Inleiding
Het boeddhisme. Ik ga mijn werkstuk over het boeddhisme te houden omdat het mij een interessante levenswijze lijkt. Het feit dat het een levenswijze is en geen godsdienst spreekt mij erg aan. Verder weet ik nog vrij weinig van het boeddhisme af.
Ik wil in ieder geval te weten komen wat het boeddhisme precies inhoud. Ook wil ik kijken of ik erachter kan komen hoe zij tegen ziektes aankijken en of ze bepaalde dingen niet mogen eten. Ik denk dat dat wel van pas komt in mijn beroep, mocht ik een boeddhist tegen komen. Ook wil ik graag iets te weten komen over mediteren. Dit omdat mediteren een belangrijke plaats in het boeddhisme heeft.
Ik hoop dat u het een leuk en mooi werkstuk vindt om te lezen.
Hoofdstuk 1 De geschiedenis en oorsprong van het boeddhisme.
Een van de grootste religies van de wereld is het boeddhisme. Het boeddhisme is ongeveer 2500 jaar geleden ontstaan in India vlakbij het Himalayagebergte, maar verspreide zich al snel. Nu is het de belangrijkste religie in Ceylon, Burma, Laos en Cambodja. In China, Japan en Tibet is het een van de belangrijkste religieuze krachten.
Het woord Boeddha is een titel en geen naam. Het betekent \'hij die wakker is\', wakker in de zin van \'de dingen zien zoals ze werkelijk zijn\'. De titel van Boeddha is voor het eerst gegeven aan Siddharta Gotama, een man die 2500 jaar geleden in Noord India woonde. Gotama behoorde tot de krijgslieden. Zijn vader was heerser over een klein stadje aan de voet van de Himalaya. Hij gaf zijn zoon al het goeds van de wereld. Siddharta trouwde, kreeg een zoon en hij leek gelukkig te zijn. Maar toen hij 29 jaar was, kwam hij buiten het paleis en zag na elkaar vier tekenen; een oude man, een zieke man, een lijk en een monnik. Zo zag hij het leed van de wereld. Hij was diep geraakt en besloot om de oorzaak van het leed en zo mogelijk de oplossing hiervoor te ontdekken. Hij vertrok en liet al zijn bezittingen achter. Op een dag kwam hij in Gaya, een oude heilige stad aan de Ganges. Daar liep hij de tempels voorbij en ging tenslotte onder een boom zitten. Hij besloot daar te blijven tot de waarheid tot hem zou komen. Het was een moeilijke tijd, maar uiteindelijk zag hij het licht en werd hij een boeddha, een \'verlichte\'. Hij zag de geheimen van het bestaan, de oorzaak van het lijden en hoe dat te genezen is door zelfverloochening. Vervolgens trok hij, tot zijn dood op tachtigjarige leeftijd, door Noord India om zijn leer, het pad naar Verlichting, te onderwijzen. Siddharta`s leer wordt in Azië Boeddha Dharma genoemd, de leer van de Verlichte. Rondtrekkend verkondigde de Boeddha zijn leer aan vele volgelingen, waarvan een groot aantal uiteindelijk de Verlichting bereikte. Zijn volgelingen brachten weer anderen in contact met de leer van de Boeddha. Op deze manier is het Boeddhisme tot op de dag van vandaag van generatie op generatie doorgegeven.
De Boeddha is geen God en hij heeft nooit beweerd een goddelijk wezen te zijn. De Boeddha was een mens zoals wij mens zijn. Door zijn eigen inspanning heeft hij zichzelf ontwikkeld en de Verlichting bereikt. Het boeddhisme is daardoor een levenswijze en geen godsdienst.
Hoofdstuk 2 Kenmerken van het boeddhisme
Het was eerder het probleem van het lijden dan abstracte vragen als ‘’Wie heeft de wereld geschapen?’’ en ‘’Wat gebeurt er met ons als we dood gaan?’’ waardoor de Boeddha zo geschokt was dat hij zijn eigen spirituele zoektocht ging houden.
