Inleiding
Verantwoording
In mijn werkstuk wil ik ingaan op verschillende aspecten van de maatschappelijke veranderingen in de jaren 60 als reactie op de verzuiling.
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik deze roerige jaren 60 zelf bewust heb
Meegemaakt, zij het van uit het perspectief van een dorpspuber.
Mijn opzet is, een zo objectief en reëel mogelijk beeld te schetsen van deze hectische periode. Ik heb in deze beschrijving de volgende vier onderwerpen weergegeven:
1 Emancipatie van de vrouw. 2 Jongeren in de jaren 60. 3 De rol van de media. 4 Politieke cultuur in de jaren 60
Hoofdvraag en deelvragen
Welke maatschappelijke veranderingen met betrekking tot het gezag vertoonde Nederland in de jaren 60 van de twintigste eeuw als reactie op de verzuiling?
Welke veranderingen deden zich voor bij de emancipatie van de vrouw? In hoeverre veranderde de houding van de jongeren ten opzichte van het gezag in de jaren 60? Welke rol speelde de media in Nederland ten aanzien van de veranderingen in de jaren 60? Wat voor consequenties hadden deze veranderingen met betrekking tot de politiek in deze jaren voor Nederland?
1. Emancipatie van de vrouw.
Een van de maatschappelijke veranderingen die zich in de jaren 60 voordeed was die van de emancipatie van de vrouw. In deze periode stond de naam Dolle Mina voor veel ludieke actie’s. Er zijn twee termen uit deze periode die nog al eens door elkaar gehaald worden. Het betreft de termen Emancipatie en Feminisme. Emancipatie betekent, dat groepen mensen dezelfde rechten krijgen die ook voor ander groepen gelden. Feminisme betekent het streven van vrouwen naar gelijke rechten.
Emancipatie van de vrouw betekent, dat de vrouwen dezelfde rechten krijgt als die van de mannen, gelijkwaardigheid op alle maatschappelijke terreinen o.a. gelijke kansen en beloning in het arbeidsproces. Hierdoor krijgen vrouwen kansen om zich te gaan ontplooien en worden daardoor zelfstandiger. Dit heeft echter gevolgen voor de thuissituatie. Er komt een proces van individualisering op gang, hierdoor veranderde ook de huwelijksmoraal. Er ontstonden alternatieve vormen van samenleven, zoals de commune: leefgemeenschap. Deze gemeenschappen leefden in kraak - of in afgelegen panden. Hadden eigen leefregels en omgangsvormen en onderscheidde zich door hun kleding (veel kleur en onconventioneel), haardracht (heel lang haar) en een vrije seksuele verhouding. Door de uitvinding van de pil kon de vrouw bepalen wanneer en hoe vaak zij zwanger wilde worden. Ook de seksuele omgang werd vrijer en had niet altijd meer met liefde te maken.
Feminisme gaat nog een stapje verder. De aanhangers zijn wat radicaler in hun opvattingen en dragen dit nadrukkelijker uit. Het is positief dat de gelijkheid in de wet is geregeld, maar in de praktijk laat de uitvoering hiervan nog veel te wensen over. Vrouwen kunnen nu naar betere banen solliciteren, maar blijven daarnaast ook verantwoordelijk voor het huishouden en zij zullen dan ook vaker naar een deeltijdbaan zoeken. Zolang vrouwen worden geweerd uit de hogere posities is er nog veel te veranderen.
Een van de bekendste voorvechtsters van de vrouwenemancipatie en een echte feministe was Wilhelmina Drucker of zoals ze eigenlijk bekend is geworden Dolle Mina. Een ander bekende feministe uit die tijd was Dr. Aletta Jacobs.
De eerste feministische golf ontstond rond 1880. Steeds meer vrouwen verzetten zich tegen het stereotiepe vrouwbeeld van toen: breien, naaien, borduren, schoonmaken enz. De dames Mina Kruseman en Betsy Perk brachten met hun commentaar heel wat te weeg. Er werden lezingen gegeven over de positie van de vrouw van nu en hoe het eigenlijk zou moeten zijn. Een van de belangrijkste eisen was die van het vrouwen kiesrecht. Dit werd uit eindelijk in 1917 gerealiseerd en in 1922 ingevoerd.
