomen voor: onstabiel lopen, verslechtering van het zicht, onduidelijk spreken, toenemende dementie. In het laatste stadium is sprake van incontinentie, krampachtige bewegingen, beven, stijve armen en benen en niet meer kunnen bewegen of spreken. Om CJD of vCJD definitief vast te stellen moet je onderzoek doen na het overlijden van de patiënt. Aan de hand van een onderzoek van de hersenen. D.m.v. bloedonderzoek kun je niet vaststellen of iemand CJD of vCJD heeft. Er zijn nog geen medicijnen of behandelingen tegen CJD en vCJD bekend.
Bronnen
http://dwp.fcroc.nl/microbiologie/prionen.htm#_Toc520886218
BSE, Prionen
Infecties (die niet aan bacteriën maar ook) niet aan virussen kunnen worden toegeschreven kunnen het gevolg zijn van prionen. In 1982 werd een zenuwziekte bij schapen ontdekt. De hersenen van de door ziekte gestorven schapen bleken infectieus voor gezonde dieren. Dit infecterend vermogen kon niet door bestraling en doorgaans effectieve verhittingstechnieken ongedaan gemaakt worden. Wat wel hielp was een behandeling met eiwitsplitsende enzymen (proteasen).Blijkbaar was er sprake van een ziekteveroorzakend eiwit. De ontdekker die aanvankelijk door iedereen gek werd verklaard ( een ziekteverwekker zonder erfelijk materiaal: hoe kan dat nou!) bedacht de term prion voor proteineachtig infecterend deeltje= on. Er zijn nu negen dierziekten die door prionen worden veroorzaakt waaronder de gekke koeien ziekten BSE. Al deze ziekten veroorzaken hersenletsel met ernstige neurologische gevolgen. Een menselijke ziekte is o.a. de ziekte van Creutzfeld-Jakob (CJD). Deze ziekten komen in bepaalde families voor wat op een erfelijke oorzaak wijst.Echter uitsluitend erfelijk zijn ze niet want gekke koeienziekte ontstond door het voeren van met scrapie besmette schapen aan koeien, en CJD kan worden overgebracht met de transplantatie van zenuwweefsel en besmet chirurgisch gereedschap.Ook zijn er zeer sterke aanwijzingen dat het nuttigen van met BSE besmette organen CJD bij mensen veroorzaakt.De hypothese hoe een deeltje infectieus kan zijn zonder erfelijke informatie te bevatten is als volgt:Het grootste deel van de infecterende substantie is een eiwit (PrP = prionproteine), waarvan het gen gevonden wordt in normaal gastheerDNA.Prionen worden, zo is inmiddels aangetoond, in gewone cellen van het lichaam aangemaakt (ofwel van het gen afgeschreven) en worden vooral aangetroffen op hersencellen. Wat hun functie precies is weet niemand. Buiten de hersenen worden ze ook aangemaakt in andere delen van het zenuwstelsel, maar ook in hart, longen, nieren en milt.Een afwijkende vorm Van PrP: PrPsc vindt men in de hersenen van dieren lijdend aan scrapie.De injectie van PrPsc in proefdieren veroorzaakt scrapie. PrPsc zou een verandering in PrP veroorzaken, als PrPsc contact maakt met PrP veroorzaakt dit een hervouwing van het PrP in PrPsc waarna deze op zijn beurt weer nieuwe PRP’s aanvalt en verandert : een soort dominoreactie die de op het eerste gezicht \"spontane vermeerdering\" van het ziekmakend eiwit verklaart.Door de verandering van de ruimtrlijke structuur heeft het eiwit ook andere eigenschappen. Een daarvan is dat het niet langer kan worden afgebroken door een eiwitafbrekend enzym dat normaal gesproken de aanmaak van prion bewaakt. Daardoor gaan de veranderde prionen zich ophopen en begint het ziekteproces.Het PrPsc is een eiwit dat extreem ongevoelig is voor hitte, normale sterilisatietemperaturen en tijden zijn volstrekt onvoldoende om het onschadelijk te maken, deze resistentie is te wijten aan de speciale afwijkende platte bouw van het eiwit.Hoe het komt dat PrPsc hersenweefsel aantast is (nog) onbekend. Delen van PrPsc moleculen hopen zich op in de hersenen en er ontstaan ter plekke een soort gaten (plaques). Dit is ook het post mortem diagnosekenmerk van BSE en CLD.