In het boeddhisme heeft men een bepaalde leer, die men volgt alsof men een soort pad betreedt. Als dat pad is afgewandeld, heeft men zijn doel bereikt, het Nirvana. De boeddhistische leer en oefeningen worden van oudsher onderverdeeld in 3 groepen:
1. Shila, zedelijke beheersing
2. Samadhi, \"concentratie\" die allerlei \"geestelijke technieken\" omvat, meestal meditatie genoemd
3. Prajna, wijsheid
Deze drie moeten gelijktijdig worden ontwikkeld, anders is men niet in evenwicht. Als er een van de drie onderontwikkeld is of ontbreekt, bijvoorbeeld de wijsheid, kan dit de oorzaak zijn van het niet begrijpen van de inzichten die je tijdens de meditatie krijgt, of dat men de ervaringen bezit maar de betekenis ervan niet weet. Zonder zedelijk inzicht is het vaak onmogelijk de noodzakelijke kracht te ontwikkelen die nodig is bij de meditatie. De wijsheid is in zekere zin zowel het begin als het einde van het pad, als ze een hogere vorm aanneemt. De beheersing van de basisleer van Boeddha zijn geen strakke geloofsregels waar men zich aan moet houden, want Boeddha zag zelf wel in dat dingen kunnen veranderen. De lessen van Boeddha moeten dan ook gezien worden als hulpmiddel (upaya) om bepaalde resultaten te bereiken.
De vijf Skandha\'s
Het ontstaan van de \'verlichte ik\' kan men ook ontleden in basisonderdelen, die men traditioneel verdeelt in vijf standaardgroepen, de zogenaamde vijf Skandha\'s. Deze vijf Skandha\'s hecht de mens aan het aardse leven, dus moet men zich ervan onthechten. De vijf Skandha’s zijn:
1. Het lichaam. Dat wil zeggen, het lichaam en de vijf zintuigen. De mens moet hier geen waarde aanhechten en moet zich er dus van losmaken.
2. Het gevoel. Alle emoties.
3. De waarneming/ inzicht. Door waarneming neemt de kennis van de mens toe en wil men iets bereiken in het leven. Dit alles moet gebroken worden, omdat het immers om inzicht gaat en omdat de eigenlijke taak van de mens uit de verlichting bestaat, het zich losmaken van wereld en leven.
4. De geestelijke formaties. Alle impulsen en emoties.
5. Het bewust zijn. De geest of ziel.
Wanneer deze 5 skandha`s samen goed functioneren heeft men de juiste omstandigheden waarin de illusie van een persoon kunnen ontstaan. Maar als ze eenmaal instorten en hun eigen weg gaan ( bijvoorbeeld als je dood gaat) dan is die persoon nergens te vinden. Wat er over blijft is geen niets of vernietiging. Het is echter ook geen eeuwig iets. De Boeddha heeft dat omschreven als een verkeerde zienswijze. Er is een soort ‘’middenpad’’ dat zowel de vernietiging als de eeuwigheid en alle andere dualiteiten inclusief leven en dood overstijgt. Volgens Boeddha moet daar de waarheid worden gezocht.
Karma: “de gevolgen”
Bij het boeddhisme staat de wet van oorzaak en gevolg centraal. Het gaat dus over de gevolgen van iemands daden, woorden en gedachten. Elke daad die een persoon heeft gewild, hoe klein dan ook, zal gevolgen van vergelijkbare grote hebben. In de dhammapada (een beknopte en poëtische boeddhistische tekst) staat:
Als iemand spreekt of handelt met een onreine geest,
zal hij achtervolgd worden door pijn, net zoals het wiel
de os volgt die de kar trekt
Boeddha geeft wel aan dat niet alles het gevolg van een karma uit het verleden is. Anders zou hij ontkennen dat er ook krachten in het spel zijn die niets met karma te maken hebben.