De tweede feministische golf kwam in de jaren zestig. Dolle Mina werd een begrip. Zij was nog geen organisatie en kende evenmin een pasklaar actieboekje. Bij het vijftig jarig bestaan van Dolle Mina kwam er een boek uit “Meid, wat ben ik bewust geworden, vijftig jaar Dolle Mina”. Voor Dolle Mina is niet het verschil tussen man en vrouw belangrijk, maar tussen rijk en arm, kanshebbers en kanslozen. Echte vrijheid is een kwestie van kunnen, en niet alleen mogen. Tussen 1968 en 1970 waren er twee feministische organisaties, Dolle Mina en MVM ( Man – Vrouw – Maatschappij ) Met MVM wilde de initiatiefneemster “Joke Kool-Smit” duidelijk maken dat niet alleen de vrouwen voor een omslag in de maatschappij kunnen zorgen maar dat daarvoor ook de mannen nodig zijn.
Om het feministische ideaal onder de aandacht te brengen van het grote publiek werden er verschillende uitbundige en ludieke acties ondernomen. - Zo werden de openbare heren toiletten geblokkeerd omdat er geen openbare toiletten voor vrouwen waren. - Mannen werden nagefloten. - De mannensociëteiten en cafés waar vrouwen zonder begeleiding niet naar binnen mochten werden bezet. - Abortus in Nederland legaliseren onder het motto “Baas in eigen buik” en “Wij vrouwen eisen” was er een bezetting van de abortuskliniek “Bloemenhoven”. - Er kwamen praatgroepen waaruit later de “Blijf van mijn Lijf huizen “zijn voort- gekomen en er kwam kinderopvang en ouderschapsverlof. - Pamfletten werden uitgedeeld aan bruiden met o.a de volgende tekst: U mevrouw? Bent u ook een slavin, en wilt u dit blijven? Wij willen afschaffing van de vrouwen slavernij.
De arbeidsverhoudingen voor vrouwen werd verbeterd; er kon o.a. parttime gewerkt worden. Er veranderde dus veel in die tijd, echter niet tot ieders tevredenheid. Er is nog veel te doen.
2. Jongeren in de jaren 60
De jongeren beheersten het land. Zij hadden en maakten eigen wetten en regels. Deze jongeren hebben de oorlog niet bewust meegemaakt maar wel de moeilijke jaren van net na de oorlog. Er kwam een algemeen verzet tegen het gezag, de gezagsdragers, de gevestigde orde en ouders. De jongeren gingen zich verzetten tegen het kapitalisme en de consumptiemaatschappij. Hierdoor ontwikkelden vooral de studenten en later de werkende jongeren een eigen levensstijl. (subcultuur) De term leefstijl slaat niet alleen op datgene wat uiterlijk zichtbaar is, maar zeker ook over het innerlijk. ( ideeën en opvattingen)
Zo waren er de:
Nozems: met grote vetkuiven reden ze op brommers met een hoog stuur ( Puch), dronken veel bier en luisterden naar Rock ’n roll muziek uit een portable radio.
Artistiekelingen: dragen zwarte kleding met wijde pijpen, luisteren naar moderne jazz en roken een joint en veroordeelden ouders om hun burgerlijkheid.
Hippies: dragen kleding met psychedelische kleuren of motieven uit India. Hebben lang haar, baard, snor, of bakkebaarden, geen of weinig make-up, experimenteerden met drugs en zijn voor vrije seks. Love en Peace.
Kuiven: Dit zijn werkende jongeren in een wind-, bomber- of pilotenjack. Zwarte broek met smalle pijpen. Geen joints, maar bier. Het haar stond stijf van de brillantine en naar achteren gekamd.
Provo’s: Is de groep die de meeste publiciteit wist te vergaren omdat ze tegen elk
gezag en daarnaast ook antimaterialistisch zijn. Hebben lang haar en dragen bij voorkeur kleding uit dump zaken, en streven vrije seks na.
De provobeweging is ontstaan in 1965 in Amsterdam en door de student Roel van Duyn opgericht. Hij bedacht de naam Provo, een naam die afgeleid is van het woord “provoceren”. Anarchisme was voor de provo’s geen vreemde opvatting, het was zelfs hun inspiratiebron, zij wilden een maatschappij zonder leiders. Roel van Duyn werd later raadslid in Amsterdam.