http://www.minlnv.nl/bse/ : BSE, ook wel de gekke-koeienziekte genoemd, staat voor Bovine spongiforme encephalopathie. Het is een ziekte die bij rundvee het centrale zenuwstelsel aantast. Het woord \'spongiform\' (=sponsvormig) geeft een van de symptomen van de ziekte aan: de ziekte veroorzaakt microscopisch kleine holten in de hersenen van besmet vee. De gevolgen hiervan zijn gedragsveranderingen (schrikreacties, overgevoeligheid voor licht) en bewegingsstoornissen. Uiteindelijk sterft het dier aan de ziekte.BSE wordt veroorzaakt door zogenaamde \'prionen\'. Dat zijn afwijkende eiwitten die \'gewone\' eiwitten kunnen vervormen. De hersencellen waarin zich prionen ophopen, gaan dood. Dit heeft de sponsachtige veranderingen tot gevolg.Het is zo goed als zeker dat er een verband bestaat tussen BSE en een variant van de voor mensen dodelijke hersenziekte, de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Daarom wordt een groot aantal maatregelen genomen om risico\'s van BSE voor de mens te beperken. Besmetting via veevoer is de belangrijkste oorzaak. BSE kan mogelijk ook sporadisch ontstaan doordat een zieke koe de ziekte tijdens de zwangerschap overbrengt op haar kalf.De ziekte werd in 1986 voor het eerst geconstateerd bij rundvee in Groot-Brittannië. Hoe het eerste rund met BSE is besmet, is niet met zekerheid te zeggen. Volgens een van de theorieën zou bijvoeding met diermeel geproduceerd uit slachtafval en kadavers van schapen die besmet waren met scrapie de oorzaak zijn. Scrapie is een ziekte die verwant is aan BSE. Scrapie is overigens reeds lang bekend bij schapen en is niet besmettelijk voor de mens. Een andere belangrijke theorie is dat de ziekte is veroorzaakt door bijvoeding van runderen met diermeel geproduceerd van slachtafval en kadavers van runderen die leden aan een zeer sporadisch voorkomende spontane vorm van BSE.Men neemt aan dat het grote aantal BSE-koeien in Groot-Brittannië (tijdens het hoogtepunt in 1992 ruim 3000 per maand) is veroorzaakt doordat in Groot Brittannië het destructieproces van slachtafvallen en kadavers gewijzigd werd. Daarbij kwam een tweede hitte-behandeling met stoom te vervallen. Omdat BSE-prionen bestand zijn tegen hoge temperaturen, werden ze in het vernieuwde restructieproces niet meer uitgeschakeld, en konden ze in diermeel terecht komen. In Nederland is BSE voor het eerst in 1997 bij een bijna zesjarige koe op een bedrijf in Wilp vastgesteld. Zie de pagina Overzicht BSE-gevallen voor een totaalovericht van de gevallen in Nederland.Sinds 1 januari 2001 worden alle runderen ouder dan 30 maanden bij de slacht op BSE getest: enkele duizenden per dag, meer dan een half miljoen per jaar. Eerder werden alleen runderen getest die symptomen van BSE vertoonden. Daarnaast werden gestorven runderen steekproefsgewijze getest. Door de nieuwe intensieve aanpak worden meer BSE-runderen gevonden dan voorheen.In de Europese Unie heeft 99% van alle BSE-gevallen zich voorgedaan in Groot-Brittannië. Door drastische maatregelen loopt het aantal gevallen er inmiddels sterk terug.Buiten de Europese Unie heeft Zwitserland veel BSE-koeien gevonden. De ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD) kent verschillende vormen. Het langst bekend is de \'sporadische vorm\', een uiterst zeldzame ziekte die de hersenen aantast en uiteindelijk leidt tot de dood. Er is geen duidelijk aanwijsbare oorzaak voor het ontstaan van deze ziekte bekend. Een geneeswijze is er niet. Per jaar krijgt ongeveer 1 per miljoen mensen deze ziekte; wereldwijd zijn er dus zo\'n 6000 gevallen per jaar. Meestal gaat het om mensen ouder dan 55 jaar. Andere vormen die reeds langer voorkomen zijn de \'erfelijke vorm\' en de zgn. \'iatrogene vorm\' (het gevolg van een medische behandeling). Nieuw is de vorm van CJD waarmee BSE in verband wordt gebracht (vCJD). Aangetoond is dat de ziekteverwekker van vCJD overeenkomt met die van BSE. Deze variant werd voor het eerst vastgesteld in 1996 in Groot-Brittannië. Sindsdien hebben zo\'n honderd meest jonge mensen de ziekte gekregen. Vrijwel alle slachtoffers kwamen uit Groot-Brittannië. In Nederland is vCJD is tot op heden niet gevonden. Doordat weinig bekend is over de incubatietijd (met andere woorden: de periode tussen de besmetting met BSE en de eerste symptomen van vCJD), is niet nauwkeurig te voorspellen hoeveel gevallen van vCJD zich in de toekomst nog zullen voordoen. Over de incubatietijd van vCJD bestaat nog onduidelijkheid. Vast staat wel, dat die 10 jaar of langer is. Men kan geen vCJD krijgen door iemand aan te raken. Mogelijk kan wel besmetting plaatsvinden via menselijk bloed. Daarom zijn adviezen opgesteld voor nadere maatregelen ten aanzien van bloeddonoren en de behandeling van bloed.CJD en vCJD beginnen dikwijls met kleine geheugenstoornissen, wisselende gemoedstoestanden en schokkende bewegingen in het gelaat. Na verloop van tijd doen zich andere symptomen voor: onstabiel lopen, verslechtering van het zicht, onduidelijk spreken, toenemende dementie. In het laatste stadium is sprake van incontinentie, krampachtige bewegingen, beven, stijve armen en benen en niet meer kunnen bewegen of spreken.CJD en vCJD kunnen pas definitief worden vastgesteld na overlijden van de patiënt aan de hand van onderzoek van de hersenen. De diagnose kan niet gesteld worden door onderzoek van bloed.Naar vCJD wordt veel onderzoek verricht, o.m. naar de wijze waarop mensen zijn besmet en naar het verloop van de ziekte. Aangenomen wordt dat de meeste mensen vCJD hebben gekregen door het eten van met BSE besmet voedsel in de periode dat bij de slacht de weefsels waarin de ziekteverwekkers zich ophopen nog niet werden verwijderd en vernietigd en slachtrunderen ouder dan 30 maanden nog niet werden getest op BSE.Uitgebreide informatie over CJD, vCJD en verwante ziekten vindt u op de site van ID-Lelystad. Etc. etc.
REACTIES
1 seconde geleden