Hoofdstuk 3 Meditatie
Er zijn veel verschillende manieren van mediteren. Er is bijna geen handeling die niet een meditatieve handeling kan worden zolang ze maar gedaan worden met een bijzondere bedoeling en concentratie. Het doel van meditatie is de afstand tussen lichaam en geest zo klein mogelijk te maken. Ons bewustzijn heeft erg de neiging af te dwalen, meditatie probeert ons op het hier en nu te houden. Iedereen heeft zijn eigen redenen om te gaan mediteren. “Meditatie is geen poging om extase, spirituele gelukzaligheid of rust te bereiken. Evenmin is het een poging een beter mens te worden. Door te mediteren scheppen we ruimte waarin we onze neurotische gedragspatronen, ons zelfbedrog, onze verborgen angsten en onze verwachtingen kunnen blootleggen en oplossen. Deze ruimte scheppen we door de eenvoudige discipline van dagelijkse zitmeditatie. Net als de Boeddha, de \'ontwaakte\', ontdekken we dat we door meditatie volledig onszelf kunnen zijn, voor de volle 100%.”
Hoe mediteer je? Mediteren gaat in drie stappen. Stap 1: Ga op een klein, stevig kussen op de grond zitten. Kruis je benen zodat je in de ‘’lotus-houding’’ zit en hou je rug recht. Leg je handen los in je schoot. Stap 2: Sluit de ogen half en richt je aandacht op jezelf. Laat al je gedachten en problemen los, Laat je bewust in deze toestand glijden. Let er wel op dat je niet in een dagdroomachtige toestand komt. Stap 3: Richt je bewustzijn nu op een speciaal voorwerp zoals de ademhaling of de vuurhaard (plek in je buik 5 centimeter onder de navel) in je buik. Probeer dit vast te houden.
Hoofdstik 4 Het boeddhisme en ziekte
Ziekte is een van de acht vormen van lijden. Zonder ziekte is er geen gezondheid en zonder gezondheid zou er geen ziekte zijn. Iedereen moet voorbereid zijn op de dood, want het verval van het lichaam is onvermijdelijk. Boeddhisten vinden daarom dat ze in hun tijd hier op aarde, zolang ze gezond zijn, zoveel mogelijk goed moeten doen voor anderen. Ze vinden dat er weinig tijd is om te groeien en jezelf uit te drukken en dat je de tijd met anderen moet koesteren en hun aan moet moedigen om op die manier een positieve invloed op hun te hebben. De Boeddha heeft gezegd:
Van alle vormen van lijden is ziekte de ergste. Van alle goede daden is zieken helpen daarom de beste.
Voor boeddhisten is het dus belangrijk om mensen te helpen die ziek zijn, want bij ziekte verzwakt het lichaam en dat leidt tot verval van wilskracht of innerlijke vastberadenheid. Mensen die ziek zijn, zijn meer geneigd tot depressie, angst en andere vormen van emotionele zwaktes. Hierdoor hebben zieke mensen meer behoefde aan aanmoediging, warmte en vriendelijkheid.
Hoe Boeddhisten voor hun zieken zorgen
Er zijn vijf belangrijke punten waarop boeddhisten de zorg voor hun zieken baseren.
1. Zorg ervoor dat de zieke naar een bevoegde dokter gaat. Als de zieke eenmaal onder behandeling van een arts is, is het belangrijk dat de arts wordt vertrouwd. Maar er moet zelf ook verantwoordelijk gehouden worden, dus bij ernstige ziektes is het altijd goed een second opinion te vragen. 2. Wordt niet lui of onoplettend. Uw houding zal worden overgedragen op de gene die ziek is. Sta vroeg op, houd de kamer van de zieke en zijn kleding schoon, trek lakens en dekens recht en maak het de zieke zo gerieflijk mogelijk. 3. Spreek positief. Praat vaak met de zieke en gebruik dan zoveel mogelijk prijzende en bemoedigende woorden. Uw woorden kunnen hem helpen eenzaamheid en depressies te overwinnen, want ze ondersteunen hen met vriendelijke en bezielde gevoelens. Sluit hen niet af en doe niet net alsof ze geen deel van de wereld meer zijn of alsof hun meningen niet meer meetellen. Als mensen zich betrokken voelen bij de omgeving zullen ze veel sneller genezen. 4. Slaap niet te veel en negeer de zieke niet. U moet alert zijn op zijn behoefde en beseffen dat hij soms moeilijk kan aangeven wat hij nodig heeft. Bloemen, zonneschijn, illustraties of de juiste lectuur kan wonderen doen voor iemand die ziek is. Het feit dat mensen aandacht aan hen besteden, is een grote bron van troost voor mensen die zich niet goed voelen. 5. Praat over de dharma (De lessen van Boeddha). Houd u aan de voorschiften als u bij de zieke bent en geef hem boeddhistische lectuur als u denkt dat dat nuttig is. Mensen die ziek zijn moeten eraan herinnerd worden dat alles, dus ook hun ziekte, voorbij gaat. Op de hoogste niveaus van werkelijkheid is er niet zoiets als ziekte.