De belangrijkste tegenstander van Provo was de politie. Zij immers verdedigden de “gevestigde orde”. Omdat de volledige revolutie te hoog gegrepen was, voor een toch relatief kleine groep provo’s, moet dan maar het klootjesvolk, zoals Provo de rest van de Nederlanders noemt, door acties op stang gejaagd worden. Kraken, rellen, sit-ins, teach-ins en happeningen bij het “Lievertje” in Amsterdam
Provocaties waren er aan de lopende band: Illegale demonstraties werden door de politie hard aangepakt.
Vrachtwagens vol met demonstranten werden buiten de stad gedirigeerd waar deze jongeren weer werden vrijgelaten. Dit bevorderde zeker de onderlinge verstandhouding niet.
De Provo’s namen deel aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam en haalde één zetel. Het kwam zelfs zover dat ze een zetel in de Tweede kamer kregen. In en buiten de gemeenteraad kwamen er verschillende Witte plannen. De kleur wit werd gekozen omdat dit de kleur van de onschuld is en de Provo’s was het “witte“ gevaar. Een van de Witte plannen was: Het witte woningenplan ( red een woning voor bewoning ) De bekendste was het Witte Fietsen plan van Luud Schimmelpennink. Als oplossing van alle verkeersproblemen wilde hij door de hele stad Witte fietsen neerzetten zonder slot zodat deze fietsen voor iedereen beschikbaar waren. Na gebruik kon hij op een vaste plaats worden achter gelaten.
Dit alles heeft er toe bijgedragen dat ouders en gezagsdragers meer begrip kregen voor de jongeren. De jongeren kregen meer inspraak op scholen en in de politiek. De kiesgerechtigde leeftijd wordt verlaagd naar 18 jaar en er kwam een vakbond voor militairen. Tot ver in de jaren 70 is er strijd met de jongeren geweest, maar de idealen zijn gebleven.
3. De rol van de media.
De technologische ontwikkelingen volgden elkaar snel op. De telefoon, auto en radio werden daardoor steeds goedkoper en voor veel mensen betaalbaar. Ook de verbeterde infrastructuur droeg bij aan het makkelijker communiceren met elkaar.
In de jaren 60 hadden de journalisten, in de ogen van de elite een dienende functie. Er was weinig ruimte voor een kritische benadering. In de loop van de jaren maakte beleefdheid plaats voor ironie en kritiek. Er werd vooral veel aandacht besteed aan fouten en spanningen tussen politici. Dit werd gedaan door een nieuwe generatie journalisten die hoger opgeleid waren en voor hun eigen mening durfden uitkomen. In de tweede helft van de jaren 60 namen de tijdschriften en kranten het voor de jongeren op en kwam er meer openlijke kritiek op de gevestigde orde. Ook kwam er een splitsing bij de dagbladen in gezagsgetrouwe kranten en kranten die zich wilden identificeren met de jongeren.
Ook op het gebied van radio volgden er grote veranderingen. Zo kwamen er commerciële zenders bij zoals b.v. de piratenzender Veronica, die uitzond vanaf een schip voor de kust van Scheveningen. Zij brachten alleen popmuziek en reclame. Veronica trok vooral jonge luisteraars die weggetrokken werden bij de Hilversumse radiozenders. Om deze teruggang te stoppen werden er drie nieuwe publiekzenders opgericht die vooral popmuziek draaiden. Al deze zenders hebben een grote invloed gehad op het doen en laten van de jongeren. Er heerste vrijheid van meningsuiting voor de commerciële zenders. Bij de publieke zenders in Hilversum waren veelal gebonden aan een zuil. Doordat er veel naar de radio werd geluisterd raakten jongeren beter geïnformeerd en zo meer betrokken bij het wereldgebeuren. Jongeren zochten elkaar op en groepeerden zich. Binnen deze groepen werden veel ideeën besproken en doorgegeven.
Met de komst van de TV kreeg men beelden te zien van het nieuws uit de hele wereld. Niet iedereen had direct een TV, men ging bij elkaar kijken. Jongeren voelden zich gesteund, omdat er in de wereld meer mensen waren, met dezelfde gedachten en idealen. Actualiteitenrubrieken en satirische programma’s besteden veel aandacht aan vooral politieke onderwerpen, deze kritische toon werd door de jongeren erg gewaardeerd. De boodschap was: vrijheid, blijheid, alles kon en mocht. Vooral de omgangsvormen werden losgelaten en de omgang met ouderen werd minder strak. Alles werd binnen de dialoog bepaald, er waren geen vooropgezette regels, behalve dan dat men zich afzette tegen de gevestigde orde.