Hoofdstuk 5 Het boeddhisme en de dood
Boeddhisten geloven in reïncarnatie.
Dit houdt in dat een boeddhist aanneemt dat hij voor dit leven al verschillende levens heeft gehad en dat na de dood nog meerdere levens mogelijk zijn.
Hoe het volgende leven eruit ziet wordt bepaald door het karma (de gevolgen van iemands daden).
Als ik het goed begrepen heb wil dat zeggen dat als jij goed geleefd hebt je als een beter wezen terug komt en als je slecht geleefd heb je als een slechter wezen terug komt.
De wedergeboorte kan dus plaats vinden in:
- De lagere werelden
- Het dierenrijk
- Het geestenrijk
- De mensenwereld
- De godenwereld
De lagere werelden worden ook wel hellen genoemd, het is alleen niet duidelijk of dat over plaatsen of over toestanden gaat. Wedergeboorte in de lagere werelden, dierenrijk en geestenrijk zijn niet goed. Hier heeft men voornamelijk slecht ervaringen.
In de mensenwereld heeft men zowel positieve als negatieve ervaringen. Dit is dan ook de beste plaats om verlichting te bereiken.
De godenwereld is een wereld met veel goede ervaringen. Het nadeel van deze wereld is dat er zoveel goede dingen zijn dat het streven naar verlichting niet meer zo belangrijk is.
Het reïncarneren gaat niet altijd door. Iemand die de verlichting heeft bereikt, reïncarneert niet meer. Wat er dan gebeurd kon ik nergens achterhalen. Conclusie
Ik heb mijn werkstuk over het boeddhisme gehouden. Het onderwerp viel me tegen, er is veel informatie maar ik vond het vrij onduidelijk wat nu precies de kern van het boeddhisme is. Ik vond het moeilijk om de informatie samen te vatten, toch denk ik dat het aardig gelukt is.
Wat ik heel bijzonder vind in deze levenswijze is dat Boeddha geen bijbelachtig iets heeft geschreven omdat hij wist dat tijden veranderen en dus ook de levenswijze van de boeddhisten. Er is wel een boek (de dharma) waarin teksten enzovoort staan maar dat is pas na Boeddha`s dood geschreven om als herinnering en hulpmiddel te dienen.
Mijn belangrijkste conclusie is dat boeddhisten het belangrijk vinden om bij ziekte naar de dokter te gaan maar wel zelf verantwoordelijkheid willen houden. Daarom zullen boeddhisten vaak om een second opinion vragen. Ik heb geen informatie kunnen vinden waar instaat of ze tegen bepaalde behandelingen zijn en die dus ook niet willen, maar ik heb ook geen informatie kunnen vinden waar in staat dat dat niet zo is.
Over de eetgewoontes van boeddhisten kon ik weinig informatie vinden. Alles wat ik weet is dat ze vegetarisch zijn, maar waarom en in welke mate kon ik niet achterkomen.
Door het maken van dit werkstuk ben ik meer over het boeddhisme te weten gekomen. In het geval er boeddhisten behandelt moeten worden, kan ik dus inspelen op hun behoeften en denkwijze.
REACTIES
1 seconde geleden