Deze kritische toon werd niet altijd gewaardeerd door de gezagsdragers. Het programma “Zo is het toevallig ook nog’s een keer” vormde de eerste grote botsing van nationale omvang. In de discussie die volgde werd het generatieconflict met de gezagsdragers en de naoorlogse generatie zichtbaar. De overheid wilden ingrijpen. De kranten spraken de volgende dag hun schande uit over deze uitzending. In 1966 werd een uitzending over de het ingrijpen van de Amsterdamse burgemeester bij de Provo’s verboden door de VARA; hierna is het programma nooit meer gemaakt. Televisie gaf volgens de gezagsdragers, een negatief beeld over hun optreden. Alles word op televisie getoond, men voelde zich onder druk gezet. De media heeft er wel voor gezorgd dat alles bespreekbaar werd, of werd gemaakt. Door in de pers druk uit te oefenen op een politicus bleek er veel meer bespreekbaar te zijn. De politiek vroeg aan de zelfde zuil in de media door middel van zelfcensuur van loyaal te blijven aan het gezag. In het algemeen gesproken zal de media een belangrijke rol blijven spelen als intermediair tussen de burger en de politiek.
4. Politieke cultuur in de jaren 60
De consensuspolitiek moest plaats maken voor polarisatie. De politiek kreeg te maken met verharde standpunten. Waar men voorheen elkaars mening respecteerde stond men nu lijnrecht tegenover elkaar. Politieke tegenstellingen werden aangescherpt. Deze polarisatie had ook zijn negatieve kanten. De besluitvorming en het overleg met de vakbonden verloopt uiterst moeizaam, waarbij ook stakingen zorgden voor grote onrust. De verzuilde politieke cultuur had zichzelf “overleeft”: - Politici kregen te maken met actiegroepen die inspraak en medezeggenschap eisten. - Politici zochten de burger op om met hen te overleggen en zich te verantwoorden. - Autoritair gedrag van gezagsdragers werd niet getolereerd. - Burgers en media vertrouwden bij voorbaat het gezag niet.
De eerste grote kabinetscrisis in 1960 ging over de bouw; het ging over de bouw van 80.000 nieuwe woningen. In verband met de grote woningnood diende deze prioriteit te krijgen. De kamer wilde 50.000 woningen meer en op het nippertje werd dit kabinet via een lijmpoging van de Hr. W. F. de Gaay Fortman gered. In 1965 de volgende crisis. Het kabinet struikelde over de omroepwet: het wel of niet toelaten van nieuwe omroeporganisaties, waaronder de commerciële omroepen. Vanaf het REM eiland werden er door TV Noordzee al uitzendingen verzorgd. De laatste grote kabinetscrisis kwam in 1966: “De nacht van Schmelzer”, Bij de algemene politieke en financiële beschouwingen ging het mis, er was geen consensus meer. Het uitgaven patroon was veel te hoog zonder dat dit goed onderbouwd was.
Na deze crisis werd de roep om staatkundige vernieuwing steeds actueler, voornamelijk in de kranten. Er was ontevredenheid over het nogal gesloten politieke systeem, waarin een kleine groep de dienst uitmaakte. Tegenstellingen werden via politiek overleg zoveel mogelijk glad gestreken, wat leidde tot onduidelijkheid bij de kiezers. Nieuwe regels moesten de invloed van de kiezers vergroten. De aanzet hiervoor werd gegeven door D66, PPR en de PVDA.
De nieuwe partij D66 werd de spreekbuis bij uitstek voor de vernieuwing in de politiek: - Politiek moest democratischer worden (gekozen burgemeester en premier) - Politiek moest openbaar zijn: géén achterkamertjes politiek. (coalitie vormen voor de verkiezingen) - D66 is voor het invoeren van een “Participatiedemocratie “ (referenda) - Zij gebruikten als eerste het medium TV voor het bereiken van hun doel.
Door de complexiteit van alle problemen, waaronder: provo’s, krakers, hippies, en het gebruik van drugs, maar ook de politieke instabiliteit, vroeg de bevolking na de grote verkiezingsoverwinning van D66 om krachtig bestuur. Dit alles samen is van grote invloed geweest in dit decennium.
Door een geluk bij een ongeluk kwam er een flinke economische groei. De werkgelegenheid nam toe, de arbeidsproductiviteit steeg, de dienstensector breidde zich fors uit.
Hierdoor ontstond nog een probleem: de file. Doordat er een groeiende afstand tussen wonen en werken kwam, slipten de wegen langzaam dicht.
In de jaren 60 hebben we ook nog te maken kregen met een grote stroom migranten. Als eerste de arbeidsmigranten, zij kwamen ons helpen in de industrie. Daarna de migranten uit de voormalige koloniën, Indonesië en Suriname.
Zo ontstond er in Nederland langzaam maar zeker een multiculturele samenleving, waarbij
er door middel van concessies meer te bereiken is dan door polarisatie.
Conclusie.
Een conclusie trekken is moeilijk, omdat niet alles in dit schrijven besproken is.Ik heb geprobeerd een objectief beeld te geven van de jaren 60, voor zover die bij mij bekend was. De emancipatie van de vrouw werd besproken in de dag- en weerbladen, op radio en televisie, maar niet in mijn eigen omgeving. Over feminisme werd bij ons helemaal niet gesproken, want fouter dan fout kon dit niet zijn. Door dit soort opmerkingen is het nog altijd mogelijk dat vrouwen worden achter gesteld. Emancipatie is nog niet overal doorgevoerd.
Ook de rol van de jongeren heb ik aan de zijlijn mee gemaakt. Wij mochten geen lange haren hebben en geen vetkuiven. Nozems waren immers asociaal, rookten stuf en werkten niet. Om maar niet te spreken van “dat langharige werk schuwtuig“: de provo’s. Zij hebben er wel voor gezorgd dat er meer openheid kwam in de gemeente politiek van Amsterdam. De radio en de televisie hebben in het algemeen veel invloed gehad op alle jongeren. Er kwam een stortvloed van informatie en, er kwam er een discussie op gang tussen de jeugd en ouders. Deze jongeren vochten voor vernieuwing in de samenleving.
Het waren heel moeilijke jaren. Wat meezat was de economische vooruitgang in de tweede helft van de zestiger jaren. De regeringen van deze tijd hebben letterlijk alles over zich heen gehad, krakers rellen, provo, drugs, woningnood en ook een omstreden huwelijk in Amsterdam. Toch is het gelukt om de boel weer op de rails te krijgen al heeft dit langer geduurd dan alleen dit decennium.
Bron vermelding:
Emancipatie en Feminisme
Fragmenten Vrouwengeschiedenis Deel1 Wantje Fritschy, Martinus Nijhoff, Den Haag, blz. 215-217
Fragmenten, Vrouwengeschiedenis in beeld van Marja van Tilburg.
Fragmenten, Dr. Aletta Jacobs zorgt voor de wereld. Alkeline van Lenning.
Fragmenten, Wat is Feminisme, Magreet van der Hel.
Fragmenten, Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 – 1990 Nijgh / Versluys blz. 35 - 38
Kroniek van Nederland, Aron Elsevier, blz. 1026 en 1033
Jongeren in de jaren 60
Encarta 2002
Fragmenten, De geschiedenis van de provotarische beweging 1965 -1967, Roel van Duyn.
Fragmenten, Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 – 1990 Nijgh / Versluys blz. 25 - 35
Fragmenten, http://home.concepts.nl/~pc100476/Alex/Sixties/60-05.html
De rol van de media
Fragmenten, Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 – 1990 Nijgh / Versluys blz. 42 - 46
Fragmenten, http://www.collegenet.nl/studiemateriaal/verslagen.php?verslag_id=5528&site=
Eigen ervaring.
Politieke cultuur in de jaren 60
Fragmenten, Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 – 1990 Nijgh / Versluys blz. 50 - 58
Fragmenten, Politiek & gezondheidszorg Reader voor module MY055G90 A. Rot juli 1996
Fragmenten, Politiek Drie stromenland, Stichting burgerschapskunde.
D.Th. Kuiper, M. Brinkman, A.P.M.Lucardie.
Fragmenten, www.pa rlement.com/9291000/modules/g27cemkp
Fragmenten, www.parlement.com/9291000/modules/g1qd8uab
Fragmenten, www.parlement.com/9291000/modules/g1:bk1hl
Fragmenten, www.parlement.com/9291000/modulesgc7eh0rj?layout=print
Fragmenten, http:/Home.wanadoo.nldollardcollege/geschiedenis/cse-ned-4.pdf
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
Er staat een stukje over een boekje bij het vijfTIG jarig bestaan van de Dolle Mina's, dit moet zijn VIJF jarig bestaan.
17 jaar geleden
Antwoorden